een strak plan

Gemakkelijkheidshalve kon ik stellen dat ik de Gamma-verhalen van Henk in gedachten had –een echte man is geen watje– maar eigenlijk kon ik gewoon niet nog een dag laten voorbij gaan zonder looptraining. Na mijn val van zaterdag vertrok ik dus zondagochtend voor wat normaal mijn wekelijkse loophoogtepunt is: de halve marathon. Drie volle seconden heb ik bij het wakker worden overwogen om toch maar van mijn plan af te zien, en van mijn gewoonlijke 100 crunches kwam ik maar tot 79, maar toch was de lokroep van de Watersportbaan groter dan de paar ‘ongemakjes’.

Van de eosine in de badkamer ging het naar het ontbijtbuffet van het Sint-Pietersinstituut –dat men net aan het wegruimen was. Omdat Henri zo zot is van Star Wars gingen wij getweeën achteraf naar F.A.C.T.S., en van daaruit naar een heel gezellig verjaardagsfeestje dat we moesten verlaten om in Kinepolis naar een Junior Eurosongfilm te gaan kijken. En toen waren we thuis en was het acht uur. En mocht ge mij bijeenvegen. Mijn hoofd bonkte, mijn maag protesteerde, en de rechterkant van mijn lichaam prikte en tintelde van boven tot onder. De steriele vodjes die ik tussen mijn geschaafde huid en mijn onderbroek had gefoefeld waren in mijn huid gegroeid en dienden met lauw water voorzichtig te worden losgeweekt, om vervolgens door verse te worden vervangen. Die op hun beurt gedurende de nachtrust zouden ingroeien en dan vanochtend onder de douche werden losgeweekt. Ik heb het gevoel dat dit nog wel een tijdje kan doorgaan.

Geen kat die er iets van ziet, maar stoer dat ik mij voel, maat.

plezierig-plezant in de regen

Er is weinig zo plezant als lopen in de regen. Ik denk dat ik al (een paar keer) heb vermeld. Let wel, zoals de meeste mensen heb ik onder normale omstandigheden een rothekel aan regen, tenzij ik binnen in een knus warm huis de regendruppels op het vensterglas kan gadeslagen. Ik wens niet te wandelen in de regen, en evenmin te fietsen in de regen. Maar lopen…

Het is het equivalent van wat ge u romantischgewijs voorstelt van de knoestige zeeman die, eens met de grillen der elementen, met golvende baard de netten uit een ruwe zee in zijn rollende en stampende schip heist. De loper die de regen trotseert, is meer dan anders één met zijn baan en het weer en zijn lijf, dat tot op het vel doorwaterd is. (En al zeker als ge daarbij een plets maakt –wat mij gelukkig nog niet overkomen is.) Een heerlijk bad of een stomende douche achteraf lijkt de grootste luxe denkbaar.

Veel minder volk op de weg ook. Weinig lopers lijken mijn sentiment te delen, wandelaars blijven liever thuis, fietsers worden terug binnenshuis geblazen, en automobilisten rijden niet –of amper– waar ik loop. Veel tijd om te denken, en veel tijd om uw hoofd leeg te maken (zeker als ge 21 km loopt), en alleen maar warmte om naar uit te kijken. Zélfs als de chauffage nog steeds niet aan staat in uw huis.

loopschema (update)

Bovenaan in mijn bookmarks bar staan een aantal links die ik nog heb op te volgen. Eén daarvan is een update van mijn loopschema. Dat is ondertussen met een dagje uitgebreid, en de afstanden zijn een beetje langer geworden. Eens zien:

  • zondag: 21 km rustig (jawel, een halve marathon, die gemiddeld in 1u40 wordt afgelegd)
  • maandag: 9-13 km rustig (hangt ervan af hoe moe ik ben van de dag ervoor)
  • dinsdag: 12-13 km rustig; waarvan een 5-tal km tempo
  • woensdag: 15-16 km rustig (ongeveer 1u15)
  • donderdag: 12-13 km rustig; waarvan een 5-tal km gematigd
  • vrijdag: 9-10 km rustig met 6 x 30 seconden fartlek (snel)

Maar ik zou ergens wat heuvelsprints moeten zien in te voeren, eigenlijk. Kwestie dat als ik aan de 10km van Gent meedoe volgend jaar, dat ik de Sint-Kwintensberg op geraak!

