The Music, Machines and Mystery of Raymond Scott

Mijn schoonvader was al zowat elke namiddag naar het filmfestival getrokken. Eerst in het plus parcours, waar Roel zich niet altijd op de koffie liet zien zoals nochtans beloofd, maar daarna net zo goed in de andere trajecten als hij een film ontdekte die hem enigszins kon interesseren. Woensdag was hij naar een Naghi Nemati’s Three and a Half getrokken, want hij had een doctoraatstudent uit Teheran, en misschien zou die film hem wel kunnen helpen om die cultuur nog wat beter te begrijpen. “Het is er wel één uit de explore zone en is dat niet bedoeld voor de jeugd”, plaagde ik toen ik hem woensdagmiddag vlak voor de aanvang in Vooruit tegen het lijf liep.

Gisteren kon ik eindelijk ook eens mee –ik wou eigenlijk het filmfestival verslaan voor Gentblogt, maar ik had gewoon geen tijd– en gingen we samen kijken naar Deconstructing Dad. Een erg slecht gefotografeerde, maar bijzonder interessante film over The Music, Machines and Mystery of Raymond Scott (1908-1994), gemaakt door diens zoon. Het leven van Scott zwalpt tussen jazzcomponist en -muzikant, en elektronicapionier, en de kans is groot dat u weet wie de man is zonder dat u het beseft. Zijn muziek werd gebruikt voor de Warner Brother cartoons (hoewel ze daar niet voor werden gecomponeerd), en de Ren & Stimpy show uit The Simpsons (zoals deze Powerhouse). Scott werd de orkestleider voor het razend populaire Your Hit Parade in 1949, en bleef dat tot 1957. In 1959 nam hij een album op The Unexpected (cfr deze Temptation), dat werd toegeschreven aan The Secret Seven, zeven muzikanten die verder niet werden geïdentificeerd –later bleek het te gaan om o.a. Elvin Jones, Kenny Burrell, Eddie Costa, en Toots Thielemans!

Scotts passie was evenwel het ontwikkelen van geluidsmachines; synthesizers avant-la-lettre, die hij een soort artificiële intelligentie toedichtte. Hij bracht daarmee een aantal albums uit onder de noemer Soothing Sounds for Baby (zoals deze Lullaby uit 1963), maar hield het grootste deel van zijn creaties angstvallig verborgen. Die muziek lag verbazingwekkend dicht bij de creaties van Tangerine Dream en Brian Eno uit de jaren 70, maar vond toen totaal geen ingang bij het publiek. Scott zonderde zich geheel af, maar leek op het einde van zijn leven die vergissing in te zien, toen hij zichzelf bekend wou maken als de uitvinder van de sequencer (een curciaal onderdeel van de synthesizer).

Raymond Scott overleed in 1994 aan een beroerte. Pas jaren later blijkt de enorme impact die hij had op de hedendaagse muziek –de connecties zijn te talrijk om hier te bespreken, ga vooral de film bekijken.

[youtube https://www.youtube.com/watch?v=0V2TZKcWnXE&w=500&h=284]

Deconstructing Dad speelt nog vanavond en morgen in Vooruit (21/10 om 22.30 u. en 22/10 om 20 u.)

La Malle-Valise de l’Heimatlos du Sleeping

Ze leven nog allemaal. Het valt bezwaarlijk een spoiler te noemen, want vanzelfsprekend heeft Peter Vermeersch, die zelf stierf tijdens een klarinetsolo, het concept van zijn R.I.P. / Twelve Funeral Songs niet letterlijk doorgetrokken.

Het idee achter R.I.P. is vergelijkbaar met Haydns Abschiedssinfonie (voluit Sinfonie Nr. 45 in fis-Moll), waar bij de laatste beweging de ene na de andere muzikant stopt met spelen en de scène verlaat tot er nog twee violisten overblijven (in de oorspronkelijke uitvoering Haydn zelf en de concertmeester). Het was een subtiele hint van Haydn aan zijn mecenas, Nikolaus Esterházy, dat zijn muzikanten nu wel lang genoeg in diens zomerverblijf hadden verbleven en graag naar vrouw (en kind) in Eisenstadt terug zouden keren. De boodschap werd overigens begrepen, want daags nadien keerde het hof terug naar huis.

