druk vandaag

Grbml. En daar bovenop is het nog een beetje druk ook, vandaag (eigenlijk al de ganse week, maar kom).

A. Dagtaak 1: Het Project

  1. Van planning en eindredactie en al. (Dat klinkt alsof het twee minuten werk is, vindt ge ook niet?)

B. Dagtaak 2: de blogs (heb ik al de ganse week voor mij uit geschoven)

  1. Aankondigingstekstjes schrijven over jazz
  2. Server- en andere dinges (cryptisch, ik weet het, maar ’t is nodig én dringend)
  3. imaginaryJazz-update (mogelijks lumis Gallery installeren als frontend/gateway voor flickr)

C. Dagtaak 3: het (betalend) werk

  1. CRM contactdatabase nakijken op fouten (alle gegevens van 300+ contactpersonen één per één aflopen en vergelijken met drie verschillende bronnen)
  2. Exceldoc met landen maken, en indelen in regio’s (1 regio per sheet), die –hoewel ze wel dezelfde naam hebben– afwijken van de geografische regio’s
  3. Feedback krijgen vragen eisen ivm offerte IT-infrastructuuranalyse
  4. Voorlopig rapport over badge-probleem congres opstellen

En dat heb ik al een heleboel gedaan (al bezig sinds 7u45), maar bovenstaande moet eigenlijk allemaal afgewerkt raken vandaag. Deel C zelfs vóór 16u. (En er is nog, maar ik heb geen tijd meer over om lijstjes te maken.)

Aaargh!

Dat was de kreet die ik vanochtend voor de spiegel slaakte. En neen, ik schrik niet elke dag zo van mijn eigen spiegelbeeld. Rewind.

Des zondags scheer ik mijn haar. Ik gebruik daartoe een tondeuse, sorry: eem trimmer, die ik al in mijn bezit heb sinds ergens 1995. Toen had ik nog lang haar, maar ik gebruikte het ding om te experimenteren met baardgroei. Ergens in de lente van 1996 heb ik mijn lange lokken laten verwijderen bij de kapper op de hoek van Hoornstraat. Mijn ‘paardenstaart’ ligt hier nog altijd ergens in een vershoudzakje in een of andere schoenendoos.

Van die dag aan gebruik ik de trimmer niet louter voor de baard, maar tevens om op geregelde tijdstippen mijn broskop kort te houden. Begin deze eeuw heb ik geprobeerd om mijn haar toch weer wat langer te laten groeien, maar ik ben ervan overtuigd geraakt dat kort the way to go is, in mijn geval. De laatste twee-drie jaar trim ik dus elke zondag mijn haar bij op de lengte die bepaald wordt door stand 2 op mijn Braun trimmer. (Voor mijn baard gebruik ik stand 1, en dan nog lijkt die steeds langer dan het haar bovenop mijn hoofd.)

Vanochtend ging ik duchtig aan de slag, zoals elke zondag. Regelmatig moet ik de trimbeurt onderbreken om het haar dat in het toestel wordt vergaard, boven de vuilnisbak te verwijderen. Het toestel gaat af, het maatsysteem wordt eraf geschoven, het haar gaat eruit, en we gaan door. Al bij al een handeling van maximum twee seconden.

Bij de derde keer, vind ik plots dat er –te horen aan het geluid dat de trimmer maakt– toch opnieuw veel haar wordt verwijderd van een plek waar ik al een paar ben overheen gegaan. En jawel: de trimmer staat niet op 2, maar op stand 1. Ongeveer de helft korter, van wat al ultrakort is. Net niet kaal, over een behoorlijk gebied van de rechterkant van mijn hoofd.

De titel is niet gespeeld, ik denk dat ze mijn gil tot aan het station hebben gehoord. Tessa kwam verontrust de badkamer ingestormd, met een bezorgdheid die al heel snel plaats ruimde voor een schaterlach (ik kan haar geen ongelijk geven). Mijn suggestie om de rest toch maar op stand 2 af te werken werd resoluut afgewezen (“ge ziet er juist uit gelijk nen hond met schurft”), waardoor ik dan maar over de ganse hoofdhuid halfkaal ben geschoren, sorry: getrimd. “Het staat u wel,” was het verdict, “maar ik ben natuurlijk gewoon van de mensen zo te zien op het werk.” Juist.

Een weekje overslaan en we zitten terug op de goede lengte, hoop ik.

communicatie

Wat is dit nu weer? Karel De Weerdt, van de fotoredactie van de VUM, wijst er An Nelissen vriendelijk op dat ze eigenlijk niet zomaar foto’s van anderen op haar weblog mag gebruiken. Onmiddellijk wordt er geprotesteerd:

Ten eerste wil ik gerust mijn excuses aanbieden aan die arme Marc en AFP, en ik neem me voor enkel nog beelden te gebruiken van fotografen die niet als een kip op hun ei zitten. […]

Natuurlijk is het niet zo zwartwit: ik ben zelf ook fotograaf, en ik vind het niet leuk als mensen mijn beelden stelen. Computerleeks kunnen mijn beelden dan ook niet gemakkelijk downloaden.

