mijn delhaize

Het zal meer dan een jaar geleden zijn dat ik nog eens een voet in de Delhaize aan de Watersportbaan had gezet. Niet dat ik iets tegen die winkel heb of had, of dat ik er iets intrinsiek onaangenaam had meegemaakt; het was er gewoon niet meer van gekomen. De meeste van mijn inkopen doe ik bij de lokale middenstand: Dobbelaere voor de vleeswaren, het Vitamientje voor groenten en fruit, OriginO voor spaghetti en couscous en quinoa en ontbijtgranen, en voor de non food en grotere hoeveelheden water, melk en cola light, gaan we meestal (twee)maandelijks bij de Colruyt langs. Al moet ik vermelden dat Tessa met grotere regelmaat wel eens de Delhaize binnenstapt, als we echt dringend melk nodig hebben bijvoorbeeld.

Het is niet meer mijn Delhaize van vroeger. De kassa’s zijn verruimd –al kan ik mij voortellen dat het er op piekmomenten nog even druk en chaotisch is als vroeger–, je kan van de ingang rechtstreeks naar de kassa’s zonder eerst lang fruit en groenten te moeten passeren, de rekken zijn lager zodat je minder het gevoel hebt opgesloten te zitten, maar de algemene indeling is grofweg hetzelfde, zodat ik meteen nog wist waar alles stond. Het is er in elk geval gezelliger geworden.

Oud nieuws, waarschijnlijk, zelfs heel oud nieuws, voor de meesten. Maar bon, ik heb mijn Delhaize herontdekt. Misschien kom ik er nog wel eens om melk en water en wasproducten, tussen twee Colruytbeurten in.

ontbijkoeken

“Papa, wilde gij dat hier alstublieft naar beneden meedragen?”

Heel even keek ik hem gefronst aan, maar al gauw daagde het. Het is vaderdag vandaag, en hij heeft zijn verrassingen boven op zijn kamer weggestoken. Dat en zijn jommekes naar beneden dragen, zou van het goede een beetje teveel geweest zijn. Eigenlijk had hij heel erg graag ontbijtkoeken gehaald, maar dat zag ik niet echt zitten.

“Kind krijgt steeds minder vrijheid”, las in woensdag in DM (enfin, donderdag, want de krant van woensdag zat pas donderdag in de bus). Waar de speelactiradius –de veilige zonen waarin ouders hun kinderen laten spelen– van een achtjarige in 1970 nog een straal van 840 meter had, is die in 2007 voor 79 procent van de ouders gekrompen tot 20 meter.

En dat klopt. Geen haar op mijn hoofd dat eraan zou denken Henri dezelfde vrijheid te geven die ik had, tijdens mijn preteen jaren. Wij gingen met de fiets de ganse buurt door, de straat uit, de velden in. Nu mag hij ook doen wat hij wil, maar ik moet hem kunnen zien, of weten dat hij bij iemand is die ik vertrouw. “L’enfer c’est les autres“, ruk ik hier maar even uit de context.

Een papieren, zelfgemaakte puppet on a string, twee tekeningen, een kaartje, een brief die hij eerst heeft voorgelezen, en een heleboel knuffels. Geen ontbijtkoek die daar tegenop kan.

changement de décor

Bij momenten moet ik de scène wat wijzigen. Gisteren stond links op mijn bureau nog een televisie, maar die heb ik er ’s avonds af gehaald. De Xbox360 hing eraan, en dit was niet meteen de meest geschikte locatie/situatie om spelletjes te spelen. Makkelijk om af te wisselen tussen werk en spel misschien, maar op die manier kwam ik bijna niet meer van achter mijn bureau vandaan.

bureau

De Beolabs (luidsprekers) stonden gisteren nog bovenop die kast links in beeld. Nu heb ik ze aan weerszijden van mijn scherm geplaatst, wat een duidelijke verbetering in het klankbeeld geeft (duh!). En kijk, plots heb ik ook meer plaats om mijn fotogerief te etaleren –alles binnen handbereik.

Oh, let vooral niet op de andere rommel, dat probeer ik ook te doen. Het is maar tijdelijk.

de brug

Een tijd geleden heb ik een extern bedrijf hier een audit laten doen van de IT infrastructuur. Dat paste perfect bij mijn jobomschrijving én in de planning van een project dat ik nu al bijna een jaar tracht verkocht te krijgen. Eén van de zaken die in die audit naar boven kwam was –zoals in bijna elk bedrijf– de iets te losse manier waarop met paswoorden werd omgesprogen. De paswoorden waren te eenvoudig en gingen te lang mee. In de maand volgende op het rapport van die audit werd iedereen verplicht zijn paswoord aan te passen, aan de hand van een aantal richtlijnen, waaronder een verplichting van aantal en soort te gebruiken tekens.

Als laatste maatregel –in een reeks die ik niet ga opsommen– werd vorige week ook de code van de deur gewijzigd (die deur is een binnendeur, eer ge hier binnen geraakt moet ge langs een rist conciërges en receptionisten passeren). Die code was 5050*. Die asterisk is geen censuur, maar het laatste teken dat ge moest induwen voor het slot lossprong.

De stations in Gent en Brussel Noord waren verlaten, en er zat ook bijna niemand op de trein die ik gewoontelijk van Gent naar Brussel neem. De meeste broodjeszaken waren dichtgebleven, al was de Panos in Gent wél open (en stond daar eigenaardig genoeg wel de gebruikelijke file), en die ene zaak in Noord die open was, verkocht slechts een minimum aan ontbijtmateriaal.

