gedateerd

Franse onderzoekers hebben de publieke gegevens van Flickr gedownload en geanalyseerd, zo leren we bij B.V.L.G. – Flickr. Verschrikkelijk interessant vind ik dat, ware het niet dat de gegevens dateren van de zomer van 2006 (During Summer 2006, we have used the Flickr public API to extract all public data), en ik mij kan voorstellen dat flickr sindsdien grondig is gewijzigd. Twee jaar is een eeuwigheid op het internet.

Niettemin is dit een must read voor wie een beetje begaan is met communities op het internet: The Strength of Weak Cooperation : a Case Study on Flickr (PDF)

dead(line)

I love deadlines. I like the whooshing sound they make as they fly by.
Douglas Adams (11/03/1952 – 11/05/2001)

Het is vandaag 29 februari, en hebt u hier al gekeken? Inderdaad: geen sikkepit veranderd. Ik heb gewoon geen tijd. Ik ben er wel degelijk mee bezig, heb visies en andere ideeën, maar ik ben te oud geworden om iets wereldkondig te maken dat niet is zoals het hoort. Er is een forum, waarvoor ik nog geen tijd heb gevonden om zelfs maar introductieteksten te schrijven; er zijn denkpistes, waarvoor ik nog geen tijd heb gevonden om ze presentabel te ordenen zodat meerdere mensen erover kunnen brainstormen; en er zijn al een handvol mensen gevonden die zich erachter willen zetten.

Maar weet u wat? Gent en al die andere 9xxx postnummersteden en -gemeenten zullen nog wel een hele tijd blijven bestaan. En fotografie ook al. En niemands leven staat er stil van als die negenduizend er (nog steeds) niet is. Het komt er wel. Maar als het er staat zal het er deftig staan, en niet als een van mijn zoveelste inderhaast erbij gesleurde hobbyprojecten.

Maak ondertussen nog wat foto’s, of lees nog eens een boek. U hebt The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy toch al gelezen?

omtrent 9xxx (i)

Hoe zit het nu alweer met negenduizend?

Ondertussen is er ook een negenduizend flickr groep (nu ja, ‘ondertussen’ is relatief: de groep bestaat al twee jaar). In elk geval, die flickr groep wordt eigenlijk een niet onbelangrijk onderdeel van het negenduizend gegeven. Iedereen kan zich lid maken (een flickr account is gratis), en iedereen kan foto’s in de groep submitten, voorlopig aan een frequentie van 1 foto per dag. De foto verdwijnt vervolgens even in een moderatie queue (eens zien hoe lang we daaraan gaan vasthouden), verschijnt dan in de groep, en kan dan vervolgens op de weblog gepost worden. Wie in de groep post, gaat ermee akkoord dat zijn foto(‘s) op negenduizend kunnen worden gepost.

Het principe is nogal gelijkaardig aan dat van de Film is not dead it just smells funny groep. Die groep heeft een aantal moderators, die de queue in de gaten houden, de foto’s naar de flickr groep laten doordruppelen, en vervolgens een selectie daaruit ook nog op de bijhorende weblog smellsfunny.net publiceren.

De nadruk ligt, zo u verkiest, op kwaliteit, niet kwantiteit, en ik zit er (voorlopig) helemaal niet mee in dat zoiets kan betekenen dat er een dag of een week geen nieuwe foto op de weblog verschijnt. Zit niet te veel in met die kwaliteit, waarschijnlijk maakt u betere foto’s dan u zichzelf toedicht. En raakt u in eerste instantie niet voorbij de moderator, geef dan vooral niet op.

(Of we de deadline halen? Geen idee.)

gemis. of net niet (i)

Het zal lang geleden zijn dat ik nog eens vier-vijf dagen zonder internet zat. Vrijdagavond heb ik nog gauw alle postjes klaar gezet die hier de laatste dagen zijn verschenen, en zaterdagochtend –veel vroeger dan ingeschat– zijn we met de trein naar Parijs vertrokken. Toen ik vanochtend mijn inbox opentrok zaten daar een duizendtal mails op mij te wachten, waarvan een dikke vierhonderd spam, en goede vijfhonderd van de interne Lijst van Het Project (à ratio van 100 per dag, dat is zowat het gemiddelde van januari, inderdaad), en de rest waren min of meer serieuze e-mails waarvan er nog zo’n 10% een antwoord moet krijgen (tien dus). In de nieuwslezer stond de teller op 1.948, waarvan een groot deel foto’s van de paar flickr group feeds waarop ik ben geabonneerd.