FES / R.I.P. door Bruno Bollaert

Bij R.I.P. ‘sterven’ de muzikanten per beweging van de compositie; meestal één per keer, soms ook twee of drie. De muziek en het verhaal zitten, zoals steeds bij FES, vol dubbele bodems. Dat gaat van verwijzingen naar bijvoorbeeld Gent (Blaarmeersen, patisserie Bundervoet), inside jokes die ook zonder context voor het publiek grappig blijven (een schijnbaar evident Man Man Man als R.I.P. voor Berlinde Deman), en inhoudelijke verwijzingen zoals titel en aanzet van Blue Braine (cfr Blue Train) en de gesuggereerde Brabançonne in de begrafenismuziek voor Peter Vermeersch (De Aapverbranging – epiloog).

FES / R.I.P. door Bruno Bollaert

De overleden muzikanten verdwijnen niet gewoon van het podium, maar komen terecht in een soort wachtzaal tot het hiernamaals. Wat ze daar doen wordt gefilmd en op een doek boven het podium geprojecteerd. Ook dat gegeven maakt integraal deel uit van de belevenis. Het opzet en de uitwerking zijn ontwapenend naïef, wars van enige pretentie of (ver)gezochte kunstzinnigheid. De laatst overblijvende muzikant weet op één of andere manier in om via de muziek met die wachtkamer te communiceren, en slaagt erin om de muzikanten uit de wachtkamer opnieuw op het podium te krijgen voor een uitbundig feest. Peter Vermeersch inspireerde zich voor het concept op het verhaal Blues voor Gaston van Roland Topor.

FES / R.I.P. door Bruno Bollaert

Voor de Funeral Songs kregen we eerst nog een half uurtje muziek uit het schier onuitputtelijke FES repertoire; met o.a. Fast Forward (mijn favoriete knop op de dvd speler, aldus Vermeersch), Six Pine Trees (een plaats in het Hundred Acre Wood van Winnie-the-Pooh), en Sneak Attack of the Sponges (“stel, ge maakt een rustige strandwandeling, en plots springen al die sponzen uit de zee op u af”).

Wij waren enorm enthousiast. FES speelde met R.I.P. / Twelve Funeral Songs op 17 oktober in De Singer, gisteren dus in het Concertgebouw in Brugge, en u kan de voorstelling daarna enkel nog meemaken in het Zuiderpershuis in Antwerpen op 27 oktober (of op 28/10 in Opperschmelz, Dudelange, Luxemburg). Het is bijzonder jammer dat er niet meer voorstellingen zijn, dus grijpen die kans!

FES / R.I.P. door Bruno Bollaert

FES – R.I.P. / Twelve Funeral Songs is een coproductie van het Concertgebouw, Vooruit en Bonk vzw. Bekijk ook het verslag op Cobra.be

Van jazz

Jazz door Bruno Bollaert

Een interessante vergadering, vandaag, over jazz natuurlijk. Mijn (intern) verslagje is bijna klaar (’t zal voor morgen zijn), en ik bracht twee cd’s mee. Morgen ga ik trouwens naar dat concert van Pascal Schumacher (in de AB), vandaag gaat het nog naar Brugge, voor het concert van FES (in het Concertgebouw): R.I.P. / FUNeral songs.

  1. Pascal Schumacher Quartet – Bang My Can / 2011
  2. Giovanni Francesca, Aldo Galasso & Dario Miaranda – Telegraph / 2011

(vorige lijst)

Mayetten

“Papa, gaat ge weer van die maya-dinges maken”, vroeg Henri vanavond. Die van gisteren (10 stuks, 3 per persoon –ssst: jaja, ik kan tellen) waren op zeven minuten op (ik heb foto’s ten bewijze), en waren dus nogal in de smaak gevallen. En kijk, als Tessa mij met het receptenboek bezig ziet terwijl ik dit intik, vraagt ze met onbeheersbaar verlangen: “hebt ge d’er nog gemaakt?” Een kleine maand geleden werd het eerste Blochbakboek (door Stefan Elias) voorgesteld in het STAM, en tot mijn grote blijdschap stond daarin het recept voor mayetten. En ik wist dat het niet al te lang zou duren eer ik ze zou klaarmaken.

Mayetten door Bruno Bollaert

Vorige week stond de sympathieke moeder van mijn sympathieke buurvrouw aan de deur, met een ganse zak noten. “We hebben er zoveel dat we ze in de haard moeten opbranden”, vertelde ze, en ik was maar al te blij om haar van die last te verlossen. Het was het laatste zetje dat ik nodig had om aan de slag te gaan.

Mayetten zijn een soort mastellen met walnotenfrangipane. Het recept is helemaal niet moeilijk, en voor wie dat wil is het ook (grotendeels) veganistisch te maken. Mijn eitjes haal ik van (de kippen van) mijn schoonvader, de melk heb ik vervangen door sojamelk, en de boter door sojaboter (allebei uit het Provamel soya gamma). Het recept hieronder is weergegeven zonder substituten.

