strips 200910

Haal gerust Prosopopus van Nicolas de Crécy en Le Roi Banal van Antoine Ozanam & Kyung-Eun in huis. Het zal uw leven niet veranderen, maar het eerste zal u een klein beetje op de proef stellen, en het tweede zal u opnieuw een beetje in sprookjes laten geloven. Het zijn beide heel kleine, onbeduidende pareltjes.

  1. Angel Heart, tome 1 / Tsukasa Hojo / 2004 / **(*)
    Tsukasa Hojo is de mens die ook Cat’s Eye heeft gemaakt, een serie die ongelooflijk populair was, en waar ik een groot fan van was ergens in de jaren 80 of zo op de Franse televise (Club Dorothée en toestanden). Er is ook nog City Hunter, en die twee series komen precies een beetje terug in deze reeks. Ik lees het graag, mee ingegeven door een gezonde portie nostalgie.
  2. Bioméga, tome 3 / Tsutomu Nihei / 2009 / **
    Het zijn vooral de tekeningen waar ik fan van ben, in deze reeks, als is de plot niet onaardig, maar ietwat complex.
  3. Prosopopus / Nicolas de Crécy / 2009 (heruitgave van 2003) / ***
    Prosopopus verwijst naar de stijlfiguur prosopoeia, een vorm van personificatie. Meer dan in een personificatie, waarin naar levenloze objecten of abstracties als menselijke wezens wordt verwezen, worden ze in de prospopeia aan het woord gelaten. Dit verhaal –enkel beeld, zonder tekst– is een gewetensonderzoek in de vorm van een whodunit. Het verhaal is heel mooi getekend, bevat een interessante structuur, en laat de lezer soms vermoeden één of andere hallucinogene trip mee te maken.
  4. Le Roi Banal / Antoine Ozanam, Kyung-Eun / 2009 / ***
    Mooi, romantisch, escapistisch verhaal-in-een-verhaal over teruggetrokkenheid van de mens als defensie tegenover de kille wereld. Antoine Ozanam heeft al een paar schitterende verhalen getekend voor de KSTR reeks.
  5. Jérôme K. Jérôme Bloche, Tome 21 : Déni de fuite / Dodier / 2009 / **
    Hij,moddert wat aan, verhaalgewijs, Dodier, in die zin dat ook deze aflevering geheel binnen de verwachting ligt van de reeks. Het zou leuk zijn om wat meer ontwikkeling te zien binnen de personnages, bijvoorbeeld de relatie tussen Jérôme en Babette -maar mogelijks zou haar daarmee aan het doelpubliek wat voorbij gaan. Ze heeft nochtans nog veel potentieel, deze reeks.
  6. Nocturno: Première partie / Tony Sandoval / 2008 / **(*)
    Spanjaard Antonio Sandoval (weblog, deviantART) maakt prachtige tekenigen en schrijft schitterende verhalen, van romantisch zweverig tot romantisch geweldadig. Het tweede deel in deze reeks is net iets beter, maar haal vooral ook zijn Le Cadavre et le Sofa in huis.
  7. Piscine Molitor / Christian Cailleaux, Hervé Bourhis / 2009 / ***
    Piscine Molitor vertelt aan de hand van flashbacks over Boris Vian. Dit boek werd mij enige tijd geleden aangeraden, en het is beslist de moeite waard. Het verhaal zit vol knipogen, die niet allemaal even vanzelfsprekend zijn. Goed genoeg om een mens nieuwsgierig te maken in Vian, maar is misschien net iets té kort gehouden.
  8. Dorothy Band, Tome 2 / Jac-ga Hong / 2009 / **(*)
    Tweede deel van de trilogie die losjes gebaseerd is op The Wizard of Oz.

0 te vermijden / * slecht, maar leesbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(strips vorige maand)

Met de e van generisch

Vandaag lanceert boek.be een website voor e-boeken en e-readers: e-boek.org. U vindt er meer dan 3.000 Nederlandstalige e-boeken beschikbaar voor download, die gemiddeld vijf euro goedkoper zijn dan de geprinte versie. Die prijsstelling kan (veel) beter, maar breed bekenen is het algemene principe achter de verschuiving van het (gedrukte) analoge, naar een digitaal aanbod, niet noodzakelijk een slechte zaak. Tegenwoordig zijn er zelfs al digitale boeken te leen in de bibliotheek (Libraries and Readers Wade Into Digital Lending, Motoko Rich in The New York Times, 14/10/2009). Het eindpunt –of zelfs de apex– van die verschuiving is overigens nog lang niet in zicht –enkel al op louter kwalitatief vlak bekeken– en het is trouwens helemaal niet zeker dat er ooit een eindpunt komt –kijken we maar naar vinyl vs cd en iTunes.

