kouderig

Het begint stilletjes aan wat kouder te worden. Te vroeg om de verwarming aan te steken, vind ik, want elk jaar tracht ik het uit te houden tot de verjaardag van Henri en Tessa (21/10). Al weet ik niet of we het ooit al zo lang hebben uitgehouden. De huisgenoten worden daar willens-nillens in meegesleept, maar tijdens de week –als ik de enige ben die nog eens wat dagen thuis slijt– hebben ze niet echt recht van klagen, vind ik. In elk geval sleep ik ondertussen al hout aan voor de haard, zodat we tijdens het weekend gezellig kunnen worden gewarmd. Een wat dikkere pull verricht voorlopig nog wonderen en resulteert bovendien in spinnende knuffels van de zoon –een niet te versmaden bonus.

Staat de verwarming bij u al aan?

data

“Weet ge wat dit is”, vraag ik hem terwijl ik één van de zaken omhoog houd die ik in mijn oude dossiers heb teruggevonden?

Vroeger, moet u weten, tot vlak voor de dotcom-bubble, ben ik nog een paar jaar kleine zelfstandige geweest. Toen ik gisteren de piano een stukje verder ontmantelde, besloot ik meteen nog maar wat verder op te ruimen ook. De dossierkast boven leek mij een geschikt slachtoffer. Gans mij oude portfolio aan klanten ging op de oud-papierstapel. De dossiers bevatten echter vaak ook andere zaken dan papier, en die gingen zonder al te veel omhaal de vuilbak in. Van EIBA tot SYSTEM, en alles daartussen, -onder, en -boven.

“Ik heb dat al ergens gezien”, antwoordde de zoon, en ik merkte hem alle kronkels in zijn hersentjes bewandelen.

Destijds printte ik alle belangrijke communicatie uit. Een beetje overkill, gezien ik toch al mijn e-mails bewaar (allemaal, jawel). Heelder dossiers vol had ik zo, doorspekt met een paar brieven (er werden toen nog brieven geschreven), en wat cd-roms.

“Zijn dat geen dia’s of zo,” probeerde hij, “mama heeft daar een doos vol van, geloof ik.”

Ik hield een diskette in mijn hand. Een zwarte, met daarop het logo van een bekend ontwerper geplakt. Ik had er ook nog blauwe en rode, met nog andere logo’s en stickers. Elk goed voor 1,44 MB –ja, dat is een komma tussen de 1 en de 44, en dat was dan nog een HD (High Density), zodat er dubbel zoveel data opkon als op de gewone. Nog goed dat er geen 5 inch (zachte) floppy’s tussen zaten.

“En waarvoor diende dat?”

Juist ja. Er zat nog een zip disk tussen ook (click of death, iemand?). Misschien moet ik maar een exemplaar bewaren als museumstuk.

1-2-3 piano

it used to be a piano, baby it used to be a piano, baby

Zaterdag, klusdag. Met ons huis, kregen we er destijds ook een (buffet-)piano bij. Niet meer te stemmen, was het verdict, en ik tracht ze sindsdien buiten te werken. Met zeer onregelmatige tussenpozen gaan er stukjes af, maar hoe minder er overblijft, hoe moeilijker dat wordt. De toetsen werden reeds lang geleden in de haard opgebrand, de snaren werden er allemaal uitgeknipt, maar ik bleef met een aantal –veel ruimte in beslag nemende– uitstekels zitten. Twee ‘vleugels’, waartussen het toetsenbord was opgehangen, bleken iets te stevig verlijmd.

Vanochtend heb ik er met een kleine sloophamer aan gewerkt, en ondertussen blijft er enkel nog een torso over, met daarin twee gewichtiger ijzers, en een achttal balken van zo’n tien centimeter zijde. Moervast zit dat, of toch té vast opdat ik ze in stukken naar beneden zou kunnen dragen. Het geheel weegt nog steeds te zwaar, maar we zijn toch weer een stukje dichter bij ons doel.

uit uw huis!

Op donderdag word ik altijd mijn huis uitgestuurd. Allez ja, ik word elke dag mijn huis uitgestuurd, al was het maar door mijzelf om te gaan lopen, maar dinsdag en donderdag word ik maar liefst twee keer buiten gezet. Dinsdag doe ik mijn ronde, een beetje gelijk een dokter, maar dan geheel anders. Die dag doe ik boodschappen bij de lokale middenstand, die –tegen betaling weliswaar– heerlijke hoeveelheiden fruit, groenten, vlees en boeken mijn trekkar inladen. Donderdag komt hier iemand het huis proper houden. Nee, we kunnen dat zelf niet, en nee ik heb daar geen tijd voor. Om de hulp niet voor de voeten te lopen –en geloof mij, ik kan voor de voeten lopen als de beste– sluip ik tijdig het huis uit.

