zaterdag, stressdag

Die zaterdag in de binnenstad. Begonnen bij Bloch voor een laat ontbijt, naar de speelgoedwinkel, het Paard van Troje (ik krijg binnenkort een schoon cadeau van Tessa), de Slegte, AVA, en dan Standaard Boekhandel aan de Kouter. Daar splisten onze wegen even: Henri en ikzelf gingen naar Vooruit voor een drankje en wat rust, Tessa ging nog naar tig andere winkels om ons pas een dik uur later te vervoegen voor de lunch. Ten slotte naar De Poort, en dan met de tram naar huis.

Een grmpf-gevoel aan het Sint-Pietersstation: hoewel wij ijverig naar de bestuurder van de 21 zwaaiden, wou hij ons niet meer meenemen. Hij heeft zelfs nog even geting-ting-tingd omdat we het waagden voor zijn neus over te steken. Oh, en aan de thuishalte zijn we Huug nog tegen het lijf gelopen.

De tocht resulteerde in een pak strips, schriftjes, borsten, en dvd’s (Euro Cinema II van De Morgen). Maar met hoeveel interessante zaken ge ook naar huis moogt komen, ik blijf zo’n zaterdag een stressdag vinden.

(Daarna even rustig ontstrest door koekjes te bakken –recept volgt.)

het goede knopje

Hij huilde, toen hij na de vierde keer eindelijk de telefoon beantwoordde.

“Papaaa? Papaaa?! Ik vind het goede knopje niet! Papaaa?”

Hij was er zich niet eens van bewust dat ik hem deze keer kon horen. Ik trachtte hem te kalmeren.

“Rustig jongen, dat is toch niet erg. Zolang we blijven proberen, komen we er wel, zoals je ziet. Je hoort mij nu toch?”

“Maar. Ik. Wist. Niet. Wat. Het. Goede. Knopje. Was.”

Tussen elke woord zat een lange schokschouderende snik.

Tessa is deze week van wacht, en dat betekent o.a. dat ’s avonds weggaan geen evidentie is. Het is anders al moeilijk genoeg voor haar om te zorgen dat ze om 19u thuis kan zijn als ik weg moet, tijdens een wachtweek is dat helemaal een ramp. Er moet overgedragen worden, er zijn resultaten waar op moet worden gewacht, etc.

Om 19u15 kon ik niet langer wachten. Het concert begon om 20u, eer ik aan de halte was en er een tram langskwam, zou het goed 19u30 zijn, en als het meezat was ik dan tegen 19u45 aan Vooruit. Dus liet ik Henri eventjes alleen.

Niet dat het de eerste keer was. Ik ga soms een kleine boodschap doen, en hij is tenslotte toch al acht jaar. Achtenhalf zelfs. Tessa zou hooguit nog een kwartiertje wegblijven (we hadden telefonisch overlegd), en die korte periode leek niet echt onoverbrugbaar.

“Neem de huistelefoon, en binnen vijf minuutjes bel ik je op”, troostte ik hem.

Vier keer heb ik moeten proberen voor hij het juiste knopje had gevonden. Nochtans heeft hij het elke keer goed gehad, maar de knoppen van onze telefoon staan dermate dicht bijeen, dat hij er waarschijnlijk twee tegelijk had ingedrukt. Telkens werd ik ‘on hold‘ gezet. Ik wist niet eens dat dat kon.

vermoei(en)d

Henri was gisteren al vermoeid tijd eens van de nieuwjaarsfeestjes die 2008 inluiden. Niet dat hij het wou toegeven natuurlijk, en hij heeft zich (net zoals wij) verschrikkelijk geamuseerd.

tired

(’t Is niet omdat ik een photoblog heb dat ik hier geen foto’s meer ga posten natuurlijk. En ocharme, zijn smoeltje is helemaal vervormd door de 16mm op mijn 16-35mm lens.)

