multicultureel

“Is diene winkel hier van u misschien?”

Ik stond langs de Franstalige kant van de twee gangen bij De Poort. De man –aan wie bovenstaande uitspraak is toe te schrijven– had net niet mijn (bescheiden) stapeltje strips op de grond gekeild. Hij liep al minstens tien minuten nerveus van het begin naar het einde van de rayons, iedereen monkelend aanstotend, en onderwijl ogenschijnlijk naar willekeur agressief in de bakken rommelend, op zoek naar god-weet-wat.

– Is dat niet wat overdreven, meneer? had ik hem juist gevraagd, met de van een koude vloer geredde albums in mijn armen.

“Weet ge wat, vent,” kwam hij op mij af, “ge hebt geluk dat we hier binnen in een winkel staan, of ik had u al op uw muil geslaan.”

Zijn bril stond vooraan en schuin op zijn neus, en zijn rechteroog draaide halsstarrig een andere richting uit dan zijn linker. Hij bleef op twee armlengtes van mij vandaan.

“Diene rugzak hé vent, die moet ge vanvoor afgeven, en dan zal ik zo niet tegen u móeten aanbotsen.”

– Pardon? (Mijn ‘rugzak’ hing rechts tegen mijn heup gedraaid, en stak noch voor noch achter mij uit.) Allez meneer, dat meent ge toch niet?

“Ge zijt zo nen multiculturelen zeker? Een goeie afranseling, dat moet ge ne keer krijgen.”

Nu kreeg ik zelf ook plezier in.

-Welnee, glimlachte ik hem toe. Ik ben zo nen Blokker, ziet ge dat niet aan mijn gemillimetreerd haar? En kijk, ginder buiten, (sprak ik rustig en met een nog bredere glimlach) daar staan mijn vriendjes, en ik ben er zeker van dat ze wel goesting hebben in die peer op ulder muile.

Waarop hij murmelend de Nederlandstalige gang inschoot om er geduldig te wachten tot ik afgerekend had. Ge weet tenslotte maar nooit of hij serieus was, zag ik hem denken.

geen oog (maar twee handen)

Vannacht heb ik geen oog toegedaan.

de bokserDan mag ik mezelf gisteren nog wel geruststellen door te schrijven dat Henri zich slechts ‘lichtjes’ heeft verbrand, ik kan de keren op mijn (beide) handen niet tellen dat ik mijzelf vannacht heb moeten tegenhouden om naar boven te spurten, de windsels van zijn handen te halen en te kijken hoe het ermee gesteld is. ‘Lichtjes’ slaat in dit geval toch wel op brandwonden van de eerste (rood) en tweede graad (blaasjes).

Zo’n kind is toch nog een pak meer dan zomaar een deel van uzelf. Terwijl ik normaal gezien bekend sta als de man met de kalmte die het afbranden van huizen verhindert (dat leg ik nog wel eens uit), durf ik toe te geven dat de paniek mij wild om het hart slaat wanneer ik een potentiële ramp rond mijn eigen vlees en bloed zie ontwikkelen. De ‘cool’ die mijzelf zo eigen is (was?) mag ik dan wel met veel genoegen in de zoon gespiegeld zien, de angst en de pijn slaan mij (in dit geval) genadeloos tegen de vlakte.

Hij heeft een hoge pijngrens. Hoewel ik hem gisteren even heb weten wenen, ging het vooral om de schrik, terwijl hij slechts ogenblikken later moedig bibberend met beide onderarmen onder de ijskoude kraan zijn foeterende vader geruststelde. Pas toen hij op de terugweg spontaan en zonder aanleiding weer begon te huilen, kregen we een indicatie van hoeveel pijn de jongen wel moest hebben.

