recuperatie

Zoals verwacht tracht ik het hier redelijk rustig te houden, vandaag. Labour Day mag dan wel pas plaatsvinden in september, hier in de USA, ik lig op mijn gemak in de zetel een boekje te lezen. Veel meer kan ik ook niet doen, want mijn hoofd bonkt, mijn benen willen niet mee, en mijn ogen vallen dicht. Niet dicht genoeg om Henri geen les te kunnen, jammer genoeg voor hem –maar hij heeft gisteren een vrije dag gehad. En we houden het –zoals vermeld– rustig.

(Al heeft de telefoon nog niet stil gestaan, vandaag. Volgende week vertel ik u daar meer over, maar ik heb duidelijk minder schroom dan thuis om mensen op te bellen.)

De combinatie van een uur te lopen + bijna onmiddellijk daarna meer dan 7 km (uphill) te wandelen, blijkt niet meteen voor herhaling te zijn. En vanavond gaan we in het kielzog van gastheer K. wat gallerijen bezoeken, dus ik sluit nog even de ogen.

met hoofdpijn

Met hoofdpijn ben ik opgestaan, vanochtend, op deze loopdag. Liever waren alle dagen loopdagen, maar overdaad schaadt, en als ge nog maar zo lang bezig zijt als ik dan is dagelijks gaan lopen wel degelijk overdaad. Met hoofdpijn gaan lopen is overigens niet zo erg als het klinkt. De tranen springen u bij elke stap wel opnieuw in de ogen –aan de andere kant dan die waar de hoofdpijn zich bevindt trouwens– maar dat traanvocht, dat kon eigenlijk net zo goed van de felle windvlagen komen, die erop gebrand waren mij in hun kille omarming te omsluiten.

We gaan twee maal de Blaarmeersen rond, was de eerste gedachte, maar tegen de tijd dat ik mijn eerste derde van het eerste rondje had gelopen, wist ik al dat ik mij beter ook daar beperkte. De tranen waren ondertussen beken geworden, en als dat zo blijft doorgaan, dacht ik nog, heb ik verdeeld tussen dat tranen en het zweten geen druppel vocht meer in mijn lijf.

We gaan slechts éénmaal rond de Blaarmeersen dus, overtuigde ik mijzelf, en toen ik halverwege die ene ronde was gekomen, besloot ik rechtdoor te gaan i.p.v. de waterweg te volgen. Ik blijf altijd met de vorm van het meer meelopen als ik rond de Blaarmeersen loop. Maar ergens, op dat pad dat hoger ligt dan het pad vlak langs het water, een pad dat werd aangelegd op een heuvel die een bufferzone biedt tussen de R4 en het recreatiedomein, vertakt er een bospad links van de camping verder langs die R4.

Laat ik dat eens proberen, was mijn volgende door hoofdpijn geïnduceerde gedachte, want dat hebt ge al altijd eens willen volgen. Het pad werd verstevigd met houtsnippers, maar door de vele lopers, fietsers en zelfs gemotoriseerde voertuigen die mij langsdaar reeds waren voor gegaan, en bespoedigd door de regenval van de laatste dagen, was het pad alsnog doorspekt van vele, vaak onzichtbare, moddervlekken.

Het ergste is achter de rug, moet ik hebben gedacht, toen ik een bocht nam die mij langs een afrastering bracht die mijn parcours aan de Zuiderlaan van de wagens scheidde. En daar zie ik een parking, was mijn laatste gedachte voor ik een grasveld in stapte, het pad nog half zichtbaar onder de weidse plassen die van het grasplein wel een rijstveld leken te hebben gemaakt.

Wat daarop volgde was geen gedachte maar een gevoel van natte koude en snerpende pijn die van mijn voeten de pijn in mijn hoofd besloot te versterken. Het rijstveld was dieper dan voor mogelijk geacht, en hoewel mijn schoenen net niet onder het wateroppervlak verdwenen, volstond het opstuitende water om mijn schoenen binnen te dringen en plotsklaps mijn sokken te doorweken en mijn tenen te bevriezen. Let wel, we spreken hier over een afstand van maximaal een tiental meter, een afstand welke evenwel volstond om over gans mijn lijf en leden kleine bergjes kippenvel te laten rijzen.

