ziek

De drukste periode van het jaar biedt zich onderhand aan, op zowat alle vlak, en ik val ziek. Met een verkoudheid die aardig op een griep begint te gelijken. Misselijk, hoofd-, oor-, keel-, en gewrichtspijn, lopende neus, tranende ogen, en pijnlijke luchtwegen. Ik denk dat ik maar eens opnieuw in mijn bed kruip.

aankondiging

(Kucht bescheiden in de microfoon.)

Dank u. Het is niet van mijn gewoonte (om te stoefen), maar als ik even mag, wil ik van de gelegenheid gebruik maken, om te vermelden dat Tessa een beurs werd toegekend. U wist waarschijnlijk niet eens dat er een aanvraag was ingediend, en bovendien is een beurs maar een beurs, zie ik u denken, dus waarom die heisa.

Wel, het is niet zomaar een beurs.

Tessa (doktor dokter) heeft zopas een beurs voor een Fundamenteel Klinisch Mandaat bij het FWO (Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek) binnengehaald. Eén van de acht die werden uitgereikt. (De alfabetische lijst vindt u in deze PDF.) De beurs geldt voor 5 jaar, eventueel éénmaal met 5 jaar verlengbaar.

Met zo’n beurs kan ze zich nu –naast haar klinische opdracht– halftijds wijden aan fundamenteel wetenschappelijk onderzoeken. Niet evident om binnen te halen, heb ik Prof. Leroux-Roels (vader van) onlangs nog horen vertellen op de wetenschapsdag, waar hij uitleg gaf over fondsenwerving voor vakgroepen. (Jawel, een beurs is ook een manier van fondsenwerving: de ‘werknemer’ wordt dan immers betaald door de instantie die de beurs uitreikt ipv door de universiteit.)

Ze is goed bezig, mijn madam.

bruxisme

Mijn tanden knarsen ook. En dat gebeurt inderdaad onbewust. Zo’n bijtblok (opbeetplaat volgens de uitleg over bruxisme in Wikipedia) is voor mij echter helemaal geen optie, gezien mijn recidiverende orale ulceraties. En neen, ik denk niet dat het een iets met het ander heeft te maken.

Voor zover ik weet, knars ik niet ’s nachts. Ik knars onder druk, of meer nog als er iets gebeurt waarmee ik het niet eens kan zijn, en uit beleefdheid toch maar de kaken stijf op elkaar gekneld houd. Letterlijk.

Als u de volgende keer mijn molaren hoort snerpen tijdens een conversatie, weet u meteen wat er aan de hand is.

uitgesteld

Als ik hier iets aankondig, zo heb ik al gemerkt, gaat het meestal niet door. We zijn gisteren dus niet tot in de bioscoop geraakt –hoewel het meteen een dubbelvisie ging worden: Volver (de nieuwe Almodóvar), en –jawel– The Da Vinci Code.

Helaas. In plaats daarvan, en met dank aan het immer weifelende seizoen (is het nu lente of herfst), had ik het genoegen uitgeput mijn bed op te zoeken. We zitten nog steeds volop in aftentijd.

Uitgesteld, maar niet verloren, zo dachten wij gisteren.

stap je fit

Gisterenavond, tijdens de rit naar het gelijkvloers vanop het achtste, is de lift op zowat elke verdieping gestopt. Het bijzondere was dat niet steeds mensen de lift inkwamen om helemaal mee naar beneden te reizen, maar van de tien mensen die mij kort gezelschap hebben gehouden, moesten er acht slechts één verdiepje lager (!) de lift opnieuw uit. De overige twee waren de lift binnengekomen op het eerste, vanwaar ze met mij meereisden naar het gelijkvloers, om vervolgens naar het vijfde te trekken.

Erg zat ik daar niet mee in, een van beiden was een wel zéér bevallige zwartharige jongedame, die mij dolenthousiast bonjour en au revoir toewenste. Met de nadruk op revoir. Maar ik dwaal af.

Neemt u ook vaak de lift om slechts één verdieping neer (of op) te gaan? Of maakt u wel wat meer gebruik van de traphal (indien u geen zware lasten mee te dragen hebt). Tijd verliest u er niet mee, door de trap te nemen –u hoeft immers niet op de lift tewachten– en u werkt meteen ook een beetje aan uw conditie (alle beetjes helpen).

het went

Ieders pijn is anders, maar ook chronische pijn wordt een gewoonte. Het is iets waar je leert rekening mee te houden, en ik vermoed dat het op den duur vreemder overkomt voor anderen dan voor uzelf. Tjsa, ik heb aften, ik ben een beetje kregeliger, en stiller, en ik trek wat met mijn mond, en als ik de moed had dronk ik mij alle dagen lazarus om van die pijn af te zijn (het is ook de enige manier om verlichting te brengen).

Op het werk moeten ze soms raar opkijken. De ene dag spreek ik Engels met een tongval die aan non-natives amper zou kunnen verraden dat het Engels niet mijn native language is, de andere dag (bij het begin van de herfst en de lente) spreek ik dermate slurred dat ik mijzelf ervan verdenk dronken op de werkplaats op te dagen.

Meer dan twintig jaar leef ik er ondertussen al mee (25 denk ik), alle beloftes ten spijt dat het zou gedaan zijn –toch tenminste in hevigheid– eenmaal de puberteit voorbij. Voor sommige mensen duurt de puberteit duidelijk wat langer dan voor anderen.