Mayetten door Bruno Bollaert

Benodigdheden

Voor het deeg

  • 200 g bloem
  • 80 g verse lauwe melk (gram, jawel, geen ml)
  • 36 g ei (ik heb 1 ei gebruikt, en dat woog ergens rond de 50 g)
  • 20 g suiker
  • 20 g gist (ik gebruikte 1 zakje chemische gist)
  • 4 g zout
  • 40 g ongezouten zachte boter

Voor de vulling

  • 50 g ongezouten boter
  • 50 g walnotenpoeder (maal de walnoten zo fijn mogelijk in uw keukenrobot)
  • 50 g bloemsuiker
  • 1 ei
  • 20 g bloem
  • 0,5 g zout

Voor de afwerking

  • 1 losgeklopt ei
  • 20 g abrikozenconfituur
  • 40 g fondantsuiker (1 hoeveelheid bloemsuiker mengen met 1/6 hoeveelheid water)
  • 100 g walnoten, in stukjes gehakt

Mayetten door Bruno Bollaert

Zo gemaakt

Verkruimel de gist in een kom, doe er de melk en het ei bij, en roer alles glad. Meng er de bloem, de suiker en het zout onder em voeg daarna de boter toe. Kneed (vrij lang) tot een egaal deeg. Laat het een 15 minuutjes rusten.

Maak ondertussen de walnotenfrangipane. Maak de boter zacht, meng er de andere ingrediënten flink door en laat opstijven in de koelkast.

Verdeel het deeg in 10 bolletjes (een beetje minder ongelijk dan hieronder), leg ze op een bakplaat en laat 30 minuten rijzen.

Mayetten door Bruno Bollaert

Druk in het midden van de bolletjes een putje (met behulp van een kruidenpotje bijvoorbeeld). Strijk de bovenkant van de bolletjes in met het losgeklopte ei, en duw in elk putje wat walnotenfrangipane. Laat nog 40 tot 50 minuten rijzen.

Verwarm de oven voor op 225°C, en bak de mayettes in 6 tot 8 minuten.

Strijk na het bakken wat confituur op de frangipane en glaceer desgewenst met de fondantsuiker. Druk de mayetten in de walnotenstukjes.

Smakelijk!

Mayetten door Bruno Bollaert

Perplex

Henri kijkt tv door Bruno Bollaert

Films en series staan bij ons op een Mac Mini, waarop Plex draait, en die via HDMI verbonden is met de televisie. Dat ding is draadloos te besturen met de iPad, maar er bestaat ook een plex app voor de iPad, waarmee het mogelijk is om de series en films rechtstreeks op de iPad te bekijken (i.p.v op de televisie). Tenminste, overal in huis waar er wifi is (euh… overal dus, behalve in de kelder). Henri maakt er graag en gretig gebruik van.

Ne tikee

“One ticket to the station please”, vraagt een man met een ontegensprekelijke native Engelse tongval. Hij betaalt, en gaat vervolgens zitten. De trambestuurder zucht even, haalt een hoop geld uit het vakje waar het geld normaal gezien in teruggegeven wordt, stapt helemaal uit zijn cabine en vraagt, met een vervoersbewijs en wisselgeld in de hand: “Wie heeft er hier juust ne tikee gekocht in ’t Engels?”

When in Roma…

Gisterenavond bracht mij aldus naar De Roma voor een enthousiast concert van het Vijay Iyer Trio. Opvallend –voor we het over muziek zelf hebben– was de schitterende verlichting van hoofdzakelijk neutraal licht, waarin soms een warmig geel werd bijgestoken. Hier konden we het eindelijk nog eens stellen zonder de pseudotrendy mix rood en blauw die de Vlaamse podia visueel vergiftigt.

In De Roma door Bruno Bollaert

Stephan Crump op bas en Marcus Gilmore op drums (“he’s barely 25 and he’s already played on like a thousand albums”, introduceerde Iyer hem) zorgden voor een stevige basis voor het concert. Een onderlaag die tegelijk boven- en tussenlaag was, want samen met het aanhoudend fortissimo van Iyer zorgde dit voor een lineair volume waarin het soms wat zoeken was naar subtiliteit. Wisten we niet beter, we hadden verondersteld dat dit trio erop belust was een loudness war uit te vechten. De ruimte voor meer nuance was er toch, zoals in de eigen compositie Abundance, maar de kracht van de muziek zat meer in de gestructureerde uitvoering van de pianist. Iyer slaagde er moeiteloos in de muziek hapklaar en schijnbaar toegankelijk te presenteren aan het publiek, maar wie dat wou ontdekte in de gesyncopeerde staccatojazz al gauw een onderliggende structuur van complexiteit en techniek. De muziek was sterk repetitief –wat wonderwel paste in het uniforme geluidsvolume– en er werd vaak gebruik gemaakt van phase shifting, twee ritmes/tempo’s die in elkaar verglijden, even samenwerken, en opnieuw uit elkaar vloeien.

