Jazz. What else.

144. Honderdvierenveertig. Zoveel concerten heb ik vorig jaar bijgewoond; elke 2-3 dagen één. Al valt er tijdens Gent Jazz en Jazz Middelheim en die andere festivals wel meer dan één concert per dag mee te maken.

Dit jaar zou ik er normaal gezien nog een pak meer beluisteren, behalve dan dat ik drie maanden naar de USA reis –maar ik ga ook daar op zoek naar jazz concerten. Want daar draait het om natuurlijk, jazz. Ik luisterde al langer naar jazz, zoals ik ook naar klassiek luisterde en soms naar wat gemelijk wordt omschreven als pop of lichte muziek. Toen ik via Gentblogt werd aangepord om eens bij Opatuur te gaan luisteren is het allemaal wat méér jazz geworden dan voorheen, en ging ik foto’s nemen, ook op de festivals, waar ik mij ondertussen al eens de officiële festivalfotograaf mag noemen. En ik zit in de Jong Jazz Talent Gent jury. Yeah!

Eind vorig jaar contacteerde Bertrand Flamang mij of ik geen zin had om los mee te werken in het programmateam, ik zou niet meer moeten doen dan nog wat meer naar cd’s luisteren en naar concerten gaan. En dus luister ik nog meer. En nu ook buiten Gent. Tot in Brugge zijn we al geraakt, morgen ga ik daar opnieuw naar toe, en binnenkort doen we ook eens Brussel aan. Zo wijs, maat!

Prepuberaal

“Wist ge dat ze in Nederland met hun gat naar boven worden begraven?”, begint de jongen achter mij op de tram tegen zijn vriend. Hij zweeft ergens tussen kind en puber, de leeftijd waar Henri binnen veel te korte tijd ook gaat in belanden. Henri zat overigens naast mij op diezelfde tram, met rode oortjes mee te luisteren. We waren op weg naar het UZ, om zijn ogen te laten nakijken. Met zijn oren is niks mis!

“Serieus,” antwoordt de andere gast, “maar waarom.”

De eerste doet alsof hij die vraag niet gehoord heeft. Hij kent de grap enkel in een vaste vorm, dus nu moet hij de vraag eerst stellen: “weet ge waarom ze dat doen, daar in Nederland?”

“Baneen dus.”

“Omdat ze d’er zo hun fiets in kunnen zetten.” i

Ze schateren het uit, een beetje bang om hun durf.

“Er is nog zoiets,” vervolgt die ene, “weet ge wie de triatlon heeft uitgevonden?”

“Euh. Wat is dat, een triatlon?” ii

  1. Die grap moet al minstens vijftig jaar oud zijn, volgens mij.
  2. Het antwoord, voor de volledigheid, was ‘een Turk’. Hij gaat te voet naar het zwembad, zwemt, en keert met een fiets terug naar huis. Ik hoop dat die gastjes de implicaties van die ‘grap’ nog niet inzagen.

Autorisatie

We gaan eens internetbestellen. Een beetje rondspeuren naar de goedkoopste vluchten, en uiteindelijk net zoals de vorige keer bij British Airways uitkomen. Hopla, boeken van Brussel naar Houston via Heathrow.

Voor de zeer betaalbare prijs haal ik mijn VISA boven, geef alles in, driedubbel beveiligd, en dan plots, boem, plets, bij het aller-aller-allerlaatste scherm: een foutmelding. Dat de boeking niet is doorgegaan, probeert u het alstublieft nog maar eens opnieuw. We halen diep adem, zetten koffie, en proberen opnieuw. Van hetzelfde laken een broek.

Citibank belt, om te zeggen dat er twee keer hetzelfde bedrag geautoriseerd staat. Nee, zij kunnen dat niet annuleren, dat moet British Airways doen. Nee, zegt British Airways aan de telefoon, dat kunnen wij niet, maar dat wordt wel binnen de 24 (ten hoogste 48) uur opnieuw vrijgegeven. Toch niet, zegt Citibank, tenzij British Airways een fax stuurt, duurt dat twee weken eer dat bedrag wordt desautoriseerd.

Van het kastje naar de muur, of van British Airways naar Citibank naar British Airways. Heen en terug. En terug. En terug. En terug. Een ganse voormiddag lang.

Uiteindelijk heeft British Airways de vlucht tegen internettarief geboekt, zonder bijkomende kosten, en donderdag contacteren ze mij opnieuw, om te horen of het geld is vrijgegeven. In het slechtste geval is de limiet op mijn visa gewoon een pak kleiner gedurende twee weken.

En ik die dacht dat het mijn geld was.