Vandaag blijft hij thuis. En als ik het durfde, hield ik hem altijd thuis, weg van de grote boze wereld. Maar dan zou ik waarschijnlijk pas goed verkeerd bezig zijn.

dingesdag

Vandaag was het Erfgoeddag, waarin:

  • Tiva (Oudburg) een OK resto blijkt, met weinig vers (zoals: ter plekke ende ter stond gemaakt) eten (niet dat het eten niet lekker of gezond zou zijn), maar des te gezellig en sympathiek
  • ik de mens van Popville vervloek omwille van zijn aanbod Engelschtalige stripdinges en de erm ‘openheid’ van de winkel op zondag
  • wij van bij Popville (o.a.) de zeefdruk van Boerke hebben meegbracht (nummer 23 dankuwel)
  • het Huis van Alijn bevestigd werd als meer aangename plek (of op zijn minst meest aangename museum) van Gent; waarbij ik Sylvie D’haene heb gezien, en zij mij ook, maar zij niet wist wie ik was hoewel ze mij wel kende; waarbij Henri zijn hand (lichtelijk) heeft verbrand edoch er nog het beste van heeft gemaakt ook dank zij de bezorgdheid van het Huis
  • Els en Maarten toch wel weer twee sympathieke en zeer goede vrienden zijn gebleken
  • ik de moeite niet meer doe om u uit te nodigen voor het concert bij Opatuur vanavond, maar u met weinig twijfel binnen enigte uren de huid alweer zal volschelden voor uw afwezigheid aldaar

lente

de eerste BBQNu is het echt wel Lente (met kapitale ‘L’): we hebben zonet voor de eerste maal in 2006 gebarbecued.

Daarnet kwam Tessa thuis van de binnenstad, met onder haar arm een electrische barbecue/grill van de Hema (nog geen 40 EUR23 EUR). Waarna ze mij thuis alweer achterliet om het ding in elkaar te steken (3 seconden werk) en gauw nog wat verse vis (zalm, tonijn en limande) en ditto groenten van bij de locale middenstand terug te brengen. Een beetje couscous, een komkommer, een gele paprika, twee tomaten, kruiden uit de tuin, een zalige avondzon, en de lente is ingetreden.

Hebt u er ook al zo van genoten?

thesaurie

“Spreek ik met meneer Bollaert?”

– Ja hoor, met wie spreek ik alstublieft?

“U spreekt met X van de Belastingen.”

Oeps. De Belastingen. Op mijn GSM. Dat kan geen goed nieuws zijn.

Waarop de mevrouw evenwel vrolijk haar missie verderzet, en mij wijst op het feit dat ik vorig jaar een bezwaarschrift had ingediend betreffende de overtaxatie van de BIV op mijn motor (van 2004). Die vergissing werd uiteindelijk rechtgezet, en wat meer was, ik had recht op intresten omdat ze eerst onrechtelijk geld hadden afgepakt en dan pas te laat hadden weergegeven. Ik moet daarvoor vorig jaar ergens een circulaire hebben gekregen ten bedrage van zo’n 15 EUR, maar ik had verzuimd die cheque te innen.

En wat zegt die lieve mevrouw? Dat die rekening nog altijd open staat bij de thesaurie in Brussel, en of het goed is dat ze dat bedrag overschrijven op mijn bankrekening?

De Staat steelt, maar ze betaalt precies ook netjes terug. (En ze zijn net zo aanhoudend in de terugbetaling als de vordering.) Dankuwel, mevrouw X van de Belastingen.

Inside Man

filmafficheInside Man is op een bizarre manier een verrassende en interessante film.

Interessant, omdat de plot en de personnages eerder stereotiep zijn, maar regisseur Spike Lee er toch in geslaagd is zijn eigen weg te gaan. In de verhaalstructuur heeft hij naadloos een aantal sociale commentaren en kanttekeningen geïntegreerd . Een Sikh wordt verward met een Arabier en wordt dus gehouden voor een terrorist; zinloos geweld in computerspelletjes; en raciale problemen. Kortom, het verzet dat we van Sike Lee gewoon waren.