Mathematisch en beredeneerd, zo zal u stellen, en dat hoeft niet te verwonderen gezien Iyers achtergrond in wis- en natuurkunde (lees bijvoorbeeld: Strength in numbers: How Fibonacci taught us how to swing). Het mooie aan dit alles is dat het een extra dimensie kan bieden, maar dat het geen noodzakelijke voorwaarde is om van de muziek te genieten. Het talrijk opgekomen publiek in De Roma wist dat duidelijk naar waarde te schatten, want Iyer werd onder aanhoudend applaus naar het podium teruggeroepen voor een encore.

Vijay Iyer Trio in De Roma, 13/10/2011

Piano! Piano?

Muziek, daar wachten de mensen niet op, beweert Guy, en hij heeft gelijk, denk ik. In de rapte, en met zwaar gevintifieerde snapshots dan maar, want niet alleen wachten de mensen niet, ik heb eigenlijk geen tijd om er serieus werk van te maken.

Bert Joris door Bruno Bollaert

Zaterdag trok ik naar De Werf voor het Bert Joris Quartet, waar hun nieuwste cd Only For The Honest werd voorgesteld. Joris omschreef hem zelf als huiskamermuziek, en afgaande op wat we die avond te horen kregen, kunnen we ons daar eigenlijk wel een beetje in vinden. De sound van het BJQ ligt vast –Bert Joris klinkt zoals steeds overweldigend goed– en grote verrassingen behoren dan ook niet echt tot de verwachtingen. Only For The Honest hoort thuis in hetzelfde rijtje als het bejubelde Magone, en u kan met beide cd’s niet echt verkeerd gaan —Magone is een klassieker in de Belgische jazz, die in geen enkele collectie mag ontbreken.

Dado Moroni is –naast een goed pianist– een boom van een vent wiens benen net onder de piano pasten. Op tijd en stond zagen wij dan ook, gespeend door een ongetwijfeld tomeloos enthousiasme, de piano een centimeter of twee omhoog wippen.

Henri in De Singel door Bruno Bollaert

Zondagochtend zaten we in De Singel voor Sporen, een duo concert van Erik Vermeulen en Seppe Gebruers. In het thema Instant composing – Improvisaties voor twee piano’s speelt Vermeulen opvallend beheerst in contrast met de zeer extraverte Gebruers, die totaal in zijn muziek lijkt op te gaan. Het ging misschien iets meer de klassieke kant op dan dat er jazz aan te pas kwam, maar het was bijzonder boeiend om de these-antithese-synthese (meestal toch) te zien ontwikkelen op het beurtelings door één van beider pianisten aangereikte thema. Wie eens wil luisteren kan terecht op de soundcloud van Gebruers.

Zondagavond zat ik bij Opatuur in de Centrale, waar Carlo Nardozza speelde met Michel Bisceglia. Nardozza bespeelt een avontuurlijke, soms rauwe trompet; is niet verlegen om er in de bindteksten wat grapjes door te jagen en laat nog steeds een fantastische indruk na. We horen die mens veel te weinig spelen –hopelijk is er voor hem ergens een opdracht op komst.

Jeroen Van Herzeele en Erik Vermeulen door Bruno Bollaert

Maandagavond zaten we in La Resistenza (ondertussen mét website), om met veel te weinig ander volk naar Jeroen Van Herzeele en (opnieuw) Erik Vermeulen te luisteren. Een heel ontspannen concert. “Ik kan het nog niet lezen ook, want ’t staat in sibemol”, gekscheerde Vermeulen toen hij het stuk van saxofonist Steve Grossman onder ogen kreeg dat Van Herzeele aankondigde. Daarnaast onthouden we ook Nutty van Monk (zoals met Coltrane op het in 2005 ontdekte concert van 1957 in Carnegie Hall) en een ballad versie (?) van Giant Steps.

Vanavond gaan we naar het verre Antwerpen, voor het concert van Vijay Iyer in De Roma (Marcus Gilmore op drums). Hopelijk vind ik makkelijk parkeerplaats. Piano? Forte!