papa opvolgen

Hoe het er net op kwam weet ik niet meer, maar toen we gisteren de Vrijdagsmarkt overstaken, ongeveer ter hoogte van Jacob Van Artevelde, zei Henri: “Ik wil later papa opvolgen.”

– “Euh, hoe bedoelt ge, jongen?”
Ik zocht mijn geest af naar wat ik juist deed dat in godsnaam de moeite kon zijn om opgevolgd te worden.

– “Foto’s hé. Ik wil later ook fotograaf worden.”
We kwamen net terug van Dirk, waar hij een Lomolito had gekregen. Hij denkt er al lang over na om zelf een fototoestel te kopen, en hij heeft van Dirk de nieuwe lomo-catalogus mee gekregen om er op zijn gemak over na te denken.

– “Hoe? Wilt ge geen dokter worden dan, gelijk mama?”, plaagde ik hen beiden.

– “Nee nee, die moet veel te veel werken, een dokter. Ik wil uitvinder worden, en dan foto’s maken als hobby.”

Laat hem nog maar genieten van zijn jeugdige onschuld, dacht ik, terwijl ik glunderend mijn weg verderzette.

kwiebus

De wereld is grijs. Vroeger was hij vanalles, maar grijs kwam er niet in voor. Grijs was eerder blauwig, en ook het wit klopte niet geheel.

Niet langer!

Grijs –écht grijs– maakt vanaf heden deel uit van mijn kleurenpalet. Met dan aan X-rite voor de i1Display LT, die mijn monitor zorgvuldig heeft gekalibreerd (en wekelijks een update zal eisen).

Gisteren(namiddag) besteld, vanochtend geleverd. Samen met een printer –de goedkoopste die ik kon vinden, en die ook kan scannen en kopiëren (de techniek staat voor niets meer tegenwoordig).

* gaat tevreden koffie zetten *

(Oh, iemand die de verwijzing in titel kan raden?)

opzij

Ferm aangenaam, dat lopen. Niet dat ik vandaag de weergoden al heb getrotseerd –ik mag ondertussen al wel een beetje gehard zijn, maar om nu meteen in vriesregen te gaan lopen vond ik dan net van het goede een beetje te veel. Maar het doet deugd, wolkjes adem voortstuwend door de kou, de ene voet voor de andere, met de gedachten precies waar ge ze hebben wilt. Het is al een hele tijd dat ik zonder muziek loop overigens –dat leidt af, zowel de gedachten als het ritme van de loop.

Het gaat ook sneller al, een beetje toch, en de afstanden worden langer. Van 5’30”/km gemiddeld naar bijna 5’/km, van 5 km naar 15 km –en ik ben nog maar deftig bezig sinds juni, een mens zou van minder content zijn. Het duurt gemiddeld twee jaar voor uw (loop)conditie een beetje op peil is om vorderingen te maken, en weet ge wat? Ik heb tijd zat.

Met de fotografie lijkt het ook in orde te komen, de 5D komt terug, ik (her)ontdek de analoge wereld, en ook daar begin ik de zaken een beetje door te krijgen. Dat is met vallen en opstaan, met soms een ganse filmrol waar geen half deftige foto op te ontdekken valt, met idote fouten zoals dat betaamt, maar ook dat gaat gestaag vooruit. En ik heb tijd zat.

En dan de muziek! Ik kan weer luisteren, en als ik niet vergeet mijn ticket te bestellen, ga ik volgende week voor de eerste keer in lange tijd opnieuw naar een klassiek concert. En er is de jazz waar ik ook al (langzaam) in groei, en het gevoel blijf hebben dat ik leer en ontdek. En ik héb tijd zat.

Soms schaam ik mij wel, omdat ik het zo goed heb. Niet dat het allemáál van een leien dakje loopt, maar ik heb het gevoel dat ik mij mag ontplooien, en niet dat ik móet leven. I’m out of the rat race, niets moet en alles mag, en het is fantastisch om te zien waar mensen zich druk om kunnen maken. Zonder leedvermaak, maar met diezelfde verwonderde blik die ik (nu) herken in Henri’s ogen.