Met een beetje slechte wil kan ik dat interpreten als is het de schuld van de fotograaf. Die moet zijn foto’s maar niet downloadbaar maken. Waarschijnlijk is dat zoiets als de appels die ik zonder te betalen meegrijp van mijn groentenboer. Hij moet ze maar niet in die bakken aan de straatkant leggen, waar eenieder ze maar voor het rapen heeft. Overigens zou die middenstander ze beter allemaal gratis uitdelen ipv als een kip op zijn ei te zitten.

Wettelijk heb ik natuurlijk geen verhaal. Toch weiger ik de voorbije posts te wissen. Ik verdien geen geld noch roem met deze blog. De foto’s staan hier zo klein dat mijn lezers ze nadien ook niet kunnen misbruiken. Bovendien is het een vorm van reclame.

Voila! Dat ik er zelf niet opgekomen ben. Als ik zijn appels eet, verdien ik er geen geld mee. En bovendien zeg ik tegen iedereen dat ze verschrikkelijk lekker zijn, en dan komt iedereen ze daar pikken. Appels van excellente kwaliteit! Komt dat zien, komt dat proeven! Gratis en voor niet dames en heren. Zolang ge er maar geen geld aan verdient.

Misschien ben ik te ijdel; zoveel lezers/kijkers heb ik niet. Daarmee bewijs ik nogmaals dat de fotografen die hier dus wel een verhaal van maken gewoon bekrompen bloedzuigers zijn. Gelukkig zitten 90 % van de mensen goed in elkaar, en stelt het probleem zich dus niet.

Wow! Wat een redenering. Wie niet have en goed afgeeft is een bekrompen bloedzuiger. Geld verdienen, dames en heren, is slecht!

*zucht*

Weet ge, op een bepaalde manier kan ik mij best vinden in Ans standpunt. Het is absoluut het einde van de wereld niet als je eens een beeld van iemand gebruikt op een persoonlijk weblog. Zolang je maar duidelijk uw bron vermeld en/of de auteur de nodige credits geeft. (Al probeer ik dat gebruik zelf te vermijden.)

Want het komt gewoon neer op respect voor andermans werk. Een goede reactie ware geweest: “tiens, eigenlijk is dat waar; in het vervolg vraag ik het gewoon.” Wat er totaal over was, is de manier waarop An de fotografen, wiens werk ze gebruikt, zomaar door het slijk haalt, enkel omdat ze erop gewezen wordt dat wat ze doet, niet correct is. Dat hebben die fotografen nergens aan verdiend.

Als Nelissen overigens een mailtje had gestuurd naar de fotograaf, dan denk ik dat er geen enkel probleem zou geweest zijn betreffende het gebruik van die foto. Met Het Project doen wij dat ook. Het budget voor wat dan ook is bij ons nul komma nul (wij verdienen geen geld met Het Project, integendeel). Maar als we om een foto verlegen zitten, en we ontdekken bijvoorbeeld een relevante foto op flickr, dan sturen we die fotograaf gewoon een mailtje. Ook al mogen we de foto gewoon overnemen volgens de zelf ingestelde creative commons licentie. Want weet ge wat? Dat hoort gewoon zo. Communiceren, noemen ze dat. En ook: beleefdheid. Daar hoeven verder geen overdreven en belachelijke copyright regels aan te pas komen.

hoe ver?

Hoe ver mag men gaan, bij concertfotografie? Zowel Carlo Nardozza (trompet) als Tom Van Acker (bas) zagen er oververmoeid uit, zondag bij Tuur. Dat is niet echt verwonderlijk, als je weet dat ze momenteel ‘zwaar’ toeren in het kader van de JazzLab Series, en dat vorige week daarin zowat de zwaarste week moet geweest zijn.

Nardozza, Gruarin en Van Acker (v) Nardozza, Gruarin en Van Acker (iii)

Bovenstaande foto’s behoren tot de bravere van de avond. Jawel, Tom zag er echt zo lijkbleek uit. Ik heb er eentje van Nardozza, waarop hij er echt uitziet alsof hij de uitputting nabij is (wat hij waarschijnlijk ook was). Ik vond de foto tekenend als beeld voor die avond, maar heb hem toch maar niet online geplaatst, omdat ik niet meteen weet of ik wel zo’n beeld van mezelf publiek zou willen. Het is een moeilijke grens, vind ik, ook al omdat ik niet op zoek ben naar sensatie. Maar toch knaagt het, omdat het beeld wél relevant is.

Al blijft het natuurlijk concertfotografie, en geen fotojournalistiek. (En maak ik waarschijnlijk van een mug een olifant.)

gemis (ii)

Ik word niet graag wakker in een leeg bed. Vanochtend om vijf uur –toen de druk op mijn blaas te groot werd om mijn slaap onverstoord verder te kunnen zetten– was het gedeelte van het bed naast mij nog steeds onbeslapen. Geen rustige ademhaling, geen nerveus gedraai, geen indruk in het bed of een dekbed half op en half naast het bed. Leeg en stil op het onaflaatbare getik na van de regen tegen het venster.

