Gisteren heb ik mijzelf op een Grote Pita Met Frieten getrakteerd. Henri had ergens opgevangen (karrewiet?) dat het vorige week de week van de friet was, en ik had hem beloofd dat we toch zeker één keer frieten zouden eten. Gisteren was mijn laatste kans, en van de pitaman hier wat verder in de straat, bracht ik voor hem een klein pakje (met mayonaise) mee, samen met dat monster voor mij.
Op net geen drie uur had ik 2162 kcalorieën (tweeduizend, jawel) verbrand, dus zo’n pita ging er –zelfs na ongeveer twee liter water (en extra mineralen)– best in. “Gemiddeld zit ge goed boven de elf kilometer per uur”, had een fietser mij toegeroepen, toen hij –op het voetpad– zichzelf een halve kilometer had verplicht achter mij aan te blijven rijden. “Niet slecht toch, na 35 kilometer”, had ik hem geantwoord. De uitdrukking op zijn gezicht was geld waard.
Met dat The Ultimate Ultramarathon Training Plan ligt de klemtoon tegenwoordig wel wat meer op afstand, dan op tijd; uithouding i.p.v. snelheid. Er zit wel iets tussen van intervaltraining, maar al helemaal geen tempotraining.
Met zicht op die Leopoldslopen zou ik misschien beter mijn schema aanpassen naar dat voor een halve marathon, zoals Ryan Hall’s Half-Marathon Training Plan. Of ik kan die Leopoldslopen zien als een stap in de onvermijdelijke richting van een marathon (marathon training plan).
Grmpf. Ik ga er nog eens goed over nadenken. (Net zoals over refuelling: ik leg die 3 uur training af zonder voedsel of drank tijdens mijn loop. Niet goed.)
inderdaad niet zo gezond ! Komt ge nergens ne cafe tegen onder de baan ? 😉
Nee, naar schijnt bestaan er zo gordels waaraan ge busjes met kleine hoeveelheden drank kunt hangen. Loopt makkelijker dan een volledige fles bij te hebben.