Bon. Sinds een paar maanden –jawel: maanden– gaat het de verkeerde kant op met ons warm water. Enfin, enkel met het warm water uit de douche. Alle andere warmwaterbronnen werken naar behoren, maar uit de douche komt een straaltje dat nog het best te vergelijken is met een glas dat langzaam wordt leeggegoten. Met het koude water is niks aan de hand overigens.
Een douche nemen is zo weliswaar een milieuvriendelijke onderneming –behalve dat het extra lang duurt om alle shampoo uit het haar te spoelen– maar bovenal weinig comfortabel. Zo oncomfortabel dat het bovenaan Henri’s prioriteitenlijstje kwam te staan. En op die leeftijd kan dat tellen.
Vandaag toog ik aan het werk, met silicone en moersleutels en dopsleutels en tangen en schroevendraaiers en loctite draad. Vanzelfsprekend had ik niet álles uit dat lijstje nodig, maar het bezit ervan draagt ongetwijfeld bij tot mijn street credibility. Niet dat ook maar iemand mij heeft bezig gezien.
De kraan moest eraf. Maar de moeren zaten ingenieus verborgen onder spiegelende chroom, en het heeft eventjes geduurd eer ik door had dat het omhulsel met een eenvoudige schroefdraad vast zat op de rest. Eenmaal de kraan eraf gehaald, vond ik in de warmwatertoevoer (in de leiding, niet in de kraan zelf) een soortement rubber gedoe. Ik heb half Gent afgedweild op zoek naar een vervangingsstuk, maar niemand kon mij helpen. Tot ik een gepensioneerde installateur tegen het lijf liep, die mij vertelde dat ik dat stuk er gewoon kon uit laten.
En voila: de douche is hersteld.
Al is er ook slecht nieuws: ik heb een scheur in ons bad ontdekt. Ik dacht eerst dat het vuil was, tot ik het wou wegwrijven. Dus heb ik het afgedekt met een paar lagen duct tape. Een bad nemen zit er niet meer in, maar een deftige douche eindelijk weer wél.
Hola. Wacht! Het is nog niet gedaan. Terwijl ik in den Brico was, heb ik ook een sneeuwschop, strooizout en –voor de lamp hierboven– een nieuwe dimmer meebracht. Mag ik nu in de zetel ploffen?