Verrassend ook door de keuze van de titel (u moet de film zien om die allusie te begrijpen), en de manier waarop zowel regisseur als acteurs deze toch wel eerder banale film op een hoger niveau tillen dan je van het genre zou verwachten. Denzel Washington, Clive Owen, Jodie Foster, Christopher Plummer, Willem Dafoe. Het zijn stuk voor stuk A-list acteurs, die in deze film toch wel het betere van zichzelf geven. De film verraadt invloeden van pakweg Dog Day Afternoon en The Usual Suspects, evenwel zonder platte navolging. Het is veeleer een eerbetoon voor de typische heist movie waarin een zorgvuldig geplande bankoverval centraal staat.

Dalton Russell (Clive Owen) plant de perfecte bankoverval. Daartoe valt hij met zijn vierkoppig team de Manhattan Trust Bank in het New Yorkse Wall Street District binnen, waar hij een paar tientallen mensen gijzeld zal houden. De politie zet de omgeving af, en Detective Keith Frazier (Denzel Washington) krijgt de opdracht de zaak naar een goede afloop te leiden. Al gauw blijkt dat er natuurlijk meer achter de overval te zoeken is, vooral wanneer plots de directeur van de bank advocate Madeline White (Jodie Foster) ter plaatse stuurt om het zaakje in de gaten te houden. De rest gaat u maar beter zelf zien.

Och ja, er zitten een paar foutjes in, en de film komt soms wel heel erg als een studio-film over, waarmee ik bedoel dat de locaties in een studio werden opgebouwd (het bankgebouw en de straat, en ik meen zelfs een aantal geschilderde achtergronden met wolkenkrabbers te hebben ontdekt). Dat doet echter geen afbreuk aan de film, want gedurende een dikke twee uur want gedurende een dikke twee uur houdt Lee je in een boeiende vertelling vast. Geschikte ontspanning.

Inside Man, van Spike Lee met Clive Owen en Denzel Washington, te zien in Kinepolis Gent (Decascoop), aan Ter Platen.

(Deze bespreking is ook terug te vinden op Gentblogt)

270 / 20 / 15

Geen totaal onbelangrijke cijfers, hierboven.

Vandaag heb ik de tank van de motor met bezine gevuld (een noodzakelijk kwaad). Iets minder dan vijftien liter ging erin, en daarvoor mocht Shell Wetteren iets méér dan twintig euro van mijn bankrekening halen. Mijn Triumph beloont mij dan weer wel door er zo’n 270 km met mij voor af te leggen. Wat het verbruik stelt op 5,5 liter per 100km. Dat lijkt mij nog net aanvaardbaar.

(Binnenkort gaan we overigens weer voor een opleiding –op 29 mei vindt u mij in Folembray.)

knife down

Waarom hebt u niet gereageerd? Als we de media geloven, lijkt het wel alsof half België ter plekke was op het moment dat Joe lafhartig en voor een habbekrats met een mes van zijn leven werd beroofd. Die moord is overigens op geen enkele manier goed te praten, en doet mij denken aan het pamflet tegen zinloos geweld dat recent als persmedeling werd rondgestuurd.

Waarom hebt u niet gereageerd? Het enige wat u had te doen was de onverlaat zijn mes afnemen, en het drama had kunnen vermeden worden. U daar, die zich tracht te verschuilen in mijn commentaar, waarom bent u daartegen niet opgetreden?

*zucht*

Wie van die holle vaten (want die klinken het hardst) heeft zich eigenlijk al in een dergelijke situatie bevonden? We spreken zelden van minuten, hoewel dat zo mag lijken, maar zo’n steekspel is over voor u er erg in hebt.

