Tessa is thuis. Het plan was om te picknicken op de Blaarmeersen met een paar andere ouders (dat is zo’n los/vaste afspraak), maar gezien het weer is dat dit jaar afgelast vrees ik. Maar ze is dus thuis. Op zich is dat al een welkome verademing in haar drukke leven, dus het weer is daarbij van ondergeschikt belang. Henri komt vanmiddag ook naar huis –het is woensdag, de laatste woensdag van het schooljaar– en hij brengt vriend G. mee.
Gesteld, in het zuiver hypothetische geval, dat ik zou thuis zijn, vanmiddag, dan zou ik eten maken. Gisteren heb ik hamburgers gekocht, en niks gemakkelijkers dan daar aardappelen en wortels bij te maken.
Grote aardappelen –reken twee tot drie (meer als het kleine krieltjes zijn) per persoon– moeten eerst geschild en dan in twee gesneden worden –of in vier als ze serieus te groot zijn– krieltjes of nieuwe aardappelen moeten niet eens geschild worden (wel gewassen en geschrobd met het patattenborsteltje dat in de linkerschuif van de houten keukentafel ligt). De aardappelen gaan dan ik het bovenste gedeelte van de stoompan.
De wortels moeten geschild worden met de dunschiller (in de middenste schuif van de witte tafel), en als ze te dik zijn, kunnen ze ook in stukken worden gesneden. Bij de wortels hoort ook een ajuin (of twee), die vanzelfsprekend ook eerst wordt geschild, en nadien in vieren wordt gesneden.
Ondertussen mag er een centimeter of twee-drie (warm) water in het onderste deel van de stoompan, en dat mag op het vuur rechtsachter (stand 12). In de kleinste Rösle pan mag een beetje olijfolie, en die mag (ook op 12) op het vuur linksvoor. De braadpan (ook de Rösle, dus niet die grote nieuwe) mag al op het vuur rechtsvoor, en ook daar gaat een weinig olijfolie en een blokje boter in (voor de saus achteraf).
Ondertussen zal het water voor de stoompan wel koken, en dan mag daar het bovenste deel, met deksel, opgeplaatst worden. In de pan linksvoor mag de ajuin, en nu mag ook het vuur voor de braadpan aan (op 12). Het vuur linksvoor mag nu op 7, en als de ajuin glazig is, mogen de wortels erin met een laurierblad (of twee), en mag het vuur op 5. Het deksel erop, en als het nodig is mogen er altijd een paar druppels water bij.
De hamburgers mogen in de braadpan, het vuur mag meteen op 7. Na een minuut of twee mogen ze omgekeerd worden en mag het vuur op 5 (soms moet er wat met de intensiteit gespeeld worden tussen 5 en 8). En nu zou het allemaal ongeveer tegelijk klaar moeten zijn.
De aardappelen zijn klaar –net zoals de wortels– als er vlot met een vork kan worden ingeprikt. Leg eerst de hamburgers op de borden, giet het overtollig vet uit de pan, en voeg wat water en eventueel melk toe. Zet op een redelijk hoog vuur (stand 9) en laat wat inkoken terwijl de wortels en aardappelen op de borden worden geschikt.
(Dju ik krijg nu al honger.)