Vorige donderdag verscheen er nog een opiniestuk van Geert Joris (directeur boek.be) en Kurt Van Damme (gedelegeerd bestuurder Ruit cvba) in De Morgen, getiteld De boekensector: schaduwboksen in een dwangbuis (DM, 15/10/2009). De auteurs stemden daarbij in met de kritiek van de Duitse kanselier Angela Merkel op de parktijken van Google Books (met of zonder fingerspam).

Kort samengevat komt het hierop neer. Het auteursrecht een hinderpaal? Geen probleem, we draaien de zaken gewoon om. Als een boek niet langer in de handel is, dan digitaliseren we het en het is aan de auteur of de uitgever om zich daar nadien tegen te verzetten. Opt-out, heet dat in newspeak (in tegenstelling tot opt-in, waarbij Google netjes vooraf moet vragen of het mag digitaliseren).

Nog wat verder wijst het auteursduo op de gevaren van digitale piraterij, en wijzen ze op het bestaan van illegale websites waar hele collecties van Suske & Wiske of Kuifje, of de volledige Harry Potterreeks, in pdf-vorm kunnen worden downgeload. Gratis weliswaar, maar geheel illegaal.

Het zijn twee gedeeltelijk verschillende problemen. Over het downloaden van illegale kopieën ter ontduiking van een aankoop kunnen we kort zijn: het is een verwerpelijk gegeven. Dat geldt overigens net zozeer voor muziek, foto’s en films als literatuur.

In Europa geldt het auteursrecht tot 70 jaar na de dood van de auteur. Theoretisch is het dus mogelijk dat een uitgeverij de werken van een auteur voor een periode van minimaal 70 jaar gijzelt. In de praktijk komt dat ook voor, al zitten er daarom niet meteen slechte bedoelingen per se achter. Vaak is het voor de uitgeverij economisch oninteressant (of zelfs niet haalbaar) om bijvoorbeeld een niet langer voorradig boek, te laten bijdrukken voor een economisch gezien veel te kleine groep afnemers. Het auteursrecht is niet helemaal slecht, argumenteren de auteurs in hun opiniestuk.

Want, vergis u niet, zonder auteursrecht droogt de boekenproductie op termijn gewoon op. Uitgevers zullen niet langer investeren in kwalitatiefhoogstaande producten, auteurs zullen niet meer worden vergoed voor hun inspanningen (tenzij ze zo naïef zijn te denken dat ze een behoorlijk inkomen kunnen halen uit rechtstreekse verkoop via het internet – niet iedereen heet Radiohead), er zal niemand meer zijn om het vele kaf van het schaarse koren te scheiden, en de boekhandel om de hoek kan zijn deuren sluiten als iedereen beschermd materiaal gratis op zijn smartphone gooit.
Vergeet ook niet dat het succes van de SOS Pieten en de Vaginaboeken van deze wereld uitgevers toelaat om ook minder evident werk uit te geven. En laat het nu precies die megasellers zijn die massaal illegaal (zullen) worden verspreid en gedownload.

Vergeten we in deze echter niet dat boek.be de koepelorganisatie van de Vlaamse boekuitgevers, boekhandels en importeurs is, en dat de cvba Ruit de beheersvenootschap is van de Vlaamse uitgevers (een organisatie vergelijkbaar met SABAM dus), en dat zij dus het boekenbedrijf vertegenwoordigen. Waar verder niks mis mee is. Het weze de auteurs dan ook vergeven dat zij zich enigszins vergalopperen in hun betoog, en laten we vooral hopen dat zij hun economische successen inderdaad ook zullen aanwenden voor het uitgeven van minder evident werk. (Waarom waren er tot voor kort van de 24 werken van Herta Müller amper een zestal vertaald –het laatste in 1999– en staan, nu ze door de Nobelprijs opnieuw economisch interessant is, de vertalingen ondertussen in de coulissen te drummen?)

