in spe

Gisterenavond hebben we Henri ingeschreven in de muziekschool. Op aanraden van een aantal mensen hebben we geopteerd voor de VEM. De kinderen krijgen er individueel les, en starten niet met klassieke notenleer, maar leren noten samen met het instrument kennen.

De laatste jaren wordt Henri door de grootouders ‘verwend’ met muziekinstrumenten, waardoor naast het gebruikelijke –vooral voor de ouders irritante– ‘slagwerk’, zijn collectie verder ook een gitaar, een klarinet, en een trompet omvat. Op geen van die instrumenten kan hij spelen, ttz hij krijg uit alles wel geluid (zelfs uit de trompet) maar de techniek die hij voor die productie toepast is even arbitrair als de tonen die hij dan voortbrengt.

Dus heb ik hem een paar maand geleden verboden nog op die instrumenten te spelen. Een goede zet, zo bleek gisteren, want een verkeerde gewoonte is er maar moeilijk uit te krijgen.

Vanaf volgende donderdag gaan we samen naar de les, hij om actief te participeren, ik als (meer dan) geïntereseerde ouder. Zijn instrument mocht hij –net zoals het feit muzieklessen te volgen– zelf kiezen, al wisten wij al lang dat hij voor trompet zou opteren.

(Om ’te vieren’ hebben we hem gisteren na zijn inschrijving meegenomen naar de Martino –niet zo’n verstandige beslising, want daardoor is het voor hem veel te laat geworden op een weekdag. Overigens, voor wie van BV-spotting houdt: we troffen in de Martino het —arguably— meest bekende Sp.a kopstuk aan een tafeltje. Al zijn we daar zoals het hoort zeer discreet over gebleven.)

de beleefdheidsvorm

Zegt Laurens:

Ik ken iemand die zijn vader moet aanspreken in de beleefdheidsvorm. Dát doet mijn tenen pas krullen…

Och, de jeugd kent geen manieren meer, meneer. Dat is al zo sinds de jeugd jonger is dan de volwassenen, en zal dus nooit veranderen.

Zelf sta ik er niet op dat Henri mij met ‘u’ aanspreekt –ik heb het hem nog nooit gevraagd, en als hij het al zou doen, dan heb ik het nog niet opgemerkt. Waar ik wel op sta, is dat hij met twee woorden spreekt (“ja ja, papa papa” –ze blijft meegaan, die grap), en –algemeen beschouwd– zich beleefd en welopgevoed gedraagt. “Dag, meneer”, “goedemorgen, meester Kris”, ‘dankuwel’ zeggen als hem iets gegeven wordt, toelating vragen voor hij van tafel mag na zijn eten, zijn beurt afwachten, ouderen (en daarmee bedoel ik niet noodzakelijk senioren) laten voorgaan, etc.

Hij mag van mij alles doen en (vooral) zeggen –binnen bepaalde limieten– zolang het met het nodige respect en eenzelfde hoeveelheid beleefdheid gebeurt. En daar zit hem net de finesse, de subtiliteit, het detail: waar liggen de limieten? En hoe evolueert dat? Want die limieten en verplichtingen verleggen hun grenzen voortdurend naarmate het kind ouder wordt. In elk geval: communicatie is belangrijk.

Het is ook totaal ridicuul uw opvoeding op ‘verboden’ te baseren: laat een kind, een kind zijn, alstublieft. Het plezantste is overigens om te zien hoe kinderen voor alles achterpoortjes vinden en gebruiken. Want eigenlijk is beleefdheid (en opvoeding) een beetje zoals racen: iedereen kan het gas open draaien op de rechte stukken, maar de echte race wordt gereden in de bochten.

kleine chirurgische ingreep

Donderdag onderging Henri een kleine chirurgische ingreep. Niks bijzonders, wel noodzakelijk. De timing kon beter natuurlijk, een dag voor school herbegon. Een fikse jump start om opnieuw op tijd te beginnen opstaan, want we werden om 7u30 op de dagkliniek van het UZ verwacht. De nodige tijd incalculerend voor Murphy en andere vertragingen, stelden we de wekker in op 5u45. Henri diende nuchter te zijn, maar dat bleek voor hem, net zoals voor zijn vader, niet het minste probleem op te leveren. Het zou weer niet het enige vergelijkingspunt blijken, die dag.

