zoom challenge

Klantenbinding is een belangrijk gegeven in marketing. De samenwerking tussen Nike en Apple is waarschijnlijk redelijk geslaagd te noemen. Via de Nike + iPod combinatie blijf je regelmatig in aanraking komen met Nike via de nikeplus site, waarop de gegevens van je runs worden bijgehouden. Het zijn geen echt professionele gegevens, maar voor een amateur (zoals ikzelf) is het een mooie manier om je evolutie bij te houden.

Er is een overzicht van al je trainingen, die je gewoon chronologisch kan bekijken, of samengevat per week of per maand:

nikeplusipod

En je kan voor elke training afzonderlijk het verloop van je snelheid volgen. Helaas kan je er (nog) niet de gegevens van je hartslagmeter bij laten opnemen. Hopelijk staan de partners nog open voor een samenwerking met Suunto of Polar bijvoorbeeld (Polar heeft al een dergelijke overeenkomst met adidas: adidas-polar.com).

nikeplusipod

Een ander deel van die ‘plus’ ervaring, is de community. Bij Nike+ kan je deelnemen aan goals en challenges, waarbij je tegen jezelf in competitie treedt (ik wil meer lopen, sneller lopen, verder lopen), of waarbij je met anderen een uitdaging aangaat.

Voor de aardigheid heb ik me ingeschreven voor de Nike+ Zoom Challenge: who will run the quickest mile (1.6km) in 45 days? Ik heb tijd tot 17 september om mijn tijd erm ‘scherp’ te stellen, en Nike biedt zelfs een trainingsschema aan om je snelheid te verbeteren.

Running far and slow is just a lot of running slow. So mix it up for the next 29 days. Kick ass on the days you work out. Turn your body into a deadly running machine. Work harder. Run quicker. Push yourself until you think you’ll puke. Then kick back. Without resting, your body won’t be able to absorb the benefit of all your hard work. Throw in your earphones and go for an easy run. When day 30 arrives, take the Nike+ Zoom Challenge and run your quickest mile ever. Show the world your ugly face; it’s beautiful.

Het schema is beaseerd op drie pijlers:

  1. long run with strides: loop gedurende 10-20 seconden iets sneller dan anders, en herhaal dat een vijftal keer gedurende je training.
  2. endurance intervals: fartleks. Leg je training iets trager af dan normaal, en ga dan gedurdende 1 tot 4 minuten voluit. herhaal een achttal keer, maar zorg ervoor telkens voldoende te recupereren.
  3. speed intervals: loop telkens 30 seconden hard, en dan opnieuw 30 seconden traag om te recupereren

Andere inspanningen hoef je er niet voor te doen. Nike+ registreert automatisch je beste mijl uit je training, waardoor ik zonet op de 699e plaats ben terecht gekomen (met 8’04”). Op de challenge pagina is er een knop “hunt your rivals” –mijn screen name is volume12, laat gerust weten wat de uwe is.

En avant!

media catalogus

Pffft. Ik geef het op. Die catalogus is gewoon niet bij te houden; ik verslind de zaken sneller dan ik ze kan ingeven. Het probleem is ook een beetje dat ik alles manueel moet ingeven, en voor deel dus ook op het internet moet gaan opzoeken (imdb en amazon links bvb).

Gisterenavond ben ik overstag gegaan, en heb ik de *pedia suite van Bruji aangeschaft. Ik heb een tijdje getwijfeld aan de Collectorz suite, maar die was bijna driemaal zo duur. Delicious Library was geen optie, want die vindt niks wat niet Engelstalig is. (Er is eigenlijk weinig veranderd in twee jaar tijd.)

Items toevoegen gaat wonderbaarlijk snel: het volstaat de UPC code (barcode) of een trefwoord in te geven, en de *pedia zet zich aan het werk. Ik heb zopas een plank stripverhalen ingegeven (een vijftigtal) in mijn bookpedia, en dat was in geen tijd gebeurd. De UPCs kunnen ook met iSight of een barcode reader ingelezen worden, maar dat heb ik nog niet geprobeerd. En je kan er ook smart collections mee maken, een beetje zoals iTunes: “toon alle boeken van het genre fictie en in hardcover formaat”.