De totaal afgelegde afstand moet minstens twee maal de Blaarmeersen zijn geweest, maar dat was het verst van mijn gedachten. De warme douche en de hete kom thee beeldde ik mij voor mijn ogen als die ongrijpbare wortel die de ezel op een stok wordt voorgehouden.

Het is een warme gedachte, de lente in ons land.

opzij

Ferm aangenaam, dat lopen. Niet dat ik vandaag de weergoden al heb getrotseerd –ik mag ondertussen al wel een beetje gehard zijn, maar om nu meteen in vriesregen te gaan lopen vond ik dan net van het goede een beetje te veel. Maar het doet deugd, wolkjes adem voortstuwend door de kou, de ene voet voor de andere, met de gedachten precies waar ge ze hebben wilt. Het is al een hele tijd dat ik zonder muziek loop overigens –dat leidt af, zowel de gedachten als het ritme van de loop.

Het gaat ook sneller al, een beetje toch, en de afstanden worden langer. Van 5’30”/km gemiddeld naar bijna 5’/km, van 5 km naar 15 km –en ik ben nog maar deftig bezig sinds juni, een mens zou van minder content zijn. Het duurt gemiddeld twee jaar voor uw (loop)conditie een beetje op peil is om vorderingen te maken, en weet ge wat? Ik heb tijd zat.

Met de fotografie lijkt het ook in orde te komen, de 5D komt terug, ik (her)ontdek de analoge wereld, en ook daar begin ik de zaken een beetje door te krijgen. Dat is met vallen en opstaan, met soms een ganse filmrol waar geen half deftige foto op te ontdekken valt, met idote fouten zoals dat betaamt, maar ook dat gaat gestaag vooruit. En ik heb tijd zat.

En dan de muziek! Ik kan weer luisteren, en als ik niet vergeet mijn ticket te bestellen, ga ik volgende week voor de eerste keer in lange tijd opnieuw naar een klassiek concert. En er is de jazz waar ik ook al (langzaam) in groei, en het gevoel blijf hebben dat ik leer en ontdek. En ik héb tijd zat.

Soms schaam ik mij wel, omdat ik het zo goed heb. Niet dat het allemáál van een leien dakje loopt, maar ik heb het gevoel dat ik mij mag ontplooien, en niet dat ik móet leven. I’m out of the rat race, niets moet en alles mag, en het is fantastisch om te zien waar mensen zich druk om kunnen maken. Zonder leedvermaak, maar met diezelfde verwonderde blik die ik (nu) herken in Henri’s ogen.

[youtube https://www.youtube.com/watch?v=EpsU_VgxV60&rel=1]

Ach vergeef mij, ik wil mij echt niet verkneukelen (en ik hoop dat u dat er ook niet in hebt gelezen). Maar het was een tijd geleden dat ik mij nog zo fantastisch had gevoeld. (En zo beschaamd daarover –maar interpreteer dat maar positief. Dat doe ik ook.)

you’ve been challenged

Het leuke aan een community zoals Nike+ is dat je er ook kan meedoen aan ‘wedlopen’. Zo doe ik momenteel mee in de 17 Provinciënstrijd der lage landen (voor de naam alleen al zou ik het doen) en de Nederland-België (Belgique) herfstkampioenschap.

Onlangs kreeg ik een nieuwe challenge in mijn inbox. Een uitdaging om mee te doen aan de Europe countries teams: Team with most kilometres over 365 days. Wijs. Tot ik wil deelnemen aan de uitdaging en onder join challenge de volgende landen zie: benelux, Spain, France, Italy, Germany, Scandinavia, Greece, Rest of europe, Eastern europe, UK.