Aan de kassa’s van het UZ verliep alles uitermate vlot. Op het werk zijn we sinds 1 juli bij een nieuwe groepsverzekering aangesloten (DKV) en het einige wat we dienden te doen, was de mediCard afgeven opdat de verzekering alle kosten op zich zou nemen. Handig is dat.

Om 7u45 mocht hij naar het OK –vergezeld van zijn moeder, die tenslotte zelf dokter is, al opteerde ze ervoor tijdens de operatie zelf, niet in het OK te blijven. Een goede keuze, dacht ik, want hoewel ook ik tegen heel wat kan, zou ik liever niet mijn eigen kind halfdood van de narcose op de operatietafel zien liggen. Het bloed en gesnij zou veel minder effect hebben dan de wijze waarop hij daar ligt.

Een uurtje later mocht hij al naar de PACU. Helemaal zijn vader: door de effecten van de narcose was alle zelfbeheersing weg. Men waarschuwt ouders daar vaak voor, en vooral voor Tessa was het een grote verrassing. Ik herkende er vooral mijzelf in, in het ongecoördineerde doen, de vertwijfeling, en de woede omdat je de controle kwijt bent. Helaas mocht ik er amper vijf minuten bij blijven –slechts één van de ouders mag het kind begeleiden. Tessa dus, om evidente redenen.

Mijn grootste vergissing was toch op de gang te blijven wachten, en ik kan u verzekeren dat er geen grotere marteling bestaat dan uw kind te horen roepen van pijn en angst (“maar wáár ben ik”), en er niet bij te kunnen gaan om het te troosten. Ik ben dan ook binnen de kortste keren weggevlucht naar de cafetaria, om na een fikse koffie, op de kamer zijn terugkomst af te wachten.

Hij is al verschrikkelijk flink geweest. Amper gejammer, en gisteren is hij naar school getrokken, zoals al zijn vriendjes. Wij bleven de ganse dag op stand by, de nieuwe meester verzekerend dat hij niet moest aarzelen ons te bellen in geval van de minste problemen.

Vandaag houden we het rustig, en morgen mag het verband er reeds af. Verder geen gepruts, want er zitten subcutane hechtingen in, die niet moeten worden verwijderd.

(Hij zou niet te veel pijn mogen hebben, zo vertelde men ons achteraf. We hebben hem product X en Y en Z gegeven, waarbij Tessa een groot koppel ogen opzette, gezien de kracht van de vermelde farmaceutica. Net zoals zijn vader blijkt hij dus weinig gevoelig te zijn voor pijnstillers.)

Vanochtend vonden we een berichtje op ons antwoordapparaat, van het UZ. Of alles in orde was met Henri, en of hij niet te veel pijn had. Wij waren ten zeerste onder de indruk.

damn you, scoville

In een zoektocht naar endorfines heb ik gisteren iets overdreven met de zelfgekweekte pepers, vrees ik. Drie van die dingen met zaad en al naar binnengewerkt: heerlijk, daar niet van, maar in de strijd maag vs capsaïcine heeft laatstvernoemde duidelijk gewonnen. Niet alleen heeft vannacht voornoemde maag haar inhoud moeten prijsgeven, vanochtend was ik nog steeds geheel van de kaart.

U vindt mij vandaag dan ook in bed.