Vanochtend heb ik alzo kattenbakvulling gehaald, vier zakken klontvormige kleikorrels die tesamen net iets te zwaar wegen om een dikke twee kilometer van huis te voet te gaan halen. (Vorige week was er een uitstapje naar de Colruyt.) Maar het doel van vandaag was eindelijk eens in de moving store te geraken, die vorige week nog met vakantie was. Vol goede moed zakte ik naar de winkel af, maar ik was -een paar luttele minuten– te vroeg. Niet getreurd, de parkeermeter loopt, en ondertussen stapte ik maar even het Runners Service Lab binnen. Een dik kwartier later stond ik met kousen en een broek terug buiten, en voila: de moving store was open. Twee vliegen in één klap.

Met een vriendelijke mens een klapke gedaan, voorbeelden te zien gekregen, prijzen vergeleken, en ik mocht meteen al met een voorstel-met-korting terug huiswaarts keren. Benieuwd wat mijn doktertje daarvan gaat vinden.

lees mij

it's about books, baby

(Leica M6 TTL, 50mm f/2 Summicron, Kodak Tri-X, 400ASA)

…dat lijken de boeken hem toe te schreeuwen. En dan ben ik al blij dat het voorlopig alleen “lees mij!” is en ook niet “koop mij!” zoals bij zijn ouders.

it's about books, baby

…zo erg zit hij ‘in’ zijn boek, dat geheel zijn hoofd erdoor in beslag wordt genomen.

it's about books, baby

…en al heeft hij er dan even genoeg van, dat lezen, het zit duidelijk in de familie. (Wou hij even niet op de foto, of was hij net aan ’t geeuwen, vergeef mij, ik kan het mij niet meer herinneren.)

ondertussen, in de opgeëistenlaan

Ofte: Bruno’s avonturen in het nieuwe gerechtsgebouw.

“Gij wou (1) toch eens gaan horen naar mijn rechtszaak?”, had Tessa een tijd geleden gevraagd. Eergisteren duwde ze de oproepingsbrief onder mijn neus: “hierzie, ’t is morgen.”

Tram 4 rijdt van de Albertbrug rechtstreeks tot aan de voordeur van het gerechtsgebouw. Behalve dan dat ik een halte te vroeg was afgestapt, omdat ik vergeten was dat die voordeurhalte bestond (want die is nieuw sinds het gerecht naar daar is verhuisd, een tijd geleden). Het gebouw oogt kil en desolaat, en de inkom is ook al niet meteen verwelkomend. Eenmaal binnen moet ik voor de zittingszalen naar links, de gang op die de glazen voorkant bestrijkt, en dan naar rechts, naar de andere helft van het gebouw, die ik eerst al wandelend was gepasseerd. Ik moet op de eerste verdieping zijn.

Ik ga twee deuren door, en dan kom ik in een sobere maar veel warmere hal, waar links en rechts, open en bloot achter dikke doorzichtige glazen wanden, zich minstens vier zittingszalen bevinden. Op de banken aan de linkerkant zit een handvol opgeroepenen te wachten tot de zitting(en) beginnen. Het is 13u40, en ik neem plaats op zo’n bank, hoewel de deuren naar de zittingzalen wijd open staan (en wijd open zouden blijven staan). Knusse bank overigens, geeft wat mee, maar zeer comfortabel.

Rond 13u50 zitten er reeds 6 advocaten in zwarte toga in de zittingszaal waar ik moet zijn.

Om 13u55 komen er nog meer advocaten de zaal binnen, sommige dragen een dikke bundel dossiers mee. De opgeroepenen blijven braafjes op de gang wachten. Ik besluit naar binnen te gaan, en installeer me achteraan. Op ook al een comfortabele bank, van hetzelfde materiaal als die op de gang, maar iets minder doorzakkend, en mét een rugleuning.

Om 14u ziet het zwart van de advocaten (met al die toga’s, nietwaar), en komen ook de rechters binnen. Meervoud, want er zitten er een vijftal, waarvan één de voorzittersfunctie heeft opgenomen. Zoals in de film, staat iedereen recht wanneer zij binnentreden.