Run for your own country staat er bovendien nog bij. Komaan, voor een wedstrijd die een jaar duurt kunnen we toch wel meer landen opnemen? Als we 17 provinciën in de lage landen kunnen vermelden, kunnen de Belgen toch wel zonder de Nederlanders of de Luxemburgers lopen in een Europese landenmatch? Doen!

ik loop graag met u

“Ik loop graag met u”, klonk het spontaan als een liefdesverklaring, zondagochtend.

Tessa tracht al een tijd met lopen te beginnen via het start to run-programma. Nu ja, beginnen: ondertussen kan ze al dertig minuten voluit lopen. Niet echt vanzelfsprekend als je aan luchtwegaandoeningen lijdt, en eigenlijk maar maximaal twee keer per week (lees: eerder één keer) kan trainen.

Sinds ze die dertig minuten aan kan, lopen we de zondag samen. Goed voor een toertje rond de Blaarmeersen, op een rustig tempo, zodat ik meteen ook mijn onvermijdelijke neiging tot overtrainen een beetje in de hand kan houden. Het is een half uur pure tijd voor ons, om te praten en te puffen en tot spontane uitspraken te komen. Ik kijk altijd uit naar mijn volgende training, maar al helemaal naar die op zondag.

take it easy

Nog even over sport, ja. En ik ben er mij bewust van dat ik dingen schrijf die door (ervaren) sporters mogelijks hoofdschuddend worden gelezen. Lopen is nieuw voor mij, en ik wil niet doen alsof ik het warm water heb uitgevonden. Maar ondanks alle hype die er momenteel –nog steeds– over lopen bestaat, vond ik het niet evident om aan informatie over looptrainingen te geraken. Schema’s van beginner tot 5k of 10k zijn er met hopen op het internet of in de informatiebrochures te vinden, maar waar je nu precies op moet letten tijdens het trainen, en hoe lang je jezelf maar beter als beginner beschouwt, wordt er niet bij vermeld.

Luister naar je lichaam, lees je overal, maar hoe kan je in godsnaam naar iets luisteren dat je niet kent. Of anders gezegd, gesteld dat je hoort dat er iets wordt gezegd, hoe kan je het interpreteren? Ik heb een paar weken getraind met een hartslag die veel te hoog lag, en het enige wat mijn lichaam me vertelde, was dat het aan het einde van de training vermoeid was. De recuperatie kwam –volgens mijn interpretatie– snel genoeg, maar kennelijk was ik toch verkeerd bezig. Train als beginner niet te hevig, wordt je vanop de zijlijn toegeschreeuwd. Maar wat is te hevig?

Hele hopen internetsites heb ik erop nageslaan, en twee boeken –die alom werden aangeprezen– heb ik uitgelezen. Maar zowel Loop! van Mieke Boeckx als het gelijknamige boek van Gerard Nijboer en Kees Koman handelen over het belang van voeding en kledij en hartslagmeters en zones en stretchen en krachttraining, maar er is –op die standaard trainingsschema’s na– niks in terug te vinden over hoe je nu best aan zo’n loopcarrière begint. Langzaam aan (hier zijn we weer), maar wat betekent dat in godsnaam.

Gisteren vond ik dan in De Slegte het boek Ren je fit, een vertaling van Jamie Bairds Running Fit. Ondertussen heb ik het uitgelezen, en ik kan het aan iedereen aanraden (te koop in de kelderverdieping van De Slegte voor iets meer dan 5 €). Het bevat de standaard uitleg over voeding en stretchen en krachttraining (deze keer met duidelijke foto’s, en oefeningen waarvoor je niet naar de gym hoeft), maar tevens de broodnodige uitleg over hoe je je conditie –en daarmee gelijktijdig je training– opbouwt.

Vandaag heb ik dus de raad van Mike, Bru, Gryzo, en Jamie Baird opgevolgd. De Suunto t3 is daarbij een fantastisch werkinstrument (ongetwijfeld net zoals hartslagmeters van andere merken met dezelfde functies). Ik heb de HR limits ingesteld tussen 140 en 155 bpm, wat mij in het aerobe gedeelte van de training moet houden. Het toestel piept wanneer de onder- of bovengrens wordt overschreden, zodat je meteen weet of je sneller dan wel trager moet lopen. En kijk, mijn gemiddelde hartslag is plots maar 151 bpm meer (met een piek van 156). Ik heb in 32 minuten 5,66 km gelopen aan een gemiddelde snelheid van 10,5 km/u. Aan het einde voelde mijn lichaam alsof ik nog een hele tijd kon doorgaan, maar ook de duur van je runs bouw je beter geleidelijk op.

