betreurenswaardig

Te belachelijk voor woorden: Gamesector betreurt gewelddadige imago (bron: DS).

De beroepsvereniging van fabrikanten van interactieve computerspelen in de Benelux (BLISA) betreurt dat gaming voortdurend ongenuanceerd gelinkt wordt aan gewelddadig gedrag. Die organisatie wil een maatschappelijk dialoog aangaan naar aanleiding van de link tussen gaming en de dubbelmoord in Antwerpen van vorige week.

(Dat ongenuanceerd gelinkt, daar wil ik ze nog wel in volgen.)

Volgens BLISA krijgen games, films of andere media onterecht een gewelddadig imago opgeplakt. De idee dat de meeste computerspelletjes gewelddadig zijn, klopt niet. Zo waren 67 procent van de nieuwe computerspelen in 2002 geschikt voor kinderen vanaf drie jaar. Slechts 5 procent van de computerspelen (sic) is bestemd voor volwassenen.

*kuch* *verslikt zich in koffie* *herleest*

Zo waren 67 procent van de nieuwe computerspelen (sic) in 2002 geschikt voor kinderen vanaf drie jaar.

*herleest opnieuw*

Cijfers van 2002?! Voor een maatschappelijk relevante discussie? Wacht, ik ken nog cijfers: ‘Zo waren 100 procent van de nieuwe computerspelen in 1969 geschikt voor kinderen vanaf drie jaar.’

Slechts 5 procent van de computerspelen is bestemd voor volwassenen. Hmmm. Laten we dit even in de context plaatsen van wat hieronder staat:

BLISA maakt ook gebruik van een zelfregulerende leeftijdsclassificatie voor games. De Pan-Europese game indicator (PEGI) geeft op de verpakking van elk computerspel aan voor welke leeftijd het spel bedoeld is. Daarnaast verantwoordt PEGI de leeftijdskeuze aan de hand van pictogrammen. Dat kan zijn omwille van het geweld (vuistje) of angstaanjagende beelden (spinnetje). Ook zijn er pictogrammen die wijzen op discriminatie, druggebruik, sex of grove taal.

Herschreven geeft dat dus: ‘slechts 5 procent van de computerspelen hebben een zelfregulerende leeftijdsclassificatie van 18+ gekregen’.

Kijk, ik ben volledig voor het leggen bij de verantwoordelijkheid waar ze thuishoort, en dit geval dus voor een groot deel de ouders, die in deze permissieve maatschappij steeds vaker aan de opvoeding van hun kroost voorbij gaan. Maar een statement zoals Gamesector betreurt gewelddadige imago, draagt evenveel waarde als: Tabaksfabrikanten betreuren longkankers.

Een klein beetje serieus blijven, hé mensen.

Jij niet bang van zwarte man zijn!

Vroeger werd men soms op straat aangeklampt door een of andere Afrikaan, wiens captatio benevolentiae steevast luidde: dag meneer, jij niet bang van zwarte man zijn. Alleen al het feit dat hij die zin uitsprak, beroerde zevenentachtig voelsprieten die mij alle vertelden vooral toch maar waakzaam te zijn voor hetgeen wat zou volgen.

Sinds het algemeen tot fout uitgeroepen Kuifje in Congo (oorspr. Tintin au Congo), en de connotatie met Wereldoorlog II –om een totaal andere reden– leek het woord ‘zwarte‘ mij grotendeels uit de Vlaemsche woordenschat verbannen.

Toen ik vanochtend over Nieuw geval van extreem geweld las bij DM, vroeg ik mij toch af waarom ik dit een eigenaardig taalgebruik vond:

Net geen maand na de moord op Joe Van Holsbeeck is België weer opgeschrikt door extreem geweld, wellicht met racistische inslag. Enkele skinheads hebben zaterdagnacht een zwarte man en zijn Belgische vriend afgetuigd in Brugge, vlak bij het beruchte café De Kastelein. De zwarte verkeerde gisteren nog in levensgevaar, zijn vriend is zwaargewond.

Het gaat hem wel degelijk over de zwarte; even later spreekt men over een zwarte man uit Parijs, wat ik een veel minder bijzonder taalgebruik vond. Een zwarte man (zonder uit Parijs erbij) ligt daar ergens tussen.