[youtube https://www.youtube.com/watch?v=EpsU_VgxV60&rel=1]

Ach vergeef mij, ik wil mij echt niet verkneukelen (en ik hoop dat u dat er ook niet in hebt gelezen). Maar het was een tijd geleden dat ik mij nog zo fantastisch had gevoeld. (En zo beschaamd daarover –maar interpreteer dat maar positief. Dat doe ik ook.)

draai

Grmbl. Ik vind mijn draai niet. De minuten, uren, dagen vliegen aan mij voorbij, en ik heb er op een of andere manier geen grip meer op. Wat raar is, heel raar, want ik had eigenlijk verwacht meer grip te hebben.

(Wat mij verschrikkelijk destabiliseert is het feit dat ik mjn 5D nog steeds niet terug heb. Ik heb het gevoel dat ik stagneer in mijn fotografische ontwikkeling, en dat gevoel laat mij zo zoetjesaan flippen.)

Vanochtend ben ik –voor de eerste keer na de migrainestop– opnieuw gaan lopen, en hoewel het (heel) vlot ging, voel ik aan mijn spieren dat ik iets te rap ben herbegonnen.

En ik heb twee Billy’s in elkaar gestoken. Eindelijk, want (1) ze lagen al een week op mij beneden te wachten en (2) nu kan ik eindelijk wat strips en boeken van de her en der verspreide stapels een deftige plaats geven. Hm, misschien is de tijd rijp om eens wat orde in mijn strips te steken.

Bon, ik voel mij zo coherent als deze tekst. Maar ik kom er wel. Zoals steeds.

When in Vegas…

Las Vegas moet je ervaren hebben om te kunnen vatten. Niets van wat ze erover vertellen, is een goede voorbereiding voor de waanzin die The Strip heet. De Las Vegas Strip is een 4 mijl (een kleine 6 km) lang stuk van de Las Vegas Blvd, en bestaat voornamelijk uit hotels (annex casino’s annex shopping malls). Het begint in het noorden met de Stratosphere, een gebouw dat weggelopen lijkt uit de cartoonserie The Jetsons, en eindigt in het zuiden met Mandalay Bay. Geen van beide hebben we bezocht, al trok Mandalay Bay ons (lees: Henri) zeer sterk aan met een –volgens de boekjes– 4ha groot zwembad.

Wij hebben gedurende drie dagen wel zowat dagelijks het grootste stuk van die Strip afgewandeld, vaak hoppend van het ene hotel naar het andere, om er ons te laten overdonderen door de onwaarschijnlijk schitterende uitspattingen van kitsch en fakeness.

Toen we er de 27e (juli) ’s avonds toekwamen, een dag eerder dan voorzien, zijn we eerst en vooral naar het Las Vegas Outlet Center getrokken. Let’s get it over and done with, zo dachten we toen nog. We beginnen met shopping, dan hebben we tijd voor de rest. Bovendien lag het Outlet Center een stevige eind voorbij de Strip, en gezien we de wagen pas de dag nadien moesten binnenbrengen, kwam dat extra goed uit. We hebben het ganse Center doorgewandeld, en het viel precies binnen de verwachtingen: heel erg groot, een aantal bekende merken (waaronder Nike!), en we zijn er perfect in geslaagd onze VISA-kaart grotendeels in onze portefeuille te houden. (Nadien zijn we in de lokale Colruyt binnengestapt (Food 4 Less), om een voorraadje drank (pepsi max, melk, cranberry juice, water, fruit) in te slaan voor de komende dagen.)

De volgende dag ontdekten we evenwel Fashion Show. We brachten er zowat de helft van de dag door, en ik heb er in de Apple Store kunnen prutsen op de iPhone. Boven de shopping mall zweeft een gigantische schijf, die een schaduw werpt over het onderliggende plein. Niet dat zo’n schaduw veel uithaalt in de >40°C droge lucht.

vegas, baby

Lang hoeft men evenwel niet door te brengen in die hitte: in de vele hotels (annex casino’s annex shopping malls) ligt de temperatuur beduidend lager, en op de weinige terrassen is een nevelsysteem voorzien dat continu verfrissing biedt. Voeg daarbij de gigantische hoeveelheid verlichting, en ik wel zelfs niet weten wat de ecologische voetafdruk van the Strip voorstelt.