Enige tijd geleden (in november) dronk ik een tas cappuccino in de Maciotto aan het Noordstation. Ik was er speciaal een kwartiertje vroeger voor van het werk vertrokken. En ik zat er amper met een dampende kop koffie aan een tafeltje toen iedereen rond mij opstond en de koppen en schoteltjes mij rond de oren begonnen te vliegen. Een vrouw moest haar kinderwagen aan een tafeltje achterlaten, en vluchtte weg met haar kind in de armen. En dan stond er plots iemand met een bebloed mes in zijn handen, en was er een ander met een messteek in zijn rug.

Niemand is tussenbeide gekomen.

Dat was ook niet verantwoord geweest, want beide actanten hadden de nodige companen meegebracht, en ik ben ervan overtuigd dat de omstaanders de boel alleen maar hadden kunnen laten escaleren. Kortom, de situatie was anders. Maar ze was toch vergelijkbaar, omdat zulk een wrede irrealiteit op minder dan geen tijd voorbij is. En dat vermeende passiviteit dus niet noodzakelijk heeft te maken met laksheid of angst of voorzichtigheid of onverschilligheid.

Niettemin twijfelt u, net als ik, geen seconde om tussenbeide te komen? Wel een seconde is een luxe waarover u niet beschikt. Meer dan enkele luttele seconden heeft het ganse incident immers niet geduurd. En tenzij u een getrainde paracommando bent, kan u een dergelijke situatie niet inschatten, laat staan dat u de tegenwoordigheid van geest hebt om ernaar te reageren. Dermate bevreemdend is zo’n tafereel. Gelukkig maar.

waar was ik…

Lang geleden denk ik, dat ik nog eens een stokske had gekregen. Van Michel, deze keer. Ik geef het niet door; wie het hebben wil, etc.

Waar was ik…

…één jaar geleden?

train home2005: Henri is vijf-en-een-half.

Rond deze tijd vorig jaar zat ik op het time festival denk ik. Allemaal gratis en allemaal goede muziek en allemaal veel beter weer ook dan vandejaar. Careerwise was ik dolenthousiast nog maar een maand of twee bij mijn huidge werknemer bezig, en als ik mij niet vergis was ik net verhuisd van het achtste naar het negende verdiep (en nu zit ik terug op het achtste).

Flickr had ik ook al een poosje ontdekt, maar ik was er nog niet te wreed zot mee bezig, tot ik een upgrade naar een pro account van Steven kreeg (ergens in juni). Al was ik wel nog steeds wreed zot bezig met fotografie, en was ik aan ’t dromen van mega-super-lenzen zoals de 70-200, en dat ik mij die toch nooit meer zou kunnen permitteren. Laat staan dat ik eraan dacht op Blue Note of Middelheim te kunnen fotograferen.

Voertuigsgewijs verplaats ik mij met een Lancia Ypsilon, en een Triumph Daytona 955i, het openbaar vervoer en te voet. De fotografie geschiedt digitaal (Nikon D70), en analoog (Leica M6 TTL).

…vijf jaar geleden

2001: Henri was anderhalf jaar oud. We woonden ondertussen al zo’n drie jaar in de Albertlaan.

henri henri henri henri

Toen was ik thuis, in de naweëen van mijn zelfstandigheid, nog net niet begonnen als webmaster bij een grote lobbygroep voor ijzer en staal. Ik ben daar toen begonnen in oktober van dat jaar (na de nieuwe ondergang van de VS), hoewel ik ergens in juni/juli mijn contract reeds op zak had. Ik had net een succesvolle loopbaan als zelfstandige achter de rug, met zeer geschikte en een aantal minder geschikte ervaringen, waarin ik heb geleerd dat eigenlijk niemand te vertrouwen is als het op zaken aankomt. Dat, én de (tijdig zien aankomen) barst in de internetbubble, heeft mij de rug naar gans dat pseudo-hyper-internet-groepsgevoel doen keren. Ik ben er totaal zonder kleerscheuren (wel integendeel) uit weggeraakt, en heb geen moment spijt van die ‘carrière’ noch van het feit dat ik die wereld vaarwel heb gezegd. Hype en al dat.