“Een zwarte man uit Parijs ligt in een coma en is in levensgevaar”, zegt de Brugse procureur Jean-Marie Berkvens. “Het andere slachtoffer, een Belg met rastakapsel uit Ichtegem, is zwaargewond.”

Bij DS heeft men het over een allochtoon, en daarna nog over kleurling; bovendien blijken bij DS beide mannen allochtonen te zijn:

Tijdens de nacht van zaterdag op zondag zijn twee allochtonen in Sint-Kruis-Brugge afgetroefd door een groep skinheads. Een van de slachtoffers, een Fransman, ligt in een coma en verkeert in levensgevaar. Ook het tweede slachtoffer, een Afrikaan, is zwaargewond. […] Bij de slagen werden geen wapens gebruikt, de twee kleurlingen werden geslagen en geschopt.

In de context van DS vind ik het taalgebruik van DM een beetje gekleurd (excusez le mot). In de context van het gebeuren is de afkomst van de slachtoffers wel belangrijk natuurlijk, maar is de taalkeuze nog steeds eigenaardig te noemen. Of geraak ik PC geconditioneerd ?

cim

Zegt Peter (terecht):

Waarom De Morgen on line een weergave van de gedrukte krant verkiest boven een “echte” site, heeft minder te maken met vakmanschap of klantvriendelijkheid dan wel met het reglement van het Cim, lees ter verduidelijking eens het Reglement voor Echtverklaringen Oplage en Verspreiding Pers (PDF) (in het bijzonder Artikel 20 bis over On Line Abonnementen):

Ik broed al een tijdje op een artikel over het Centrum voor Informatie over de Media (CIM), en het verwondert mij eigenlijk dat nog niemand dat heeft gedaan (lijkt mij iets voor LVB) –misschien heb ik het over het hoofd gezien.

Met veel grootspraak gaat CIM er immers prat op mee te zijn met haar tijd: Om de evolutie van de nieuwe digitale ON LINE (sic) technieken te kunnen volgen, integreert het CIM in haar processenverbaal van echtverklaring, de titels van dagbladen en tijdschriften die aan de lezersmarkt ON LINE (sic) versies aanbieden. Het reglement in artikel 20 bis getuigt echter van een redelijk beperkte visie op die ontwikkeling.

Een beetje meer in detail (zoals Peter het ook reeds in de comments heeft geplaatst): zijn er enerzijds vormvoorwaarden, maar tevens financiële voorwaarden, waaraan een online publicatie moet voldoen voor CIM.

De vormvoorwaarden stellen dat de online versie zo dicht mogelijk de gedrukte versie moet benaderen. Vorm wordt hier op een zo ruim mogelijke manier bekeken, want vorm slaat zowel op vormgeving als op inhoud. Niet alleen moet een online versie van een krant dus alle informatie van het gedrukte equivalent bevatten (tot foto’s en –nationale– reclame toe), maar tevens moet die online versie zoveel mogelijk op de papieren versie gelijken. CIM stelt zelfs dat, om een artikel te kunnen lezen, dat artikel eerst op de volledige krantpagina moet worden getoond, alvorens men eventueel een uitvergroting van dat artikel mag tonen (wat dan in PDF, HTML, GIF, JPG of wat dan ook mag). Maar die tussenstap is noodzakelijk. De online versie van DM beantwoordt hier volledig aan (ook in de vorige versie), maar hoe zit het dan met de onvolprezen tekst-versie (HTML-versie) van DS?

DS biedt immers drie versies aan van de online krint: de krant in beeld, die, conform het reglement van CIM eerst de volledige pagina toont, waarne de lezer die pagina als PDF kan bekijken; de krant in tekst, die weliswaar nog steeds de rubricering van de papieren versie overneemt, maar niet langer de pagina-opmaak van de gedrukte versie weerspiegelt en dus, strict genomen, niet voldoet aan het reglement van CIM; en de krant in PDF, die enkel toegankelijk is voor de (louter) digitale abonnees van DS (dus mensen die geen papieren versie in hun brievenbus ontvangen), en die toelaat de volledige krant als PDF te downloaden.

