jazztrompet

“Bij trompettisten –behalve als het Bert Joris is– komt er bijna altijd minder volk”, zo werd mij zondag toevertrouwd.

Godfroid, Antila en Isoheranen (iii)Zonde, vond ik dat, en zeker al toen ik daarna Marc Godfroid te horen kreeg bij Tuur. Op een schuiftrompet (trombone), waar hij op momenten zelfs zat op te scatten. Wat mij betreft leunt –in jazz toch– de trompet voor mij het dichtste aan bij de stem. Er zijn in het genre genoeg trompettisten bekend, die niet alleen het instrument bespelen, maar daarnaast zelf ook nog zingen. Louis Armstrong, Chet Baker, of –nog levend en dichter bij huis– Jan Muës bijvoorbeeld.

Godfroid heeft niet gezongen, maar zijn trompet nam wel die gedeelten voor rekening waar in de standards normaal een stem voorzien was. Zoals in Cry Me a River, dat oorspronkelijk werd gzongen door Julie London in de film The Girl Can’t Help It. Veel standards, en –misschien het filmfestival indachtig– veel filmmuziek, zondag bij Tuur, en dat was een goede zaak.

Vermoedelijk minder standards, komende zondag bij Tuur, want dan krijgen we Erik Vermeulen en Robin Verheyen. Het is ondertussen al een paar maand geleden dat ik Verheyen nog eens gezien heb, en ik vermoed dat hij zo onderhand ijverig aan het pendelen is tussen de USA (New York) en België. In september heeft hij overigens een nieuwe CD uitgebracht (als saxofonist in het Giovanni Falzone European Ensemble), Meeting in Paris (op het Soulnote label), die ik nog moet te pakken krijgen.

Het duo met Harmen Fraanje behoorde tot het betere dat ik vorig jaar heb gezien/gehoord, dus ben ik razend benieuwd wat de combinatie Verheyen-Vermeulen zal opleveren. Dit kan bijna alleen maar goed worden.