In elk geval ben ik al een stuk verder op weg. Bedankt voor tips, en als u er meer hebt, laat ze gerust komen.

de eerste keer

Voor de eerste keer rond de Watersportbaan gelopen, vandaag. Op het programma stond 25 min jog, en ik dacht dat die tijd wel zou volstaan om een toertje te maken. Van traag joggen is vanzelfsprekend weer niet veel in huis gekomen –ik moet misschien wat meer zonetraining doen– met een gemiddelde snelheid van 11,4 km/u over 5,82 km in 30 min. Dertig, jawel, want ik ben van de Watersportbaan nog naar huis teruggelopen ook –ik was in 25 min rond (net geen 5km volgens de GPS). Er waren overigens geen rustpauzes, deze keer.

Een hartslag van 163 bpm gemiddeld, met een piek van 171 bpm (en dat was omdat ik snel de baan moest oversteken). Met die pieken gaat het alvast de goede richting uit, want die dalen; nu nog de gemiddelde hartslag wat lager krijgen? Of kan dat enkel door voldoende (niet: te veel, dus zeker niet meer dan ik nu al doe) te trainen? Tips zijn welkom.

multisport

Er zijn twee dingen waar ge niet op moogt bezuinigen, schreeuwt het op elke informatieplaats over hard- en duurlopen: loop in goede schoenen, en loop met een hartslagmeter. (En de leuze: “eerst water, de rest komt later”.)

Dus hebben we ons gisteren een hartslagmeter aangeschaft, zowel de madam als ikzelf. Voor ons beiden was het al min of meer een uitgemaakte zaak: Tessa wou de goedkoopste, ik wou er één die mij bij de trainingen net dat ietsje meer informatie zou bieden.

Dus ging zij naar huis met de Polar FS2 (het toont het uur, de looptijd, en meet uw hartslag), en ik met het Suunto Multisport Pack, met daarin de Suunto t3 en de GPS Pod (ik heb die Garmin Forerunner 305 gezien en gewogen, en jongens is dat ding groot en zwaar). De afstandsmeter heb ik nog niet getest (het was te bewolkt voor een deftig signaal, en ik had geen zin om er mij te veel door te laten afleiden), maar de hartslagmeter, de Training Effect module (TE), en de intervalfunctie werken zoals verwacht.

Voor vandaag stonden er 40 minuten op het programma, telkens twee minuten lopen, en één minuut wandelen, net zoals vorige week. Goed voor 7,17km en 516 calorieën (volgens Nike+iPod) ofte een gemiddelde hartslag van 160 en 472 calorieën (volgens Suunto).

Eigenlijk een iets te zware training voor mijn niveau, en morgen staan er 20 ononderbroken minuten op het programma. Ik heb al voorgenomen dat ze in TE 2.0 zullen gelopen worden, een lichte training, met nadruk op herstel en opbouwen van de basis (max. TE = 5.0).

(Deze week heb ik 16,63km gelopen in 1:26’50” met een gemiddelde van 5’13” / km.)

serieus

We gaan eens zien hoe serieus hij is met dat lopen van hem, moeten ze daarboven gedacht hebben voor ze de sluizen openzetten. Mogelijks waren ze vergeten dat ik zelf een god ben (ik pak die draad nog wel eens op), want een regenbuitje gaat mij voorlopig niet tegenhouden.

Groot was dan ook mijn ontgoocheling toen ik, voorzien van een lichte regenjas, gedurende gans mijn tocht geen spatje water ben tegengekomen. (Een slechte run, dat wel, veel te hevig begonnen, en mij te pletter gezweet in die regenjas. Morgen ga ik eens kijken naar zo’n hartslagmeter.)