(Heeft DS een deal gesloten met CIM? Tellen ze de bezoekers van de tekstversie niet mee?)

Naast de vormvoorwaarden stelt CIM ook een aantal financiële voorwaarden vereisten voor de online krant. Zo stelt men een gelijkheid van tarief voorop tussen gedrukte en online versies, al staat men een korting toe van maximaal 66% t.o.v. het papieren abonnement. Dat verklaart meteen waarom een digitaal abonnement voor DS zo duur is, en DM het lang niet heeft aangeboden, maar nu hetzelfde bedrag vraagt als voor het papieren abonnement. Een gecombineerd abonnement voor eenzelfde persoon, zoals zowel DM als DS aanbieden, telt voor CIM enkel mee als 1 abonnement –lijkt mij logisch.

Vergelijk de online abonnementen: 49 USD per jaar voor NYTimes vs 244 EUR per jaar voor DM vs 126 EUR per jaar voor DS. 126 EUR per jaar is overigens minder dan 50% (en geen 66%) van een abonnement op de gedrukte versie.

Het zou gemakkelijk zijn om te stellen dat CIM, net zoals het IFPI en andere gelijkaardige minder geëvolueerde organisaties, hiermee vooral in haar eigen vel snijdt. Alleen zitten er in CIM nogal wat vertegenwoordigers van de traditionele pers, die eigenlijk zelf zouden kunnen meebouwen aan een dergelijke ontwikkeling naar of van de digitale media. (Zouden ze kunnen omgaan met RSS abonnementen?) Hoe langer ze wachten, hoe moeilijker ze het zullen hebben om op te tornen tegen de regionale initiatieven, al zijn we natuurlijk nog lang niet zo ver.

(Wat betreft de gebrekkige online interface van de ‘nieuwe’ DM, denk ik niet dat de schuld daarvoor enkel bij CIM te leggen valt. Kijken we maar naar de creatieve oplossing van DS. En nu ga ik eerst mijn online krant lezen. DM heb ik bij het ontbijt al doorgenomen –de meer toegankelijke gedrukte versie vanzelfsprekend.)

spontane sollicitatie

Geachte heren Desmet & Mijlemans,

Proficiat met de restyling van uw krant. Sommigen beweren dat de leesbaarheid er niet meteen op vooruit is gegaan, maar ik vermoed dat de gewenning de komende maanden en jaren aan dat euvel wel zal verhelpen –al blijft het jammer dat de kleinere koppen binnen nauwe kleurenbanden worden genepen. Kwatongen beweren dat de vorm nu eindelijk de lifestyle inhoud heeft gevolgd, maar dat zal u mij niet horen zeggen. Meer zelfs, u zal weinig of niets over de gedrukte versie van de krant uit mijn mond vernemen.

Jaren heb ik immers moeten wachten op een online versie, en pas nadat de grootste concurrenten reeds rustig hun plaatsje op het internet hadden verworven, werden wij verrast met een digitale Morgen. Omdat u in uw aankondigen voor de nieuwe layout had gealludeerd op een tienjarige voorsprong voor de gedrukte krant, keek ik vol verwachting uit naar het online equivalent. Hopelijk kan u mijn ontgoocheling begrijpen.

Toegegeven, u bent de New York Times niet, maar van de investering van 110 miljoen euro voor de drukkerij hadden er toch een paar (of had er toch minstens één) af gemogen voor een doordachte website? En dan bedoel ik een echte website, geen online versie van die gedrukte krant, zoals men ook 10 jaar geleden bedrijfsbrochures tot bedrijfssites omtoverde. Want laat ons eerlijk zijn, niemand heeft een boodschap aan de onleesbare thumbnails van de gedrukte krant.

Content is king, schreef Bill Gates in 1996 reeds. En hoewel een krant natuurlijk aan inhoud geen tekort heeft, moet die inhoud toegankelijk zijn (leesbaar, vindbaar, en linkbaar). Kortom, zonder al te veel in details te treden –al zou ik het hier graag eens met u beiden over hebben– zal u het met mij eens zijn dat er (veel) ruimte is voor verbetering.