Laat ons even voorbij gaan aan enige economische motivatie, en rekening houden met wat Joris en Van Damme Google Books aanwrijven: als een boek niet langer in de handel is, dan digitaliseren we het. Dat is vanzelfsprekend geen nieuwe gedachte. In 1951 schreef Boris Vian dit:

Dans ce Record Changer (janvier 1951), on évoque un grave problème: celui des bootleggers du disque. Ce sont de méchants animaux qui éditent clandestinement des tirages de disques épuisés dont les matrices appartiennent pourtant à de grandes maisons comme Columbia ou Victor.
[…] En toute logique, d’ailleurs, le seul commentaire que l’on puisse faire, c’est que les grandes maisons n’ont qu’à ne pas laisser épuiser des disques qu’on demande toujours. En toute équité, on peut ajouter, d’après leurs propres commentaires, que les les grandes maisons s’en foutent.
Et en toute bonne foi, on pourrait souhaiter qu’il existe un domaine public du disque –au bout de vingt ans par exemple. Parce que sans ça, on va encore rester un bout de temps sans les Armstrong Brunswick de 1935 et alentour, alors qu’on peut trouver du Jimmy Dorsey à tous les coins de rue. Et je suis pas vache.

Boris Vian, Jazz Hot, n° 53, mars 1951, uit Oeuvres de Boris Vian, tome sixième, Fayard 1999, ISBN 2-213-60234-4

Waarom, stelt Vian, zouden we platen, waarvan de platenmaatschappijen de matrijzen (nu: de master tapes) nog steeds bezit, maar niet meer uitgeeft, zelf niet mogen uitgeven? De uitgever is niet meer geïnteresseerd, maar het publiek wel. Waarom zouden we geen termijn in het leven roepen, waarna die opnames terecht komen in het pubiek domein? Na twintig jaar bijvoorbeeld.

Geheel verkeerd is dat niet. Kijken we bijvoorbeeld naar de farmaceutische industrie, dan geldt daar een octrooirecht van –dat is toevallig– twintig jaar. Gedurende die twintig jaar heeft het farmaceutisch bedrijf alleenrecht op de productie van een geneesmiddel. Wanneer die termijn verlopen is, en als er aan drie andere voorwaarden is voldaan, mag een ander bedrijf een generisch alternatief op de markt brengen.

Waarom kunnen we zulks niet toepassen op het auteursrecht? Wanneer een boek of plaat of film twintig jaar na creatie niet langer beschikbaar is (een strengere voorwaarde dan bij geneesmiddelen), komt het automatisch terecht in het publiek domein. In e-tijden van digitalisatie is het voor uitgevers immers maar een schijntje om van een nieuwe publicatie naast een analoge versie ook een digitale versie ter beschikking te stellen (dat geldt zowel voor boeken als voor cd’s). Op die manier kan de uitgever desgewenst de publicatie nog digitaal verkopen, ziet de auteur de vrucht van zijn arbeid verspreid (als hij nog leeft), en kan het publiek van de publicatie genieten. Iedereen content!

Pakket uitgereikt

Statistisch gezien kunnen we stellen dat ik nog nooit problemen heb gehad met bestellingen via internet, en al zeker niet bij één van de Amazonfilialen. Toen we in Seattle zaten, bestelde ik bij .com (duh), maar omdat die in dezelfde staat gevestigd waren als waar wij verbleven, moest ik daarop state tax betalen –dus liep ik net zo graag bij Barnes & Noble binnen, waar ik ook state tax moest betalen, maar tenminste niet voor thuis moest blijven tot de bestelling werd afgeleverd. Edoch dit geheel terzijde.

Vorige week bestel ik een aantal boeken & cd’s, bij fr en uk tegelijk (bij fr is de verzending gratis, maar bij uk is het vaak –en al zeker voor cd’s– goedkoper). Estimated delivery date: 13 & 16 october (want om één of andere reden werd het pakket gesplitst), en Date de livraison estimée: 13 octobre. Via hun suivi des expéditions zag ik evenwel ’s ochtends op 9 oktober het magische En cours de livraison verschijnen. Vertrokken om 5u ’s ochtends, en al moest ik wel om 14u in het stadscentrum zijn, dat zou wel lukken. Edoch: neen.