En dan weet ik weer hoe ik geniet van die aanwezigheid als ik ’s avonds laat toch nog die ene film wil uitkijken of ’s ochtend vroeg tijdens het weekend als ik naar een video-opame verder kijk. En hoe heerlijk het is om daarna –want dan is het nog steeds te vroeg– tegen dat lichaam aan te kunnen kruipen.

Ach, het is niets wat niemand eerder heeft gevoeld –of zelfs geschreven– maar dat maakt het daarom niet minder echt. Zelfs al denk u dat ik overdrijf en dat ze amper een paar dagen weg is.

oudbollig

Vandaag kreeg Henri een document mee van school: Verklaring op eer betreffende leeringen gelijke onderwijskansen. Nu ben ik er helemaal voor gewonnen om iedereen gelijke kansen te geven, en al zeker wat betreft voor zoiets essentieels als onderwijs. Iedereen moet toegang krijgen tot onderwijs. Point final. En wie daarbij financiële of andere moeilijkheden ondervindt, moet daarbij geholpen worden.

Nee, mijn ‘probleem’ bevindt zich niet met het principe, maar met een criterium. Er zijn vijf criteria die worden nagekeken om in aanmerking te komen voor erkenning, zoals werkloosheid, behoren tot binnenschippers, kermis- of circusexploitanten, en uw thuistaal. Een van de criteria luidt als volgt:

5. Is de moeder in het bezit van een diploma secundair onderwijs of van een studiegetuigschrift van het volledig beoepssecundair onderwijs?

De moeder! Hoe het met de vader is gesteld is niet van belang voor gelijke onderwijskansen, net zoals het voor de vader nog steeds niet mogelijk is om een kind te erkennen zonder expliciete toestemming van de moeder. Het flauw excuus dat voor dat laatste wordt gebruikt is dat het kind nog steeds uit de moeder wordt geboren, en dat men niet over eenzelfde controle beschikt voor de vader (quatsch natuurlijk, want men kan in het ziekenhuis evengoed meteen een vaderschapstest uitvoeren). Maar ik wijk af.

Het ‘excuus’ in dit geval klinkt als volgt (zo heb ik mij laten vertellen): ‘het kan misschien raar klinken, maar wat betreft opvoeding en sociale kansen en onderwijs is het onderwijsniveau van de moeder van doorslaggevend belang, en maakt het niet echt uit hoe het met de vader –op dat vlak– is gesteld’. En gij nu.

damn you, scoville

In een zoektocht naar endorfines heb ik gisteren iets overdreven met de zelfgekweekte pepers, vrees ik. Drie van die dingen met zaad en al naar binnengewerkt: heerlijk, daar niet van, maar in de strijd maag vs capsaïcine heeft laatstvernoemde duidelijk gewonnen. Niet alleen heeft vannacht voornoemde maag haar inhoud moeten prijsgeven, vanochtend was ik nog steeds geheel van de kaart.

U vindt mij vandaag dan ook in bed.

eruit

Mijn excuses, maar ik voel mij kotsmisselijk. Een fysieke aandoening helaas, en ik probeer al de ganse ochtend mijn maaginhoud binnen te houden, al ben ik er niet van overtuigd dat pogingen succesvol zullen blijven. De dafalgan-codeïne die ik zopas heb gedronken heeft weinig aan de situatie veranderd: naast de misselijkheid is ook hoofpijn, nekpijn, en schouderpijn mijn deel; en kan iedereen wat stiller zijn, en of er alstublieft iemand dat licht wil uitdoen?

Vakantie. Ik heb vakantie nodig. Ik moet er dringend eens uit, denk ik.

(on)eigen

Het is waar, een gedeelte van het verhaal is niet van mij. Een ander deel wel –ik kan het niet blíjven verdringen.

Soms moet ik gewoon met de neus op de feiten worden gedrukt alvorens ik iets wil geloven. Vorige week vrijdag (7 juli) is mijn nichtje overleden. Ik heb haar weten geboren worden, en 27 jaar weten opgroeien. Vandaag werd ze begraven, en het was pas toen ik de kist zag binnendragen dat ik er niet meer naast kon dat ze er niet meer zal zijn.

We zullen je missen, Julie. Ik zal je missen.

uit het oog

Euh. Help. Ik ben de belastingsaangifte helemaal uit het oog verloren. Gelukkig is er de portaalsite van de Federale Overheidsdienst FINANCIEN, waar achter de link Uiterste datum indiening een PDFje verscholen gaat met de volgende tekst (dd 24 april 2006):

PERSMEDEDELING

Uiterste datum indiening aangifte personenbelasting aanslagjaar 2006

Vice Eerste Minister en Minister van Financiën Didier REYNDERS kondigt aan dat de uiterste indieningsdatum voor de belastingaangifte van de personenbelasting dit jaar op woensdag 19 juli wordt vastgelegd. Voor de mandatarissen die een aangifte via taxonweb doen, wordt de uiterste datum op 31 oktober 2006 bepaald.

*kuch* Ik moet mijn boekhouder maar eens contacteren, geloof ik.