dag 23/11

Gisteren was er een stroompanne op het werk. Een gedeeltelijk voorziene stroompanne, met een uitlopertje, waardoor we wel electriciteit hadden voor de algemene verlichting, maar niet voor de computers of bureaulampen. Dus heb ik geïmproviseerd, ’s ochtends, eerst door gebruik te maken van de TL-verlichting, en nadien zelfs door te experimenteren met een zaklamp (cfr het triptiekje).

Woensdagavond ben ik bij Origin’O binnengelopen, aan de Kortrijksesteenweg, om eindelijk terug mijn muësli aan te schaffen. En een aantal zaken voor het avondmaal van de volgende dag.

Per rij: ontbijt (muësli + watermelkkoffie), clementijnen, ontbijt; lunch (Royco Minute Soup: asperges + vier sneden ‘Nonkels Zwarte Woud’-brood van bij Origin’O), avondmaal (allemaal van bij Origin’O: broccoli + soja/paprika-burgers + couscousballetjes).

week van de smaak week van de smaak week van de smaak
week van de smaak week van de smaak

Tricycle – King Size

Mijn genegenheid voor Tricycle gaat terug op vorig jaar februari. Ik had hun CD in een platenwinkel ontdekt, en op een of andere manier sprak die mij verschrikkelijk aan. Het was de vormgeving, het logo, de titel (Orange for Tea), en het feit dat het Belgen waren. Ik heb de CD gekocht, blind (of eerder doof!) zonder er een noot van te hebben gehoord. En ik kwam absoluut niet bedrogen uit, integendeel.

Wie schetst dan ook mijn verbazing, toen ik bij mijn tweede bezoek bij Opatuur, getrakteerd werd op de voltallige bezetting van het trio –ze hebben geen drummer, hoewel Vincent Noiret zijn beste beentje voor zette door zijn cello als voleerd percussie-instument te gebruiken. De CD heb ik grijsgedraaid, en vooral Tuur (Florizoone) ben ik sindsdien te pas en te onpas tegengekomen. Mijn grootste gemis, tijdens de Gentse Feesten deze zomer, waren dan ook de Chroma-avonturen in de Spiegeltent (Baudelopark) waar heel degelijke jazzartiesten werden uitgenodigd. Zo waren er Peter Hertmans en Peer Baierlein (Jazzisfaction!), en ook Tuur. Het was kiezen tussen BNRF en Chroma, en gezien de kans groter was dat ik de mensen die op Chroma waren uitgenodigd nog eens ging tegenkomen, bleef ik hondstrouw aan het Festival.

Tricycle (ii)Tuur ben ik onlangs terug tegengekomen tijdens Oorsmeer, in de Opera op de Kouter, waar hij met zijn accordeon een heel geanimeerde demonstratie voor kinderen gaf, samen met Michel Massot (op tuba). En ik keek al sinds de nieuwe seizoenscatalogus van De Bijloke uit naar de CD-voorstelling van King Size, gelinked aan de Staten-Generaal van de Klassieke Muziek en de Klara Muziekprijzen (met bijhorend concert).

Die nieuwe CD (King Size) ligt overigens geheel in het verlengde van Orange for Tea. Klezmerachtige invloeden, wilde ambiance, maar tevens meer ingetogen, bijna conventionele jazz, zoals Pas ce soir, je suis crevé dat Floorizone schreef voor zijn vriend, Mr. Champagne (en diens Galicische schone). Of 3 pinguins on a Sunday afternoon, waar Philippe Laloy op dwarsfluit speelt, maar dat even heerlijk klink in een duo tussen accordeon en tuba (met Michel Massot tijdens Oorsmeer).

Het concert van Tricycle begon pas om 22u. In bepaalde jazz-kringen is dat gefundenes fressen, maar voor het publiek dat voornamelijk voor het voorafgaandelijke klassieke concert was gekomen, bleek dit toch een serieuze hinderpaal. Waar de Bijloke Concertzaal een uur eerder nog tot de nok gevuld was, bereikte men op dit onzalige uur amper nog een bezetting van de helft van het parterre. Een zeer betamelijke opkomst voor een gemiddeld (Belgisch) jazzconcert overigens.