Mag ik u bij deze mijn diensten aanbieden? Ik heb ruime ervaring met het internet, zowel zelfstandig als in loondienst en als vrijwilliger. Ik heb de boom meegemaakt in de jaren 90 en de bom rond de eeuwwisseling. Ik heb de opmaak zien wijzigen van semantisch naar pixels en tabellen, en opnieuw naar semantisch; van Gopher naar HTML; en van TABLE naar DIV. Ik ken het verschil tussen accessibility en usability, en wat meer is, ik weet het ook toe te passen.

Wat denkt u ervan? Zullen we er samen voor zorgen De Morgen ook op het internet een mooie voorsprong te geven?

rechtzetting

In tegenstelling tot wat de media mij (en u) proberen aan te wrijven, heb ik geen moment met de afkomst van de moordenaar(s) van Joe ingezeten. Het volstaat voor hen evenwel dat zij zélf tot die conclusie zijn gekomen, om maar meteen aan te nemen dat, wat ze houden voor weldenkend Vlaanderen zoals de Borg uit hetzelfde vat hebben getapt. (Want dat doen ze graag, bij de media.)

U hoeft uw eigen voorgeconditioneerde kronkels niet op mij af te schuiven. Klop liever eens op uw eigen borst. Het zou u deugd doen.

was het maar gisteren

“De Morgen” is totaal vernieuwd. Een nieuwe krant die u door de feiten van de dag gidst, u achtergrond en duiding biedt en gemaakt is voor mensen die niet genoeg uren in hun dag vinden. Met dat doel voor ogen hebben we ook de onlinekrant op onze website vernieuwd. Nog meer dan vroeger staan toegankelijkheid en gebruiksgemak centraal.

Jaja, zo staat het er letterlijk: toegankelijkheid en gebruiksgemak centraal. Misschien moeten ze dat meer eens opzoeken, bij De Morgen. 10 jaar voorsprong nemen ze, naar eigen zeggen, met het nieuwe formaat en bijhorend procédé op hun concurrenten. En meteen gaan ze ook weer 10 jaar in de tijd terug voor de online versie van hun krant.

DM online DM online

Een online krant is geen gedrukte krant. Ze zouden het allemaal honderd keer moeten schrijven, daar op de redactie.

  • Wat is de zin van die verkleinde pagina’s als navigatie als toch niemand kan ontcijferen wat erop staat. Of denken ze bij DM dat hun lezers de krant alleen maar voor de prentjes kopen?
  • Wat is de zin van de thumbnails van een (dubbele) pagina? Alweer: niemand kan lezen wat erop staat. Als je er met je muis over beweegt, krijg je geen stukje tekst meer te zien over het artikel; als je erop klikt, krijg je een groter formaat, maar minstens even onleesbaar in als het andere. Maar! Hoho! De mannen van DM hebben Lightbox JS (nu ook versie 2.0) ontdekt. Ze zijn mee met hun tijd hoor. Nuttig!
  • We krijgen nu eindelijk wel de volledige artikels in één keer te zien, maar op pagina 18-19 bijvoorbeeld krijgen we twee keer iets over An Pierlé: het bijschrift en het artikel. Allez, schoonheidfoutje, zeker?
  • Als je de foto’s wilt zien, moet je de ganse bladzijde downloaden. Niet het artikel, maar de ganse bladzijde. Klikken op Boekentoren voor WK voetbal geeft me dit akelig lege scherm; als ik de foto wil, moet ik een PDF van 0,7 MB downloaden.
  • Er is geen mogelijkheid om de volledige krant als PDF te downloaden.

Een vette nul op het rekest. Gebuisd over de ganse lijn, en eigenlijk moet ge zelfs in september niet meer terugkomen. 10 jaar vóór met uw papieren versie? Misschien, ik krijg ze pas vanavond in mijn handen. Maar jullie staan alvast opnieuw een paar jaar achter met de online versie. Geef mij maar DSO als interface. Of zelfs DM van gisteren. Dan kon ik ze tenminste nog lezen.