De mobiliteit wordt gegarandeerd dank zij een Alfa 156 1.8 en een Volkswagen Polo 1.0. De fotografie gebeurt analoog (Nikon F301) en digitaal (Fujifilm 1.1 Megapixel)

…tien jaar geleden

1996: Van Henri was nog geen sprake. Ik woonde samen met Tessa in de Tarbotstraat. Zij studeerde nog, en dat was absoluut geen sinecure. We hadden toen een gebuur, genre wiet-rokende rasta, die niks beters te doen had dan ganse dagen ons naar boembassende muziek te laten luisteren. Om helemaal eerlijk te zijn, we zijn daar net op tijd weggeraakt, want ik vrees dat de wereld anders wel eens een rasta armer had kunnen zijn. Geen Henri dus, maar wel een kat (een Kartuizer), met een tweede op komst (een Abessijn). Ik werkte toen reeds een paar jaar bij Griffo, samen met meneer Vuijlsteke, voor de meneer die hier nu om de hoek woont, directeur is van boek.be en deze maand gastblogger is bij Het Project.

In die periode heb ik ook Bart leren kennen, en Patrick, en een eerder louche figuur bij VEM, die mij richting zelfstandigenstatuut heeft geduwd, om zowat de helft van mijn financiële verdiensten op te strijken. Ge hoort mij niet klagen, ik heb er veel mee geleerd, en een paar fantastische dingen door meegemaakt. Zoals: naar Jerez met een Volvo V70 om er gedurende een week live de Volvo Open –een golftoernooi– voor hun website te verslaan. Leute in ’t kwadraat.

We bewegen ons voort met de fiets, en een Renault R5 Campus. De fotografie gebeurt analoog (Nikon F301).

[Hopen verhalen heb ik nog te vertellen over de periode 1994-2001. Dat volgt misschien nog wel.]

het hart kruipt waar het niet ganen kan

Vandaag hebben we voor de tweede keer in korte tijd de traditionele media voorbij gestoken. Op zich is dat geen wereldschokkend feit, het is gewoon eigen aan het medium waarin we werken, maar het bevestigt wel weer de gegronde vrees van die traditionele media en het potentieel van de ‘nieuwe’ media zoals Het Project.

Mijn zwaard snijdt aan twee kanten. Enerzijds moeten de traditionelen opletten om in deze ratrace niet achter te blijven –er zijn ondertussen meer kapers op de kust– en anderzijds moeten wij uitmaken hoever we daarin willen gaan. De kracht van Het Project situeert zich op twee vlakken: ten eerste is er het blogaspect, dat door geen enkele andere media op dergelijke manier kan worden geëvenaard (voornamelijk wegens gebrek aan kennis en ervaring) –versus de meer objectieve nieuwsgaring (edoch niet vreemd van enige duiding) waarin wij momenteel een beetje tekort schieten– en ten tweede bedienen wij een niche, en alleen maar die niche –uitbreiding zou momenteel fataal zijn. Ook het aspect van nieuwsgaring is niet onoverkoombaar, indien we ons kunnen losmaken uit een financiële dependentie.

De groep die achter Het Project zit is bovendien een zeer hechte groep samenwerkende mensen, die elkaar met veel plezier het licht in de ogen gunnen. Een van de problemen die zich kunnen aanbieden, is een hertaling van die groep gepassioneerde amateurs naar een semi-professioneel draagvlak, waarin zowel plaats zou moeten zijn voor het bezielde amateurisme en een structurele organisatie die kan instaan voor een verder ontwikkeling van het gegeven. Een eerste vraag is mogelijks of die ontwikkeling wenselijk is –maar me dunkt dat die evolutie onontkoombaar is. Een tweede vraag is de manier waarop dat raamwerk moet instaan voor de organisatie van Het Project.

(En voorlopig moet ik u daarop het antwoord schuldig blijven. Wat niet betekent dat ik daarover geen visie heb. Wordt ongetwijfeld vervolgd.)