Nochtans, bij amazon stond het als Livré, en ondertussen staat het er als volgt:

13 octobre 2009 11:29 ’s Gravenvoeren BE Tentative de livraison
13 octobre 2009 08:31 ’s Gravenvoeren BE En cours de livraison
12 octobre 2009 09:59 ’s Gravenvoeren BE En cours de livraison
9 octobre 2009 12:06 ’s Gravenvoeren BE Livré
9 octobre 2009 05:03 ’s Gravenvoeren BE En cours de livraison

Of, op de taxipost site:

13/10/2009 11:29 Pakket aangeboden – bestemmeling afwezig – bericht gelaten GENT MAIL
13/10/2009 08:31 Pakket onderweg voor uitreiking GENT MAIL
12/10/2009 14:05 Pakket wordt opnieuw aangeboden GENT MAIL
12/10/2009 13:48 Pakket wordt opnieuw aangeboden GENT MAIL
12/10/2009 09:59 Pakket onderweg voor uitreiking GENT MAIL
09/10/2009 12:06 Pakket uitgereikt GENT MAIL
09/10/2009 05:03 Pakket onderweg voor uitreiking GENT MAIL

Something’s rotten in the state of Denmark, mijn beste Horatio. Eén van mijn brievenbussen bevatte immers wel een bericht, maar dat betrof de zending van uk. Ik denk dat ik die statussen maar eens ga uitprinten, om morgen mee te nemen naar het postkantoor. En dan zijn er nog twee andere zendingen onderweg. Grmbl.

Boekskes

“Gaan jullie maar al bestellen”, zei ik tegen Tessa en Henri toen we vanochtend aan de Kouter afstapten om bij OR te gaan ontbijten. (Aan de Kouter, want we dienden eerst nog geld uit de muur te halen –ben ik de enige die papieren geld en munten een enorm archaïsch gedoe vindt?) “Ik ga nog even naar de krantenwinkel, want ik wil de Groene kopen. Ik zal uwen Donald Duck ook meebrengen”, riep ik nog naar Henri, terwijl ik al aanzette en mij doof hield voor Tessa die vermoedelijk nog zaken zoals Goedele en Elle Wonen achter mij aan riep.

Bij N. en D. had ik vorige week de Scientific American zien liggen (van augustus), waarin iets over de neanderthalers stond vermeld. Niet meer beschikbaar natuurlijk, maar mijn buit was er niet minder om.

  • Scientific American, September 2009, Special Issue: Understanding Origins
  • Scientific American, October 2009, Pills to Make You Smart
  • Scientific American, Nederlandstalige editie, nummer 5 / 2009 (met daarin het vertaalde artikel over de neanderthalers)
  • The Wire, October 2009. Een fantastisch eclectisch tijdschrift over hedendaagse muziek, van jazz over klassiek en pop en indie en alternatief.
  • delicious., november 2009. Eén van de betere kooktijdschriften; al had ik mij voorgenomen het niet meer te kopen, maar er staat een feature in over stoofpotjes.
  • De Groene Amsterdammer, 9 oktober 2009

Jazzman koop ik niet meer, ik bekijk de cd reviews wel in de bibliotheek. Maar nu eerst nog The New Yorker uitlezen.

Leest u nog veel tijdschriften?

boeken 200909

Niet zo heel lange geleden –minder dan een jaar– moest ik eigenlijk niet weten van al die non-fictie. In 2009 ben ik er steeds meer aan verslingerd geraakt —blame it on Jack Kerouac, die ik in Seattle ben beginnen lezen, en die een soort kruisbestuiving tussen fictie en realiteit biedt. Vervolgens blijken die jazziconen bijna allemaal interessante levens te hebben geleid, en voor ge het weet leest ge wel eens iets half filosofisch of zelfs iets over de productie van koffie en de aanpak van de third wave. En ik heb maar één leven en amper 24 uur op een dag waarvan er minstens een paar slapend moeten worden doorgebracht. *zucht*

