slaappillen

“Waar zijn de slaappillen?”, klinkt het met een klein stemmetje, maar net zo dramatisch als ge u voorstelt.

Even voordien had ik zacht gestommel boven mijn hoofd gehoord, gevolgd door muizenvoetjes op de trap.

“Henri, blijf daar niet dremmelen op de gang, komt toch gewoon binnen”, verzuchtte ik toen hij na dik twee minuten nog steeds met de deurklink in zijn hand stond, maar ze niet naar beneden durfde te duwen om zichzelf binnen te laten.

Slaappillen dus. Waarom wil in godsnaam hij slaappillen, flitste het door mijn hoofd. Het is toch een paar jaar te vroeg voor puberale dramatiek?

“Jongen, ik denk niet dat ik in gans mijn leven al één slaappil heb genomen,” probeerde ik, “dus waarom zoudt gij in ’s hemelsnaam één of meerdere slaappillen willen?”

“Ik kan niet slapen, papa”, piepte hij.

Zijn hoofd zit vol. Vol school, vol Lego, vol verjaardag, en vol zwemangst. Schaapjes tellen lukt niet (“ik heb het geprobeerd, maar er zitten geen schapen in mijn kamer”); in warme melk met honing heeft hij geen zin; zijn hoofd leegmaken kan hij niet (“er zit geen kraantje in hé”).

We zullen samen les volgen, heb ik hem gezegd tijdens het gesprek dat op zijn vraag volgde. Gij voor de basis, en ik voor de crawl.

Of het geholpen heeft, dan wel of het van uitputting was, weet ik niet. Maar uiteindelijk is hij toch in slaap gevallen –tenminste hij is voor zeven uur vanochtend niet meer naar beneden gekomen.

Maar slaappillen. Jongen toch.

aanpakken

Het wisselen van de seizoenen brengt nog wel meer dingen mee dan alleen aften en koude. Dikke stapels liggen op mijn bureau verspreid, waaronder zich cds, halve besprekingen, boeken, tijdschriften en rekeningen bevinden. Het nieuwe cultuurseizoen biedt zich aan –het is volgens sommigen al druk onderweg– en mijn kalender is dan ook virtueel reeds tot aan de rand gevuld, alleen heb ik alsnog verzuimd alles ook effectief aan te vullen. Het huis ligt er dermate slordig bij, dat het beter lente dan herfst zou worden (niet dat zulks temperatuurgewijs veel verschil maakt) want ik ontwikkel lenteschoonmaakgevoelens.

Het begon met een piano, en vandaag loop ik rusteloos de trap op en af, van zolder tot kelder en terug, onderwijl grootse plannen smeedend en verwoed naar verwijderbare objecten speurend. Een beetje zoals Terminator, maar dan zonder al dat metaal in mijn lijf. Of computer in mijn hoofd. Of bionische superkrachten. Of… enfin, u begrijpt mij best. Het is overigens ook een beetje de schuld van mijn buurvrouw (nee, niet die van buurman), die gans haar huis prachtig aan het verbouwen is, en waar ik gisteren een kleine rondleiding in heb gekregen. Wij denken nog steeds aan een badkamer en een keuken, en het dak van onze achterbouw. De bank ziet het zitten om mee te werken, nu wij zelf nog.

Edoch, we gaan beginnen met de agenda bij te werken, en dat zal vermoedelijk samengaan met mijn bureaublad (het échte, niet dat van de computer) leeg –of op zijn minst: geordend– te krijgen; en dat zal resulteren in duidelijkheid omtrent een aantal deadlines.

  • Trompetlessen Henri regelen done
  • blurbtekst (of twee-drie) schrijven
  • aan drie artikels voor Het Project werken
  • een paar cds bespreken/concerten aankondigen (deels voor Het Project ook); ik heb er twee liggen die heerlijk klinken, en één die niet echt mijn ding is, maar het betreft wel een bijzondere editie –die u misschien wél ligt
  • koekjes bakken en daarover berichten
  • confituur maken en daarover berichten
  • Pieters vraag eindelijk eens beantwoorden

Ondertussen verricht ik ook verder opzoekwerk rond Project Fiets; morgen ga ik nog eens een andere fietsenwinkel bezoeken. Ik heb mijn hart al verpand aan een bepaalde racefiets, maar ik wil eens luisteren of het niet interessanter is een cyclocross aan te schaffen. Kwestie van in de herfstwinter ook gemakkelijk buiten te kunnen komen. Oh, onderwijl begeef ik mij ook richting autokeuring –dat ligt op de baan. Mijn boek heb ik al klaargelegd, want de lengte van het bezoek raakt mijn kouwe kleren niet, zolang ik maar niet moet terugkeren.