De *pedia’s laten ook toe de gegevens te exporteren, in HTML, BibTex & EndNote, naar de iPod notes (eindelijk mijn catalogus mee op zak), rechtstreeks naar .Mac, naar een FTP-server, en tenslotte ook als Tab Delimited Text of in het CSV-formaat.

We gaan eens wat films ingeven zie.

When in Vegas…

Las Vegas moet je ervaren hebben om te kunnen vatten. Niets van wat ze erover vertellen, is een goede voorbereiding voor de waanzin die The Strip heet. De Las Vegas Strip is een 4 mijl (een kleine 6 km) lang stuk van de Las Vegas Blvd, en bestaat voornamelijk uit hotels (annex casino’s annex shopping malls). Het begint in het noorden met de Stratosphere, een gebouw dat weggelopen lijkt uit de cartoonserie The Jetsons, en eindigt in het zuiden met Mandalay Bay. Geen van beide hebben we bezocht, al trok Mandalay Bay ons (lees: Henri) zeer sterk aan met een –volgens de boekjes– 4ha groot zwembad.

Wij hebben gedurende drie dagen wel zowat dagelijks het grootste stuk van die Strip afgewandeld, vaak hoppend van het ene hotel naar het andere, om er ons te laten overdonderen door de onwaarschijnlijk schitterende uitspattingen van kitsch en fakeness.

Toen we er de 27e (juli) ’s avonds toekwamen, een dag eerder dan voorzien, zijn we eerst en vooral naar het Las Vegas Outlet Center getrokken. Let’s get it over and done with, zo dachten we toen nog. We beginnen met shopping, dan hebben we tijd voor de rest. Bovendien lag het Outlet Center een stevige eind voorbij de Strip, en gezien we de wagen pas de dag nadien moesten binnenbrengen, kwam dat extra goed uit. We hebben het ganse Center doorgewandeld, en het viel precies binnen de verwachtingen: heel erg groot, een aantal bekende merken (waaronder Nike!), en we zijn er perfect in geslaagd onze VISA-kaart grotendeels in onze portefeuille te houden. (Nadien zijn we in de lokale Colruyt binnengestapt (Food 4 Less), om een voorraadje drank (pepsi max, melk, cranberry juice, water, fruit) in te slaan voor de komende dagen.)

De volgende dag ontdekten we evenwel Fashion Show. We brachten er zowat de helft van de dag door, en ik heb er in de Apple Store kunnen prutsen op de iPhone. Boven de shopping mall zweeft een gigantische schijf, die een schaduw werpt over het onderliggende plein. Niet dat zo’n schaduw veel uithaalt in de >40°C droge lucht.

vegas, baby

Lang hoeft men evenwel niet door te brengen in die hitte: in de vele hotels (annex casino’s annex shopping malls) ligt de temperatuur beduidend lager, en op de weinige terrassen is een nevelsysteem voorzien dat continu verfrissing biedt. Voeg daarbij de gigantische hoeveelheid verlichting, en ik wel zelfs niet weten wat de ecologische voetafdruk van the Strip voorstelt.

Want die Strip is eigenlijk een gigantisch attractiepark. Een beetje voorbij Fashion Show bevindt zich Treasure Island, waar zich aan de voorkant twee piratenschepen bevinden. Dagelijks worden daar (gratis) shows opgevoerd. Vroeger waren het piratengevechten, maar tegenwoordig, zo mochten we ondervinden toen we er met Henri op de avond van de eerste volle dag (28/07) bleven kijken, zijn de piraten vrouwelijk en wordt een soort soft-erotische show opgevoerd. Voornamelijk gebaseerd op suggestie, want zelfs in dit ‘oord des verderfs’ moet men zich verantwoorden aan de eerder hypocriete Amerikaanse moraliteit.