(Voor wie het wat moeilijk heeft met begrijpend lezen: bovenstaande gaat enkel over de online versie van de ‘vernieuwde’ De Morgen.)

het hart kruipt waar het niet ganen kan

Vandaag hebben we voor de tweede keer in korte tijd de traditionele media voorbij gestoken. Op zich is dat geen wereldschokkend feit, het is gewoon eigen aan het medium waarin we werken, maar het bevestigt wel weer de gegronde vrees van die traditionele media en het potentieel van de ‘nieuwe’ media zoals Het Project.

Mijn zwaard snijdt aan twee kanten. Enerzijds moeten de traditionelen opletten om in deze ratrace niet achter te blijven –er zijn ondertussen meer kapers op de kust– en anderzijds moeten wij uitmaken hoever we daarin willen gaan. De kracht van Het Project situeert zich op twee vlakken: ten eerste is er het blogaspect, dat door geen enkele andere media op dergelijke manier kan worden geëvenaard (voornamelijk wegens gebrek aan kennis en ervaring) –versus de meer objectieve nieuwsgaring (edoch niet vreemd van enige duiding) waarin wij momenteel een beetje tekort schieten– en ten tweede bedienen wij een niche, en alleen maar die niche –uitbreiding zou momenteel fataal zijn. Ook het aspect van nieuwsgaring is niet onoverkoombaar, indien we ons kunnen losmaken uit een financiële dependentie.

De groep die achter Het Project zit is bovendien een zeer hechte groep samenwerkende mensen, die elkaar met veel plezier het licht in de ogen gunnen. Een van de problemen die zich kunnen aanbieden, is een hertaling van die groep gepassioneerde amateurs naar een semi-professioneel draagvlak, waarin zowel plaats zou moeten zijn voor het bezielde amateurisme en een structurele organisatie die kan instaan voor een verder ontwikkeling van het gegeven. Een eerste vraag is mogelijks of die ontwikkeling wenselijk is –maar me dunkt dat die evolutie onontkoombaar is. Een tweede vraag is de manier waarop dat raamwerk moet instaan voor de organisatie van Het Project.

(En voorlopig moet ik u daarop het antwoord schuldig blijven. Wat niet betekent dat ik daarover geen visie heb. Wordt ongetwijfeld vervolgd.)

ontdooien

Iets meer dan een jaar geleden publiceerde DS naar aanleiding van een onderzoek van Test-Aankoop dat onze koelkasten wel schoon zijn, maar dat in 40% van de gevallen de temperatuur te hoog was. Ze verzuimden evenwel te vermelden welke temperatuur de correcte was (hoewel dat eenvoudig was te vinden: tussen 4 en maximaal 7 graden). Vandaag krijgen we hetzelfde op ons bord.

Hogeropgeleiden lappen houdbaarheidsdatum aan hun laars is een onderdeel van een groter artikel over gezond eetgedrag van de Belg (of het gebrek daaraan). We krijgen een aantal interessante, maar verontrustende gegevens, waaronder Amper de helft van de Belgen zou vlees, gevogelte of bereidingen correct ontdooien.

Wat de correcte manier is om voedsel te ondooien staat er echter niet bij. Een korte zoektocht brengt ons evenwel snel bij de oplossing (gezondheid.be):

Diepgevroren vlees of vis moet worden ontdooid in de koelkast of de microgolfoven. Buiten de koelkast bij kamertemperatuur vindt een razendsnelle ontwikkeling van micro-organismen plaats en dat verhoogt het risico op een voedselvergiftiging.

’t Is maar dat u het weet. Meer tips leest u overigens in het artikel Ontdooien: zo hoort het

lost

Lost en Desperate Housewives waar en wanneer je wil (DS 11/04/2006) ABC zal een aantal afleveringen van hun vier populaire series on-line zetten, daags na hun uitzending op televisie. Het gaat om Lost, Desperate Housewives, Alias en het mij geheel onbekende Commander in Chief. Leuk.

De afleveringen kunnen niet gedownload of bewaard worden, maar ze worden wel gearchiveerd.