Want die Strip is eigenlijk een gigantisch attractiepark. Een beetje voorbij Fashion Show bevindt zich Treasure Island, waar zich aan de voorkant twee piratenschepen bevinden. Dagelijks worden daar (gratis) shows opgevoerd. Vroeger waren het piratengevechten, maar tegenwoordig, zo mochten we ondervinden toen we er met Henri op de avond van de eerste volle dag (28/07) bleven kijken, zijn de piraten vrouwelijk en wordt een soort soft-erotische show opgevoerd. Voornamelijk gebaseerd op suggestie, want zelfs in dit ‘oord des verderfs’ moet men zich verantwoorden aan de eerder hypocriete Amerikaanse moraliteit.

Aan de overkant bevindt zich The Venetian, geïnspireerd op –u raadt het al– Venetië, compleet met water en bijhorende gondels en (zingende!) gondeliers, de Brug der Zuchten, en het San Marcoplein. En een shopping mall natuurlijk, waar de verlichting constant op valavond ingesteld staat, en waar de stenen glinsteren alsof ze net beregend werden. Hoewel het buiten een stralende hemel was, is het plafond niet van glas, maar werd het beschilderd met blauwe lucht en witte wolkjes. Romantiek, the American way.

vegas, baby

Hierboven de ingang van The Venetian (buiten), inclusief kanalen en gondels; en hieronder het San Marcoplein, in de shopping mall (binnen) waar men 6 dollar betaalt voor 1 bol ijs, en 1 dollar extra als die bol op een hoorntje moet. Linksonder op die foto is de aanlegplaats voor de gondels.

vegas, baby

The Venetian is een van de duurdere hotels, samen met het Bellagio (foto hieronder, waar je rechts nog een van de gebouwen van het Caesars Palace ziet). In het water voor het hotel bevinden zich de Fountains of Bellagio, een gigantische muzikale fontein, die zorgt voor een licht-, klank- en waterspel.

vegas, baby

Aan het plafond in de lobby ‘groeien’ de Fiori di Como, een kunstwerk van Dale Chihuly (foto linksonder). Tegenover het Bellagio bevindt zich Paris Las Vegas, waar vanzelfsprekend een typische bistro en de Eiffeltoren niet mag ontbreken. (Op halve grootte, die Eiffeltoren, maar enkel omdat de McCarran International Airport te dichtbij was, en een replica op ware grootte daarom te hoog was.)

vegas, baby vegas, baby

Wij verbleven helemaal in het noorden, het eerste hotel voorbij de Stratosphere, in Circus Circus. We hadden het hotel uitgekozen met Henri in gedachten, en bij aankomst bleek dat het hotel best wel wat opsmuk kan gebruiken. We zaten niet in het hoofdgebouw, maar in één van de bijgebouwen, die evenwel dicht bij het zwembad lagen. We zaten er op de eerste verdieping (second floor), hadden een raam dat niet op slot kon, en een kamer die eigenlijk minder interessant of comfortabel (maar wel duurder) was dan de meeste motelkamers waar we ondertussen al hadden in verbleven. Niet (heel) erg, we hadden het ding enkel nodig om in te slapen (en ons te wassen).

vegas, baby

De hoofdingang zag eruit als een circustent, maar eens je daar binnen was, moets je eerst nog het casino door, voor je tot de eigenlijke lobby kwam, die helemaal aan de andere kant van het hotel lag. Ook daar kon je met de wagen langs rijden, ontdekten we achteraf, maar die ingang was veel minder spectaculair natuurlijk.

In het casino waren er op regelmatige tijdstippen circusartiesten aan het werk, zoals deze trapezisten die boven de hoofden van de gokkers halsbrekende toeren uithaalden..

vegas, baby

Zelf hebben we natuurlijk ook een gokje gewaagd. We hadden op voorhand afgesproken om niet meer dan tien dollar te vergokken (het zijn er twaalf geworden, omdat ik nog wat kleingeld had dat ik op de luchthaven heb vergokt), en we hebben er zesentwintig uit gehaald: veertien dollar winst!

vegas, baby

Oh, en Vegas is niet alleen bekend om the Strip, maar om de eenvoudige manier om in het huwelijk te treden. Er waren niet alleen casino’s en shopping malls in elk hotel, maar er was ook steeds minstens één Wedding Chapel. Las Vegas is tenslotte the Marriage Capital of the World, waar jaarlijks gemiddeld zo’n 150.000 huwelijken worden voltrokken. Maar we hebben bijzonder weinig trouwers gezien (drie, vier?). (En nee, we zijn er zelf niet getrouwd.)

hé, de dag is voorbij

..of hoe men van ’s ochtends tot ’s avonds in het centrum kan vertoeven en toch erin kan slagen de solden te ontwijken. (Morgen hang ik er evenwel aan voor de moeite, vrees ik.)