Zondag moet ik mij ergens overzet hebben, of verkeerd gestapt of geslapen, want sindsdien loop ik met een pijnscheut in mijn rechterbeen. Het begint ergens aan de zijkanten van de knie, en loopt dan door aan de achterkant van mijn bovenbeen. Eens horen wat mijn doktertje daarover te zeggen heeft als ze terug thuis is.

spieren moet ge voelen

Mijn eerste twintig kilometer zitten erop. T.t.z. de eerste keer dat ik aan één stuk door twintig kilometer heb gelopen. Drie keer de Watersportbaan, en dan heen en terug naar huis. 1u39 voor de 20km; 1u41 voor de totale afstand enkele honderden meters verder. Een gemiddelde van 12 km/u, wat precies een redelijk constante snelheid blijkt bij mijn trainingen. Aan snelheid moet dus worden gewerkt. Het waren twintig kilometer gietende regen, dat ook, maar dat vind ik helemaal niet erg –integendeel. Het meest verfoelilijke weer vind ik als er windvlagen zijn, die u bijna achteruit i.p.v. vooruit doen lopen.

Niet dat mijn spieren daarvan pijn doen (vandaag toch nog niet). En ook al niet van de literfles Cranberry Juice (light) die ik na mijn training achterover heb geslaan. Neuh. Via-via (sorry, ik weet echt niet meer wie) kwam ik onlangs terecht op How to Lose 20 lbs. of Fat in 30 Days… Without Doing Any Exercise –niet dat mijn ambitie daar ligt; ik vind zo’n dingen grappig om lezen– en waar onderaan een verwijzing stond naar From Geek to Freak: How I Gained 34 lbs. of Muscle in 4 Weeks. Ook die ambitie is niet de mijne, al wil ik wel eens aan de gewichten hangen. Of de gewichten eerder aan mij. En gezien variatie goed heet te zijn, en vooral de saaiheid van zo’n oefeningen tegengaat, onthield ik uit gans dat diagonaal doorgenomen artikel enkel dit:

Perform every repetition with a 5/5 cadence (5 seconds up, 5 seconds down) to eliminate momentum and ensure constant load.

En gisteren, zo vlak voor ik een paar uur foto’s ging trekken, had ik de lumineuze inval om dat nog gauw eens te proberen. Ewel, ik voel mijn spieren. Nu goed?

koffie: van het goede te veel

Het is geen goed idee om met zoveel koffie als ik gewoontelijk tot mij neem, te gaan lopen. Toch niet op het einde van de dag. Als ik in de voormiddag ga lopen, probeer ik mij bij het ontbijt tot één kopje te beperken –en daarna een groot glas of twee water– maar als ik pas in de late namiddag de loopschoenen kan aantrekken, is mijn verzadigingspunt reeds lang bereikt. En daar gaat de hartslag de lucht in.

De namiddag vermijden dus, of anders de koffie –al ben ik niet bereid om die verslaving zo maar meteen op te geven. Net zo min als het lopen zelf, overigens. Om het met Jimmy Smith te zeggen: Damn!

met vallen en opstaan

Het eerste wat er door mij heen flitste was “shit, ik stap op hond”, onmiddellijk gevolgd door “ik heb dat beest toch geen pijn gedaan” en een fractie later “die wou toch niet in mijn benen bijten of zo?!”.

Het zal tijdens kilometer 13 van de voorziene 15 geweest zijn dat ik –onder de Europabrug door– net weer op de vlakke Neermerskaai kwam, toen ik een mevrouw –met haar hond op wandel– voorbij liep. En toen sprong dat mormel, zo’n redelijk dikke mopshond, tussen mijn benen. De seconde of twee drie die daarop volgden speelden zich met dezelfde traagheid af, als welke ik eerder al had meegemaakt. De volgende gedachten waren: “blijven lopen! ik moet blijven lopen!” en meteen daarna “het lukt niet! ik ga vallen!” en nog “hoe val ik met de minste schade als gevolg?” Op mijn heup en schouder dus, en zo rolde ik een keer of twee over kop.

Mijn eerste, niet reflexmatige gedachte was “godverdomme, mijn tijd! Mijn tijd is naar de knoppen.”

