De laatste dagen heb ik zorgvuldig getracht de schrijfsels van Strobist (Four Reasons to Consider Working for Free) en Chase Jarvis (Will Work for Free?) te vermijden. Nu Ine rechtstreeks naar mij verwijst in haar recente post (Werk ik gratis?), zou het onbeleefd zijn niet een klein beetje te antwoorden.
Ik vermoed dat Bruno, Pietel, en een paar anderen zo ook werk te pakken krijgen.
Gratis werkt, als je het goed aanpakt.
En hoewel het niets met de directe aanleiding te maken heeft, verwijs ik meteen ook door naar de post van Thomas (Gewoon voor de fun…), waarin een belangrijk voordeel van ‘free‘ wordt aangehaald.
Destijds ben ik in fotografie gerold via Het Project. Dat zou ik kunnen stellen, maar dat zou een leugen zijn. Ik was al veel langer bezig met fotografie, van de eerste pocketcamera die ik voor mijn eerste communie kreeg, tot de Nikon F301 (analoge –duh) reflex die ik van mijn vader kreeg in het vijfde middelbaar, en de Leica M6 die ik zelf heb gekocht toen ik nog goedboerende dotcommer was. Fotografie heeft mij nooit losgelaten, maar via Het Project kreeg ik plots wel een ontzettende duw in de rug. Hetzelfde geldt voor mijn interesse in muziek.
Van niets werd ik plots –toch op zijn minst binnen de redactie van Gentblogt— dé man die zich bezig hield met jazz en jazzfotografie. En voor ik het goed wist was ik daardoor één van de weinige fotografen met een volledige accreditatie voor het Blue Note Festival, en opnieuw voor het Blue Note Records Festival, en opnieuw voor het Gent Jazz Festival. En geraakte ik als fotograaf binnen op het Middelheim Jazz Festival –hoewel dat met Gent niks te maken had– en was ik daar voor de editie van deze zomer plots huisfotograaf. Tegelijkertijd dweilde ik zoveel mogelijk concerten af in Gent –meestal jazz, maar ik begon ook wat pop (een heel brede benaming) te verslaan, voornamelijk in Vooruit. Ondertussen werden mijn foto’s reeds in de krant en in (vak)tijdschriften gepubliceerd, en gebruiken ook redelijk wat jazzmuzikanten mijn foto’s voor hun promotie –zoals onlangs de manager van Dave Douglas mij contacteerde voor een foto die ik in Vooruit had gemaakt.
Dat allemaal, omdat ik mij –gratis– had geëngageerd voor dit nieuwe project.
Veel van mijn foto’s worden gratis gebruikt. Ik heb daar meestal weinig problemen mee, op voorwaarde dat (1) het gebruik gepaard gaat met een duidelijke naamsverwijzing, (2) het niet gaat om commercieel gebruik, (3) men mij vóór publicatie om toestemming vraagt.
Gratis is een rekbaar begrip, want vaak staat daar toch een vergoeding tegenover. Veel muzikanten sturen mij –gratis (hah!)– hun cd(s) toe, en/of zetten mij op de gastenlijst voor hun optreden. De laatste twee jaar heb ik voor geen enkel concert meer betaald, en ik denk dat ik nog nooit zoveel concerten heb meegemaakt als de voorbije twee jaar.
Dus ja, ik werk wel eens ‘gratis‘. Omdat ik het kán, omdat het mij de grootst mogelijke vrijheid biedt, en omdat het –op lange termijn– een onbetaalbare vorm van reclame is.
Gratis werken is overigens niet gemakkelijk. Gratis moet hand in hand gaan met plezier, want als die voorwaarde niet vervuld wordt, is het hoog tijd om duidelijker ‘nee’ te leren zeggen. Niet alleen tegen het project dat zich aanbiedt, maar ook tegen uzelf. Het kan overigens nooit kwaad om eens wat gas terug te nemen en aan een klein beetje zelfreflectie te doen. Maar dat geldt niet alleen voor de gratis projecten.