vasthouden

Vorige week heb ik Henri’s trompetles gemist, en het ziet er helaas naar uit dat het deze week opnieuw van dat zal zijn. Geen nood, het (sociale) netwerk treedt in actie, vorige week was het de beurt aan opa, deze week zal het Tessa zijn die hem naar de les vergezelt.

Toen ik dit weekend met Henri zijn lessen inoefende, viel het mij op dat hij eigenlijk al grote vorderingen heeft gemaakt. Tuurlijk, hij kon al lang geluid uit zijn trompet krijgen –en zelf beter of gemakkelijker dan de rest van de familie– maar toonvast konden we het niet echt noemen. Een paar ademhalingsoefeningen en muzieklessen verder, komt de do er al krachtig en gedoseerd uit. Ook de re en de mi worden stilaan klankvast (verdere noten heeft hij nog niet geleerd).

En het belangrijkste: hij blijft er plezier in hebben.

gemis (ii)

Ik word niet graag wakker in een leeg bed. Vanochtend om vijf uur –toen de druk op mijn blaas te groot werd om mijn slaap onverstoord verder te kunnen zetten– was het gedeelte van het bed naast mij nog steeds onbeslapen. Geen rustige ademhaling, geen nerveus gedraai, geen indruk in het bed of een dekbed half op en half naast het bed. Leeg en stil op het onaflaatbare getik na van de regen tegen het venster.

En dan weet ik weer hoe ik geniet van die aanwezigheid als ik ’s avonds laat toch nog die ene film wil uitkijken of ’s ochtend vroeg tijdens het weekend als ik naar een video-opame verder kijk. En hoe heerlijk het is om daarna –want dan is het nog steeds te vroeg– tegen dat lichaam aan te kunnen kruipen.

Ach, het is niets wat niemand eerder heeft gevoeld –of zelfs geschreven– maar dat maakt het daarom niet minder echt. Zelfs al denk u dat ik overdrijf en dat ze amper een paar dagen weg is.

gemis

Nog steeds thuis overigens. Gisteren heb ik met grote spijt minstens twee evenementen links moeten laten liggen, maar de muziekles van Henri was er al teveel aan. (Welke evenementen? Hallucination city: Symphony for 100 guitars van Glenn Branca bijvoorbeeld, waar mijn schoonvader alleen naar toe is moeten trekken omdat ook mijn schoonmoeder ziek thuis is gebleven; en Billy King, de all girls band met o.a. Isolde Lasoen aan de drums.)

Bovendien is Tessa vannacht naar Cannes vertrokken (en niet naar Nice zoals ik al de hele tijd dacht). Om kwart voor vier heeft ze daartoe haar wekker laten aflopen, omdat ze om half vijf door een taxi zou worden opgepikt om naar de luchthaven te worden gevoerd. Toen de onverlaat om tien voor vijf nog steeds niet opgedaagd was, heeft ze haar vader opgebeld die weer maar eens voor taxi heeft gespeeld.

De tijd tussen haar wekker en Henri die iets voor zeven naar beneden kwam heb ik grotendeels op het toilet gespendeerd (too much information, maar dan leest u er maar overheen). Henri naar school gebracht, en terug in mijn bed gekropen.

Ondertussen is Tessa niet alleen in Nice aangekomen (met het vliegtuig), maar zit ze ook reeds in haar hotel in Cannes: Voila ik ben er bus genomen mooie kamer met balkon en zicht op zee lekker warm weer Nu nog de seconden aftellen tot ze terug is.

koken

Bij ons thuis koken de mannen. Onlangs hadden evenwel noch Henri, noch ik zin om uit ons bed naar de keuken te strompelen, dus bleven we maar lekker in liggen in afwachting dat tessa zou thuiskomen. Stilzwijgend waren we al samen op het idee gekomen Tessa de keuken in te sturen.

“Mama,” zei Henri toen Tessa de slaapkamer binnenkwam, “we hebben afgesproken dat jij vandaag zou koken.”

