Er zijn (opnieuw!) vrijkaarten te verkrijgen voor het concert van Abraham en Vanderstraeten, zondag 28 januari om 20u bij Opatuur.
Hoe u die vrijkaarten kan verkrijgen, leest u bij Het Project.
(Vergeet de Gouden Tips niet.)
Er zijn (opnieuw!) vrijkaarten te verkrijgen voor het concert van Abraham en Vanderstraeten, zondag 28 januari om 20u bij Opatuur.
Hoe u die vrijkaarten kan verkrijgen, leest u bij Het Project.
(Vergeet de Gouden Tips niet.)
Het ideale weekend is voor mij een weekend waarin niets gebeurt, de ideale vakantie is voor mij een strandvakantie op een zonovergoten eiland met zo min mogelijk mensen en zoveel mogelijk boeken (liefst dan nog pulp fiction) rond mij. Ik ben een mens die van rust, kalmte en stilte houdt.
Gisteren werd ik –naar onhebbelijke jaarlijkse gewoonte– gevierd, met een dag die ik uit eigen beweging volledig vol had gestoken. Uitslapen (helemaal tot 8 uur), gevolgd door ontbijt, computerprutsen en het onvrijwillig te kort trimmen van mijn haar, het ontvangen van een aangenaam maar te kort blitzbezoek (wijze cadeau!), lunch in de Sirena (de beste kaaskroketten van Gent, de beste minestrone volgens Henri), een misgelopen –wegens volzet– optreden van Lady Linn in de Vooruit, een koffie met taartje bij Févery, de aankoop van een braadpan bij Katherine Bouckaert (grotendeels gefinancierd met een cadeaubon van de schoonouders), een koffie met wafel in Caffè Caffee, een bezoekje aan de Poort, en een wandeling naar huis.
Om daar ijlings weer weg te vluchten naar Tuur voor een concert van Tuur Florizoone, Michel Massot, en Marine Horbaczewski. Er zat flink wat volk bij Opatuur, en met reden. Een van dé Opatuurconcerten van het voorbije jaar! Tessa was wreed content dat ze het meegemaakt heeft, en Tuur (F. –van Opatuur zelf wisten we dat al) blijkt in ’t echt net zo beminnelijk te zijn als hij eruit ziet. Verslag volgt.
Mijn genegenheid voor Tricycle gaat terug op vorig jaar februari. Ik had hun CD in een platenwinkel ontdekt, en op een of andere manier sprak die mij verschrikkelijk aan. Het was de vormgeving, het logo, de titel (Orange for Tea), en het feit dat het Belgen waren. Ik heb de CD gekocht, blind (of eerder doof!) zonder er een noot van te hebben gehoord. En ik kwam absoluut niet bedrogen uit, integendeel.
Wie schetst dan ook mijn verbazing, toen ik bij mijn tweede bezoek bij Opatuur, getrakteerd werd op de voltallige bezetting van het trio –ze hebben geen drummer, hoewel Vincent Noiret zijn beste beentje voor zette door zijn cello als voleerd percussie-instument te gebruiken. De CD heb ik grijsgedraaid, en vooral Tuur (Florizoone) ben ik sindsdien te pas en te onpas tegengekomen. Mijn grootste gemis, tijdens de Gentse Feesten deze zomer, waren dan ook de Chroma-avonturen in de Spiegeltent (Baudelopark) waar heel degelijke jazzartiesten werden uitgenodigd. Zo waren er Peter Hertmans en Peer Baierlein (Jazzisfaction!), en ook Tuur. Het was kiezen tussen BNRF en Chroma, en gezien de kans groter was dat ik de mensen die op Chroma waren uitgenodigd nog eens ging tegenkomen, bleef ik hondstrouw aan het Festival.
Tuur ben ik onlangs terug tegengekomen tijdens Oorsmeer, in de Opera op de Kouter, waar hij met zijn accordeon een heel geanimeerde demonstratie voor kinderen gaf, samen met Michel Massot (op tuba). En ik keek al sinds de nieuwe seizoenscatalogus van De Bijloke uit naar de CD-voorstelling van King Size, gelinked aan de Staten-Generaal van de Klassieke Muziek en de Klara Muziekprijzen (met bijhorend concert).
Die nieuwe CD (King Size) ligt overigens geheel in het verlengde van Orange for Tea. Klezmerachtige invloeden, wilde ambiance, maar tevens meer ingetogen, bijna conventionele jazz, zoals Pas ce soir, je suis crevé dat Floorizone schreef voor zijn vriend, Mr. Champagne (en diens Galicische schone). Of 3 pinguins on a Sunday afternoon, waar Philippe Laloy op dwarsfluit speelt, maar dat even heerlijk klink in een duo tussen accordeon en tuba (met Michel Massot tijdens Oorsmeer).