Vandaag redelijk uitgeslapen; rond tien uur vertrokken naar het nieuwjaarsdink van het Gentse stadsbestuur, samen met een hoop andere GB-ers waarmee we daarna naar de Ankara zijn gaan eten (Henri heeft er een ganse schotel köfte gegeten); snel even bij Popville binnen (voor Slaapkoppen van Randall C.); met de tram naar huis; met de auto naar opa en oma in Mariakerke (daar hebben we wafels gegeten); vandaar rechtsreeks naar Tuur (waar Henri gehaktballen in tomatensaus heeft gegeten); en nu zijn we eindelijk thuis (waar Henri nog fruit heeft gegeten).

Is het bij u ook zo een beetje hectisch?

10 zinnen en een foto

“En vandaag gaan we naar de stad”, declareerde Henri toen hij vanochtend naar beneden kwam. “Ik heb gisteren nog eens naar die nieuwe Lego’s gekeken, en ik zou wel eens willen zien of er al binnengekomen zijn. Nee nee, papa, ik weet het, ik mag niks kopen.”

En wat kan ik daar dan tegenin brengen. Bovendien moest ik zelf ook naar het centrum, een ontwikkeld en gescand rolletje tmax afhalen bij Dirk.

“We zullen gaan eten ook,” vulde ik hem aan, “en kijk, ik zal aan oma N. vragen of ze mee wil.” We gingen beginnen in de Fortisbank aan de Zuid (geld tanken, u weet wel). Vandaar naar de Barista om een koffie, en dan om de foto’s en onderwijl een speelgoedwinkel.

Edoch, de eerste halte werd de Fortis in de Zonnestraat, want daar is de krantenwinkel (Henri krijgt elke week de Donald Duck), en van daaruit ging het natuurlijk naar de speelgoedwinkel in de Volderstraat (ex-Christiaensen); de ijspiste (wat een volk, zo ’s ochtends redelijk vroeg); en de Fotoshop. Alweer een speelgoedwinkel (naast de Fotoshop, ook al ex-Christiaensen), en snel (*kuch* alles is releatief) bij Rogge binnen (een pyrex maatbeker en een bloemschepje voor 14 euro, en de winkelmeneer was er zeer malcontent –op het onvriendelijke af– dat ik ‘maar’ zoveel geld bij hem ‘wou’ uitgeven). Langs de Vrijdagmarkt, naar de Langemunt om bij Bart Smit langs te gaan.

Aan de Korte Munt gingen we langs bij Timmermans, waar het zeer deftige solden zijn overigens. Wie in een sacoche geïnteresseerd is springt daar best eens binnen, want ze gaan daar tot -70% voor wreed schoon gerief. Denk ik toch, want ik ben geen vrouw natuurlijk. Ze hadden ook wreed schone (en oermannelijke) pennen aan -50%. Niet dat ik er een gekocht heb, want dat ging nog steeds té ver over mijn huidige budgetallocatie (en ze hadden geen moleskines in de solden). Maar ik dwaal af.

Lunch in de Progrès, waar ik zonder de minste aarzeling voor de twee filet mignons heb gekozen, die van het meest malse koebeest moeten zijn afgesneden. We hebben er voor geen geld gegeten (enfin, Henri en ik al helemaal niet, want oma N. was zo lief ons te trakteren). De Veldstraat door om bij Bloch koffiekoeken te halen, de tram op, en naar huis.

Voor wie het nog niet door had, het zijn solden, en de straten zitten overal eivol. En nee, het zal er morgen *niet* beter op worden.

Als ge nog 10 zinnen en een foto of twee bijzet hebben we een artikel, zei iemand op de (interne) mailing lijst van Het Project toen ik een summiere versie van bovenstaand relaas doorstuurde. Alsof ik zo zot zou zijn om van die drukte foto’s te maken.

Ze gaat voor de honderd

Gisteren gingen we nieuwjaren bij Tante Maria (ik moet dringend eens een foto maken van haar). Tante Maria is zowat de mater familias van onze clan, en in september is ze negentig geworden –verschoning, zoals ze gisteren zelf benadrukte: ze wordt 91.

