boekenwurm

boekenwurm

(Yashica-Mat, 80mm f/3.5, Fujicolor Pro 400H, 400ISO)

De laatste in de serie (ééntwee).

Als hij maar een boek heeft –in dit geval “Zo moet het gaan als er iemand is” van Paul de Moor (waarvoor de schrijver onlangs de provinciale cultuurprijs voor kinder- en jeugdlteratuur mocht ontvangen).

Vandaag gingen we een volgend boek in de reeks halen in de Limerick. “Meneer de schrijver,” werd er aan de kassa geroepen naar een man die heel onopvallend tussen de boeken stond te neuzen, “iemand koopt uw boek.” Waardoor wij dus met een exemplaar-met-opdracht huiswaarts konden keren.

Dit eigenlijk maar ter inleiding om te zeggen dat we vandaag opnieuw langs het Maria Hendrikaplein zijn gepasseerd; dat het er hard waaide en de fontein haar water alle richtingen uitstortte; dat Henri niets beters had gevonden dan zich door dat water te laten natsproeien; dat ik mijn fototoestel meehad en dus opnieuw foto’s heb genomen; en dat het altijd spannend is, analoog fotograferen, want dat ik nooit zeker ben of de foto’s wel deftig zullen gelukt zijn. (’t Zal voor binnen een week of twee zijn.)

weet ge nog wat de vraag was?

“Papa, wat is eigenlijk een single”, vroeg Henri daarnet aan tafel.

“Dank u, jongen,” antwoordde ik in gedachten, “want ik had nog niks om op mijn weblog te zetten vandaag.” En dan luidop: “wel, een single, dat komt van het Engels, en dat betekent ‘alleen’ of ‘enkel’. Vroeger, …”

“Jaha!” onderbrak Tessa mij met gespeelde bibberstem, “vroeger hé, in onzen jongen tijd hé…”

“…vroeger dus, dan hadden we platen…”

“Ge bedoelt een cd dus, papa”, probeerde Henri.

“Neenee, een plaat. Iets groter dan uw bord, geen cd maar een plaat. En dat was een L.P. En weet ge wat dat wil zeggen?”

“El-pee? Nee papa.”

“Dat is weeral Engels, en dat staat voor Long Playing ofte ‘lang spelen’. Vandaar de langspeelplaat. Dat hebt ge toch al gehoord?”

“Nee papa.”

Ik zucht even. “Een L.P. –of langspeelplaat– is gemaakt uit vinyl, en daar zitten groeven in, en dat speelt ge af op een platenspeler of pick up. Kent ge dat, een pick up? Dat komt ook uit het Engels, en dat wil zeggen opnemen. In die L.P. zaten namelijk groeven, en daarop stond de muziek en dan was er een kopelement met een naald dat in die groeven bewoog, en door de vibraties het geluid opnam. Vandaar dus die pick up.” En hier pauzeerde ik even voor het dramatisch effect.

“Weet ge nog wat de vraag was?”, zag Tessa haar kans schoon.

“Uh ja,” trok ik mijzelf uit mijn betoog, “hij wou weten wat een single is. Op zo’n LP staan dus veel liedjes, gelijk op een cd, maar dan wel over twee helften verdeeld, en ge moest uw plaat dan omkeren. Ewel, een single is dan één van die liedjes dat ze alleen op zo’n kleine versie van zo’n plaat zetten, en dat veel op de radio wordt gespeeld.”

“Ah, gelijk die single van Thor die ik boven op cd heb?”, vroeg hij.

“Erm, juist ja, gelijk die single van Thor ja. Op cd.”

Zucht. Ik mis dat eigenlijk wel, die L.P.’s.

diploma 1 – 2 – 3

“Papa,” zo zegt hij aan de telefoon, “ge zit toch neer hé?”

Zijn tongval is nog Gentser. En hij klinkt veel volgroeider ook, door die telefoon, van zo veraf. Hij herpakt zich even.

“Gisteren heb ik u toch al gebeld om u iets te vertellen?”

Want ook gisteren diende ik neer te zitten. En stevig, want anders zou ik wel eens met stoel en al achterover kunnen vallen, had hij toen gezegd.

Henri is goed in wiskunde. Dit schooljaar stonden o.a. de tafels van vermenigvuldiging op het programma, en gedurende het schooljaar kunnen de leerlingen trachten een diploma af te leggen. Diploma 1 heeft hij al een tijd. Daarvoor moest hij uit de tafels van 1 – 5, vijftig sommen uitreken in maximaal 180 seconden (“dat zijn drie minuten, papa”), en moeten ze alle sommen juist hebben.

Gisteren haalde hij DIPLOMA 2 (tafels van 6 – 10). Hij was de eerste van zijn klas om dat diploma te halen.