Werfbezoek

Zonder gps had ik het niet gevonden. Het was niet alleen aardedonker, gisterenavond, het regende ook nog eens dermate hard, dat men met moeite de achterlichten van de wagen voor zich kon zien. De Werf ligt –hoe toepasselijk– in de Brugse Werfstraat. Ik had een anonieme ingang verwacht, met daarachter een knoert van een zaal in nostalgische seventies stijl. Dat van die ingang klopte alvast; buiten een weinig opvallende lichtbord en een binnendruppelende toestroom liefhebbers, was er weinig wat een concertzaal van bijna mythische jazzfaam liet vermoeden. Het voorgeborchte liet denken aan een voetbalkantine, maar rechtsachter was er een dubbele deur waarachter ongetwijfeld een fantastische zaal moest schuilgaan. Hoewel de kantine zich slechts traag opvulde met gegadigden voor het concert, was de wachtruimte een kwartier voor de aangekondigde aanvang van concert geheel gevuld. Het publiek was gedecideerd ruraal cd&v-eriger dan in Gent, waar de cultuurmens eerder weggelopen links of a-politiek schijnt. Individueel iets omvangrijker ook, zoals men dat op den buiten gewoon is.

De zaal was helemaal niet wat ik ervan verwacht had. Veel kleiner, met een gedeelte vaste, oplopende en traditioneel roodpluchen klapzetels, en daarvoor een paar zorgvuldig opgestelde rijen klapstoeltjes. Men was duidelijk voorzien op de hoeveelheid volk die zich in de antichambre had aangekondigd. De zaal is vergelijkbaar met het intieme zaaltje in de kelders van de Minard, waar we in september nog naar Kamikaze gingen luisteren. Het was er afgeladen vol, en hoewel de organisatie duidelijk voorbereid was, dienden er inderhaast nog stoelen worden bijgeplaatst aan de zijkant, en bezetten men (zo ook de achteraf pas opgemerkte F. & V.) ook de trapgang.

De klank was verrassend warm; de geluidstechniek onopvallend genoeg opdat de luisteraars in de voorste rijen niet door de luidsprekers werden overdonderd maar zelfs de naakte klank van de instrumenten konden opvangen. De muzikanten stonden op een kniehoog podium –hoog genoeg zodat ze duidelijk zichbaar waren voor de achterste rijen in het geïmproviseerd parterre, laag genoeg om de mensen uit datzelfde parterre niet met nekkramp te moeten opzadelen.

Net zoals Wim Wabbes dat doet in Vooruit, kondigde Willy Schuyten zélf de muzikanten aan. Het contact tussen de muzikanten en het publiek was redelijk direct en ongedwongen, al lag dat misschien voor een deel aan het publiek zelf, dat spontaan enthousiaster leek dan de meeste toehoorders in Gent. Het concert was overigens heel geslaagd, maar daarover leest u binnenkort op Gentblogt nog wel meer, in de aankondiging van hun passage in Gent.

Tiramisu taart

Veel beter dan tiramisu worden desserten niet; tenminste als u erin slaagt deze heerlijkheid licht en luchtig te houden. Gezien mijn geheelonthouding bevat deze taart geen alcohol, maar het staat u vanzelfsprekend vrij op de juiste plaatsen een beetje marsala of amaretto toe te voegen.

De tiramisu taart wijkt wat af van de traditionele tiramsu, voornamelijk door het toevoegen van een taartbodem, en het vervangen van de ‘lange vingers’ door sponge cake, een soort biscuit.

Het recept komt uit The Pie and Pastry Bible van Rose Levy Beranbaum: Tiramisu Black Bottom Tart (pp. 212-215).

Benodigdheden

  • een taartbodem: pâte sucrée
  • 1/3 tot 1/2 laag biscuit (sponge cake)
  • 100 g pure chocolade
  • 4 eigelen
  • 75 g fijne kristalsuiker
  • 4 koffielepels oploskoffie
  • 150 cl water
  • 250 g mascarpone
  • 3 blaadjes gelatine
  • 125 cl koude slagroom (40% vetstof)

Zo gemaakt

Smelt de chocolade in de microgolf (of au bain-marie). Beborstel de bodem van de suikerdeegtaart met de gesmolten chocolade –perfect om eventuele barstjes op te vullen.