En toen hij de geamuseerde maar toch enigszins wanhopige blik in zijn moeders ogen ontdekte voegde hij er nog aan toe: “maar je mag gerust een kookboek gebruiken.”

(Waarop ik dan toch maar uit bed ben geklommen.)

geen tijd (iii)

Het is helemaal onze (i.c. mijn) schuld geweest dat Henri (bijna) geen tijd heeft gehad om op zijn trompet te oefenen. Net nu hij een kleiner formaat te leen heeft gekregen en drie noten weet liggen (do: alle ventielen los; re: eerste en derde ventiel ingedrukt; mi: eerste en tweede ventiel ingedrukt).

Al durf ik erom te wedden dat hij stiekem zelf zijn ademhalingsoefeningen heeft gedaan.

afgestudeerd

Neenee, ik ben niet afgestudeerd. Ik moet immers nog altijd ergens mijn thesis zien af te leggen —blame the internet. Echt waar, blame the internet, een job leek belangrijker dan dat papierke (en om eerlijk te zijn er heeft nog nooit iemand om gevraagd).

Maar goed, er is wel iemand afgestudeerd natuurlijk: mijn madam, doctor dokter Tessa. Na 16 jaar studies in de Medische Wetenschappen mag ze zichzelf vanaf 1 oktober als volgt omschrijven: Doctor in de Medische Wetenschappen, Internist, Hematoloog, Senior Clinical Researcher van het FWO, Clinical Director Stemcell Unit JACIE, Adjunct Kliniekhoofd Dienst Hematologie UZ. Ik kan er niet trots genoeg op zijn (niet op al die namen natuurlijk, maar wel op wie ze is en wat ze heeft bereikt en dat ze kan doen wat ze graag doet en bovendien nog verschrikkelijk goed is in wat ze doet ook).

Vandaar dat ik een beetje moe ben, vandaag, van de uitgebreide receptie gisteren, met 7 (dacht ik) ‘hapjes’, meesterlijk bereid door Piet en Diederik van Tchin (en hun team). Twee fantastische en eerlijke mensen, die ik als geen ander kan aanraden voor al uw cateringnoden. (En van wie ik een krat nog niet gebruleerde crème brûlée heb meegkregen om de week mee door te komen.)

Het was een geslaagde receptie-slash-feest denk ik. We gaan dat nog eens doen. Over zestien jaar. Of als Henri 21 wordt. Of 18. Of 12. Of als er professor bijkomt. Of zo.

geen tijd (i)

“Oh ja,” zei mijn zoon, toen ik hem gisteren van school ging halen, “ik moet nog een gedichtje leren tegen morgen omdat ik het vandaag niet kende.” (Hij blijft wel eerlijk.)

– Ah ja?

“We moesten dat eigenlijk tijdens het weekend leren, maar ik heb gewoon geen tijd gehad.”

– Ah nee?

Natuurlijk niet, papa”, zei hij vol overtuiging. “Zaterdag moesten we zoveel inkopen doen, en zondag moest ik met mama naar toneel en daarna naar het feestje van Simon, en dus was er geen tijd meer voor dat gedichtje.”

– Ah zo. En wat zei de meester daarvan.

“Dat ik het morgen moest kennen, want dat ik het anders zou moeten overschrijven.”

– Wel jongen, het is de eerste en de laatste keer geweest dat ge voor iets geen tijd hebt gehad, denk ik. Ge weet dat ik altijd wil weten –en dat ik het ook vraag– wat je nog allemaal moet doen voor school.

“Ja, maar ik was het vergeten.”

– Uh-huh. Wel, ge kunt nu maar zien dat ge het kunt tegen morgen. Want kijk, anders moogt ge het voor mij ook nog eens overschrijven.

“Maar papa, we moeten nu naar de muziekles, dus ik ga weer geen tijd hebben!” (Wat doe ik die jongen toch aan.)

– Wel, dan neemt ge het mee op de tram, en leer je het onderweg.

