Sedert Mujeres al borde de un ataque de nervios (1988) heb ik geen enkele film van Almodóvar meer gemist. (Behalve La mala educación, dat dan weer wel reeds een jaar geduldig ligt te wachten om bekeken te worden.) Ondertussen heb ik ook enkele van de oudere films gezien, zoals Pepi, Luci, Bom y otras chicas del montón, Matador en La ley del deseo, en in de jaren 90 had ik een heuse fansite over de regisseur [01 02]. Vooral naar de vroegere films kijk ik met waarschijnlijk een aardige hoeveelheid jeugdsentiment terug, maar evenzeer kon ik pakweg Carne trémula smaken (dat ondertussen ook al bijna 10 jaar oud is, realiseer ik me nu).
Met Volver gaat Almodóvar opnieuw de weg van de vertelling op zoals we het kennen van Carne trémula en ¡Átame!. Met veel gevoel voor tragiek (geen pathos deze keer) gaat hij op zoek naar de mystiek, maar vooral ook de kracht van de vrouw. En met Penélope Cruz, Carmen Maura, Lola Dueñas, Blanca Portillo, Yohana Cobo, en Chus Lampreave zet de regisseur dan ook een sterke cast neer, die hun Prix d’Interprétation Féminine in Cannes zeker verdiend hebben. Almodóvar viel in Cannes trouwens tweemaal in de prijzen, want hij kaapte meteen ook de Prix Du Scénario weg.
De vrouwelijke toon wordt meteen gezet in de openingsscène: een lange travel in een kerkhof waarin we een heleboel vrouwen zien die onder een harde wind de graven van hun overledenen oppoetsen. Meteen worden we geïntroduceerd tot Raimunda (Penélope Cruz), haar dochter Paula (Yohana Cobo), en haar zus Sole (Lola Dueñas). Ook het element ‘dood’ blijkt een voorbode, want we zijn amper in de film beland, of Paula steekt haar vader neer wanneer die haar tracht aan te randen.
Almodóvar laat zijn film bewegen tussen comedie (géén slapstick) en drama, waarbij –zoals we van hem gewoon zijn– de meest abnormale elementen tot zeer vanzelfsprekend worden getransformeerd. Op geen enkel moment wordt het voor de kijker ongeloofwaardig of over the top, maar troont de regisseur ons mee in een verhaal vol verrassende elementen en verwijzingen. Een zangscène in een restaurant verwijst naar Visconti’s Bellissima, maar ook Hitchcock lijkt omnipresent. De aftiteling, de geladen enscènering en vooral ook de schitterende muziek van Alberto Iglesias appelleren aan de sfeer die Hitchcock in zijn films wist op te roepen (let wel, dit is geen thriller).
In de chaos van de film lijkt Almodóvar het toch wat moeilijk te hebben met het einde. Hoewel aan het echte einde minstens drie andere mogelijke eindpunten voorafgaan, kiest hij voor een verwaterd slot dat noch een definitief, noch een open einde voor het verhaal betekent. Volver is een toegankelijke en interessante film gebleven, waarop Almodóvar sterk zijn stempel heeft gedrukt. De die-hard fans hadden misschien liever wat meer van de oude kitscherigheid teruggevonden, maar met deze film kan de regisseur een veel groter publiek bereiken zonder daarom zijn eigenheid te compromitteren. Misschien niet zijn beste werk (toch niet voor de fans), maar in elk geval een grote aanrader.
Volver, van Pedro Almodóvar met Penélope Cruz, Carmen Maura, Lola Dueñas, Blanca Portillo, Yohana Cobo, en Chus Lampreave. Te zien in de Sphinx (Sint-Michielshelling) en Kinepolis (Decascoop, Ter Platen).
(Deze bespreking verscheen eerder al op Het Project.)