“Hi, this is Lance Armstrong“, zo klonk het vanochtend om twintig voor zeven op mijn Nike + iPod, “Congratulations, you just completed your longest work out yet!”
Veertig minuten, zo stond er op het Nike 5K schema. Veertig. Dat is helemaal iets anders dan tien of twintig, los van de evident-mathematische redenen. Gedurende veertig minuten mocht ik afwisselend twee minuten lopen, en één minuut wandelen. Ik had nog nooit (enfin, mogelijks met uitzondering van mijn middelbare schooltijd, hoewel ik ook dat betwijfel) zo lang gelopen. Mijn recente runs duurden maximaal 20 minuten.
Het grafiekje op Nikeplus.com toont een serieuze dip ergens rond de 25e minuut, maar tegen de 30e (ik zat toen aan ongeveer vijf km) ben ik die weer te boven gekomen. Al kwam ik niet meer aan mijn startniveau. Toen ik het –vlak voor die dip– even wat lastiger kreeg, heb ik mijn hartslag even gemeten, en ik zat toen aan 29 slagen op tien seconden of 174 bpm. Binnen de grenzen dus, maar ik ben toch maar wat langzamer gaan lopen. Mijn hartslag in rust is overigens 60 bpm, op dezelfde wijze gemeten. Misschien moet ik mij toch maar zo’n fancy HRM aanschaffen.
Resultaat: 7,4km gelopen in 40’13”, goed voor een gemiddelde van 5’26” per km (inclusief de wandelpauzes) en een verbruik van 532 calorieën. Lance was tevreden, en wie ben ik om hem tegen te spreken.
Na de eerste week training zit ik aan 17,57km in 1:32’19” met een gemiddelde van 5’15” / km en daarvoor heb ik 1264 calorieën verbruikt.
(Morgen moet ik 12 minuten lopen, en daarna even lang wandelen. 12 minuten, dat is voer voor een Cooper test!)