futloos

Zoveel energie als ik gewoon ben te hebben, zo weinig heb ik er wanneer ik weer eens door aften word geplaagd. Ik heb het al herhaaldelijke keren aangehaald, verandering van weer speelt een grote rol. En zie, we bevinden ons plotsklaps tien graden lager op de temperatuurschaal, en daar komen de ondingen opzetten.

Gisteren heb ik dus, kort na het verjaardagdiner voor mijn schoonvader, noodgewongen het bed moeten opzoeken, om alweer als een blok in slaap te verzinken. Eergisteren ben ik om diezelfde reden –sterk tegen mijn gewoontes in– snel van de Projectvergadering naar huis getrokken om te kunnen rusten. ’s Ochtends word ik veel te vroeg wakker, op de trein dommel ik opnieuw in, en de concentratiedipjes volgen elkaar sneller op dan ik kan bijhouden.

Zoethout zou helpen, zo werd gesuggereerd. Maar waar kunt ge dat nog kopen?

meegedragen

“Wat hebt gij eigenlijk meegedragen van het gebeuren vannacht?”

Met deze simpele vraag drongen zich plotsklaps heelder taferelen vol copulerende lichamen aan mij op. Enfin, de vraag liet mij op zijn minst vermoeden dat ik vannacht op één of andere door hallucinogenen geïnduceerde trip was geweest en onder invloed daarvan mij serieus had misdragen. “Maar dan heb ik op zijn minst een excuus”, flitste het door mij heen terwijl ik mijn hersenen pijnigde op zoek naar een spoor van vannacht.

“Vannacht?”, kwam er uiteindelijk verwonderd uit.

“Ge weet daar dus niks meer van!”, klonk het dreigend van aan de andere kant van de lijn.

Sh*t. Ik had niet het geringste idee waar het over ging, maar goed kon het niet zijn. Kalm blijven is de boodschap. Ge weet van niks, dus speel het ook zo uit. A witty retort, snel.

“…”

“Om half twee is Henri naar beneden gekomen, om te zeggen dat hij een nachtmerrie had. Hij is uiteindelijk tussen ons in slaap gevallen, maar lag de ganse tijd zo hevig te wroeten, dat ik hem terug wakker gemaakt heb rond drie uur, en hem opnieuw naar boven gestuurd hebt. En gij weet dus van niks?!”

publiek geheim (iii)

“So, what happened on Friday?”, begroette Collega E. mij vanochtend. Vrijdag is haar vrije dag in haar vier-vijfden werkregeling, en ze is druk bezig met een niet onbelangrijk deel van de organisatie van de nakende conferentie. Maar eerlijk gezegd, ik had geen idee. Het kan mij allemaal ook maar matig interesseren.

Het grootste deel van mijn tijd besteed ik nog steeds aan Het Project, al is de druk daar tegenwoordig minder sinds i. de mailbox doet en O. de fotoredactie. Op het werk is er helemaal geen druk, op een projectverslag dat half mei moet worden ingediend na, en waar ik waarschijnlijk een halve dag tijd zal in moeten steken. Dat leidt tot dode momenten, die ik graag anders zou spenderen dan doelloos op het internet. Ik heb stapels boeken die ik wil lezen, stapels films die ik wil zien, evenementen die ik wil verslaan, persconferenties die ik wil bijwonen, fotomomenten die op mij wachten om vastgelegd te worden. (Uitslapen, dat staat ook hoog op het verlangenlijstje.)

Het komt allemaal gelukkig dichterbij. Juli is amper twee maand ver, en dan is het nog slechts een paar lege weken doorbijten in augustus. Al zijn er nog een heleboel praktische zaken die moeten in overweging genomen worden. Wat doen we bijvoorbeeld met de wagen, en met de motor? Het heeft geen zin die dingen te houden als we ze toch weinig of niet gebruiken. Zou een abonnement op Cambio niet interessanter zijn? En een kleinere motor of een Vespa, die wél zou gebruikt worden. Bovendien krijgen we nog steeds gedurende drie jaar een gratis abonnement op De Lijn als we de wagen wegdoen. Tijd ook om de boekhouder eens te contacteren, en te zien wat fiscaal het meest interessante statuut voor mij kan zijn. (Nee, ik wil geen werkloosheidsuitkering, dankuwel. Er zijn mensen genoeg die dat nódig hebben.)

Ondertussen kabbelt het hier voort. Men waarschuwt mij er steeds meer voor dat mijn vertrek bij management zal aankomen als een donderslag bij heldere hemel. Dat niemand mijn project zal overnemen omdat niemand hier over de nodige knowhow beschikt. “Nothing new”, en dat was ook mijn antwoord voor Collega E.