Tricycle (iii)Florizoone ging meteen de joviale tour op, en kreeg zonder meer het anders plechtiger publiek van De Bijloke op zijn hand. Dergelijke interactie (nochtans niet vreemd aan de nieuwe jazzprogramatie van De Bijloke) was een beetje ongewoon voor het Bijlokepubliek. Niettegenstaande heb ik eigenlijk alleen maar positieve kritiek opgevangen. (“Heel goed!”; “Hier ziet ge maar hoe ge geen gans orkest nodig hebt om goede muziek te maken.”) Ik ben dan ook van oordeel dat De Bijloke met die nieuwe jazzprogrammatie wel degelijk een belangrijke rol speelt om jazz bij een breder publiek ingang te laten vinden.

Bovendien voldeed Tricycle alweer aan een van de criteria waaraan ik een goed concert beoordeel: de muzikanten zelf beleefden er verschrikkelijk veel lol aan. Niet alleen staat Florizoone van het ene been op het andere te wippen, Philipppe Laloy (sax en dwarsfluit) was dé man die het vuur aan de lont stak. Houterig, maar met een voor die blazers zeer ongewone mobiliteit, gaf de man een mimiek ten beste waar Pinokkio jaloers van zou zijn geworden. De sfeer zat er dik in, en op bepaalde momenten was het jammer dat De Bijloke geen planken vloer had waarop het publiek zich dansbaar kon uitleven.

Op het einde van het concert had het tevreden publiek er een smakelijke introductie tot meer jazz op zitten. Wie het graag zelf ook eens zou meemaken, kan ik een optreden van Tricycle zonder meer aanraden, of een van beide CDs van het trio: Orange for Tea, of de nieuweling, King Size. Te koop via de website.

Tricycle met als gasten Laurent Blondiau (trompet) en Lionel Beuvens (drums), gezien en gehoord op 18 november 2006 in De Bijloke.

(Deze bijdrage verscheen eerder vandaag op Gentblogt.)

perspectief

Toen ik gisteren naar huis keerde, zat er –een plaats of drie van mij verwijderd– een juffrouw die met een dik Hollands accent in haar GSM zat te praten. Ik had mijn normale trein gemist, gezien één van mijn chefs er niets beters op had gevonden dan mij om 15u59 bij hem te ontbieden. Terwijl hij, net zoals mijn directe chef die daar ook aanwezig was, maar al te goed weet dat ik maandag, dinsdag en donderdag de trein van 16u14 moet halen. Op die dagen haal ik immers Henri op van school. Als ik op voorhand weet dat het later zal worden, kan ik de nodige schikkingen treffen om het werk ter wille te zijn –we moeten allemaal een beetje flexibel blijven– maar 15u59 is slechts bezwaarlijk ‘op voorhand’ te noemen.

Gelukkig beschikken we over een zeer degelijk sociaal vangnet, en kon ik met één telefoontje Tessa’s vader mobiliseren, die niet allen de zoon zou afhalen, maar meteen ook met hem naar de trompetles mocht vertrekken. En dat vond ik erg jammer. Niet dat Henri’s opa dat allemaal voor ons wil doen, maar wel dat ik nog maar eens een muziekles zou missen. Protesteren zou evenwel geen zoden aan de dijk brengen, zo heb ik al herhaaldelijke keren kunnen ondervinden. (Toen mijn ex-chef dat probeerde met een “I’m really sorry, but I’ve got to go, since I have to catch my train“, staarde diezelfde überchef waarbij ik nu was ontboden, hem even aan en vroeg droog “so what?” Mijn ex-chef heeft toen maar zonder verder protest een volgende trein of twee laten passeren.)

De juffrouw met het Hollandse accent werkte ondertussen danig op mijn zenuwen. Ik heb ooit eens gelezen dat we ons voornamelijk opwinden over dergelijke telefoonconversaties omdat we zelf niet kunnen horen wat er andere kant van de lijn wordt gezegd. Dat zou volgens datzelfde artikel meteen ook de verklaring zijn waarom ‘normale’ conversaties veel minder storen.