Het ‘probleem’ bij zoiets als aften is dat alles –op de foeter na– voor de buitenwereld ‘normaal’ lijkt (zolang ik niet hoef te praten tenminste). ’s Avonds komt ik dan afgemat thuis, en als ik geen 16 uur per dag kan slapen ben ik eigenlijk geen mens.

*grmpf*

Eigenlijk praat ik hier absoluut niet graag over. En al voel ik mij niet verplicht om erover te schrijven, ik weet dat er minstens een aantal mensen die opzoek zijn naar info over aften, dit zullen lezen. En ik heb een donkerbruin vermoeden dat het zowel voor mijzelf, als voor u, beste lotgenoot, een klein beetje oplucht.

het grotere beeld

[Het was gezellig druk (mijn voorkeur ging uit naar de appelsiencake). Achteraf zijn we –geheel onverwachts– lekker nog in de Ankara wezen eten. (Ondertussen weet ik nu ook waar Popville te vinden is.) En daarna een ijsje aan het Veerleplein. En dan een rustige wandeling huiswaarts –want met een ijsje moogt ge de tram niet op.]

Het is van… krabt in zijn haar… lang geleden, dat ik nog eens een doel had. Zoiets echt met zin en richting en lange termijn en al. En waar ge ook het geduld kunt voor opbrengen en het nut van timing en planning kunt inzien. Iets wat rijpt en vorm krijgt en waarvoor ge niet over één nacht ijs gaat (het is tenslotte lente).

Hé?

(Kruipt richting bed gezien zijn muil vol aften hem ook vandaag weer danig heeft uitgeput.)

open

open plaasterZe heeft weer wat uitgestoken. (Hoewel, wat precies, is vooralsnog niet geweten.) Sinds een dag of twee loopt Tessa met een open plaaster rond, om, zoals voorlopig wordt aangenomen, een peesontsteking te beschermen. (Als het binnen twee weken niet beter is, wordt het een erm gesloten plaaster.)

Leuk zo’n open gips: eerst krijgt u een heuse plaaster rond de arm die, nadat hij is verhard, wordt opengeknipt en voorzien van een paar velcrostrips en een beschermnet zoals op de foto. De kleur kan je kiezen, maar, in tegenstelling tot de fancy kleuren en motiefjes voor een beengips, beperkte de keuze zich tot rood, blauw, geel, wit, en ik geloof nog iets anders (zwart waarschijnlijk). Gezien mijn betrokkenheid bij Het Project, en de onwrikbare banden daarvan met een welbepaalde politiek strekking, lag de keuze voor de hand. (Oh ja, voor wie de ironie van de laatste zin niet duidelijk was: bij deze.)

’s Avonds mag hij uit om te slapen, een ritueel dat ondertussen gepaard gaat met een half uur krabben waar het gedurende de ganse dag heeft gejeukt.

hoofdpijn

Al bij al viel het nog goed mee, met die hoofdpijn. Telkens ik vanbij een collega, vanop een sanitaire stop of vanuit de waterkast terugkwam, diende ik mij eraan te herinneren dat, nee, ik mijn bril niet had misplaatst op het werk, maar thuis was vergeten, toen ik automatisch naar de plaats links van mijn toetsenbord greep waar ik hem altijd laat liggen.

Hooguit zat ik de ganse dag met mijn ogen een beetje dichtgeknepen, maar ik kon het nog verbazingwekkend goed volhouden om de ganse dag naar het scherm te turen. Het was dan ook geen oudbollige en wazige CRT maar een veel scherpere flatscreen. Maar dan nog, zelfs op de treinrit huiswaarts kon ik zonder noemanswaardige inspanning verder lezen in Alfa Amerika, terwijl het boek toch in een relatief kleine letter werd gedrukt.

Misschien zat de vermoeidheid er voor iets tussen (maar ik ga mij onthouden van enige medische speculatie omtrent spierverslapping in de oogbol, en of dat tot een beter gezichtsvermogen zou kunnen leiden). Al heb ik voor dit berichtje (geschreven op een 10 jaar oude CRT) opnieuw netjes mijn bril op mijn neus gezet.

rookverbod

Moet er een algemeen rookverbod komen in heel Europa?

U kent ze allemaal. De rokers die vol overtuiging hebben verklaard nooit te roken als anderen er last van hebben, om vervolgens tijdens de maaltijd –of in het beste geval tussen twee gangen door– onverschillig een sigaret op te steken. U hebt het maar te zeggen hoor, ze doven de sigaret onmiddelijk. Maar het zou wel zonde zijn als ze niet eerst deze ene mogen oproken. (Die dingen zijn tenslotte duur.)

Of de horden die aan de ingang van het station een rookcordon opbouwen. Maar binnen roken ze heus niet. De tunnel naar het perron wordt echter niet langer als binnen beschouwd, en het perron zelf vanzelfsprekend al helemaal niet meer. Ik dacht dat het rookverbod voor het ganse station gold, inclusief de perrons? (En ja, daar stoort het ook.)

De cijfers over passief roken zijn ronduit schokkend. Elk kwartier sterft er iemand aan de gevolgen van passief roken; in ons land alleen al sterven er jaarlijks 2000 mensen door passief roken. Dus inderdaad, ik heb volmondig ‘ja’ geantwoord op de rondvraag.