Om 14u20 is de voorzitter door de stapel dossiers heen. Ik hebben ettelijke akkoorden horen uitspreken, minstens evenveel verstek weten gaan, en herhaaldelijke keren “bijzondere rol”. (2) Geregeld kwamen beide partijen bij de voorzitter staan, zo ook voor Tessa’s zaak, waar zeer tot mijn genoegen haar advocaat vriendelijk maar gedecideerd voet bij stek hield. (3)

Rond 14u50 zaten we aan de derde of vierde zaak –ha ja, hoewel het voor ons al was afgelopen, ben ik toch nog wat blijven zitten. Kwestie van niet helemaal voor niets tot daar te zijn afgezakt. Die zaak betrof een meneer die zichzelf wou verdedigen, maar die zijn dossier pas diezelfde ochtend bij elkaar had gekregen, wel met verweer en alles. Maar de advocaat van de tegenpartij had daarvan dus nog niets ontvangen. Die mens wist duidelijk niet dat zoiets moest, en de voorzitter van de rechtbank toonde zich zeer begripsvol. Ook de voorafgaande zaken hadden al getoond dat de man duidelijk niet alleen zijn broek zat te verslijten, hij gaf op zijn minst de indruk begaan te zijn met de mensen die voorkwamen. Goed, de mens kreeg dus wat uitstel, eerst een maand, maar uiteindelijk werd toch voor twee maand geopteerd. “Ge zult zien, dat heen- en weerschrijven zal toch serieus wat tijd in beslag nemen”, klonk het. “En ge moogt ondertussen ook altijd overeen komen, hé meneer. Dat mag natuurlijk ook”, had de rechter nog gezegd.

Om 14u58 was het al aan de volgende, een jonge advocaat, bloednerveus. “Meneer de voorzitter,” zo begon hij, “ik zal trachten in mijn betoog niet al te uitbundig te zijn.” De voorzitter keek hem glimlachend aan. “Uitbundig moogt ge hier altijd zijn hoor, maar uitvoerig, dat is wat anders natuurlijk.”

Zeer fascinerend allemaal en het was eigenlijk minder gemakkelijk om mij aan dat alles te onttrekken dan gedacht. Al is het precies nogal oppervlakkig wat er in de zaal gebeurt, en ik vermoed dat zo’n rechter behoorlijk wat werk heeft aan de dossiers en dat er zich veel achter de schermen voltrekt.

In één van de zaken die ik heb gehoord, gaf ik eerst zonder aarzelen de verdediger gelijk, en nadien met even weinig aarzeling de klager. Het gaat niet om de waarheid, maar om het verhaal en de argumenten en hoe ver ge daarin kunt gaan. Het zou gelijk allemaal veel properder zijn als de mensen wat meer eergevoel zouden hebben. (4) Als iemand voor u gewerkt heeft, betaal hem dan uit; als ge ergens niet meer wilt werken, dien dan uw ontslag in. Om maar iets te zeggen. Wees verantwoordelijk voor uw daden en acties.

Maar een rechtszaak vervalt precies nogal rap in een procedureslag en dan gaat het gelijk niet over ‘right or wrong‘, laat staan over eer(lijkheid). Het gaat over letters op papier (de wet) en eigenlijk nog veel meer over geld. Spijtig. En zeer schrijnend soms voor de slachtoffers die niemand ziet achter de advocaten.

(1) spreektaal: eigenlijk moet het wildet zijn –ik denk niet dat wout correct is. Jaja: gij drinkt altijd t(hee).
(2) Ik heb telkens gehoord “he’s on the roll“. Waarom dat in het Engels moest, was mij een raadsel. Tot Eva met het antwoord kwam. Er werd immers niet gezegd “he’s on the roll“, maar “bijzondere rol”. Misschien moet ik toch nog eens naar mijn oren laten kijken.
(3) Voor de rest hang ik het nog niet aan uw oren –ik heb er ook maar de helft van verstaan, van hun gefluister, daar zo ver vanachter zittende.
(4) Hey, mag ik nog naïef zijn, alstublieft?

ondertussen, in Amerika

“Meneer Bollaert, u spreekt hier met X van Citibank.”

“Wij wilden gewoon een aankoop verifiëren, meneer Bollaert, die u gisteren hebt gedaan in Wallmart in Amerika.”

“Ah bon? Maar ik heb daar niks gekocht.”

“Dat vermoedden wij, meneer Bollaert, vandaar dat wij u even wilden opbellen om dat na te gaan. Maar de transactie is niet doorgegaan, meneer Bollaert, en wij hebben uw kaart tijdelijk geblokeerd.”

Het ging om een bedrag van omgerekend zo’n 600 euro. Mijn kaart is nu definitief geblokkeerd, en ze sturen mij zo snel mogelijk een nieuwe. Meteen hebben we ook de laatste paar transacties even overlopen, maar daar zaten alleen maar dingen bij die ik effectief gekocht en/of gegeten heb. En ja, het was legitiem, ik heb op geen enkel moment zelfs mijn kaartnummer moeten vermelden (laat staan mijn code).

Wat een service!
(En ja, ze dekken ook zichzelf in, maar ik blijf het een goede service vinden. Ik heb al twintig jaar een VISA kaart bij Citibank overigens, en ik ben alleen maar tevreden over hun service. Dat mag ook eens gezegd worden.)