gelukkige verjaardag

Dubbel feest vandaag –zoals elk jaar overigens: de verjaardag van Tessa én Henri. Weinig tijd, veel stress, veel geregel, maar een hoop sympathieke mensen op bezoek.

’s Middags gaan eten in de Progrès, daarna terug naar huis voor de taarten van Françoise en de koffie van de mokabon. Het thema was vliegtuigen, en het antwoord op de prijsvraag “HB 8 Airlines“. Prijsvraag, welke prijsvraag, ik weet van geen prijsvraag?! Troost u, ik ook niet, maar “HB 8 Airlines” is wel het antwoord erop.

Drie sfeerfoto’s, en dan laat ik u, want ik moet naar Tuur.

dubbel feest dubbel feest dubbel feest

Gelukkige verjaardag, lieve schatten.

marathonvermoeidheid

Het is niet meer voor mij, zo’n marathonfilmzittingen. Enfin, misschien wel, maar ik loop een beetje te gestresseerd om er echt van te kunnen genieten. Dus zijn we gisteren rond 16u –na zes uur cinemazalen dus– huiswaarts getrokken. Even gestopt in de Greenway voor een (gigantische) portie (vegetarische) ratatouille –een berg rijst en daar bovenop een dikke schep (of twee) groentensaus, wat me liet terugdenken aan de rijst-met-gehakt-met-sambal maaltijd die ze begin jaren 90 in de resto van de Overpoort serveerden.

Voor de rest heb ik mij thuis in bed gesmeten, mij ogen gesloten, naar Phileine zegt sorry gekeken, naar Bones, naar Topmodel (waar de jury dringend iets over fotografie moet leren), en bij Undercover Lover (de eerste keer dat ik daar iets van zag) in Tessa’s armen (ze was tijdens Topmodel thuisgekomen) in slaap ben gevallen.

Slechts één film vandaag, en als ik straks terug thuis ben weet ik u over die van gisteren nog even te onderhouden. En al heb ik er maar drie gezien, ze behoorden in elk geval tot de betere van het festival!

een vijsje los

Toen ik gisteren thuis kwam, zat mijn bril zo in mijn brillendoos:

bril

Het probleem doet zich al langer voor. Bij het minste geschok komen de vijsjes los die het metaal waarin de glazen vervat zitten, samenhouden. Tot nog toe heb ik die vijsjes altijd in mijn doos teruggevonden, maar gisteren waren ze nergens meer te bespeuren.

Hoewel het laat was, heb ik toch maar even de doe-het-zelver in mij wakker gemaakt, en met wat ijzerdraad en loodgieterstape heb ik de eindjes opnieuw met elkaar verbonden. De glazen zitten nu wel losser dan voorheen, maar ik ben tenminste van de tirannie van die vijsjes af.

Mijn nerd-gehalte is meteen wel een grote factor gestegen.

bril

Maar werkbaar is het niet –de glazen zijn er al drie keer uitgevallen toen ik zat te tikken. Misschien moet ik toch maar eens een nieuwe bril overwegen.

(O, en ik weet het: een bril nooit met de glazen naar beneden leggen. Maar ik denk niet dat het nog veel uitmaakt.)

Unimatrix One

“Hij kan niet denken,” kijkt Henri ons beteuterd aan. “Ik doe www punt donaldduck punt be,” zegt Henri, terwijl hij zijn laptop net niet omkeert, “maar hij doet niks.”

Tessa had Henri’s laptop naar Brussel meegenomen om er haar presentatie te geven. Toen hij al drie dagen niet uit de computertas was gekomen vond zoonlief het welletjes. “Wanneer mag ik nog eens op internet?”

“Doe maar jongen,” zei ik hem toe.

De computer kwam de tas uit, Henri tikte een poos, en verdween vervolgens onder de bureautafel. “De stekker van de voeding zat nog niet in het stopcontact,” zei onze technicus die opnieuw op het toetsenbord tokkelde.

“Hij kan niet denken”, volgde er een tijdje later. Want hoewel Tessa’s Macbook draadloos te gebruiken is, ligt de Dell nog aan een ethernetkabel gekluisterd.

Een Stark Trek fan in wording?

Zie ook: The Borg, Connectionism en Neural network

vier komma vijfendertig

“Papaaa!”, klinkt het dwingend vanuit de belendende slaapkamer. Henri kijkt naar Karrewiet. Zoals Tessa vaak zegt, zijn Grote Venster op de wereld, zijn dagelijkse toetssteen aan de actualiteit.

“Papaaa! Vijf! Vier! Komma! Vijfendertig! Gemiddeld!” Helemaal verontwaardigd komt het er uit. Een beetje gespeeld, maar toch, zo toch een klein beetje gemeend, u kent dat wel.

“Wat is er jongen?”, verzoek ik hem tot rust, half verwachtend dat hij één of ander gemiddelde van een reeks getallen heeft geleerd.

“Papa!”, hij zet nu zijn meest serieuze gezicht op.

“Papa. Weet jij dat de kinderen tussen vijf en elf, gemiddeld”, en hij benadrukt dat toch even, om te suggereren dat er zijn die méér hebben, “dat die gemiddeld, vier komma vijfendertig euro per week krijgen?”

“Per week!”, voegt hij er nog met grote ogen aan toe.

“En hoeveel krijg jij dan?”, vraag ik onschuldiggewijs.

“Vijf euro. Per maand”, zegt hij snel.

“Van iedereen”, volgt er zo snel als tellen achter. “Vijftien euro per maand dus.” Want ook van de grootouders krijgt hij telkens vijf euro.

“En hoeveel zou dat dan zijn per week?”