Gisteren heb ik mijn nieuwe VISAkaart ontvangen, nu is het nog wachten op mijn ‘geheime code’.

En ik moet dringend meer tijd voor fotografie maken; op de laatste vergadering van Het Project zag het ernaar uit dat ik kandidaten had gevonden voor een project waar ik al een tijdje op broed. Ik ga eerst eens een test shoot doen met Tessa en dan beginnen we daar ook aan.

Nu we het toch over fotografie hebben: de Canon 5D mark II werd zopas voorgesteld. 2.500 EUR voor de body, of 2.700 USD –wat dan weer hertaalt naar 1.900 EUR. Voor (veel) minder dan 600 EUR kunt ge tegenwoordig wel aan een retourtje New York geraken zeker? De meest belangrijke feature is deze: New 21.1 Megapixel CMOS sensor with improved EOS Integrated Cleaning System (E.I.C.S.) (en dan nog voornamelijk dat laatste gedeelte), en hopelijk een verbeterde (hoge) ISO-gevoeligheid.

Ah, en enkele van mijn foto’s werden gepubliceerd in een tijdschrift. Maar daar vertel ik bij een volgende gelegenheid wel over.

alles over seks!

it all about sex, baby…tenminste, dat beweren de mannen en vrouwen van Sensoa toch –in een bui die mogelijks gekleurd is door Woody Allen. Ik neem even over uit hun persbericht:

Sensoa lanceert allesoverseks.be, een unieke site in Vlaanderen die digitaal antwoorden formuleert op vragen rond relaties en seksualiteit van 15- tot 25-jarigen. Die groep zit nog met een pak vragen en is op zoek naar betrouwbare informatie over seksualiteit en relaties op het internet, wat niet evident is. Allesoverseks.be beantwoordt aan die behoefte. Vanop de openingspagina word je uitgenodigd om een vraag in te tikken of op trefwoord te zoeken. Een speciaal ontwikkelde database met 2.000 vragen en antwoorden zorgt voor een onmiddellijk resultaat. Net die vraaggestuurde aanpak maakt de site innovatief en uniek voor Vlaanderen. Naast de site liet Sensoa een spraakmakende promotiecampagne ontwikkelen. Die countert op ludieke manier de “onwetendheid” van sommigen met de site als antwoordbaak voor hun vragen. De site past in de Praat over seks-aanpak die Sensoa met zijn campagne in 2005 startte.

Wij gingen even kijken, en kregen meteen dé Joepie-vraag uit de jaren 80 gesuggereerd: Kan ik zwanger worden als ik sperma inslik? (Het antwoord is nee, insgevallend u hier terecht kwam na een panische google-zoektocht.)

Ga vooral zelf eens op de site kijken, u vindt er 2.000 vragen én antwoorden (o.a. via een woordwolk), een forum, en de mogelijkheid om een hoogstpersoonlijke vraag te stellen indien u het antwoord daarop alsnog niet op de site vond.

kouderig

Het begint stilletjes aan wat kouder te worden. Te vroeg om de verwarming aan te steken, vind ik, want elk jaar tracht ik het uit te houden tot de verjaardag van Henri en Tessa (21/10). Al weet ik niet of we het ooit al zo lang hebben uitgehouden. De huisgenoten worden daar willens-nillens in meegesleept, maar tijdens de week –als ik de enige ben die nog eens wat dagen thuis slijt– hebben ze niet echt recht van klagen, vind ik. In elk geval sleep ik ondertussen al hout aan voor de haard, zodat we tijdens het weekend gezellig kunnen worden gewarmd. Een wat dikkere pull verricht voorlopig nog wonderen en resulteert bovendien in spinnende knuffels van de zoon –een niet te versmaden bonus.

Staat de verwarming bij u al aan?

data

“Weet ge wat dit is”, vraag ik hem terwijl ik één van de zaken omhoog houd die ik in mijn oude dossiers heb teruggevonden?

Vroeger, moet u weten, tot vlak voor de dotcom-bubble, ben ik nog een paar jaar kleine zelfstandige geweest. Toen ik gisteren de piano een stukje verder ontmantelde, besloot ik meteen nog maar wat verder op te ruimen ook. De dossierkast boven leek mij een geschikt slachtoffer. Gans mij oude portfolio aan klanten ging op de oud-papierstapel. De dossiers bevatten echter vaak ook andere zaken dan papier, en die gingen zonder al te veel omhaal de vuilbak in. Van EIBA tot SYSTEM, en alles daartussen, -onder, en -boven.