Aan de overkant bevindt zich The Venetian, geïnspireerd op –u raadt het al– Venetië, compleet met water en bijhorende gondels en (zingende!) gondeliers, de Brug der Zuchten, en het San Marcoplein. En een shopping mall natuurlijk, waar de verlichting constant op valavond ingesteld staat, en waar de stenen glinsteren alsof ze net beregend werden. Hoewel het buiten een stralende hemel was, is het plafond niet van glas, maar werd het beschilderd met blauwe lucht en witte wolkjes. Romantiek, the American way.

vegas, baby

Hierboven de ingang van The Venetian (buiten), inclusief kanalen en gondels; en hieronder het San Marcoplein, in de shopping mall (binnen) waar men 6 dollar betaalt voor 1 bol ijs, en 1 dollar extra als die bol op een hoorntje moet. Linksonder op die foto is de aanlegplaats voor de gondels.

vegas, baby

The Venetian is een van de duurdere hotels, samen met het Bellagio (foto hieronder, waar je rechts nog een van de gebouwen van het Caesars Palace ziet). In het water voor het hotel bevinden zich de Fountains of Bellagio, een gigantische muzikale fontein, die zorgt voor een licht-, klank- en waterspel.

vegas, baby

Aan het plafond in de lobby ‘groeien’ de Fiori di Como, een kunstwerk van Dale Chihuly (foto linksonder). Tegenover het Bellagio bevindt zich Paris Las Vegas, waar vanzelfsprekend een typische bistro en de Eiffeltoren niet mag ontbreken. (Op halve grootte, die Eiffeltoren, maar enkel omdat de McCarran International Airport te dichtbij was, en een replica op ware grootte daarom te hoog was.)

vegas, baby vegas, baby

Wij verbleven helemaal in het noorden, het eerste hotel voorbij de Stratosphere, in Circus Circus. We hadden het hotel uitgekozen met Henri in gedachten, en bij aankomst bleek dat het hotel best wel wat opsmuk kan gebruiken. We zaten niet in het hoofdgebouw, maar in één van de bijgebouwen, die evenwel dicht bij het zwembad lagen. We zaten er op de eerste verdieping (second floor), hadden een raam dat niet op slot kon, en een kamer die eigenlijk minder interessant of comfortabel (maar wel duurder) was dan de meeste motelkamers waar we ondertussen al hadden in verbleven. Niet (heel) erg, we hadden het ding enkel nodig om in te slapen (en ons te wassen).

vegas, baby

De hoofdingang zag eruit als een circustent, maar eens je daar binnen was, moets je eerst nog het casino door, voor je tot de eigenlijke lobby kwam, die helemaal aan de andere kant van het hotel lag. Ook daar kon je met de wagen langs rijden, ontdekten we achteraf, maar die ingang was veel minder spectaculair natuurlijk.

In het casino waren er op regelmatige tijdstippen circusartiesten aan het werk, zoals deze trapezisten die boven de hoofden van de gokkers halsbrekende toeren uithaalden..

vegas, baby

Zelf hebben we natuurlijk ook een gokje gewaagd. We hadden op voorhand afgesproken om niet meer dan tien dollar te vergokken (het zijn er twaalf geworden, omdat ik nog wat kleingeld had dat ik op de luchthaven heb vergokt), en we hebben er zesentwintig uit gehaald: veertien dollar winst!

vegas, baby

Oh, en Vegas is niet alleen bekend om the Strip, maar om de eenvoudige manier om in het huwelijk te treden. Er waren niet alleen casino’s en shopping malls in elk hotel, maar er was ook steeds minstens één Wedding Chapel. Las Vegas is tenslotte the Marriage Capital of the World, waar jaarlijks gemiddeld zo’n 150.000 huwelijken worden voltrokken. Maar we hebben bijzonder weinig trouwers gezien (drie, vier?). (En nee, we zijn er zelf niet getrouwd.)

het grote sensor probleem (ii)

Bij Foto Rembrandt konden ze mij dinsdag niet meteen verder helpen (zie deel 1). Ze waren bereid mijn camera door te sturen voor herstelling, maar ik zou hem dan wel makkelijk drie-vier weken kwijt zijn. Toen ik opperde dat ik hem volgende week moest hebben, omdat ik foto’s zou nemen op Jazz Middelheim, suggereerden ze dat ik de camera beter zelf kon gaan aanbieden bij ETB in Roosendaal (een uurtje rijden van Gent).

