’t Is lente, en dat geeft een goed gevoel. Het winterstof wordt van de plannen geblazen, en een mens durft zich als eens te herbronnen. Dat betekent vanzelfsprekend ook dat ik weer maar eens wat te veel hooi om mijn vork neem, maar ook dat ik nog eens met lange termijn planning bezig ben.
Hoe ouder ik word, hoe meer mij dat aantrekt, zo’n lange termijn. Het is tram vier die ginder aan de horizon verschijnt, en tegelijkertijd –hoe paradoxaal dat voor u misschien mag klinken– het besef dat ik eigenlijk allesbehalve oud ben. Als het leven zich blijft aanbieden zoals het dat tot nog toe heeft gedaan, zit ik immers hooguit aan de helft van mijn aards bestaan –een besef dat plots gigantisch veel mogelijkheden schept. Ik kan een rockband beginnen bijvoorbeeld.