Nog niet zo heel lang geleden heeft ze even een dipje gehad. Ze was wat verward en vergiste zich nogal, maar ondertussen is ze opnieuw de Tante Maria die ik al mijn ganse leven ken.

“Ik ga voor de honderd, Bruinen” (zo noemt ze mij al alzeleven), verkondigde ze gisteren. “Ik heb er eens goed over gedacht, en ik vind dat het wel leutig zou zijn als er eens iemand van onze familie honderd zou worden.”

Ze woont in de elleboog van een straat vlak bij de onze, en desgewenst kan ze de ganse va-et-viens van o.a. de schoolgaande jeugd in de gaten houden. (Niet dat ze dat veel doet, ze gaat liever op stap want ze heeft geen zittend gat –zoals men dat zegt.) Op haar venstertablet prijkt een weelde aan orchideeën, en ze is er bijzonder trots op. “Ik moet daar niets aan doen hé. Allez ja, om de twee dagen besproei ik ze zachtjes met wat lauw water, en elke maand krijgen ze een beetje meststof, maar kom, dat is toch bijna niets. En zie ne keer hoe schoon!”

Binnenkort komt ze hier eten, want ze wil wel eens zien hoe ik mij uit de slag kan trekken achter het fornuis. Ik kijk daar verschrikkelijk naar uit. Toen ik op de middelbare school zat, trok ze tijdens de examentijd altijd bij ons in. Mijn ouders werkten, en het werd als belangrijk geacht dat ik elke dag een goede maaltijd achter de kiezen had voor ik aan de leerstof begon. Dus had Tante Maria elke dag een uitgebreid middagmaal klaar als ik van het examen (dat altijd in de voormiddag werd afgenomen) thuiskwam: én soep, én hoofdgerecht, én dessert. Genoeg om de halve straat mee te voorzien of één opgroeiende tiener. Ik ga blij zijn als ik eens voor haar mag koken.

voornemens 2008

Iets bespreken voor ge het hebt gedaan/gezien/meegemaakt/beïndigd, vind ik nog steeds bij het haar getrokken. Iets aankondigen voor ge het gaat doen daarentegen…

Aldus, zo op de laatste dag van het jaar, een paar (goede) voornemens. Kwatongen –we weten allebei wie ge zijt– zullen beweren dat ik met een paar niet toekom, maar mijn moeder zei altijd: ge moet klein beginnen. (Niet dat ze dat ooit gezegd heeft, maar zo’n uitspraak hoort er nu eenmaal bij.)

We beginnen klein (en in chronologisch-haalbare volgorde):

  • een fotoblog (her)starten: dat zou het eenvoudigste moeten zijn, ware het niet dat ik er nog niet mee klaar ben. Foto’s genoeg, maar ik heb nog geen (sub)domein bepaald, enzovoort. Niemand die zegt dat ik er op 1 januari mee moet beginnen overigens, maar dan moet ik een andere symbolische dag vinden waartegen ik mijn zelfopgelegde deadline niet kan naleven. U ontdekt het morgen.
  • financieel dagboek bijhouden: ik heb dat jaren aan een stuk gedaan (de ganse jaren 90 bijvoorbeeld), en ik ga er opnieuw aan beginnen. Ik vind dat leuk, zo getallekes.
  • een foto-portfolio aanleggen: dat komt er zeker aan. Ik weet alleen nog niet tegen wanneer. 2008 duurt 366 dagen, dus ik heb goede hoop.
  • a polaroid a day: daar heb ik veel zin in. Maar ik heb geen scanner (en ik zie er mij ook nog geen kopen het eerste halfjaar). Dus ik kan pseudocreatief doen, en elke dag een polaroid nemen, en die dan digitaal fotograferen en zo online zetten, maar ik zie dat momenteel niet zitten. Wordt herbekeken in de zomer.
  • leren breien: het trekt mij vreselijk aan, maar het lijkt mij eerder iets om in de herfst mee te beginnen. Wordt te gepaste tijde herbekeken.

