daar is de lente

Excuse me, sir?

Ik zweer het u, ik trek mensen aan. Tessa mag dan nog zo vaak zeggen dat mijn houding meestal weinig uitnodigend is, op straat wordt ik vast en zeker aangeklampt. Niet alleen het WWF weet mij te vinden, maar ook Zij Die De Weg Kwijt Zijn, enquêteurs, en verkopers: u noemt het en ze vinden mij.

Een man van Afrikaanse origine stapt op mij af. Als hij opent met “ge moet niet bang zijn van de zwarte man”, ga ik gillen.

Is this,” en hij gesticuleert wijd de ganse straat af, “is this the area that they call the Zuid?” Hij spreekt Zuid uit als zaujt.

Zuid? Oh no, that’s…“, ik kijk even rond om mij te oriënteren, “…that’s quite some distance from where we are. I think you’d better hop on a tram.

Hij kijkt wat beteuterd. “I’m looking for xxxtute.” Het laatste woord heb ik niet goed verstaan, en ik vraag hem of hij even kan herhalen.

I’m looking for prostitute. You know? The street with prostitutes at the Zuid. Glass houses?

Terwijl ik mijn best doe niet in lachen uit te barsten, leg ik hem uit dat hij toch maar beter de tram kan nemen, de 21 of 22, in die richting, weg van het station.

Het weer mag er misschien nog niet naar zijn, maar daar is de lente. Of die fallus impudicus alvast.

zondagje

’t Is Lente (dat woord verdient een hoofdletter), dus heb ik eigenlijk zo goed als niks gedaan van wat ik oorspronkelijk van plan was (u mag het causaal verband echter zelf zoeken).

Eerst gingen we apertieven aan de Kouter, waar relatief weinig volk naar de plantjes stond te kijken, maar des te meer volk rond de Blauwe Kiosk stond aan te schuiven. Heel lang zijn we er dan ook niet blijven plakken, net genoeg om een bord mixed toastjes op het gemak naar binnen te spelen en een beetje naar de mensen te kijken.

Lunch was een beetje een moeilijke keuze, er werd getwijfeld aan Leontine of de Sarabande, maar uiteindelijk zijn we toch maar weer bij de laatste shift van den Progrès aanbeland. 14 € voor soep, voorgerecht en een verschrikkelijk malse steak bearnaise. Ge moet u niet afvragen waarom het daar altijd vol zit.

Nog snel een koffie op de Vrijdagmarkt, en dan ben ik wezen helpen een vloer vrij te maken in de Sint-Katelijnestraat, waarna we alweer terrasje hebben opgezocht (alweer de Vrijdagmarkt, die toen nog baadde in de zon).

En nu zit ik rustig thuis niks te doen. Want het is geen Tuur vanavond, bij hoge uitzondering. En ik ben te moe om naar Rabih Abou-Khalil te gaan luisteren in de Vooruit. (Ge gaat mij toch niet van Debby en Nancy houden, fluistert de madam –net teruggegkomen– al bevreesd in mijn oor. Misschien muis ik er alsnog onderuit dus.)

zaterdagje

Dit stuurde ik vanochtend naar de mailing lijst van Het Project (het was een beetje inderhaast geschreven, dus ik heb er nu wel de spelfouten uitgehaald):

Er staat voorlopig al een kroniekje op, de rest zal moeten wachten tot later. ’t Is weekend, en bovendien terrasjesweer. Ik heb een kleurenfilm in mijn fototoestel gestoken, ga langs bij de tattoo-madam voor een check-up, ga daarna in de Marimain aperitieven, om nog eens daarna soep te eten in de Vooruit, en dáárna misschien al eens op de kermis rond te gaan kijken.

Misschien zie ik nog wel ergens GBers op mijn pad?

En zo geschiedde. Een SMS-je en wat verdere afspraken op de lijst later, zaten we met een halve Projectgroep op de kermis te lanterfanten.

Al is onderwijl de zoon naar een verjaardagsfeest getrokken, en heb ik een muskaatnootrasp en een plat à tatin bijgekocht. Ik ben zot van muskaatnoot.

lente

de eerste BBQNu is het echt wel Lente (met kapitale ‘L’): we hebben zonet voor de eerste maal in 2006 gebarbecued.

Daarnet kwam Tessa thuis van de binnenstad, met onder haar arm een electrische barbecue/grill van de Hema (nog geen 40 EUR23 EUR). Waarna ze mij thuis alweer achterliet om het ding in elkaar te steken (3 seconden werk) en gauw nog wat verse vis (zalm, tonijn en limande) en ditto groenten van bij de locale middenstand terug te brengen. Een beetje couscous, een komkommer, een gele paprika, twee tomaten, kruiden uit de tuin, een zalige avondzon, en de lente is ingetreden.

Hebt u er ook al zo van genoten?

talkpoeder!

Het kriebelt niet meer, het jeukt. Dat het verdomme maar snel een paar graden warmer wordt, ik wil de motor op. Weg uit de grommende treinmassa met immer neergaande mondhoeken; ik lees en luister thuis wel. Ik wil een monsterfile met bumperklevende rood hysterisch aanlopende chauffers die elkaar de weg afsnijden om zelf luttele seconden te winnen. De lage ochtend- en avondzon die iedereen tot slakkengang dwingt met uitzondering van de even heldhaftige als sympathieke motorrijder, die vrolijk werk- of huiswaarts gaat en met linkerhand of rechtervoet de verkeersgenoten gezwind een goedendag toezwaait. Men zou voor minder lyrisch worden.