(Geen paniek! Ik treed de deur van het stempellokaal nog niet plat.)
Gisteren hebben Henri en ikzelf evenwel verse erwten klaargemaakt.
“Whoa! Zo wijs. Mag ik helpen papa? Dat zijn erwten of zo?”
(Henri spreekt ‘erwt’ uit als ‘ervft’, en zowel de madam als ikzelf horen het hem bijzonder graag zeggen. Al heeft hij ons onderhand door, en begint hij meer en meer op de uitspraak te letten.)
Erwten komen dus niet uit een bokaal, maar groeien in kruip- of hanggrage planten. De erwt is een peulvrucht, waarvan wordt gezegd dat ze de oudste groente ter wereld is. Erwten zijn nog beroemder geworden dan ze al waren, toen Gregor Mendel ze gebruikte voor zijn proeven ivm met de overdraagbaarheid van bepaalde (genetische) kenmerken. Enfin, toch toen Mendels werk herontdekt werd in de 20e eeuw. Of misschien ook niet, maar dan heb ik u nu mogelijks aan uw lessen biologie onderworpen van het middelbaar herinnerd.
Die boontjes moeten eerst worden gedopt, voor de kleine bolletjes de pan in kunnen met een wortel of twee, een versnipperde ajuin, en een laurierblad.
Let wel, de ertwen moeten er iets eerder in dan de wortels, als is dat ook een beetje afhankelijk van hoe je de wortels snijdt. Omdat ik maar drie wortels heb gebruikt, heb ik ze in rondjes gesneden, en dan moet je toch een vijf tot tien minuten wachten voor je ze aan de ertwen en ajuin toevoegt.
Ertwen stoof je, dat wil zeggen dat ze op een laag vuur laat gaar worden. Dat duurt even, maar het resultaat is de moeite waard.