T minus 7 days, overigens. Dat is min of meer mijn deadline voor het projectverslag, en daags nadien dien ik mijn leave request in.

boem

Oeh. De lichten gingen even uit daarnet. Vijf uur geleden zat ik nog vlijtig achter de computer, en toen moest ik plots het bed in. ’t Is nochtans kalm geweest de laatste paar dagen. Neem nu gisteren: na het concert van de Sioen ben ik proper met de laatste tram naar huis gekomen, en tegen het goed 1 uur was lag ik al te slapen. Vanochtend zijn we op ’t gemak bij Bloch gaan ontbijten, foto’s laten bijmaken voor vriendin E., een paar cds gekocht, toch weer in de Sirena gaan lunchen, en dan naar huis. Daar wordt een mens toch niet moe van?

(Bof. Ik weet waar het aan ligt, niks bijzonders.)

Edoch, ik heb eindelijk een USB-hub gekocht, en een card reader (LaCie imatumi), zodat ik niet steeds mijn fototoestel aan de computer moet hangen. Erm, en het gaat iets sneller zo ook. Eigenlijk. Dus die foto’s van Sioen komen eraan. Maar niet voor morgen. Eerst terug gaan slapen.

de flierige fluiter

De madam gaat het niet graag horen, maar die muzikaliteit, die heeft de zoon van mij. (De zin voor rust en stilte nog niet, maar dat komt nog wel.) Ze gaan geen van beiden ooit verloren lopen, overigens. Dat heeft niks te maken met hun –betwistbare– zin voor oriëntatie, maar de madam laat een spoor van papieren zakdoekjes na, en de zoon fluit zich een weg door het leven.

Serieus, ik hoor hem van vijf straten ver aankomen. Er zit altijd wel iets in zijn kop. Buiten valt dat nog mee, maar binnenshuis is dat vaak om de muren (een beetje) van op te lopen. Het enige wat hem stil krijgt is de televisie, een goed boek of stripverhaal, of de onmiskenbaar dreigende toon van mijn stem als ik er echt genoeg van heb.

Ook op school heeft hij het één keer geprobeerd (in de klas). “Wie is hier zo vrolijk”, vroeg de meester zich luidop af terwijl hij op bord stond te schrijven en Henri zijn zoveelste tune de wereld in floot. Ik heb dat achteraf thuis ook al eens geprobeerd, maar er moet toch ergens iets mis zijn met mijn sérieux, want de zoon stopte heel even om te glimlachen, en ging toen onverdroten verder.

contrast

ballon badkamer

(Yashica-Mat, 80mm f/3.5, Fujicolor Pro 160C, 160ISO)

Not my kind of film. Wel, ik heb hem geprobeerd, maar dit is niet het soort film waar ik naar op zoek ben –iets té fel van kleuren. De Pro 160S daarentegen –meer daarover later deze week. Mijn voorkeur gaat voorlopig nog steeds uit naar de Pro400H, maar ik wil toch ook eens de Reala (100ISO) proberen; ik ben nogal tevreden over de Reala 400 en 200ISO in kleinbeeld film, eens zien wat die 100ISO geeft in medium format.

dromerig

Deze foto vind ik dan wel geslaagd. i. stond volledig in de schaduw van de parasol, en daarbuiten scheen een hellezon op middagtemperatuur. Niettemin blijft alles mooi zichtbaar, met slechts beperkte clipping (itt de ballon in de eerste foto). De glazen op de voorgrond waren er beter niet geweest, maar bon, het is dan ook een weinig (lees: niet) georchestreerde snapshot.

Henri met vlindernet

Dr. Livingstone

(Yashica-Mat, 80mm f/3.5, Fuji Pro400H, 400ISO)

Mijn eerste 120 kleurenfilm. Morgen mag ik de volgende twee ingescand en geproofdrukt afhalen. Gisteren heb ik meteen ook vier nieuwe gekocht, twee Fuji PRO160C (contrastfilm) en twee Fuji PRO160S (saturatie). 160 ISO film, wat handig is voor fellichte dagen zoals deze, en met een fototoestel met maximale sluitertijd van 1/500s.

Bovendien is 12 foto’s per film echt wel ideaal (gewone kleinbeeldfilm koop ik ook altijd in 24 exemplaren ipv 36).

hallo?

“Hallo?”

-…

“Hallo? Beste buurman, beste buurvrouw? Kan ik u even spreken?”

-…

“Hallo? Ik zie u zitten hoor, als u even naar links kijkt, ziet u mij ook. Kan ik u even spreken? Of moet dit echt via advocaat en vrederechter? Nee toch?”

-…

“Wij zouden graag even met u spreken, maar het kan best zijn dat het nu niet voor u past. Maar het is dus echt wel een blijvende uitnodiging. Onze deurbel zit vooraan, als u er klaar voor bent hebt u maar aan te bellen anders.”

-…

“Of u kan ook gewoon nu antwoorden natuurlijk?”

-…

“Nee? Toch niet? Wij zouden echt gewoon graag eens met u praten, denkt u dat dat mogelijk is?”

-…

“Nee dus. Enfin, de uitnodiging blijft. Nog een prettige namiddag in elk geval.”

-…