“Nou ja, u kunt dat natuurlijk ook aldus op zich nemen, maar ik denk dat als u even naar die documenten kijkt die ik bij u heb achtergelaten, dat wij dan stellig tot een vergelijk kunnen komen.”

Tot drie maal toe werd haar conversatie afgebroken wegens gebrekkige ontvangst. Maar telkens we opnieuw over voldoende bereik beschikten, zette ze haar conversatie weer verder alsof er niks was gebeurd. Niet alleen haar tongval, maar ook haar onderdanige toon wekte wrevel op (en niet alleen bij mij). Tegen alle verwachtingen in –afgaande op de rest van haar helft van de dialoog– bleek haar belrelatie niet louter professioneel te zijn.

“Ja natuurlijk mag u dat,” vertelde ze roodaanlopend, “natuurlijk mag u voor mij zo’n lingeriesetje meebrengen. Ja ik ben ook benieuwd hoe dat voelt.” Ondertussen zat de halve wagon haar aan te staren. “Natuurlijk mag u dat ook eens voelen”, voegde ze er nog half fluisterend aan toe voor ze een eindelijk toch zelf de verbinding verbrak.

Ongelofelijk, dacht ik al de hele tijd dat de juffrouw zichzelf en plein public in het stof zat te wentelen. Waar een mens al niet toe bereid is voor het werk. En dan herinnerde ik mij plots waarom ik op deze trein zat.

radiojournaille

Had ik het eergisteren nog over het Radiofonisch Instituut, dan wil ik u vandaag toch niet het plastisch proza van die andere radiostem onthouden:

Misschien kan ik stiekem een foto maken tijdens de operatie, heb ik vooraf gedacht. Niet dus. Ik heb niet eens durven vragen of het mocht, een operatiekwartier is nogal intimiderend. En toen ik onder de lamp lag, besefte ik dat het hoogst ongepast zou zijn de efficientie van zo’n snijploeg te doorkruisen ter wille van de illustratie van een weblog.

Jawel, Koen Fillet ondergaat zijn meniscusoperatrie. Bewust en wel (hoewel enkel –gecertifieerde– zotten gaan voor een lokale verdoving!).

de draak (iv): nazorg

(Zie ook deel I, deel II & deel III)

Tijd voor wat bevindingen na die eerste sessie. De irritatie van de huid was al dezelfde avond eigenlijk noch amper voelbaar. We zijn eerst nog gauw een hapje gaan eten, en toen we thuiskwamen heb ik de tattoo afgespoeld met lauw water, drooggedept, en na een tiental minuten weer ingewreven met de Tattoo Goo die we van Tanne hadden meegekregen. Daarbovenop kwam een laagje vaseline (enkel voor die eerste nacht), en dat was het dan. Ik heb geslapen gelijk een roos.

De volgende ochtend plakte mijn T-shirt niet tegen mijn lichaam –Tanne had gezegd dat die mogelijkheid bestond, en in dat geval moest ik gewoon met T-shirt en al onder de douche zodat het zichzelf zou losweken. Na de douche even gewacht, en opnieuw een laagje Tattoo Goo aangebracht. Ook ’s middags op het werk lukte dat zonder problemen: we hebben een gehandicaptentoilet —for people with disabilties only! dreigt het bord op de deur– met daarin een eigen lavabo en spiegel.

’s Avonds werdt de tattoo opnieuw afgespoeld, en ingewreven met B-Pantol. De eerste twee-drie dagen toch; daarna wreef ik het gewoon opnieuw in met Tattoo Goo. Na de eerste week smeerde ik de Tattoo Goo ook nog slechts twee maal (ipv drie maal) per dag aan.

Waar ik voor vreesde (met mijn huid) is gebeurd: mijn draak heeft een puistje gehad! Net boven zijn rechteroog was er een klein geel puntje waarneembaar. Heel klein, maar ik werd er verschrikkelijk zenuwachtig van. Vooral niet aankomen, vooral niet uitduwen, had ik ergens gelezen. En jawel, op nog geen twee dagen was het onding al verdwenen, zonder enige schade.