Doe de eigelen samen met de helft van de suiker en een eetlepel water (of alcoholhoudende drank) in een stevige pan met dikke bodem en wanden. Indien u niet over zo’n pan beschikt, dan werkt u beter au bain-marie! Zet de pan op een laag vuur, en maak voortdurend achtjes met een garde, tot de eigelen in volume verdriedubbeld zijn. Dit kan gerust een minuut of vijf duren. Opgelet: laat het vuur niet te warm worden, of u bekomt een omelet. Een vuistregel is dat u uw pan nog steeds comfortabel moet kunnen vasthouden aan de (buiten-)wand. Giet dit mengsel daarna meteen in een ander recipiënt; zorg ervoor dat u alles goed uitschraapt met een spatel. Dek af met vershoudfolie, en laat afkoelen.

Giet het water, de rest van de suiker minus één koffielepel, en de oploskoffie in een steelpan en breng aan de kook. Plaats de laag cake op wat vershoudfolie, en bedruip met de koffie. Dek af, en bewaar voor later.

Klop de mascarpone op met een elektrische mixer tot ze licht en luchtig is. Verhoog de snelheid van de mixer, en voeg langzaam het afgekoelde eimengsel toe. Zet opzij.

Week de gelatineblaadjes in koud water. Koud water, want als het water warm is, lossen de blaadjes immers op. Giet het water weg, maar knijp de gelatineblaadjes niet uit. Zap ze even in de microgolf op laag vermogen, zodat de blaadjes smelten in het overgebleven vocht.

Klop de slagroom op samen met de koffielepel suiker. Zodra de room begint te verdikken, voegt u de gelatine toe. Geen paniek: de kans is groot dat de room iets te vloeibaar wordt naar uw zin. Geloof in de kracht van uw elektrische mixer (uw armspieren zullen het in deze niet halen, vrees ik) en de werking van de gelatine. Zodra het boeltje begint op te stijven, stopt u met kloppen.

Meng nu snel maar voorzichtig de slagroom met het mascarponemengsel. Giet ongeveer de helft van het eindmengsel over de taartbodem. Leg er vervolgens de in koffie gedrenkte cake op, en spatel daarover de rest van het mengsel. Laat minstens drie uur in de koelkast opstijven.

Laat de taart voor consumptie een half uurtje op kamertemperatuur komen, versier met wat (ongesuikerde) cacaopoeder, en geniet. (Sorry, voorlopig geen foto van het afgewerkt product, de taart staat nog in de koelkast.)

Tiramisu Black Bottom Tart Tiramisu Black Bottom Tart Tiramisu Black Bottom Tart Tiramisu Black Bottom Tart Tiramisu Black Bottom Tart Tiramisu Black Bottom Tart Tiramisu Black Bottom Tart Tiramisu Black Bottom Tart Tiramisu Black Bottom Tart Tiramisu Black Bottom Tart Tiramisu Black Bottom Tart Tiramisu Black Bottom Tart Tiramisu Black Bottom Tart Tiramisu Black Bottom Tart

Sponscake

We bakken verder, op weg naar onze tiramisutaart. Klaar op een half uurtje, deze sponstaart, afkoeltijd niet meegerekend. Het volledige recept komt nog steeds uit The Pie and Pastry Bible van Rose Levy Beranbaum, we gaan verder met de Light Sponge Cake Layers (pp. 383-385).

Alweer: met veel foto’s.

Benodigdheden

  • 33 g zachte bloem (patisseriebloem)
  • 23 g maïsbloem (maïzena)
  • 4 grote eieren, op kamertemperatuur
  • 1 eigeel van een groot ei, op kamertemperatuur
  • 113 g (super)fijne kristalsuiker
  • 3 g vanille-extract
  • een flinke mespunt (1/4 theelepel) cream of tartar ofte wijnsteenpoeder –niet te verwarren met wijnsteenzuur, dat is niet hetzelfde. Hebt u er geen, geen paniek, zonder kan ook, dan moet u iets steviger opkloppen straks.

Zo gemaakt

Verwarm de oven voor op 230°C. Als ge straks de caketest doet, zult ge merken hoe warm dat wel is.

Meng de twee bloemsoorten grondig in een potje –vermoedelijk ben ik niet de enige wie hij bijna nooit lukt om maïzena zonder morsen uit dat doosje te schudden.

Scheid eigeel en -wit van twee van de eieren. Voeg bij de eigelen de twee overige (ganse eieren), en het extra eigeel. Voeg er de suiker aan toe minus één koffielepel. Klopt het zaakje op, bij voorkeur met een electrische mixer op hoger snelheid, tot het mengsel luchtig maar dik is (fluffy) en het volume in drievoud is toegenomen (let ook op het kleurverschil, cfr. de foto’s hieronder). Verlaag de snelheid en voeg de vanille toe.

Zeef de helft van het bloemmengsel over het eimengsel en vouw het voorzichtig maar snel in elkaar. Herhaal met de rest van de bloem.