Euh. Gearchiveerd? Ik dacht dat het de bedoeling was dat we de episodes online konden bekijken? En worden gearchiveerde bestanden niet per se bewaard? Ook uit de context worden we niet wijzer:

Wie wil kan dus op zijn computer een hele reeks afleveringen achter elkaar bekijken. Van Alias wordt zelfs meteen het hele lopende seizoen online gezet. Een en ander betekent dat kijkers hun favoriete televisiereeksen altijd en overal op hun pc kunnen bekijken, als ze tenminste over een breedband-internetverbinding beschikken.

Een en ander betekent dat staat hier waarschijnlijk voor ‘ik weet absoluut niet waar het over gaat, en ik ga er dus ook niet proberen er een uitleg aan te geven.’ De episodes worden online geplaatst, maar tegelijkertijd ook gearchiveerd, en de reeksen kunnen altijd en overal op de pc bekeken worden, allez, als ze over breedband beschikken. Maar anders altijd en overal. Echt waar. Denk ik.

Enfin, de Disney press release brengt verduidelijking (Disney-ABC Television Group takes abc primetime online, offering hit shows on abc.com during May and June):

Current episodes of “Lost,” “Desperate Housewives,” and “Commander In Chief,” as well as the entire present season of “Alias,” will be available for streaming during May and June, marking the first time a broadcast network has made multiple series available for viewing online, free of charge to consumers. [mijn bold]

[…]

Encoded and streamed in Flash 8, which offers the best video quality and allows users on both Mac and PC platforms to watch the video episode, will be offered in two different sizes. The standard viewing size is 500×282 pixels (streamed at 400kbs), and the larger viewing size is 700×394 pixels (streamed 700 kbps).

Aha. Streaming. Via Flash. Waardoor het niet vanzelfsprekend wordt om de filmpjes te downloaden, en waarmee ze er meteen ook voor kunnen zorgen dat de reclame niet kan geskipped worden. Eigenlijk volstond het om maar ze worden wel gearchiveerd uit de tekst te schrappen (en ook die Een en ander betekent dat).

De afleveringen kunnen niet gedownload of bewaard worden. Maar wie wil kan dus op zijn computer een hele reeks afleveringen achter elkaar bekijken. Van Alias wordt zelfs meteen het hele lopende seizoen online gezet. Op die manier kunnen kijkers hun favoriete televisiereeksen altijd en overal op hun pc kunnen bekijken, als ze tenminste over een breedband-internetverbinding beschikken.

Zoiets? (Als ik even pedant mag wezen. Ik weet het, ’t is niet vriendelijk en ik maak ook veel fouten en al, maar ik heb een proper excuus: net geen 10 uur geslapen op zo’n vier etmalen.)

pijn doet lijden

Maar we wisten van elkaar dat we niet elkanders grote liefde waren: zij niet die van mij, en ik niet die van haar. Dat kan vandaag allemaal verwonderlijk of hypocriet klinken, maar vijftig jaar geleden was het schering en inslag om met ‘de verkeerde’ te trouwen en er het beste van te proberen te maken. Ik kan je talrijke voorbeelden geven van collega-auteurs van toen die meer met andere vrouwen naar bed gingen dan met hun eigen vrouw.

Er staat en enorm pijnlijk interview van Margot Vanderstraeten met Ward Ruyslinck in de boekenbijlage van DM vandaag. Op het randje van cringe schetst het een beeld van een cynisch en verbitterd man die –vooral in de jaren 60 en 70– een hoop succesvolle boeken heeft geschreven.

Ik wil niet doodgaan, laat staan dat ik een grafsteen ambieer. Ik ben bang voor de dood. Elke ongelovige is bang voor de dood; omdat er daarna niets meer is. Niets. Einde. Gedaan. Begraven worden is nog zoiets dat me de stuipen op het lijf jaagt. Ik ga nooit naar een begraafplaats of een kerkhof. Ik bezoek geen enkel graf. Niet naar dat van mijn ouders. Niet naar dat van mijn broer. Niet dat van mijn eerste echtgenote. Als ik voor een graf zou staan, zou ik uitgevreten lichamen zien, skeletten waaraan geknaagd is.

Verplichte lectuur. (Dat gold voor Ruyslincks boeken tijdens de schooljaren immers ook.)