De tattoo is ook beginnen jeuken (zoals voorspeld: na een dag of twee). Het vergde behoorlijk wat wilskracht om mijn handen van mijn drakenhoofd weg te houden. Na twee dagen was de jeuk weg, en is (de huid boven) de tekening beginnen te vervellen –vooral de velletjes niet wegtrekken. Maar ook daar: na een goede drie dagen waren de velletjes weg, en was de huid hernieuwd.

Op naar de tweede sessie (meer foto’s dus, volgende week).

dag 22/11

“Hm”, zei Tessa toen ze de keuken inkeek. “Ik vind dat ge ons eten precies koopt in functie van uw weblog, deze week.”

Met de klok mee, te beginnen links onderaan: het ontbijt (watermelkkoffie + twee sneetjes grof boerenbrood); de clementijen; de lunch (drie sneetjes grof boerenbrood + Royco Minute Soup: kip + twee canapés die overbleven van de lunch van een of andere Executive Meeting); het avondmaal (brochettes rund & varken + paksoi + quinoa).

“Paksoi, papa, wat is dat?”

– Dat is heel lekker, jongen, dat is een beetje gelijk dinges, spinazie. Ge weet wel, wat Popeye eet om sterk te worden.

“Powpaai, papa, wat is dat?”

week van de smaak week van de smaak
week van de smaak week van de smaak week van de smaak

communicatie

Wat is dit nu weer? Karel De Weerdt, van de fotoredactie van de VUM, wijst er An Nelissen vriendelijk op dat ze eigenlijk niet zomaar foto’s van anderen op haar weblog mag gebruiken. Onmiddellijk wordt er geprotesteerd:

Ten eerste wil ik gerust mijn excuses aanbieden aan die arme Marc en AFP, en ik neem me voor enkel nog beelden te gebruiken van fotografen die niet als een kip op hun ei zitten. […]

Natuurlijk is het niet zo zwartwit: ik ben zelf ook fotograaf, en ik vind het niet leuk als mensen mijn beelden stelen. Computerleeks kunnen mijn beelden dan ook niet gemakkelijk downloaden.

Met een beetje slechte wil kan ik dat interpreten als is het de schuld van de fotograaf. Die moet zijn foto’s maar niet downloadbaar maken. Waarschijnlijk is dat zoiets als de appels die ik zonder te betalen meegrijp van mijn groentenboer. Hij moet ze maar niet in die bakken aan de straatkant leggen, waar eenieder ze maar voor het rapen heeft. Overigens zou die middenstander ze beter allemaal gratis uitdelen ipv als een kip op zijn ei te zitten.

Wettelijk heb ik natuurlijk geen verhaal. Toch weiger ik de voorbije posts te wissen. Ik verdien geen geld noch roem met deze blog. De foto’s staan hier zo klein dat mijn lezers ze nadien ook niet kunnen misbruiken. Bovendien is het een vorm van reclame.

Voila! Dat ik er zelf niet opgekomen ben. Als ik zijn appels eet, verdien ik er geen geld mee. En bovendien zeg ik tegen iedereen dat ze verschrikkelijk lekker zijn, en dan komt iedereen ze daar pikken. Appels van excellente kwaliteit! Komt dat zien, komt dat proeven! Gratis en voor niet dames en heren. Zolang ge er maar geen geld aan verdient.

Misschien ben ik te ijdel; zoveel lezers/kijkers heb ik niet. Daarmee bewijs ik nogmaals dat de fotografen die hier dus wel een verhaal van maken gewoon bekrompen bloedzuigers zijn. Gelukkig zitten 90 % van de mensen goed in elkaar, en stelt het probleem zich dus niet.

Wow! Wat een redenering. Wie niet have en goed afgeeft is een bekrompen bloedzuiger. Geld verdienen, dames en heren, is slecht!

*zucht*

Weet ge, op een bepaalde manier kan ik mij best vinden in Ans standpunt. Het is absoluut het einde van de wereld niet als je eens een beeld van iemand gebruikt op een persoonlijk weblog. Zolang je maar duidelijk uw bron vermeld en/of de auteur de nodige credits geeft. (Al probeer ik dat gebruik zelf te vermijden.)