Een daguitstap! Henri was enthousiast, en zo zetten we vanochtend rond 11u aan naar Nederland. De afspraak was om 14u, dus dat gaf ons nog wat tijd om ergens langs de autostrade te eten. Zoonlief koos voor het Van de Valk Motel (en restaurant) De Wouwse Tol in Bergen op Zoom. *kuch* Bij de Noorderburen is het –ver(r)assing– nog steeds mogelijk om te roken in de ruime gelagzaal –al waren er gelukkig redelijke afscheidingen tussen rokers en niet-rokers. We hebben anderhalf uur over onze lunch gedaan –Henri is een verschrikkelijk trage eter– waardoor we net vijf minuten voor tijd op onze afspraak present gaven.

Na meer dan twee uur wachten bij ETB (het was ondertussen kwart na vier geworden), volgde het verdikt: “we kunnen die sensor niet reinigen meneer, die moet vervangen worden. Er zitten allemaal kleine krasjes op de sensor, bent u zeker dat daar niemand is aan geweest?”

“Natuurlijk! Er komt niemand aan dat toestel, behalve ikzelf. En ik ben niet aan die sensor gekomen. Het toestel is gelukkig nog onder garantie.”

“Helaas meneer, dat valt niet onder de garantie. De sensor vervangen kost 1.200 EUR plus werkuren plus BTW.”

*slik*

“Een toestel van vier maanden oud? Hoezo geen garantie?”

“Daar kunnen wij niet over beslissen, meneer. Wij zijn enkel een hersteldienst. Ik raad u aan dat met uw dealer op te nemen.”

Gelukkig passeerden we Antwerpen op de terugweg, dus ben ik nog even binnen gesprongen bij Foto Rembrandt. Ik heb er mijn toestel achtergelaten, morgen trachten ze de vertegenwoordiger van Canon te bereiken om verder te zien wat ze kunnen doen. “We houden u morgen zeker op de hoogte.”

’t is een hobby

Via de overpeinzing van een techfreak bij een reflectie over terugverdienen terecht komen.

Zelf ben ik nogal een pragmaticus. Gebruiksvoorwerpen hebben een toepassing, en als die voorwaarde er niet is, heb ik geen nut voor het voorwerp. Destijds heb ik mij een motor aangeschaft, omdat het gebruik ervan mij een snellere manier bood om van Gent naar (de andere kant van) Brussel te geraken. Ik moet niet langer naar Brussel, en ik ben (zeer sterk) aan het overwegen de motor van de hand te doen.

Dus ook ik loop slechts uiterst zelden ‘zomaar’ rond met een DSLR rond mijn nek. Als ik de 5D in mijn fototas steek, heb ik een doel voor ogen. Meestal (in 90% van de gevallen) gaat het dan om concertfotografie, maar ik kan ook op reportage trekken voor Vlaanderens oudste en meest bekende stadsblog. Wat mij betreft houdt het nut van de DSLR daar –op enkele uitzonderingen na– bij op.

Maar eigenlijk fotografeer ik (veel) liever analoog. De Leica was een groot gemak tijdens de recente trip in de USA. De Canon 5D had ik ook mee, maar was verschrikkelijk zwaar om overal mee naar toe te sleuren. En ondertussen heb ik ook middenformaat (6×6) fotografie ontdekt, met de Yashica en recent ook de Hasselblad. Die laatste is nog veel zwaarder dan de Canon natuurlijk, maar veel meer fun. En ‘de mensen’ poseren ook gemakkelijker als je zo’n antiek uitziend ding meehebt, ook dat cliché klopt. (Het item dat momenteel het zwaarste doorweegt op mijn verlangenlijstje, is een lichtmeter. De Sekonic L-758DR (of een van zijn voorgangers) bijvoorbeeld.)

In verband met dat sleuren, denk ik er bovendien sterk aan om Tessa’s µ[mju:]-II wat meer mee te nemen. Filmpje in, foto’s maken, laten inscannen, en klaar voor internet. En dat toestel neemt helemaal geen plaats in.