Bij mijn fotoboer heb ik vandaag een toestel gezien dat mij verschrikkelijk interesseert: een Hasselblad 500c/m met Sonnar 4/150. En ik heb het meteen laten opzij zetten ook, zodat ik er een tweetal nachtjes over kan slapen.

Amai wat een dag. Gisteren tot ergens tegen tweeën uitgezeten (wreed gezellig), vanochtend om 7u15 opgestaan, ontbijtkoeken gehaald, met de tram rondgereden, in de Progrès gaan eten, twee z/w filmpjes binnengestoken (1 rolfilm, 1 kleinbeeld), twee nieuwe bruggen in de buurt van de Reep bekeken, koffie gedronken, stripwinkel binnengestapt, platenboer binnengestapt, drie parken doorkruist, en subiets vertrekken we naar een drink. Ik bevestig: het is dra vakantie. Dat moet wel, want ik ben mij van mijn dagen niet meer bewust.

triptiek: stokje

ego (ii) ego (iii) ego (vi)

Een tijdje geleden werd mij een stokje toegeworpen. ’t Is te zeggen naar mij en naar twee lotgenoten, bij wie ik tot nog toe evenmin veel zelfportretten heb zien verschijnen.

Niet te veel over nadenken, gewoon doen, had ik elders gelezen (al ben in vergeten waar), maar dat ligt niet meteen in mijn aard. Hoe portretteer ik mijzelf, en waarom. En eigenlijk waren de antwoorden redelijk voor de hand liggend.

Een triptiekje. En redelijk close-up, met de 50mm, omdat die lichtsterk genoeg is (f/1.8), en licht genoeg om –met een redelijke mate van stabiliteit– op armafstand te houden. Een tripod heb ik niet (meer), en het ding gewoon op een tafel zetten met de zelfontspanner gaf mij niet genoeg mogelijkheden. De onderwerpen zijn zaken die mij nauw aan het hart liggen: muziek (de koptelefoon); fotografie (de camera zelf is in focus); en mijn tattoo.

Voila. Heren, ’t is nog aan jullie.

Wie zich verder geroepen voelt, neme het stokje aan. (Ik ben bijvoorbeeld benieuwd naar Henk en Djivy en Perre. Maar voel jullie zeker niet verplicht.)

oud nieuws

Donderdag, 4 januari.

Persoon X: “Iemand zou naar dat concert van Isobel Campbell & Mark Lanegan moeten gaan. Dat is dus wel neig goed hé.”

Ikke: “Ahja? Is daar een fotopas voor, en is dat ook goed qua wijze van ‘naar toe gaan’?”

Persoon X: “Bah ja gij. Dan moet ge gewoon XXXXXXX contacteren, en die zorgt dat het in orde komt.”

Ikke: “Uhuh. Enne, wat voor muziek is dat?”

Persoon Y: “Ewel, dat is juist Damien Rice, maar dan minder commercieel.”

Ikke (die nog nooit van Damien Rice heeft gehoord): “Ah ja? Wow! Dat is wel wijs dan!”

Woensdag, 10 januari

13u15

Geen commentaar.

21u30

Tessa: “En hebt ge dat allemaal (01 02 03 04 05 06 07 08 09 10) vandaag gekocht of zo?”