  1. Patient Zero / Jonathan Maberry / 2009 / **
    Patient Zero is het eerst in een geplande reeks van minstens drie boeken waarin Joe Ledger ten strjde trekt tegen bioterrorisme. Ondanks een toch behoorlijke reputatie van Maberry zit het boek vol clichés, en zat ik in tweestrijd over de geloofwaardigheid van het verhaal. Het verhaal zit in het genre van 28 days later, waarbij mensen door een virus in zombieachtige wezens veranderen. De wetenschappelijke kant wordt aanvaardbaar voorgesteld (onder technisch te worden), maar de militaire kant is dat eigenlijk veel minder. Het lijkt mij sterk dat de NSA plots bevelen gaat aannemen van een ultrageheime organisatie waarvan alleen de president het bestaan (een beetje) kent. Los daarvan weet Maberry de spanning er op de cruciale momenten wel in te houden. Ik wacht dan ook met een verder oordeel tot ik het tweede deel heb gelezen.
  2. Mijn zachtste huid / Lieve Blancquaert / 2009 / **
    Veel meer dan een fotoboek, is Mijn zachtste huid een boek met 10 getuigenissen van mensen die zelf brandwonden hebben of er rechstreeks mee in aanraking komen (no pun intended). Gemaakt in opdracht van de Belgische Brandwondenstichting, haalt dit boek moeiteloos het doel waarvoor het gemaakt is: sensibiliseren en onder de aandacht brengen (zie ook deze bespreking).
  3. Useful Work Versus Useless Toil / William Morris / 2008 / ****
    Ik heb het al uitgebreid over William Morris en dit boekje uit de Penguin Great Ideas-reeks gehad. Marxistisch van inborst, zeer gefundeness fressen en uiterst toepasbaar op de huidige samenleving. Lees dit zonder schroom –net zoals de rest van die reeks eigenlijk.
  4. God in a Cup: In Pursuit of Perfect Coffee / Michaele Weissman / 2008 / ***
    Euh ja, ik drink graag koffie, maar dit wist u waarschijnlijk al. Dit boek biedt een interessante inleiding of een overzicht van de Third Wave of Coffee in de Verenigde Staten, en de impact die de appreciatie reeds heeft gehad op de koffieproducerende gebieden, van kwaliteitscontroles tot verbetering van de levensstandaard. Zeer interessante lectuur voor wie daarin geïnteresseerd is.
  5. Out / Natsuo Kirino / 2004 / *
    ’t Is mijn ding niet. Kirino wordt omschreven als Murakami for grown ups, maar dan ben ik duidelijk blijven steken in mijn puberteit –u hoeft dat niet te bevestigen, dankuwel. Zogezegd een thriller, maar dan een literaire, wat zoveel betekent als: er is geen actie, en het verhaal vordert tergend traag. Wie graag van die half-existentiële Scandinavische thrillers leest, zal hier zeker zijn gading vinden.

0 te vermijden / * slecht, maar leesbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(boeken vorige maand)

strips 200909

Romantisch en/of deprimerend, dat lijkt wel de rode draad doorheen de strips van september. Niet goed als ge het eigenlijk te druk hebt, fantastisch als ge er wat tijd voor kunt uittrekken. Of wilt, want ge kiest zelf waarvoor ge tijd uittrekt natuurlijk.

  1. Reminiscences parisiennes chats noirs… 01 / Vinci Vanna / 2009 / **
    De auteur heeft heel veel verwijzingen verwerkt in dit verhaal, wat het zeker en vast op een hoger niveau tilt. Maar ik ben ofwel te oud, ofwel te jong om mij erin te herkennen. Zeer geschikt voor –voornamelijk vrouwelijke– twintigers of mannen in de midlife crisis.
  2. Oh les filles! T02 / Sophie Michel & Emmanuel Lepage / 2009 / **(*)
    Deel één was inderdaad een mooie prelude, en dit tweeluik is een mooi feelgood stripverhaal geworden, met VijfTV allures. Maar dan beter en mooier getekend. Al is het dan een beetje voorspelbaar en naïef, u kan makkelijk veel minder goede strips lezen.
  3. L’Arbre des deux Printemps / Will & Co, Rudi Miel / 2009 / **
    Een eerbetoon aan tekenaar Will, die met de vormgeving van het verhaal begonnen was. Een hele resem interessante tekenaars heeft aan dit album bijgedragen, maar de coherentie is eigenlijk ver zoek. In de Angelsaksische wereld is het systeem van één scenarist/meerdere tekenaars degelijker uitgewerkt, maar ik heb de indruk dat hier een beetje te veel een staalkaart is dan een samenhangend geheel. Spijtig voor het verhaal, maar het album blijft een min of meer interessante try-out.
  4. Enfer et Paradis / Oh! Great / 2002 / *
    Soms klikt het gewoon niet. Ge moet dat eens lezen, had iemand gezegd. En ik ben redelijk omnivoor wat betreft strips, maar dit kon mij niet bekoren.
  5. Batman: War Games, Act 2 / Andersen Gabrych / 2005 / **
    Ik blijf mijn oordeel afwachten tot het einde van deze trilogie. Maar het is aangenaam lezen, tot nog toe.
  6. Batman: R.I.P. / Grant Morrison, Tony Daniel, Sandu Florea / 2009 / **
    Redelijk complex verhaal, dit is niet meteen zorgeloos ontspannende verhaal. Soms iets te complex gemaakt –het loont om het meerdere malen te lezen– maar past perfect in de lijn van Morrissons werk. Vraagt nogal wat voorkennis van het Batman verhaal (de Batman verhalen).