De mevrouw was zeer vriendelijk en behulpzaam, en zelfs een beetje aangedaan. Er stopte onmiddellijk ook een andere mevrouw, die met de fiets langskwam. “Hebt u zich geen pijn gedaan, meneer?” Het moet een redelijk fenomenale buitelpartij zijn geweest, want ze keken alletwee nogal bezorgd. “Bent u zeker dat u niets hebt gebroken?”

De mevrouw met de hond verontschuldigde zich menigmaal, bijna met tranen in de ogen van het schrikken, maar ik zette dra mijn weg verder. “Neenee, geen probleem, mevrouw, is uw hond niet gewond?” En zodra die laatste vraag ontkennend werd beantwoord, was ik al opnieuw vertrokken voor de laatste anderhalve kilometer.

Geen kledij gescheurd, geen botten gebroken, alleen ziet mijn heup wat blauw en is mijn rechterarm wat geschaafd (met bloed en al). Niets wat mij van mijn training morgen zal tegenhouden.

wederzien

Allez, soit, bon, voor het goede weer moesten we dus eigenlijk niet terugkomen. Ik kan mij niet voorstellen dat ik de laatste drie maand nog in de regen ben gaan lopen. Tot vanochtend…

Lopen was effekens aanpassen. De steilste helling is voolopig dat stukje of twee aan de Blaarmeersen, het ene waar het pad opwaarts gaat naar de geluidsdijk tussen de R4 en de vijver, en het tweede stukje daar zowat diagonaal tegenover, langs het stuk vijver dat nog niet werd heraangelegd. Drie maand geleden ging mijn hartslag daar nog 15 tot zelfs 20 bpm van naar boven, maar tegenwoordig ben ik er al voorbij voor ik het heb gemerkt. Ik heb wel te weinig versnellingen (intervals, fartleks) ingebouwd in het heuvelige Seattle, want ik moet dringend wat doen aan mijn tempo-snelheid. Niet gevreesd, we zijn ermee bezig.

Het blijft verslavend, dat lopen. Mijn workout zit er nog maar op, of ik kijk al uit naar de volgende. En morgen is een rustdag (cfr het schema). Misschien moet ik maar eens beginnen fietsen om die gaten op te vullen.

Ondertussen mag het weer gewoon verbeteren hoor. Met 22-25°C en wat zon ben ik al zeer tevreden. Het was toch zomer hé?

uitgelopen

Bruno, hoe zit dat nu met uw lopen? Waart ge niet met een nieuw schema begonnen?

Inderdaad, dank u. Dat schema —pardon the pun— loopt als een trein. Ik ben er nu drie weken mee bezig, en die 15 kilometer op zondag gaan er vlot door. Mijn hartslagband werkt nog steeds niet (en zal ook niet meer werken). Wat jammer is, want ik heb wel het gevoel dat ik wat vooruitgang maak, maar heb er geen bewijs voor.

Eerder deze week had ik uit wanhoop zo’n nieuwe Nike+ armband gekocht (daar hebt ge geen iPod voor nodig), maar ik heb hem vandaag teruggebracht naar de winkel. Gemakkelijk is dat, hier in Amerika: no questions asked, het geld wordt probleemloos en integraal teruggegeven. Het ding werkt voor geen moer: de connectie tussen de zender (in de schoen) en de ontvanger (om de pols) viel om de haverklap weg, en twee keer toen ik de gegevens van de run naar de Nike+ site trachtte te uploaden, gebeurde er niks. De gegevens werden wel van de drager verwijderd, maar verschenen niet op de site. Het is niet meteen goedkoop ook (60 USD), dus ik was blij dat ik het gewoon kon teruggeven. Puike service dus, dat wel.

Edoch, ik zou nog steeds graag weten of ik echt vooruitgang maak, dan wel of ik nog andere zaken in mijn training moet aanpassen. Misschien moet ik ook mijn eetgewoonten eens in de gaten houden. Al eten we hier best gezond: veel fruit en groenten, twee-drie keer per week vlees, evenveel keer pasta, en sloten water (in Henri’s geval: gallons en gallons melk), en soyamelk voor proteïnes. Wel weinig vis, maar ik vind vis te duur. Ik eet heel graag vis, maar voor 40 USD heb ik één maaltijd vis, en minstens drie maaltijden vlees.