Het concert van Tricycle begon pas om 22u. In bepaalde jazz-kringen is dat gefundenes fressen, maar voor het publiek dat voornamelijk voor het voorafgaandelijke klassieke concert was gekomen, bleek dit toch een serieuze hinderpaal. Waar de Bijloke Concertzaal een uur eerder nog tot de nok gevuld was, bereikte men op dit onzalige uur amper nog een bezetting van de helft van het parterre. Een zeer betamelijke opkomst voor een gemiddeld (Belgisch) jazzconcert overigens.
Florizoone ging meteen de joviale tour op, en kreeg zonder meer het anders plechtiger publiek van De Bijloke op zijn hand. Dergelijke interactie (nochtans niet vreemd aan de nieuwe jazzprogramatie van De Bijloke) was een beetje ongewoon voor het Bijlokepubliek. Niettegenstaande heb ik eigenlijk alleen maar positieve kritiek opgevangen. (“Heel goed!”; “Hier ziet ge maar hoe ge geen gans orkest nodig hebt om goede muziek te maken.”) Ik ben dan ook van oordeel dat De Bijloke met die nieuwe jazzprogrammatie wel degelijk een belangrijke rol speelt om jazz bij een breder publiek ingang te laten vinden.
Bovendien voldeed Tricycle alweer aan een van de criteria waaraan ik een goed concert beoordeel: de muzikanten zelf beleefden er verschrikkelijk veel lol aan. Niet alleen staat Florizoone van het ene been op het andere te wippen, Philipppe Laloy (sax en dwarsfluit) was dé man die het vuur aan de lont stak. Houterig, maar met een voor die blazers zeer ongewone mobiliteit, gaf de man een mimiek ten beste waar Pinokkio jaloers van zou zijn geworden. De sfeer zat er dik in, en op bepaalde momenten was het jammer dat De Bijloke geen planken vloer had waarop het publiek zich dansbaar kon uitleven.
Op het einde van het concert had het tevreden publiek er een smakelijke introductie tot meer jazz op zitten. Wie het graag zelf ook eens zou meemaken, kan ik een optreden van Tricycle zonder meer aanraden, of een van beide CDs van het trio: Orange for Tea, of de nieuweling, King Size. Te koop via de website.
Tricycle met als gasten Laurent Blondiau (trompet) en Lionel Beuvens (drums), gezien en gehoord op 18 november 2006 in De Bijloke.
(Deze bijdrage verscheen eerder vandaag op Gentblogt.)
Het zat echt wel goed met de winnaars van de vorige twee edities van het Jong Jazz Talent in Gent concours. In 2004 won Robin Verheyen, wat hem een tournee met de JazzLab Series –en de opening van het Blue Note Records Festival— opleverde, en onder andere resulteerde in twee uitstekende concerten in Gent. Eerst was er het duo met Harmen Fraanje bij Opatuur, en wat later het concert met het Narcissus Quartet in de Vooruit. In 2005 was het de beurt aan het Carlo Nardozza Quintet, dat we vorige week in wisselende bezetting in Gent mochten ontvangen, alweer bij Opatuur én in de Vooruit in het kader van de JazzLab Series.
“Voor we verder gaan, wil ik even de groepsleden aan u voorstellen”, glimlachte Nardozza in de Vooruit, nadat hij ons uitlegde dat de set begonnen was met Table for Five en De Zahir (naar het gelijknamige boek van Paulo Coelho). “Ik ben een grote fan van dat boek –al is het waarschijnlijk ook omdat dit het enige boek is dat ik in drie jaar heb gelezen.” Humor zou een constante blijven tijdens dit concert, zowel verbaal als muzikaal.
“Even vermelden dus,” ging hij verder, “dat ondanks sterke gelijkenissen, ik niet Admiral Freebee ben, die zit in een andere zaal. Want voor je ’t weet schrijven al die recensenten morgen dat de admiraal een toch sterk jazzy geïnspireerde set heeft neergezet.” Het CNQ zelf laat bij momenten dan weer rock invloeden horen, zoals even later bij Rubber Duck, waarin Melle Weijters (gitaar) met verve de hoofdrol vertolkt. Nu is een gitaar op zich niet zo uitzonderlijk in een jazzformatie, maar wel de manier waarop Weijters ze gebruikt. Geen tokkelende solo’s, maar een vaak rauwe klank die meer aan Jimi Hendrix appelleert dan aan Django of Scofield. Maar wat een aanwinst: Weijters komt er op subtiele manier in bijna elke compositie aan te pas, al leeft hij zich natuurlijk pas echt uit in Rubber Duck (een eigen compositie) of in Comba.