“Dat is schitterend jongen, en zijn er nog veel klasgenootjes die het al gehaald hebben?”, vroeg ik, om zijn resultaten wat te kunnen plaatsen.

“Alleen Robbe.”

“Ik zit goed neer jongen, en stevig, ja.”

“Ewel, papa, ik heb vandaag mijn DIPLOMA 3 gehaald.”

Wat hij daarvoor juist heeft moeten doen, weet ik niet meer –en ik had geen tijd meer om het te vragen (“want, papa, ik weet dat ge het druk hebt op uw werk, dus ik ga u nu laten hé”)– alleen dat het deze keer over de volledige tafels van 1 tot en met 10 liep.

En dan ben ik toch wel een beetje trots, op die zoon van mij.

tuinenpad

Zondag kon je voor de zesde keer in een aantal Gentse tuinen binnenkijken (tien privétuinen en één openbare). Tessa had ook voor mij een kaart gekocht, maar eigenlijk interesseerde het me niet echt om uitleg te krijgen over een heleboel stadstuinen. Met één uitzondering: Smidsestraat 78. Dat is namelijk de pastoorswoning, waar ik in mijn prille jeugd (we spreken voornamelijk over de jaren 70) heel vaak ben geweest.

Mijn groottante (de zuster van mijn moeders moeder) was er dienstbode bij de pastoor, en dus kwamen wij daar vaak op visite. Ik herinnerde mij een grote tuin, met een wandelpad (in de vorm van een ‘8’), een moerbeiboom, een vogelkooi achteraan over de ganse breedte van de tuin, een vijver in de achterste lus van de ‘8’, en een terras dat hoger lag dan de tuin en aan de keuken grensde. Mijn groottante en de pastoor zijn daar een 20 jaar geleden uit verhuisd naar een nieuwbouw pastorie in de Rijsenbergstraat (ondertussen is de pastoor overleden en woont mijn groottante alweer elders –maar nog steeds in de buurt), en sindsdien heb ik die tuin niet meer gezien. Maar in mijn herinneringen was die gigantisch.

De tuin blijkt nog steeds groot, maar kleiner dan verwacht. Van de ‘8’ blijft enkel nog het open achterste deel over, de moerbeiboom en de vogelkooi zijn weg, de vijver en het terras zijn er nog. Er woont nog steeds een pastoor, en er speelde een meisje dat niet ouder kan geweest zijn dan toen ik er de laatste keer geweest was. Tout se transforme.

Tuinenpad, binnenkijken in 10 privétuinen en 1 openbare tuin, vindt ook nog plaats nu zondag 10 juni, van 14u tot 17u30.

publiek geheim (iv)

Zeg je neen tegen een paar duizend euro? Maar misschien is dat wel het antwoord en ben ik nog op zoek naar een geschikte vraag.

Voor mij was het al langer een uitgemaakte zaak: als men mij aanbiedt mijn contract te verlengen, dan bedank ik vriendelijk maar beslist het aanbod. Ondertussen heeft de werkgever zelf al laten weten dat het contract niet wordt verlengd, om reden van herstructurering. De taken die ik uitoefen, zullen worden verdeeld over een aantal externe bedrijven. Per 6 juni mag ik het bedrijf verlaten, de rest van mijn contract hoef ik niet te vervullen gezien ik nog 31 vakantiedagen heb ‘liggen’, en de rest krijg ik er gratis bij zodat ik naar nieuw werk kan zoeken.

Vriendelijk, ware het niet dat (bijna) iedereen iets over het hoofd heeft gezien.

Bruno, tu devrais voir S.M. Elle est au troisième. Tu ne devrais pas te contenter de ce que le management veut t’offrir. Tu devrais insister sur tes droits.

(Ik werk bij een soort overkoepelende vakbondsorganisatie, had ik dat al vermeld?)

S.M. sprak Nederlands: “De wet is duidelijk in uw geval. Als u langer twee jaar ononderbroken voor dezelfde werkgever werkt, en niet ter vervanging van iemand anders, dan beschikt u de facto over een vast contract van onbepaalde duur. En moet u dus ook een navenante opzegtermijn of -vergoeding krijgen.”

De formule Claeys leert mij dat ik recht heb op zo’n vijf maanden opzeg. Mijn werkgever heeft mij van de beslissing –mijn contract niet te verlengen– op de hoogte gebracht door een brief op mijn toetsenbord achter te laten. Rekening houdend met het feit dat ik eigenlijk een vast contract heb, is de werkgever wettelijk gezien al in de fout gegaan. Ontslag –want dat is het nu geworden– dient met aangetekende brief of per deurwaardersexploot te gebeuren.