“Okee, papa.”

de eerste les

Gisteren heeft Henri zijn eerste muziekles gekregen. Hoewel hij het niet helemaal wou toegeven, zag ik dat hij best nerveus was. Op de tram zat hij met de koffer met daarin de trompet op zijn schoot, en keek hij diep in gedachten verzonken voor zich uit.

“Wat moet ik doen als ik dat niet kan, papa?” klonk het wanhopig.

– Je moet ervan uitgaan dat je het niet kunt, jongen. We gaan naar de muziekschool omdat je het daar gaat leren. En soms leer je iets snel, soms doe je daar wat langer over. Een beetje zoals de lessen op school.

“Maar op school is zo ‘makkie’.” (Onlangs waren er leestesten, en hij bleek niveau AVI-5 te hebben; in het tweede leerjaar worden ze geacht bij het begin net boven AVI-2 te zitten, en pas op het einde van dat schooljaar AVI-5.)

– Wel, wordt het dan niet tijd dat je eens aan iets minder ‘makkie’ begint?

Tijdens de les zelf was ik zenuwachtiger dan hij. Henri pakt de meeste zaken met een soort je-m’en-foutisme aan –hoewel hij initieel zeer bedeesd is. Het nadeel daaraan is dat hij er nogal snel van uitgaat dat hij iets kan, maar het groot voordeel is dat hij dan ook durft verder te gaan.

De trompet kwam er nog niet echt aan te pas. Op het einde heeft hij twee noten mogen blazen, maar daarvoor waren het vooral oefeningen op ademhalingstechnieken. Inademen vanuit de buik, uitblazen zonder de wangen te bollen, dan hetzelfde met een ballon, met het mondstuk, en dan langzaam en lang blazen tegen een lint. En ‘zoemen’: de lippen laten trillen alsof hij trompet speelt; met en zonder mondstuk. En dat mag hij nu oefenen tot volgende week.

nazomer

De nazomer wordt ingezet zoals het hoort: ziek.

Hoewel gisteren een spectaculair goede en interessante dag was, ging het een beetje verkeerd met Henri. Opstaan ging nog, en ook het relaxed en langzaam ontbijt verliep net zoals de omschrijving, en zelfs de boodschappen –blij dat hij eindelijk nog eens kon fietsen– werden gedaan vol energie: Origino, ’t Vitamientje, Limerick, AST, en dan alles afzetten thuis.

Aan de Marimain liep het mis. De schaduw op het plein was er teveel aan, en Henri besliste als een zielig hoopje op de trappen in de zon te blijven zitten, terwijl wij gezellig –als eerste klanten– aan een tafeltje plaatsnamen. Toen al hadden we moeten weten dat er iets niet pluis was, want Henri zit liever niet lange tijd in volle zon. Toen hij na lang aandringen toch bij ons (op schoot) kwam gekopen, voelde hij verschrikkelijk warm aan. Een inderhaast gehaalde pijnstiller bleek te goed werken, en het probleem werd uitgesteld. Een zalige zonnige dag in vrolijk Gent.

Van de bibliotheek ging het vervolgens naar de Vooruit —uitzonderlijk gesloten– en naar het terras van de Backstage: de perfecte lunchplaats voor zo’n dag. Tessa ging verder inkopen doen, en Henri ging met mij terug naar huis (evenwel niet zonder eerst langs De Poort te passeren) waar we konden ‘genieten’ van een volledig in de schaduw verdoken tuin (‘dank zij’ de bomen van de buurman). Op het balkon op de tweede verdieping hadden we nog net wat zon –dus verhuisden we ras naar boven– maar, niet getreurd, beste buurman: als uw bomen nog even groeien, kunnen we het ook daar vergeten.

Toen ging het echt niet meer voor Henri. Bibberend kroop hij in ons bed, en de thermometer toonde ruim 38 graden. Eten ging hem niet goed meer af, en slapen evenmin: hij is minstens vier keer wakker geworden, vannacht. Daarjuist had hij nog 38,7 dus hebben we hem algauw opnieuw iets tegen de koorts gegeven.

Het wordt een gezellig dagje thuis, vandaag.