(Misschien bekijk ik toch die Garmin Forerunner 405 eens wat van dichterbij. Wat mij vooral aantrekt is dat de runs kunnen voorgeprogrammeerd worden, genre 1 km rustig, 3km gematigd, daartussen twee fartleks van 30 sec en eindigen met 1 km rustig –zie ook deze zeer grondige bespreking. Ze zijn wel niet gemakkelijk te vinden.)

schoenen

Bij het begin van onze excursie, alhier in Seattle, heb ik me een paar nieuwe loopschoenen gekocht. Van de oude, mijn Nike Zoom Vomero‘s, was ik heel tevreden, maar ik had allerlei verhalen gehoord over andere merken en hoe ze daar in Amerika wel raad mee weten. En bovendien zijn de schoenen in Amerika veel goedkoper dan in Europa –grotendeels mede dank zij die zwakke dollar.

Mijn vorige schoenen had ik gewoon gekocht, d.w.z. ik was in Gent United Brands binnengestapt, en was met die Nikes de winkel weer buiten gekomen. Ik was er verschrikkelijk tevreden van. Ondertussen had ik gehoord van het fenomeen loopwinkel, en ik was vastberaden mijn nieuwe schoenen in zo’n etablissement aan te schaffen. Een paar blocks van ons huis, op weg naar downtown, vond ik Seattle Running Co. Ik mocht er op de band lopen, mijn voeten werden opgemeten en mijn loopgang vertraagd op videoband bekeken. Nike hadden ze er niet (er is een Niketown in het centrum), maar wel Asics, Brooks, en Mizuno. Van de schoenen die mij –speciaal voor mijn voeten– werden voorgesteld, vond ik de Mizuno Wave Inspire 4 de beste.

Na er bijna twee maand mee te hebben gelopen, ben ik eigenlijk niet zo heel tevreden van mijn nieuwe aanwinst. Ik mis de cushioning (demping) en de balans van de Nikes, zodat ik nu overweeg om voor onze terugkeer nieuwe Nikes (Vomero 3 of Triax 11) of Asics (Gel Nimbus 10) te kopen. Ik ga ze opnieuw zelf kopen, zoals mijn eerste Nikes, en mijn eigen voeten vertrouwen, i.p.v. een verkoper of een voetmeetmachine.

(Terwijl ik het internet afschuim naar informatie, kom ik vaak terecht op sites met informatie over Trail Running –inclusief het specifieke schoeisel daarvoor, zoals Salomon. En ik moet zeggen, dat trekt mij verschrikkelijk aan, die Trail Running.)

het schema

Een nieuwe maand, een nieuw begin (met excuses aan Gorter). Na een jaar aanmodderen, beginnen we deze maand volgens een schema te lopen. Ik had eerder al verwezen naar het artikel uit de de Amerikaanse Runner’s World (Fast Results), waarbij wordt vertrokken van een wekelijkse basis om gelijk wanneer tijdens het jaar binnen de vier weken klaar te zijn voor een race. En wel als volgt:

Mon: 3 to 5 miles easy, plus 4 x 10-sec. hill sprints
Tue: 1 mile easy; 2 to 3 miles at half- marathon (or tempo) pace; 1 mile easy
Wed: Rest
Thu: 2 to 4 miles easy, plus 2 miles moderate
Fri: 5 miles easy with 6 x 30-sec. fartlek intervals at 5-K pace or slightly faster
Sat: Rest
Sun: 9 miles easy

Vertaald geeft dat (juni begint op zondag):

  • zondag: 15 km rustig
  • maandag: 5 tot 8 km rustig; 4 heuvelsprints van 10 seconden
  • dinsdag: 1,5 km rustig; 3 tot 5 km tempo; 1,5 km rustig
  • donderdag: 3 tot 6 km rustig; 3 km gematigd
  • vrijdag: 8 km rustig met 6 x 30 seconden fartlek (snel)

De eerste 15 km zitten erop in 1u17 (11,7 km/u gemiddeld). Iets te snel, denk ik, maar het hart bleef er rustig onder –al kon ik dat niet meten gezien mijn hartslagmeter niet meer werkt (maar ik voel mij niet meteen oververmoeid). Het is van september geleden dat ik nog eens zo’n lange afstand had afgelegd. Op naar de volgende, ik laat u volgende week weten hoe dat voelt.