“Ik heb dat al ergens gezien”, antwoordde de zoon, en ik merkte hem alle kronkels in zijn hersentjes bewandelen.

Destijds printte ik alle belangrijke communicatie uit. Een beetje overkill, gezien ik toch al mijn e-mails bewaar (allemaal, jawel). Heelder dossiers vol had ik zo, doorspekt met een paar brieven (er werden toen nog brieven geschreven), en wat cd-roms.

“Zijn dat geen dia’s of zo,” probeerde hij, “mama heeft daar een doos vol van, geloof ik.”

Ik hield een diskette in mijn hand. Een zwarte, met daarop het logo van een bekend ontwerper geplakt. Ik had er ook nog blauwe en rode, met nog andere logo’s en stickers. Elk goed voor 1,44 MB –ja, dat is een komma tussen de 1 en de 44, en dat was dan nog een HD (High Density), zodat er dubbel zoveel data opkon als op de gewone. Nog goed dat er geen 5 inch (zachte) floppy’s tussen zaten.

“En waarvoor diende dat?”

Juist ja. Er zat nog een zip disk tussen ook (click of death, iemand?). Misschien moet ik maar een exemplaar bewaren als museumstuk.

1-2-3 piano

it used to be a piano, baby it used to be a piano, baby

Zaterdag, klusdag. Met ons huis, kregen we er destijds ook een (buffet-)piano bij. Niet meer te stemmen, was het verdict, en ik tracht ze sindsdien buiten te werken. Met zeer onregelmatige tussenpozen gaan er stukjes af, maar hoe minder er overblijft, hoe moeilijker dat wordt. De toetsen werden reeds lang geleden in de haard opgebrand, de snaren werden er allemaal uitgeknipt, maar ik bleef met een aantal –veel ruimte in beslag nemende– uitstekels zitten. Twee ‘vleugels’, waartussen het toetsenbord was opgehangen, bleken iets te stevig verlijmd.

Vanochtend heb ik er met een kleine sloophamer aan gewerkt, en ondertussen blijft er enkel nog een torso over, met daarin twee gewichtiger ijzers, en een achttal balken van zo’n tien centimeter zijde. Moervast zit dat, of toch té vast opdat ik ze in stukken naar beneden zou kunnen dragen. Het geheel weegt nog steeds te zwaar, maar we zijn toch weer een stukje dichter bij ons doel.

uit uw huis!

Op donderdag word ik altijd mijn huis uitgestuurd. Allez ja, ik word elke dag mijn huis uitgestuurd, al was het maar door mijzelf om te gaan lopen, maar dinsdag en donderdag word ik maar liefst twee keer buiten gezet. Dinsdag doe ik mijn ronde, een beetje gelijk een dokter, maar dan geheel anders. Die dag doe ik boodschappen bij de lokale middenstand, die –tegen betaling weliswaar– heerlijke hoeveelheiden fruit, groenten, vlees en boeken mijn trekkar inladen. Donderdag komt hier iemand het huis proper houden. Nee, we kunnen dat zelf niet, en nee ik heb daar geen tijd voor. Om de hulp niet voor de voeten te lopen –en geloof mij, ik kan voor de voeten lopen als de beste– sluip ik tijdig het huis uit.

Vanochtend heb ik alzo kattenbakvulling gehaald, vier zakken klontvormige kleikorrels die tesamen net iets te zwaar wegen om een dikke twee kilometer van huis te voet te gaan halen. (Vorige week was er een uitstapje naar de Colruyt.) Maar het doel van vandaag was eindelijk eens in de moving store te geraken, die vorige week nog met vakantie was. Vol goede moed zakte ik naar de winkel af, maar ik was -een paar luttele minuten– te vroeg. Niet getreurd, de parkeermeter loopt, en ondertussen stapte ik maar even het Runners Service Lab binnen. Een dik kwartier later stond ik met kousen en een broek terug buiten, en voila: de moving store was open. Twee vliegen in één klap.

Met een vriendelijke mens een klapke gedaan, voorbeelden te zien gekregen, prijzen vergeleken, en ik mocht meteen al met een voorstel-met-korting terug huiswaarts keren. Benieuwd wat mijn doktertje daarvan gaat vinden.