Dat laatste nummer, Comba dus, is dan weer –samen met Down To Bernina uit de tweede set– het nummer bij uitstek om te genieten van het samenspel tussen Nardozza en Daniël Daemen (sax). Niettegenstaande Daemen in de groep een beetje op de achtergrond blijft, vult hij nochtans zijn rol als tegengewicht voor Nardozza zeer goed in. Een zeer mooi wisselspel, goed gebalanceerd, maar dat soms wat krachtiger zou mogen zijn.
Het CNQ beperkte zich niet tot het repertoire van de CD Making Choices, maar bracht ook nieuw (?) werk (Tango Kangoo), en een stuk uit de Dozzy Suite (Winterslag). Het was overigens met die Dozzy Suite dat het CNQ in 2005 het Jong Jazztalent concours won. Wie al stukjes uit de Suite heeft gehoord, wacht waarschijnlijk met mij vol ongeduld tot Nardozza ze op plaat uitbrengt.
Het publiek werd in elk geval wild van het concert, en het CNQ was on ter wille met maar liefst twee bisnummers (waaronder een uptempo versie van Down To Bernina). Waarna de techniek resoluut de lichten aanstak en een CD door de luidsprekers duwde of we zaten daar ongetwijfeld nog. Met veel plezier overigens.
Maar goed, het CNQ moest verder op tournee, en het waren dan ook een zwaar vermoeide Carlo Nardozza en Tom Van Acker die we in het gezelschap van Alano Gruarin troffen bij Opatuur. De JazzLab Series tournee had hen ondertussen ook nog naar Genk (waar eerst het CNQ speelde en Nardozza nadien met Texier op de planken stond tijdens het Motives Festival) en Borgerhout gebracht, en zoiets gaat duidelijk in de kleren zitten.
Het concert dat bij Tuur werd gebracht was zoals voorspeld van een ander alooi dan met het CNQ. De composities die werden gebracht waren stuk voor stuk standards, zoals Footprints (Wayne Shorter) en The Thrill is Gone (Chet Baker). “Het doet deugd om ook eens die stukken te kunnen spelen waar ik normaal gezien slechts op CD naar luister,” vertrouwde Nardozza ons toe. De ritmische achtergrond van Van Acker (hij begon destijds als drummer) kwam hier extra tot uiting. En pianist Alano Gruarin –“mijn stadsgenoot”, dixit Nardozza– was een aangename ontdekking.
Hopelijk hebt u minstens één van beide concerten kunnen meepikken, want (beginnende!) groepen van dergelijk formaat komen we maar zelden tegen. Het CNQ gaat nog naar Koksijde en Grimbergen, en als u dat niet haalt, kan ik u alleen maar ten sterkste aanraden de Cd Making Choices met gezonde spoed in huis te halen. Te koop via hun website, uw locale platenboer, of, als het echt niet anders kan, ongetwijfeld ook in de fnac.
Het Carlo Nardozza Quintet, gezien in de Vooruit op 14 november; Nardozza-Van Acker-Gruarin, gezien bij Opatuur op 19 november. Het Carlo Nardozza Quintet toert nog verder in het kader van de JazzLab Series
(Deze bespreking verscheen eerder vandaag op Gentblogt.)
Had ik eigenlijk al iets over Carlo Nardozza geschreven, deze week? (Ik heb nog nergens iets gelezen over Motives, maar misschien dat iemand anders mij naar de juist bron kan leiden?)
Het optreden dinsdag was alvast geslaagd. Het begon een beetje ‘standaard’, maar zeker de tweede helft was als geestdriftig te omschrijven. Het publiek was er zot van, en vroeg om maar liefst twee bisnummers. (Waarna de techniek resoluut de lichten aanstak en een CD door de luidsprekers duwde of we zaten daar misschien nog.)
Edoch! Zondag. Opatuur. Carlo Nardozza. Met Tom Van Acker (van het CNQ) en Alano Gruarin, en met foto’s van ondergetekende op de aankondigingspagina (dat gebeurt wel meer in de agenda van Tuur). Niet te missen! Zelfs Tessa gaat mee deze keer (met overdosis anti-allergiepillen).
U komt toch ook?
(Ttz: Carlo speelt fantastisch trompet. Ik kan het u niet sterk genoeg aanraden.)
Opatuur, Citadellaan 17. Het begint zondag 19 november om 20u en het kost amper 10 EUR. En als u de fantastische CD van het CNQ nog niet in huis hebt, zal u hem waarschijnlijk daar kunnen kopen. Goedkoper dan in de Fnac.