des zaterdags

Wij gaan naar het centrum, en wij…

  • … komen tegen: i. met surrogaatbaby (die we eigenlijk hadden moeten meevragen op ontbijt –zowel i. als de baby)
  • … ontbijten waar we eigenlijk niet graag gaan (Bloch is nog met vakantie) maar waar de gastvrouw –tegen alle verwachtingen in– toch heel vriendelijk blijkt
  • … gaan niet naar de Fnac
  • … constateren dat half Gent met vakantie is, of op zijn minst pas na twaalf uur de winkel opent (zoals steeds begin augustus)
  • … kopen bij Katherine Bouckaert een grillpan en een stoofpot (gietijzer met email) van Le Creuset (wij zijn helemaal klaar voor de winter, wij)
  • … aperitieven bij de Marimain (het begint een gewoonte te worden)
  • … lunchen in de Borsalino, alwaar wij een Engels single parent gezin om just crisps with cheese please weten vragen, en waar de –anders zeer vriendelijke– ober een half glas water over mij stort. (Zeer vriendelijke bediening evenwel.)
  • … zien in de vroege namiddag vanuit de tram: O. die op de Kouter van Frisbee speelt
  • … drinken thuis koffie uit onze nieuw gekochte mokka pot waar we nu drie tassen ipv één uit kunnen schenken

Gent is toch een wijze stad, denken wij dan weer.

eruit (bis)

Dat van die zwangerschap is nog zo dwaas niet. Het is ochtend, en die misselijkheid is er terug. Alle andere ‘pijnen’ zijn wel verdwenen, en zolang die misselijkheid ook tegen vanavond onbestaande is, ben ik al tevreden. We gaan nog eens stappen, mijn madam en ik. (Vorige week ook al, straks wordt het een gewoonte.)

Is de Martino al uit vakantie?

eruit

Mijn excuses, maar ik voel mij kotsmisselijk. Een fysieke aandoening helaas, en ik probeer al de ganse ochtend mijn maaginhoud binnen te houden, al ben ik er niet van overtuigd dat pogingen succesvol zullen blijven. De dafalgan-codeïne die ik zopas heb gedronken heeft weinig aan de situatie veranderd: naast de misselijkheid is ook hoofpijn, nekpijn, en schouderpijn mijn deel; en kan iedereen wat stiller zijn, en of er alstublieft iemand dat licht wil uitdoen?

Vakantie. Ik heb vakantie nodig. Ik moet er dringend eens uit, denk ik.

opkuis

Mijn bureau is een ramp. Normaal gezien ligt alles hier heel ordelijk, op mooie stapeltjes geschikt. Ik vind graag mijn dingen terug, en niet alleen houd ik daartoe wel eens wat lijstjes bij, en staan mijn DVDs, CDs en –in de mate van het mogelijke ook– boeken alfabetisch gerangschikt, ook op het werkvlak ligt alles op een logische manier. Ik ben daar niet eens zo maniakaal in, dat het allemaal op een welbepaalde plaats moet staan of liggen (“neeeeuuuuuuh, dat potlood moet rechts in die beker zitten”), maar ik weet wel wat waar ligt.

Alleen is het nu al een maand geleden dat ik nog eens orde op zaken heb gesteld. Wegens geen tijd, en wegens dat die stapeltjes met strips en CDs toch weg gingen als ik mijn kwartaaloverzichtjes ging schrijven (binnenkort, binnenkort). Maar met de festivals is het er nog niet van gekomen.

De foto’s zijn ondertussen bijna allemaal verwerkt (nog één dag BNRF en dan nog eventueel de analoge), en dan heb ik geen uitvluchten meer. Maar ondertussen zal ik toch maar beter eens de achterstallige rekeningen bijeen rapen. Vóór onze wagen niet meer verzekerd is, of het water wordt afgesloten.

knikkebollen

Het was misschien toch beter geweest ook vandaag vrij te nemen. Na tien dagen ‘feesten’ kom ik in een Monday Blues terecht om u tegen te zeggen. Het effect is een beetje vergelijkbaar met een jet lag: ik was net geacclimatiseerd aan het patroon van Het Festival, en nu word ik meteen opnieuw in het ondiepe van het bureauleven gesmeten.

Mijn foto’s liggen van thuis naar mij te schreeuwen om te worden verwerkt, mijn laatste twee analoge filmpjes mag ik vanavond afhalen. Ik heb zin om een terrasje te doen, of gewoon in de tuin te zitten; te lezen, een film te kijken, mijn werktafel thuis op orde te stellen (wat een varkensstal), naar muziek te luisteren, te zwemmen. Ooit zal ik toch eens een paar knopen moeten doorhakken.