Wanneer het ontslag niet volgens de wettelijke regels is gebeurd, dan is het ontslag met vergoeding van toepassing, zo vertelt mij de site van het ACV (Algemene regels inzake opzegging, onderaan de pagina). Dat betekent dat ik protest aanteken tegen de manier waarop mijn werkgever mijn ontslag wenst te regelen, en een opzegvergoeding kan eisen voor mijn resterende vakantiedagen, en de rest van de opzegtermijn.

Verder is er het geval van werkgevers die de intentie hadden over te gaan tot ontslag met (gepresteerde) opzeggingstermijn, maar de wettelijke regels in dat verband niet hebben nageleefd: de kennisgeving van de opzegging gebeurde niet bij aangetekende brief, de brief vermeldt de duur van de opzeggingstermijn niet, enz. […]

De verbrekingsvergoeding stemt overeen met het loon dat is verschuldigd voor de duur van de normale opzeggingstermijn. Een voorbeeld: indien je recht had op een opzeggingstermijn van drie maanden, dan kan je, indien geen (geldige) opzegging is betekend, aanspraak maken op een vergoeding die overeenstemt met drie maanden loon […]

Even had ik gevreesd dat mijn werkgever kon eisen dat ik de opzegtermijn zou ‘uitzitten’, maar bovenstaande toont aan dat zulks niet (noodzakelijk) het geval is. Rest de vraag of de werkgever dat zal betwisten, ik daarvoor dus een advocaat in de arm zou moeten nemen, en of het mij dat allemaal wel waard is. Zou dat (laatste) de juiste vraag zijn?

(Voeg daaraan toe dat ik niet graag profiteer –ik geloof niet in een rechtenmaatschappij— en mijn dilemma wordt alleen maar groter. U kan die vraag over dat dilemma overigens enkel beantwoorden als u de hele situatie en voorgeschiedenis kent –maar ik mag doodvallen eer ik die op het internet zet.)

stadsloop

stadsloopNet zoals vorig jaar heeft Henri meegedaan aan de stadsloop in Gent. En net zoals vorig jaar ben ik ook vandaag langsgegaan om foto’s te nemen voor Het Project. Het ligt me eigenlijk niet zo, die massa-sportmanifestaties fotograferen. Veel te veel mensen, veel te veel beweging, en niet eens tijd om mijn eigen kind te zien lopen. Te veel doelloos geklik-klik-klik.

(Hoe meer ik overigens bezig ben met fotografie, hoe meer ik evolueer naar portret en vooral enscenering. Daar merkt u voorlopig nog niet veel van, maar dat komt, geloof mij.)

Maar goed, ik was een beetje van de kaart omdat ik Henri alweer gemist had, zodat ik geen zin meer had om foto’s te maken van de volwassenen. We zijn nog even blijven hangen in de Vooruit, maar iedereen bleek dermate moe of uitgeput, dat we eigenlijk relatief snel naar huis zijn gegaan. We worden een dagje ouder, geloof ik.

(Het was trouwens tijd voor cocooning, met dit ‘gure’ weer.)

willy

“Dag varken!”, zei ik ten afscheid toen ik naar Opatuur vertrok vanavond.

“Papaaa! ik ben geen varken. Ik ben een wolf!”

“Dag Willy!”

“Grrr…”

henri wolf (i)Willy heeft neuze-neuze gedaan met een varken, gisteren op het schoolfeest. In een onverluchte toneelzaal waarin de temperatuur tot onbehaaglijke saunahitte was geklommen, mocht elke graad van de kleuter- en basisschool een toneeltje opvoeren. Bij de ene al wat langer dan bij de ander, en soms boeiender ook. Niet dat daarop werd gelet; tijdens zo’n evenementen zijn enkel de kinderen zelf van tel.

Het tweede studiejaar deed een stukje uit de musical van K3, de jongens wolfjes, de meisjes biggetjes. Willy stond vooraan. Hij had ’s ochtends zijn pasjes nog een paar keer geoefend, telkens als ik mijn rug naar hem gekeerd had. Ik mocht er nog niks van zien, maar mijn locale fotoboer wel, zo merkte ik aan de grijns op zijn gezicht toen we beiden over mijn nabestelde foto’s stonden gebogen.

Willy stond vooraan. Tot het ene biggetje aan het andere vroeg: “Juffrouw Knorrie, wil je ’t aanmaken met wolf Willy?” En toen daar bevestigend op werd geantwoord, stapte wolf Willy uit de rij om met juffrouw Knorrie neuze-neuze te doen.

“Hé Willy,” plaagde ik hem achteraf, “is dat uw echte vriendinnetje?”

“Papaaa!” bloosde hij, “doe dat toch niet.”

“Kalverliefde op de boerderij dus”, daagde ik hem verder uit.

“Ja-ah,” keek hij me serieus aan, “waar anders?!”