Wat betreft het ’terugverdienen’, deel ik Frederiks mening over het onderwerp. Het is een hobby, en elke hobby kost (handen vol) geld. En wat die hobby inhoudt, en hoe die wordt ingevuld, is iets dat ieder voor zich moet bepalen. Leve de liefhebberij!

J’ai des petits problèmes dans ma plantation

Jawel, ’t is komkommertijd! Hoe anders verklaart u de media-aandacht voor de Congolees die Kuifjes bezoek aan zijn land na 77 jaar nog steeds niet heeft verwerkt? (Helaas is revisionisme in België pas strafbaar als het over de genocide tijdens de Tweede Wereldoorlog gaat.)

Nee maar, Kuifje in Congo herschrijven. Wat volgt? Joseph Conrads Heart of Darkness misschien?

(De titel is toeval: dit liedje speelde namelijk op Radio1 toen ik de artikels in DM aan ’t lezen was eerder vanochtend.)

Vacation Bible School

Green River (i)

Green River (iii) Green River (ii)

(Leica M6TTL, 28mm Color-Skopar, Fuji Superia 400ISO)

Onderweg van Salt Lake City naar Moab (Arches National Park) zijn we gestopt voor lunch in Green River. Op Main Street aten we onze eerste burger van de vakantie in Ben’s Café. Green River –Main Street althans– leek ons voor een groot deel verlaten, op twee drukke truckstops vlak bij de op- en afritten van de autosnelweg na.

stripper

“Ge moet niet bang zijn, meneer,” sprak de jonkvrouw van maximaal 20 lentes terwijl ze haar boezem door mijn zijruit de wagen ingoot, “ik kom u niet aanvallen. Ik studeer aan de academie hier in Antwerpen, en wij hebben een stripverhaal gemaakt, en het is gewoon om te vragen of u er zo geen zou willen kopen.”

De manier waarop ze in mijn wagen stond gebogen, stond waarschijnlijk voor de chauffeur van de wagen links van mij, net zo weinig ruimte voor verbeelding toe over haar achterkant, als bij mij over haar voorkant. De spaghettibandjes van het topje dat tot vlak boven haar navel reikte –een plotse groeispurt misschien?– waren zichtbaar opgelucht dat haar borsten eerst nog waren gevat in de fuchsia kanten bh. Alleen Henri’s ogen waren mogelijks nog groter toen ook hij haar rondingen in de gaten had gekregen.

“’t Is allemaal marketing, jongen”, sprak ik hem bemoedigend toe, nadat ik de juffrouw had bedankt voor het aanbod.

loopnieuws

Natuurlijk heb ik gelopen in de USA. In het begin heb ik mijn schema gewoon gevolgd –tenminste, op tijd en niet op afstand, want ik had afstand- en hartslagmeter thuis gelaten. Net zoals mijn goede schoenen, met half in het achterhoofd dat ik wel eens wou zien wat ze in Niketown te bieden hadden. Nikes –of enig ander merk– heb ik niet gevonden in de woestijn, en toen we in het erm… meer gepopuleerde Vegas kwamen, was het er zodanig warm, dat ik het lopen daar wel heb gelaten.

Mijn eerste run, goed voor een kleine veertig minuten, heb ik afgelegd in Salt Lake City, UT. We verbleven er in Hotel Little America –dat, zoals het cliché kon voospellen, allesbehalve ‘little‘ was. Ik heb er een tiental ‘blokken’ ver gelopen, naar rechts gedraaid, opnieuw naar rechts, en hetzelfde tiental ‘blokken’ teruggekeerd. Verloren lopen in geometrisch Amerika is er niet bij. Ik herinner mij dat ik het toen reeds behoorlijk warm vond, om half zeven ’s ochtends. Bijzonder grappig, vind ik die indruk nu.

De tweede run was de ochtend na onze tweede overnachting, deze keer in het Super 8 Motel in Moab, UT vlakbij het Arches National Park. Iets warmer al, deze keer, en ik herinner mij dat ik Tessa vertelde dat mijn t-shirt enkel droog was gebleven omdat hier lopen een beetje was zoals in de constante luchtstroom van een haardroger lopen. De wegen waren er ook minder geometrisch, dus ben ik na twintig minuten gewoon op mijn stappen teruggekeerd.