Wie het nog niet had gezien, wil ik nog even deze twee artikels bij Het Project onder uw aandacht brengen. Het verslag van de Radio 1 Big Bang, het feest, dat ook u hopelijk niet hebt moeten missen
, en de aankondiging voor de twee concerten van Carlo Nardozza, deze week in Gent.
Nardozza speelt, eerst met zijn kwintet, en dan als gast bij Henri Texier, ook nog eens op het Motives Festival in Genk. Naast Texier en het CNQ, staan daar overigens nog een aantal hedendaagse artiesten op het programma. Rabih Abou Khalil, Erik Truffaz, The Herbaliser Band, en het aanbod uit het Noorse Rune Grammofon label (Supersilent, Susanna And The Magical Orchestra, In The Country). Stuk voor stuk eigentijdse, soms zelfs rechtuit experimenteel klinkende jazz. Jammer genoeg kan ik er zelf niet bij zijn –hoewel het slechts een letter verschil is, ligt Genk mij ook iets te ver van Gent voor doordeweekse blitzbezoekjes– maar hopelijk is uw gestel beter tegen reizen opgewassen.
“Bij trompettisten –behalve als het Bert Joris is– komt er bijna altijd minder volk”, zo werd mij zondag toevertrouwd.
Zonde, vond ik dat, en zeker al toen ik daarna Marc Godfroid te horen kreeg bij Tuur. Op een schuiftrompet (trombone), waar hij op momenten zelfs zat op te scatten. Wat mij betreft leunt –in jazz toch– de trompet voor mij het dichtste aan bij de stem. Er zijn in het genre genoeg trompettisten bekend, die niet alleen het instrument bespelen, maar daarnaast zelf ook nog zingen. Louis Armstrong, Chet Baker, of –nog levend en dichter bij huis– Jan Muës bijvoorbeeld.
Godfroid heeft niet gezongen, maar zijn trompet nam wel die gedeelten voor rekening waar in de standards normaal een stem voorzien was. Zoals in Cry Me a River, dat oorspronkelijk werd gzongen door Julie London in de film The Girl Can’t Help It. Veel standards, en –misschien het filmfestival indachtig– veel filmmuziek, zondag bij Tuur, en dat was een goede zaak.
Vermoedelijk minder standards, komende zondag bij Tuur, want dan krijgen we Erik Vermeulen en Robin Verheyen. Het is ondertussen al een paar maand geleden dat ik Verheyen nog eens gezien heb, en ik vermoed dat hij zo onderhand ijverig aan het pendelen is tussen de USA (New York) en België. In september heeft hij overigens een nieuwe CD uitgebracht (als saxofonist in het Giovanni Falzone European Ensemble), Meeting in Paris (op het Soulnote label), die ik nog moet te pakken krijgen.
Het duo met Harmen Fraanje behoorde tot het betere dat ik vorig jaar heb gezien/gehoord, dus ben ik razend benieuwd wat de combinatie Verheyen-Vermeulen zal opleveren. Dit kan bijna alleen maar goed worden.
Wie Het Project niet in RSS lezer heeft staan (of op een andere manier volgt), zou het misschien missen: Gentblogt geeft 5 vrijkaarten weg voor het volgende concert bij Opatuur. ’t Is maar dat u ’t weet.
Bart Van Caenegem (piano) & Bart Quartier (vibrafoon), zondag 17 september om 20u bij Opatuur, Citadellaan 17. Toegang 10 EUR.
Vanavond wordt het nieuwe jazz seizoen officieel voor open verklaard. Al moet u zich van die verklaring niet al té veel voorstellen, u kan gewoon bij Opatuur terecht voor het eerste concert na de zomerstop. En wat voor een concert.
Bij Tuur starten ze vanavond maar liefst met een duet tussen Jef Neve en Rony Verbiest; piano en accordeon. Verbiest valt nog het gemakkelijkste te omschrijven als het Belgische equivalent van Richard Galliano (waarbij Belgisch allerminst pejoratief hoeft te zijn), geplaagd door een virtuositeit die in het Vlaamse landsgedeelte al lang niet meer onopgemerkt is gebleven. Pianist Jef Neve behoort –net zoals Ewout Pierreux– tot het Grote Jonge Talent in de Belgische Jazz (al die hoofdletters staan daar zeer terecht). Wij waren alvast enthousiast over het Jeff Neve Trio op ParkJazz in Kortrijk, en nu is uw kans om hem nog eens buiten zijn gewone circuit aan het werk te zien.
Waar wacht u nog op? Afspraak, vanavond om 20 bij Opatuur, Citadellaan 17. Toegang 10 EUR.
0 te vermijden / * slecht, maar beluisterbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch
(concerten vorige maand)