Parijs is groot, maar kleiner dan verwacht. Het was weeral een paar jaar geleden dat ik nog eens in de binnenstad was getrokken –de laatste keren dat ik er heen was getrokken, was voor een businesstrip die niet langer dan een dag duurde, en waarbij ik enkel een metro en de binnenkant van een bedrijfsgebouw aan La Défense had gezien. Nu zaten we vlakbij de Tour Eiffel, van waaruit we redelijk wat afstand te voet hebben afgelegd, via Trocadéro, Clemeceau, Tuileries naar het Louvre bijvoorbeeld. De toegang is er gratis op de eerste zondag van de maand (meevaller), maar het is er dan ook eivol mensen die liever via hun fototoestel naar elkaar kijken dan naar de vele kunstwerken die er hangen. De Mona Lisa is het enige wat hen interesseert, en dus stappen ze snel voorbij Le Radeau de la Méduse en zelfs La Liberté guidant le peuple op de eerste verdieping van de Denon vleugel. Vlak voor ze dan links afslaan, ondergaat ook La Jeune Martyre hetzelfde lot als al die andere schitterende werken. Niet dat ik heiliger ben dan de Paus, want wij zijn het gedoe dan maar snel ontvlucht.

Tijd voor een koffie, en wie graag koffie drinkt, komt hier zeker aan zijn trekken! Un express –een gesmaakte samentrekking van een inderhaast geserveerde en geconsumeerde espresso– geniet de voorkeur in Parijs. 2,20 euro als u aan een tafeltje wil zitten, 1,10 euro als u hem aan de bar drinkt. Waar we hier liefst naar de mokabon trekken voor een goede koffie, moet men in Parijs al zoeken naar een plaats waar hij niet goed is (pas op, ze zijn er wel degelijk). Water krijgt u overal gratis bij, op voorwaarde dat u om une carafe d’eau vraagt tenminste –anders loopt de prijs snel op.

300 euro gespaard

Die zucht, die u eerder vanochtend in Gent hebt gehoord, kwam van mij, en was er één van verlichting. Het werd nu wel eens dringend tijd dat ik de tickets voor ons Seattle-avontuur aankocht, vond Tessa (al een tijdje).

Dus gaf ik gisterenavond de magische termen airline tickets online bij Google in, en de eerste link bracht mij bij ebookers.be. Ik heb een aantal sites geprobeerd, maar die ebookers.be kwam met de goedkoopste resultaten, goedkoper zelfs dan de .de en .nl regionale afdelingen van hetzelfde bedrijf. We waren (Tessa was) toch een klein beetje onzeker over de site, dus gingen we ook maar even bij de luchtvaartmaatschappijen zelf kijken. Niet de Amerikaanse (slechte ervaringen mee), niet SN (veel te duur), maar wel Lufthansa en British Airways (BA).

Bij de Duitsers vertrok onze vlucht om 7 uur des ochtends. Gezien het avontuur ons naar de paranoïde Verenigde Amerikaanse Staten brengt, betekende zulks dat we rond 4-5 uur op de luchthaven moeten zijn, dus de facto dat we die nacht niet zullen slapen. Goed voor (tegen) de jetlag, mag u denken, maar nefast voor de gezondheid.

De Britten gaven ons de mogelijheid om pas rond de middag te vertrekken. Het kostte ons –op het totaalbedrag (drie tickets heen en terug)– een (kleine) honderd euro meer, maar goed, dat behoorde nog steeds tot de goedkope(re) opties. Verkocht!

Tot we de datum uitrekenden (vanzelfsprekend pas nadat we de bestelling vervolledigd hadden), en we uitkwamen op meer dan 90 dagen. Dat klinkt zeer triviaal, edoch wanneer men meer dan 90 dagen in de USA verblijft, komt men niet meer in aanmerking voor het Visa Waiver Program. De rompslomp om een visum te verkrijgen is verschrikkelijk, en nogal duur. Zo moet men o.a. eerst een telefonische afspraak maken met de embassade (dat kost 15 euro), en daarna een visum kopen (net geen 100 euro). In ons geval een dikke 300 euro dus.

Gelukkig beschikt BA over een zeer handige website met een Manage My Booking gedeelte. Onze vlucht wijzigen zou evenwel ook 300 euro kosten. Liever dat dan die rompslomp, maar ik dacht: laat ik eens bellen met die mensen.

En kijk, vanochtend had ik een zeer behulpzame Paul aan de lijn, aan wie ik het probleem heb uitgelegd, en die mij nikske van kosten heeft aangerekend. Onze terugvlucht is vervroegd, en we blijven nu 88 dagen in USA (jaja, ik heb meteen een marge ingebouwd).

Dankuwel Paul, om mij een stap dichter bij mijn lens te brengen. Fly BA!

coda

’t Is eigenlijk leutiger dan verwacht, zo nog eens via wordpress templates aan een website prutsen. Eerst was ik bezig met editeren in TextWrangler en voortdurend over en weer ftp-en met Transmit, tot ik plots Coda (her)ontdekte.

Coda is een programma van Panic (van diezelfde mensen van Transmit) bedoeld als One-Window Web Development for Mac OS X. Alles wat men nodig heeft om websites te bouwen zit erin. Of zoals ze het zelf zeggen: Text editor + Transmit + CSS editor + Terminal + Books + More = Whoah.