De derde –en laatste– run heb ik gelopen in Page, AZ (na een nacht in alweer een Super 8 Motel, tussen een bezoek aan Four Corners Monument en Monument Valley, en Grand Canyon National Park in). Het was het langste (en warmste) parcours, dat mij van ons hotel tot in de woestijn rond Lake Powell bracht, waar ik een schitterende zonsopgang heb gezien.

Ook tijdens ons kort verblijf aan zee heb ik (één keer) een veertigtal minuten gelopen, maar het was pas gisteren dat ik opnieuw mijn vertrouwde parcours kon afleggen (zondag was ik afgemat door een verlate jetlag, en het leek mij niet ideaal mijn training zo te hervatten). Fan-tas-tisch. Ik heb er ongelooflijk van genoten, opnieuw die ronde af te kunnen leggen. En ik kan niet wachten om morgen opnieuw te gaan lopen. Het is bijna een fysisch gemis, mijn lichaam dat smeekt om te worden afgemat.

Nog tot het einde van de maand ga ik op dezelfde manier doordoen (d.w.z. een afstand van zo’n 7 km lopen), en dan ga ik beginnen met een schema voor de 10k (die ik ondertussen eigenlijk al lang met gemak kan lopen). Heerlijk.

het grote sensor probleem (i)

Grote problemen. Wat zeg ik: zeer grote problemen. Toen ik woensdag vluchtig de foto’s van Vegas doornam, merkte ik aan de foto’s dat er wat stofjes op de sensor zaten. We zullen eens zien hoe erg het is, dacht ik, en ik draaide gisteren het diafragma op de 16-35mm dicht tot f/22 en nam een foto van de helderblauwe lucht. Dit was het resultaat:

het grote sensor probleem

Oeps inderdaad. Aan dit beeld (bekijk het vooral ook iets groter) werd niets gediteerd. Het werd rechtstreeks via Photoshop RAW geopened, geresized, en bewaard als jpg (er werd zelfs geen unsharp mask op toegepast).

Op f/2.8 –waar ik tot nog toe zowat 99% van mijn foto’s heb gemaakt met mijn 70-200mm gaf dat al veel minder (met de 16-35mm alweer):

het grote sensor probleem

Bon. We schroeven er de 70-200mm eens op, en zoeken (vandaag) opnieuw de (niet zo) blauwe lucht op. Instellingen: ISO 500, f/22, 70-200mm op 70mm

het grote sensor probleem

Alweer: een rechtstreeks import, geen bewerkingen. Zelfde probleem, met moeite zichtbaar op f/2.8:

het grote sensor probleem

We grijpen een chinese vrijwilliger bij de kraag voor een portretje, onder de omstandigheden waarin ik altijd fotografeer: 1000 ISO, f/2.8.

Links: f/2.8, rechts: f/22; boven: 70-200mm op 70mm, onder 16-35 op 35mm. Bekijk vooral de grotere versies (klik op de beelden).

het grote sensor probleem het grote sensor probleem

(Nee, ondanks zijn grimas, heeft Henri niet plots een litteken op zijn wang gekregen.)

het grote sensor probleem het grote sensor probleem

OK, misschien mogen we eens aan een nieuw laagje verf denken, maar zo slecht ziet het raam er in het echt niet uit hoor. Voor wie het niet ziet, de ‘vlek’ zit telkens linksboven, op ongeveer 1/3 van de linkerkant. Ze (de ‘vlek’ dus), is overigens ook op de sensor te zien. Ik heb getracht er een foto van te maken, maar dat wou niet goed lukken, wegens te donker, reflecterend, en ik wou er niet meteen met al te fel licht op zitten.

We zullen morgen maar eens naar Foto Rembrandt bellen (ze zijn gesloten op maandag) om te horen hoe het zit met de garantie. En hopen dat het snel opgelost raakt, want midden augustus zit ik met Jazz Middelheim. Dju toch.