Ikke: “Neuh, natuurlijk niet. Dat zijn allemaal oude CDs, die ik gewoon op mijn iPod wil zetten.” (Kijkt als de onschuld zelve.)

communicatie

Wat is dit nu weer? Karel De Weerdt, van de fotoredactie van de VUM, wijst er An Nelissen vriendelijk op dat ze eigenlijk niet zomaar foto’s van anderen op haar weblog mag gebruiken. Onmiddellijk wordt er geprotesteerd:

Ten eerste wil ik gerust mijn excuses aanbieden aan die arme Marc en AFP, en ik neem me voor enkel nog beelden te gebruiken van fotografen die niet als een kip op hun ei zitten. […]

Natuurlijk is het niet zo zwartwit: ik ben zelf ook fotograaf, en ik vind het niet leuk als mensen mijn beelden stelen. Computerleeks kunnen mijn beelden dan ook niet gemakkelijk downloaden.

Met een beetje slechte wil kan ik dat interpreten als is het de schuld van de fotograaf. Die moet zijn foto’s maar niet downloadbaar maken. Waarschijnlijk is dat zoiets als de appels die ik zonder te betalen meegrijp van mijn groentenboer. Hij moet ze maar niet in die bakken aan de straatkant leggen, waar eenieder ze maar voor het rapen heeft. Overigens zou die middenstander ze beter allemaal gratis uitdelen ipv als een kip op zijn ei te zitten.

Wettelijk heb ik natuurlijk geen verhaal. Toch weiger ik de voorbije posts te wissen. Ik verdien geen geld noch roem met deze blog. De foto’s staan hier zo klein dat mijn lezers ze nadien ook niet kunnen misbruiken. Bovendien is het een vorm van reclame.

Voila! Dat ik er zelf niet opgekomen ben. Als ik zijn appels eet, verdien ik er geen geld mee. En bovendien zeg ik tegen iedereen dat ze verschrikkelijk lekker zijn, en dan komt iedereen ze daar pikken. Appels van excellente kwaliteit! Komt dat zien, komt dat proeven! Gratis en voor niet dames en heren. Zolang ge er maar geen geld aan verdient.

Misschien ben ik te ijdel; zoveel lezers/kijkers heb ik niet. Daarmee bewijs ik nogmaals dat de fotografen die hier dus wel een verhaal van maken gewoon bekrompen bloedzuigers zijn. Gelukkig zitten 90 % van de mensen goed in elkaar, en stelt het probleem zich dus niet.

Wow! Wat een redenering. Wie niet have en goed afgeeft is een bekrompen bloedzuiger. Geld verdienen, dames en heren, is slecht!

*zucht*

Weet ge, op een bepaalde manier kan ik mij best vinden in Ans standpunt. Het is absoluut het einde van de wereld niet als je eens een beeld van iemand gebruikt op een persoonlijk weblog. Zolang je maar duidelijk uw bron vermeld en/of de auteur de nodige credits geeft. (Al probeer ik dat gebruik zelf te vermijden.)

Want het komt gewoon neer op respect voor andermans werk. Een goede reactie ware geweest: “tiens, eigenlijk is dat waar; in het vervolg vraag ik het gewoon.” Wat er totaal over was, is de manier waarop An de fotografen, wiens werk ze gebruikt, zomaar door het slijk haalt, enkel omdat ze erop gewezen wordt dat wat ze doet, niet correct is. Dat hebben die fotografen nergens aan verdiend.

Als Nelissen overigens een mailtje had gestuurd naar de fotograaf, dan denk ik dat er geen enkel probleem zou geweest zijn betreffende het gebruik van die foto. Met Het Project doen wij dat ook. Het budget voor wat dan ook is bij ons nul komma nul (wij verdienen geen geld met Het Project, integendeel). Maar als we om een foto verlegen zitten, en we ontdekken bijvoorbeeld een relevante foto op flickr, dan sturen we die fotograaf gewoon een mailtje. Ook al mogen we de foto gewoon overnemen volgens de zelf ingestelde creative commons licentie. Want weet ge wat? Dat hoort gewoon zo. Communiceren, noemen ze dat. En ook: beleefdheid. Daar hoeven verder geen overdreven en belachelijke copyright regels aan te pas komen.

per dag

Michel heeft dat eigenlijk goed gezien, om zijn etenstoestanden per dag te posten. Misschien waag ik er mij vanavond ook al eens aan. Hilariteit alom, in elk geval: telkens ik hier mijn fototoestel bovenhaal roept collega Martini: “Attention all colleagues! Bruno is about to eat something.”