0 te vermijden / * slecht, maar leesbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(strips vorige maand)

Hoe ik socialist werd

Komt hij eindelijk politiek uit de kast, vraagt u zich misschien af? Welnee, de titel van dit stukje is een vrije vertaling van een opstel van —alweer— die dekselse William Morris, How I Became a Socialist. Socialisme is al lang niet meer wat het geweest is, en dat was zelfs al het geval in 1894, toen Morris voor het eerst zijn tekst publiceerde.

But first, I will say what I mean by being a Socialist, since I am told that the word no longer expresses definitely and with certainty what it did ten years ago. Well, what I mean by Socialism is a condition of society in which there should be neither rich nor poor, neither master nor master’s man, neither idle nor overworked, neither brain-sick brain workers, nor heart-sick hand workers, in a word, in which all men would be living in equality of condition, and would manage their affairs unwastefully, and with the full consciousness that harm to one would mean harm to all—the realization at last of the meaning of the word COMMONWEALTH.

Voor goed begrip moet dit gekaderd worden in de rest van zijn schrijfsels/filosofie, waarin hij het heeft over o.a. de herwaardering van de ambachten (tegenwoordig zouden we al blij zijn met herwaardering van manuele arbeid), en hij van leer trekt tegen de zielloze consumptie. Allemaal zeer actueel, die zaken, denkt u maar aan de boeren die hun melk met verlies moeten verkopen, en de commerciële hegemonie van de grootwarenhuizen wat betreft de voedselmarkt.

Het begin van het echte modernisme, brengen filosofen zoals John Berger aan, kan gedeeltelijk teruggebracht worden to the moment when we no longer relied on animals for utility, and they were withdrawn from daily life except as ornaments. Het citaat komt uit The New Yorker, en is te vinden in een artikel getiteld The It Bird – The return of the back-yard chicken. Het artikel vertelt hoe het opnieuw modieus is geworden om kippen te houden, een gewoonte die ergens rond het midden van de vorige eeuw was verdwenen. Toegepast op het artikel, verwijst Berger in zijn citaat naar het moment waarop eieren beschikbaar komen in supermarkten, waardoor de noodzaak tot het houden van kippen verdween. In dezelfde reeks waarin het boekje van Morris verscheen (Penguin Great Ideas) is er ook eentje van Berger te vinden: Why Look at Animals? (Ik heb het meteen besteld.)

Vergezocht? Wat dacht u van het onderzoek waarin kinderen gevraagd wordt waar ze denken dat de melk vandaan komt? (Antwoord: uit de supermarkt –ze leggen de link niet meer tussen de koe en de melk.)

Socialisme is zoveel meer dan de werkgelegenheid –of erger: integratie– waar voortdurend de nadruk op wordt gelegd. Wat aan de maatschappij mogelijks ontbreekt is een waardensysteem, een raamwerk voor een moraliteit, een samenhang –al brengt deze laatste paragraaf mij voorlopig veel te ver, en moet ik mij daar eerst nog in verdiepen. (Met de kans mijzelf later tegen te spreken natuurlijk.)

strips 200908

Kom dat tegen: ik ben blijkbaar vergeten ook een paar strips te lezen, vorige maand. Ik ben meteen naar de winkel gestapt om een nieuwe voorraad. Nee maar.

  1. Batman: War Games, Act 1: Outbreak / Andersen Gabrych / 2005 / **
    Interessante start van deze trilogie, maar ik reserveer mij oordeel voor het einde.
  2. 3 fois rien / Frédéric Féjard, Benjamin Jurdic / 2009 / **(*)
    Drie keer niets is een goede omschrijving van de inhoud, maar het blijft aangenaam om te lezen. Amusant tijdverdrijf met oppervlakkig intriges en relatieproblemen. B-movieachtig.

