Drie keer raden wat morgenochtend het onderwerp van de foto van de dag bij Het Project zal zijn. Ik kan mij levendig voorstellen hoeveel sneeuwlandschappen we in de mailbox van de fotoredactie zullen aantreffen. Wat wel wijs is, overigens. Ook ik kon er niet aan weerstaan, al bleek de batterij van mijn digitaal toestel leeg na de derde foto. (Gelukkig is er ook nog analoog.)
Zo zag de straat eruit, voor Henri en ik er met de slee door trokken en ook nog tot een sneeuwballengevecht overgingen. Tessa trachtte zich achter de poort te beschermen, maar slechts met matig succes.
En zo zag de tuin eruit, met een uitnodigend tapijt op de ligstoel. Ook die tuin ziet er niet langer maagdelijk wit uit. Henri heeft er een burcht gebouwd (hij had geen zin in een sneeuwman), en ook daar hebben we met sneeuwballen gegooid. Een beetje sneeuw, meer moet een mens niet hebben om een gigantisch goede tijd te beleven.
Minder geslaagd, was het recept dat ik vandaag –uit een tijdschrift– probeerde te maken. Ik heb een vermoeden dat ik weet wat het probleem was, en volgende week probeer ik het opnieuw, met een paar wijzigingen. Eenmaal naar mijn goesting gelukt, laat ik hier nog wel wat weten.
Het is heerlijk lopen overigens, in zo’n weer –nu u het toch vraagt. Gisteren liep ik een twintigtal kilometer in achtereenvolgens hagel, smeltende sneeuw, regen, zon, en opnieuw sneeuw. Vanochtend had diezelfde afstand soms wat weg van ijslopen, maar eenmaal een beetje een goede manier van stappen gevonden, viel het best mee. Maar het moet pas écht leutig geweest zijn de mensen die deze avond op die volle sneeuw hebben kunnen lopen. Heerlijk, die verse sneeuw onder uw schoenen te horen –én voelen– snerpen.