Paradingske

We hadden nog één paraplu. De rest is allemaal verdwenen, of kapot. Het overblijvende regenscherm was een compact geval dat Tessa voor nog geen drie euro ergens had opgepikt op een of andere uitverkoop. Een dofzwarte paraplu met witte bollekens waarvan Tessa ergens toch hoopte dat ik hem niet mannelijk genoeg zou vinden om mee te nemen.

As if. Vanochtend stapte ik parmant met Tessa aan de arm en de paraplu in de hand naar de tramhalte om te gaan ontbijten. Bij de halte aangekomen draaide ik de paraplu welvoeglijk met één hand even rond om de druppels af te schudden. Blijkbaar was de paraplu dan toch niet geschikt voor mannelijke handen, want ik had amper een halve draai uitgevoerd, of daar krakte de bovenkant van de rest van de steel.

(Ach, en ik ben zo al geen herfstmens.)

zonovergoten

Al is bovenstaande titel niet meteen een letterlijke omschrijving van de voorbije dag. Ik weet het, u bent het beu van mij over het weer te horen kankeren, en ik kan daar begrip voor opbrengen. U bent het waarschijnlijk net zo beu, als ik het weer zelf. Oops, I did it again.

Zoals op onderstaande foto’s zag het er vorige week nog uit. Zondag, of maandag, of vrijdag –ik zou het moeten weten, want zoveel zonnige dagen hebben we hier nu ook weer niet. Euh, laat ik opnieuw beginnen.

evening sun

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)

Een waardevolle suggestie, van de naamgenoot van mijn zoon. Ik laat Henri inderdaad wel eens alleen –soms zelfs meer dan een uur aan een stuk– wanneer ik ’s ochtends ga lopen bijvoorbeeld, of als ik alleen boodschappen haal in de vlakbij gelegen Madison Market en de snotneus geen zin heeft om mee te gaan. Geen nood, ik geef hem ondertussen wel extra oefeneningen wiskunde als bezigheidstherapie.

Maar zonder hem een (regen)vest kopen, dat doe ik niet. Ik herinner mij dat mijn moeder dat ooit eens, ergens in mijn lang vervlogen puberteit, heeft geprobeerd, en ik heb het betreffende kledingstuk toen nooit meer aangedaan –behalve die ene keer om te passen en tegelijkertijd te constateren dat het ofwel veel te groot ofwel veel te klein was. Sindsdien sleurde ze mij altijd mee om verse kleding.

Zo ook voor Henri. Niet alleen zou ik totaal verdwaasd in die winkel ronddwalen, ik zou bovendien niet weten welke maat ik voor hem zou moeten meebrengen. In België lukt dat nog, daar kunt ge kopen op leeftijd. Maar dat klopt ook niet helemaal, want niemand met een kind van een bepaalde leeftijd koopt de kledij die volgens het etiket in het kledingsstuk voor het betreffende kind zijn leeftijd zou moeten passen. Minstens één, beter nog twee jaar groter kopen!

In Amerika hebben ze dan bovendien nog serieus rare maten: Tessa bracht voor mij drie onderlijvekes mee van Target, een tijdje geleden. “Medium was het kleinste wat ze hadden, small bestaat zelfs niet zei een verkoopster.” Toen ik er eentje gepast had, vroeg ik haar waarom ze niet meteen een écht slaapkleed voor haarzelf had gekocht.

Dus u begrijpt hopelijk dat ik zonder het pasmodel in kwestie geen kledij koop, niet thuis, laat staan in den vreemde.

solar ring

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)

Er was overigens niks beschikbaar in de Gap. Het was allemaal zomerkledij wat in de rekken lag. Ze zijn hier overigens nog zotter dan in Gent. Het is zomer –enfin, bijna toch– zo ziet ge ze denken, en ze kleden zich navenant. Ondergetekende loopt in tussenseizoensvest met sjaal en muts –het is hier maar 9°C– naast de onbezorgde Seattelites in tshirt en korte broek en bijpassende zonnebril, olijk onder de grijsbewolkte hemel waar elk moment regen kan uit vallen.

Damn, en nu ben ik toch over het weer herbegonnen.

dilemma

springtime

(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji PRO400H, 400ASA)

We hadden Henri’s wintervest met de schoonouders meegegeven toen die terug huiswaarts keerden van hun bezoekje. Ondertussen is het hier terug zo koud geworden als begin april –momenteel is het hier 9°C, en het is middag– en bovendien regent het al twee dagen aan een stuk –een niet meteen ongekend fenomeen in België, verneem ik.

Gezien het kouder geworden was en het enige stuk overkledij dat Henri nog rest een zomerregenvestje van vorig jaar (of het jaar daarvoor) is –een kledingstuk dat hem ook zonder warme pull een paar maten te klein is– had ik mij voorgenomen om eerstdaags (lees: vandaag) met hem de Gap binnen te stappen en een aldaar nieuwe vest te kopen.

Maar het heeft niet veel zin om verder onbeschermd en in de gietende regen vijf kilometer te voet af te leggen om een regenvest te gaan kopen zeker?