Het zijn geen voornemens zoals mijn karakter verbeteren, helaas, maar op de leeftijd waarop ik nu ben gekomen, weet ne mens toch al dat zulks niet meer lukt. Veel fotodinges precies, hebt u het ook gemerkt?

En ik heb eigenlijk nog veel meer zaken in petto, maar dan pin ik mijzelf daar weer te veel op vast, en dan komt het er toch niet van. Had ik al gezegd dat ik een slecht karakter heb?

het Grote Jongensboek

In één van Henri’s pakjes zat een boek. Ik had alleen de titel gezien –Het Grote Jongensboek– en dat was genoeg om me terug te brengen naar het begin van mijn puberteit, toen ik voor mijn 11e of 12e verjaardag het goedbedoelde boek “Vandaag jongen, morgen man” in mijn reeds grijpgrage handen kreeg geduwd. Het opende voor mij een wereld van relaties, erecties en ejaculaties die ik nooit had verwacht en die enkel in de meest vooruitstrevende godsdienstlessen zou worden geëvenaard.

Henri’s boek had echter een subtitel meegekregen, die eigenlijk nog meer rillingen over mijn rug zond dan de eerdere verwijzingen naar het pubertrauma dat destijds slechts nipt werd vermeden. Voluit stond er: Het Grote Jongensboek. Hoe word ik in alles de beste?, en in eerste instantie klonk dat iets te competitief naar mijn zin. (U had het misschien nog niet door, maar ik ben eigenlijk niet competitief aangelegd. Elke vorm van ambitie op het vlak van carrière is mij geheel vreemd, en ook de schijnwerpers heb ik liever op iemand anders gericht. Een grute muile, dat heb ik wel.)

Maar ik was geheel verkeerd in al mijn veronderstellingen. Dit stond op de achterkant:

Dit is het boek waar alle jongens, groot en klein, op hebben gewacht! Sla het snel open en ontdek hoe je in alles de allerbeste wordt. Van een kampvuur maken tot het besturen van een helikopter, met Het Grote Jongensboek ben je niet te overtreffen.

het Grote Jongensboek…en Henri is er weg van! Hij ligt ermee in bed of op de zetel, zit ermee aan tafel of op de tram, met het geheimzinnige boek dicht tegen zich aangedrukt, en waaruit hij de pagina’s verslindt als was het fondant chocolade (zijn favoriete snoepgoed). Daarnet mocht ik er even in meelezen –waarover mag ik natuurlijk niet kondig maken– en het boekje werd angstvallig gesloten toen Tessa al te dichtbij kwam. “Het is alleen voor jongens”, verklaarde Henri met twinkelingen in zijn ogen.

Hij heeft het ondertussen al uit, maar is aan een tweede lectuur begonnen, en ik denk dat het niet de laatste zal zijn.

uitbreiden

“Allez, papa,” zegt Henri als hij even opkijkt van de computer waarachter hij had plaatsgenomen, “ziet ge nu wel dat ik toch wel veel bezig ben met die Lego Star Wars?” Hij spreekt het nog steeds een beetje uit als [sta: wa:sj]. Hij heeft altijd al de voorkeur gegeven aan Lego boven Playmobil, geheel in tegenstelling tot zijn vader, net zoals bij liever Jommeke leest dan de Suske & Wiskes waar ik zo tuk op was.

Hij is zijn collectie begonnen met Lego City, en bleek nadien aandacht te vertonen voor zowel Mars Mission als Star Wars. We hebben hem dan tussen die twee laten kiezen, en uiteindelijk vond hij Star Wars iets beter aansluiten bij zijn City.

Zijn opmerking liet me evenwel schaterlachen.

“Ge zijt geen haar verschillend van uw vader hé”, proestte ik het uit. “Ge fladdert van de ene interesse naar de andere.”

“Ge moogt niet stilstaan hé papa,” antwoordde hij. “Ge moet uw kennis uitbreiden.”

> zucht <

Wat kan een mens zich eigenlijk meer wensen?