Hij haalt zijn schouders op. “Dat zit niet in de tafel van vier, vijftien, maar als het zestien zou zijn, dan kreeg ik vier euro per week”, het komt er maar stilletjes uit, dat laatste.

“Ghôôôh”, brengt hij nog uit, waarop hij stilletjes monkelend naar de rest van Karrewiet gaat kijken.

sumatriptan

Toen ik vanochtend wakker werd, zag ik de bui al hangen. Niet letterlijk natuurlijk, want buiten hing er een heerlijke mistbank, en toen ik een uurtje later met Henri langs de Blaarmeersen passerden werden we –gratis ende voor niets– getrakteerd op schitterende taferelen. Hopelijk krijgen we morgen iets vergelijkbaars voorgeschoteld, en dan trek ik erop uit met mijn fototoestel en tripod.

Maar goed, die bui. In eerste instantie voelde het nog aan als een verkoudheid: een beetje een waterig gevoel, met een zeurderige hoofdpijn. Dat loop ik er wel uit, dacht ik toen nog, want het zou niet de eerste keer zijn dat de frisse ochtendlucht mijn hoofd weer helder maakte. Lopen bleek evenwel geen goed idee, want tegen dat we –Henri heeft vrij vandaag– de Blaarmeersen bereikten, kwamen er heelder vloedgolven kotsneigingen opzetten. Twee rondjes zaten er niet in, en dat ene rondje heb ik eerst heel rustig afgelegd, dan toch iets sneller (te snel) om gauw weer thuis te kunnen zijn.

De natuurlijke manier getracht, met een aaangename douche en een verkwikkend ontbijt, maar de malaise nam alleen maar toe. Dus heb ik zopas een Sumatriptan (50mg) genomen, om de opkomende migraine te bezweren. Voorlopig zonder gevolg, de hoofdpijn linksvoor blijft aandringen, en de nausea neemt niet echt af. Ik ga maar eens een dutje doen, terwijl Henri leest.

rood

Hij ziet rood, de rand rond het keuringsbewijs van onze wagen. Voorlopig keuringsbewijs, mind you. Rood als schaamrood op de wangen, alsof onze Ypsilon (het vorige model) met droefenis in de te laag afgestelde lichten, haar blik licht verwijtend naar mij heeft trachten op te slaan.

Het heeft iets te maken met de vering achteraan, en hoe er een verschil van meer dan zoveel procent tussen de afstelling links en rechts zit, en hoe dat nefast is voor de stabiliteit. Na twee uur wachten, tien minuten onderzoek, en een kleine dertig euro, was dat gisteren het verdict. Niettegenstaande is Tessa er vandaag mee naar Brussel, waar ze gastdocent speelt aan de VUB. (Als u het mij zou horen zeggen, zou u de nauwelijks verscholen trots in mijn stembtimbre meteen opvallen.)

Er is niks mis mee, met onze Ypsilon, dat weet ik. Maar ik zal toch geruster zijn als Tessa straks weer heelhuids thuis is.

ik loop graag met u

“Ik loop graag met u”, klonk het spontaan als een liefdesverklaring, zondagochtend.

Tessa tracht al een tijd met lopen te beginnen via het start to run-programma. Nu ja, beginnen: ondertussen kan ze al dertig minuten voluit lopen. Niet echt vanzelfsprekend als je aan luchtwegaandoeningen lijdt, en eigenlijk maar maximaal twee keer per week (lees: eerder één keer) kan trainen.

Sinds ze die dertig minuten aan kan, lopen we de zondag samen. Goed voor een toertje rond de Blaarmeersen, op een rustig tempo, zodat ik meteen ook mijn onvermijdelijke neiging tot overtrainen een beetje in de hand kan houden. Het is een half uur pure tijd voor ons, om te praten en te puffen en tot spontane uitspraken te komen. Ik kijk altijd uit naar mijn volgende training, maar al helemaal naar die op zondag.

uitgeput

Daarnet ben ik in mijn bad in slaap gevallen. Het was redelijk kil in huis –ondanks de zomerse temperaturen buiten– en een bad was dan ook meer verleiding dan ik aan kon weerstaan. Uit Amerika hadden we een flesje Freshwater Cucumber meegebracht dat we hadden gekocht bij Bath & Body Works in de shopping mall van Caesars Palace. Ik had Keren Anns Nolita geselecteerd op de iPod, en Karin Slaughters Triptych klaargelegd voor extra ontspanning.

Het warme komkommerbad bleek al ontspannend genoeg, want ik lag er nog geen halve minuut in, of mijn ogen gleden dicht. Dat, en ik had sinds woensdag niet meer geslapen. Details, details. De aften eisen hun tol waarschijnlijk.

Ik denk dat ik er vandaag maar eens vroeg in kruip. De timing kon beter –de timing kan altijd beter– want daardoor ga ik wel het spectaculair goede concert van Rony Verbiest en Bart Quartier bij Tuur missen, vanavond. Maar het is dat of mij morgen op een hoopje samenvegen, vrees ik. En hoe moet ik dan gaan lopen?

langharig tuig

Henri is zijn lang haar beu. Tessa vindt dat hij best eens naar de kapper mag. Het zit in zijn ogen, zo zegt hij, onderwijl omslachtig met beide handen zijn lokken als gordijnen openschuivend. Het zit in zijn ogen, zo zegt zij, met veel misbaar zijn haar opnieuw in model brengend.

We zullen dan maar eens naar de kapper gaan, zeker?

henri henri henri

henri

(Canon EOS 40D, auto ISO, EF 16-35mm f/2.8 L II USM)