Tuurlijk, het is geen Dreamweaver, maar het is dan ook geen bloatware. Wat een gerief, voor waar ik mee bezig ben. Er resteren mij nog 13 dagen in mijn testperiode, maar ik kan nu al, met niet geringe waarschijnlijkheid, zeggen dat ik op het einde daarvan mijn credit card uit mijn portefeuille ga halen (en ik krijg korting omdat ik een licentie op Transmit heb).

Lang geleden dat ik nog eens zo content was over een stukske software.

’t is van moeten

Grmbl. In mijn –waarschijnlijk beperkte– ervaring zijn ze niet voor elkaar gemaakt, apple/mac en pc/windows. Veel meer dan een elementair uitwisselen van bestanden zit er niet niet echt in. Airport bijvoorbeeld, werkt perfect in een mac netwerk. Het is effectief een kwestie twee kabeltjes insteken (electriciteit en netwerk), en hopla, ge zit op het internet. Plaats er een tweede mac bij en ziedaar: een intern netwerk. Plaats er echter een pc bij, en oei-oei-oei.

Toen we Tessa’s MacBook van Las Vegas meebrachten, was het inderdaad zo eenvoudig. Zet aan, geef toestemming en de nieuweling zat zonder enige hinderpaal op het netwerk. Op 802.11n zelfs. Onlangs kreeg Tessa een pc voor het werk (de mac volstond niet in een werksituatie en ze raakte niet gewoon aan VMWare Fusion), met daarin standaard wireless network mogelijkheden (zoals de MacBook en zelfs ook 802.11n als we de specificaties mochten geloven). Maar kijk, het ding wou niet op het netwerk tenzij we het standaard op 802.11b/g zetten. Trager dus (en de MacBook daardoor ook) en minder robuust, maar goed, het lukt.

Een printer delen moet ook wel ergens lukken, en in vroeger tijden had ik mij daar wel op gesmeten, maar tegenwoordig heb ik daar geen zin meer in. Ik gedraag mij liever de normale consument, die gewoon wilt dat het werkt.

Toegegeven, ik ben geen fan van windows, maar dat doet hier niet terzake. De laatste versie waar ik mee heb gewerkt was windows 2000, en in Vista raak ik plompverloren. Ik moet de ganse tijd toestemming geven aan applicaties om dingen te kunnen doen, en dan heb ik nog niet eens software geïnstalleerd en tracht ik nog maar gewoon om met Internet Explorer op internet te geraken. Het plopt van de systeemboodschappen langs alle kanten. Een verschrikking.

Eén voordeel alvast: ik kom er niet (meer) aan, aan die pc. Maar smijt die MacBook gerust mijn richting uit.

twee uur

Twee uur ben ik al bezig om een HP printer aan een volledig legale windows-pc te koppelen (die Vista Business draait). Twee uur. Direct via USB werkt het ondertussen (dat heeft anderhalf uur geduurd), maar niet als ik het via Airport Extreme tracht.

Toen ik de printer gekocht had, heeft het welgeteld 8 minuten geduurd om hem uit te pakken, de cartridges erin te duwen, de stekker in het stopcontact te steken, de USB-kabel in de Airport Extreme, en de printer op twee macs een testpagina te laten drukken. Dat is bijna langer dan om deze post te schrijven.

Maar niet op PC dus. Ik voel mij gelijk in 1987.

photoblog (voorspel)

Na lang tobben, overweeg ik toch om per 1 januari opnieuw met een photoblog te beginnen. Niet zoals Pieter B., die naast zijn pietel.be nu ook Fototoestanden heeft opgezet, waarheen hij al zijn fotografische wedervaren heeft verhuisd, maar eerder het klassieke een foto per dag/week of gewoon als-het-mij-uitkomt. Een beetje zoals The Parallax View destijds.

Maar het is eigenlijk nog geheel niet zeker. Zo’n photoblog mist immers de community die pakweg achter flickr zit, en ik ben niet zeker of ik tussen tig verschillende blogs wil differentiëren (dit blog, flickr v12, flickr bt, en dan wil ik nog aan een portfolio werken, en, en, en …). Maar ik heb er wel wreed goesting in.

Bovendien is het eigenlijk ook een aanloop naar iets anders, waarvoor ik binnenkort waarschijnlijk nog wel een oproep zal lanceren. Het principe zou dat moeten zijn van een foto per pagina, maar met de mogelijkheid om die ene foto te linken aan een reeks of iets fotoreportage-achtigs. De mogelijkheid, niet de verplichting! En het moet ook meerdere gebruikers aankunnen.

Geen zin op iets in elkaar te steken (ondertussen ontbreekt mij ook de kennis daarvoor), dus doorzoek ik even de features van the usual suspects: wordpress; movabletype; pixelpost; drupal

Tips zijn welkom.