Klop de eiwitten op tot ze schuimig zijn. Voeg de cream of tartar toe, en klop verder op tot het eiwit zachte pieken vormt. Voeg de koffielepel suiker toe, en klop verder op tot het eiwit stijve pieken vormt.

Vouw het eiwit in het beslag, giet het beslag in de ronde cake- of taartvorm, en bak gedurende 7-14 minuten in de oven (tijd is afhankelijk van de diameter van uw cakevorm; hoe kleiner de diameter hoe langer de cake in de oven moet). Ten laatste na de 9e minuut doet u elke minuut de caketest. Zolang er beslag aan de prikker blijft hangen, is de cake nog niet klaar. Zit niet té veel in met de bovenkant, die hebben we eigenlijk niet nodig.

Haal onmiddellijk uit de vorm, en laat afkoelen (de cake zal een beetje inzakken, dat is normaal). De Sponge Cake bewaart 3 dagen op kamertemperatuur, 5 dagen in de koelkast, en 3 maanden in de diepvries. De cake is tamelijk zoet, maar heerlijk luchtig.

Sponscake ofte Spongcake Sponscake ofte Spongcake Sponscake ofte Spongcake Sponscake ofte Spongcake Sponscake ofte Spongcake Sponscake ofte Spongcake Sponscake ofte Spongcake Sponscake ofte Spongcake Sponscake ofte Spongcake Sponscake ofte Spongcake Sponscake ofte Spongcake Sponscake ofte Spongcake Sponscake ofte Spongcake Sponscake ofte Spongcake

Visioenen van tortuur en rechtschapenheid

Binnenkort schrijf ik er nog wel eens iets over, had ik in de reacties achtergelaten, en initieel was ik dat ook van plan. Maar dan werd het kerstmis, en nieuwjaar, en zelfs toen ik het proces verbaal kreeg (Ik zal naar de dokter gaan en […] wens vergoed te worden voor deze kosten.) leek het allemaal niet meer de moeite (behalve die kosten dan). Tot ik vandaag op pagina 5 van de krant kwam. Kogel door het hoofd na ruzie om parkeerplaats: maximum half jaar cel, DM 15/01/2009

Paul Bockstal en Pascal Quirynen maakten op 28 september 2001 ruzie over een parkeerplaats in de Antwerpse Rotterdamstraat. Quirynen werd razend, stak de straat over om thuis een wapen te halen, achtervolgde Bockstal tot aan de Noorderlaan, en schoot hem daar een kogel in de rechterslaap.

De jury vindt dat het gaat om een uit de hand gelopen ruzie, en volgde de visie van de verdediging: het wapen was per ongeluk afgegaan en de beschuldigde had nooit de bedoeling om het slachtoffer te kwetsen.

Dus: er is een ruzie, één van de twee betrokkenen steekt de straat over om in zijn huis een wapen te gaan halen, achtervolgt de andere betrokkene met zijn wagen, schiet de tegenpartij neer, maar och, dat was echt puur toeval. We zouden er eigenlijk allemaal medelijden mee moeten hebben.

Wat hierboven beschreven staat, is de reden waarom ik bijzonder weinig weerstand heb geboden toen die man mij –precies om een heel gelijkaardige reden– heeft aangevallen. En jawel, het rood waas is ook mij voor de ogen getrokken, en ik heb mij verschrikkelijk moeten inhouden om niet terug te vechten. Had hij nog even langer doorgeknepen, dan had ik het ook moeten doen, want ik was nu ook weer niet van plan om mij het leven te laten benemen. Maar ik heb zijn ogen niet uitgeduwd, zijn kop niet ingeslaan, geen kogel afgevuurd… en dat was een bewuste keuze. (Al moet ik alweer toegeven, dat ik geen fractie van een seconde zou hebben geaarzeld als Henri of Tessa werden bedreigd.)

Hoe zit het met mijn veiligheidsgevoel, was één van de vragen die toen werden gesteld. Daar is niks aan veranderd. Ik voel mij niet meer of minder veilig dan voorheen. Shit happens, en deze keer was het toevallig aan mij. Pas op, ik vind het niet normaal, dat zo’n dingen gebeuren, maar ze kunnen gebeuren, en ik leef een rustiger leven door dat te aanvaarden.

Eind december las ik Child 44, en daarin vond ik dit:

Our relationship was built out of fear. Maybe not from your point of view — you have no reason to fear me, what power did I have? What power have I ever had? You asked me to marry you and I acquiesced because that’s what people do. They put up with things; they tolerate in order to survive. [Tom Rob Smith, Child 44, p. 216]

Maar wanneer wordt de grens van tolerantie naar permissiviteit overschreden?