Want het komt gewoon neer op respect voor andermans werk. Een goede reactie ware geweest: “tiens, eigenlijk is dat waar; in het vervolg vraag ik het gewoon.” Wat er totaal over was, is de manier waarop An de fotografen, wiens werk ze gebruikt, zomaar door het slijk haalt, enkel omdat ze erop gewezen wordt dat wat ze doet, niet correct is. Dat hebben die fotografen nergens aan verdiend.

Als Nelissen overigens een mailtje had gestuurd naar de fotograaf, dan denk ik dat er geen enkel probleem zou geweest zijn betreffende het gebruik van die foto. Met Het Project doen wij dat ook. Het budget voor wat dan ook is bij ons nul komma nul (wij verdienen geen geld met Het Project, integendeel). Maar als we om een foto verlegen zitten, en we ontdekken bijvoorbeeld een relevante foto op flickr, dan sturen we die fotograaf gewoon een mailtje. Ook al mogen we de foto gewoon overnemen volgens de zelf ingestelde creative commons licentie. Want weet ge wat? Dat hoort gewoon zo. Communiceren, noemen ze dat. En ook: beleefdheid. Daar hoeven verder geen overdreven en belachelijke copyright regels aan te pas komen.

flickr tattoos

Geen paniek, de volgende episode komt eraan. Ondertussen zijn er ook op het Grote Internet schitterende zaken te vinden over tattoos, zoals bijvoorbeeld op flickr.

Simpelweg de tag ‘tattoo‘ levert al meteen meer op dan u ooit had gewild. Maar er zijn ook gerichtere groepen, zoals Tattoos (duh!) of Tattooed girls (doe maar eens een search). Het leidt je vaak naar diverse flickr sets zoals Tattoo Nation en Full Coverage Exhibit.

Al zijn er vanzelfsprekend ook sets waarop de evolutie van iemands tattoo is te volgen, zoals Project Koi, een van mijn favorieten.

En wat dacht u van deze prachtexemplaren, zoals de rug van dit meisje waarop een Mucha werd getatoeëerd. Of de Japanse boom op Megans rug of de bloesem bij Emily.

Kijkt u maar even uw ogen uit!

een typische dag

6u15: de wekker loopt af. Nu ja, niet de wekker, maar de Palm Tungsten die Tessa ooit heeft gekocht en nooit echt voor iets anders is gebruikt. Ik spurt naar de badkamer, waar ik de noodzakelijke ochtendlijke handelingen verricht.

6u40: terwijl ik mij verder aankleed kijk ik rap eens na of er geen urgente e-mails zijn, en of het internet misschien niet is ontploft.

6u50: boterhammen mee, schoenen aan, deur dichtgetrokken, op weg naar het station

6u59: aankomst station

7u08: vertrek naar Noord, tijd om Tessa haar krant te lezen (DM)

7u56: aankomst Noord, celementijnen kopen

8u03: inklokken op het werk, koffie halen, ontbijten.

Laten we er gemakshalve even vanuit gaan dat dit een vrije dag is, en dan gaat de dag verder als volgt:

8u15: eigen weblog nakijken; Het Project nakijken; e-mails lezen; mails vanop redactiemailbox van Het Project doorsturen naar de mailing lijst.

9u00: eerste item schrijven, dagplanning opstellen voor Het Project

9u30-15u45: meer zaken voor Het Project: teksten redigeren, foto’s bewerken, van networking doen. Onderwijl onderbroken door pauzes om te eten, tekst(en) voor eigen weblog schrijven; dat alles gepaard met de nodige research.

Op een (hypothetische) werkdag zou dat ’s avonds betekenen:

16u02: vertrek naar Noord

16u14: trein naar Sint-Pietersstation, tijd om een boek te lezen

17u00: aankomst in Gent, Henri van school halen

17u20-?: huishoudelijke taken zoals Henri’s dagelijkse trompetoefeningen, eten maken; toch maar even mail etc checken; een poging ondernemen tot het spenderen van quality time met de zoon; concert of film meepikken of tv-kijken; internettoestanden; (eigen) foto’s bewerken; etc. Enfin, veel te divers om een poging tot systematiek in te kunnen ontdekken.

Tuurlijk is bloggen geen dagtaak. (Maar ik wil toch maar zeggen: het zijn fantastische tijden, bij Het Project.)

(En, hoe ziet uw dag er uit?)