Ook bij ons op het werk, om 7u40, was er niemand aan de receptie. De nieuwe code had ik nog niet gekregen, en pas iets voorbij achten kwamen de eerste collega’s er aan. Ook zij hadden de nieuwe code niet. De receptioniste kwam er pas om 8u30. Zij had de code wel, mooi op een gele post-it genoteerd, die ze behendig uit haar handtas viste. Ze weigerde de code met ons te delen, maar ik heb geniepig haar vingers gevolgd toen die over het keypad gleden. Nu heb ik ook zo’n post-it.

homarus 5: bruinbrood

Ondertussen heb ik reeds een tijdje een beproefd en goed bevonden broodrecept, maar in het kader van mijn Homarusproject, wou ik toch ook even hun recept proberen.

Bruinbrood (de basis, p. 222). De foto in het basisboek ziet er al geheel anders uit dan ik van zelfgebakken brood gewend ben, maar datzelfde prentje zou wonderwel waarheidsgebtrouw blijken. Het Homarus bruinbrood is compact en dense, zacht maar zwaar.

bruinbrood

Nodig: 25g gist, een beetje suiker, een beetje zout, 3dl water, 650g tarwebloem. Erm, en een mengkom, een bakvorm en een oven –maar dat had u al door waarschijnlijk.

Brokkel de gist met de suiker in een derde van het water en roer goed door. Laat een minuut of tien staan. Giet ondertussen de bloem in de mengkom, en strooi er het zout over. Giet het gistmengsel erover, en meng. Voeg geleidelijk aan de rest van het water toe, tot het deeg goed kneedbaar wordt.

bruinbrood bruinbrood

Kneed gedurende een geruime tijd het brood, tot het deeg soepel voelt. Dat staat er altijd bij, dat het deeg soepel moet zijn, en dat is niet zomaar. Het deeg moet glad zijn, maar mag niet meer aan de handen kleven. Je kan gerust tien tot zelfs twintig minuten kneden –voor brood kan je eigenlijk niet te veel kneden, de eerste keer.

Laat het deeg rijzen in de mengkom, gedurende ruime tijd –denk twee tot zelfs drie uur. Kneed dan nog eens, en laat opnieuw rijzen, tot het in omvang verdubbeld is. Kneed nog eens, en doe het in de bakvorm. Laat opnieuw rijzen tot het alweer verdubbeld is in omvang.

bruinbrood

Verwarm de oven voor op 200°C, en bak het brood bruin (heb u hem?) in zo’n dertig tot veertig minuten.

Dit brood was, zoals bij het begin vermeld, veel gecomprimeerder dan wat ik gewoon was. Niet mijn favoriete brood, maar zeer geschikt om bijvoorbeeld restjes saus mee van het bord te eten.

niemand werkt

Hm. Ik heb zo het gevoel dat niemand werkt vandaag. De autostrade was leeg –waardoor ik me even heb kunnen vermeien samen met een vriendelijke meneer in een BMW– de tunnels waren leeg, de kantoren zijn leeg. Ook op De Lijst(*) gebeurt er maar weinig.

Mogelijks is iedereen aan het oefenen voor morgen?

(*) De Lijst is de interne mailing list voor de redactie van Het Project

dipje

Elke dag, ergens tussen twee en drie in de namiddag, krijg ik een dipje in mijn anders hoog opgeladen energieniveau. Een korte power nap zou daaraan verhelpen, maar net zoals lezen tijdens de uren, is de werkgever daar niet meteen op gesteld.

Caffeïne, of koud water in het gezicht plenzen help niet echt, dus loopt mijn dipje gauw wat langer uit dan de tien-vijftien minuten die ik aan zo’n power nap zou besteden. Wat vroeger gaan slapen zou waarschijnlijk ook helpen.

Hebt u daar ook last van, van zo’n dipjes?

cavalier seul

Zoiets mag toch niet verdwijnen in een commentaar?

Ten eerste: het was de “55″
Ten tweede: de hoofdeigenaar(en) van de 55 waren destijds Antoon (Toontje) Vantomme en Oliver Neyrinck, en twee ‘minderheidsaandeelhouders’: Serge Van Autreve (die later de Aba-Jour zal opendoen) en mezelf.
Toontje is na de verplichte sluiting van de 55 (het monster Urbis moest in de plaats komen) nog mede-eigenaar geweest van de 55 in Kuurne samen met Peter Decuypere.
Decuypere is daarna met Thierry Coppens de oprichter geweest van de legendarische “Fuse” in Brussel en is stinkend rijk geworden met die mega-technofuiven.
Toontje woont nu in Thailand en is (nog steeds met cv seul) eigenaar van de meeste seksshops op de Kuiperskaai, Cine ABC en die tent aan de Dampoort.
Serge heeft zijn Aba-Jour verkocht en woont nu ergens in Antwerpen waar hij catering doet voor bedrijfspartfeesten.
Olivier is van de aarbodem verdwenen.
En ik, ik schrijf af en toe eens voor Gentblogt. 😉

Huug maat, schrijf eens uw memoires.

bijna ontsnapt

U was er bijna aan ontsnapt, aan mijn dagelijkse post. Maar we hebben net nog de laatste tram gehaald. En nog een geluk, want ik heb zoveel te vertellen dat ik begod niet weet waar eerst te beginnen. U zal moeten wachten tot morgen.

(Ja, dat geldt ook voor die ene persoon die nog een verhaal te goed heeft.)