0 te vermijden / * slecht, maar leesbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(strips vorige maand)

boeken 200908

Jazzfestivals –met het vele wachten tussen de fotoshoots door– zijn ideale plaatsen om wat te lezen: L’âme du mal heb ik uitgelezen op Middelheim; The Codex op Jazz in ’t Park. Ik lees voornamelijk pulp en boeken over jazz, merk ik nu, want ik ben de laatste tijd wat ontgoocheld in de zogenaamde literatuur-met-grote-L. Al geef ik vanzelfsprekend niet zomaar op.

  1. Jazzhelden / Koen Schouten / 2008 / **(*)
    Schouten schrijft helemaal niet zoals Bernlef of Roggeman, maar zijn stijl is veel anecdotischer en (daarom) gemakkelijker om te lezen. Deze verzameling leest dan ook vlot door, en aan het einde van elk stukje worden een aantal albums gesuggereerd. Ook begrijpelijk voor ‘beginners’.
  2. Casino Royale / Ian Fleming / 1953 / ***
    Het boek is vele keren beter dan film. Meer zelfs, de film wordt beter nadat u het boek hebt gelezen. Casino Royale is het debuut van de Bondfiguur, en dit verhaal is veel wreder dan de volgende werken. De folterscène uit de film komt integraal uit het boek, al gaat men daar nog wel een paar stapjes verder. Dat maakt een boek ook zo heerlijk: het kan allemaal veel erger en extremer, zonder expliciet te worden. In de film moet het gezien worden, of het is niet gebeurd.
  3. L’âme du mal / Maxime Chattam / 2004 / **(*)
    Ik was ongoocheld over de vorige Chattam (Le sang du temps), maar hier zit het weer helemaal goed. Het begin van een reeks (een trilogie), ik begin deze maand zeker en vast aan deel twee.
  4. Twilight / Stephenie Meyer / 2005 / **
    Och, gehypet en alles, maar dit boek is zeer leesbaar. Uit in geen tijd, en ik heb de mooie Red Edged Special edition laten overkomen via amazon.uk voor geen geld. Ik ga zeker de andere ook nog lezen. Het ligt er allemaal een beetje vingerdik op natuurlijk, zoals de allegorie van sex en een vampierenbeet, die mogelijks wordt uitgesteld tot het laatste boek. Enfin, ik zie wel.
  5. Over jazz: teksten 1946-1958 / Boris Vian / Publicatiedatum / ***
    Waanzinnig interessant. Soms een beetje moeilijk om alle verwijzingen (nog) te snappen, maar op zijn best schrijft Vian over zaken die vandaag, vijfitg-zestig jaar later, nog steeds vn toepassing zijn. En u dacht dat de maatschappij zich plots veel sneller ontwikkelde in deze internettijd.
  6. Reflex / Steven Gould / 2004 / **(*)
    Zeer geslaagd vervolg op Jumper. in het begin zag het er even uit alsof dit een verdoken relatieroman ging worden, maar het verhaal gaat al heel snel de goede kant uit. Zoek geen literaire diepgang, maar wel een gedegen opgebouwd verhaal voorzien van de nodige spanning. Wijs.
  7. The Codex / Douglas Preston / 2003 / **
    De opvolger, Tyrannosaur Canyon uit 2005, is eigenlijk beter. Dit is een ietwat naïef boek, al leest het vlot.

0 te vermijden / * slecht, maar leesbaar / ** goed / *** zeer goed / **** fantastisch (meer uitleg bij de quotering)

(boeken vorige maand)

Meer Vian (en het zal niet de laatste keer zijn)

Heb ik al gezegd dat ik fan aan het worden ben van (de jazzschrijfsels van) Boris Vian? En dan ben ik nog niet eens aan de oorspronkelijk Franse teksten begonnen, maar zit ik nog steeds in de vertaling van Paul Syrier te grasduinen. De stijl, de humor, de pertinentie, en diezelfde vragen waar ook ik mee zit –en hij vanzelfsprekend geen kant-en-klaar antwoord op biedt. Wat is een jazzcriticus? Wat is de rol van de kritiek in jazz? En hoe krijgt men meer mensen geïnteresseerd in jazz –of meer volk naar de concerten?

Vian vergelijkt de jazzcriticus met een weerman: niemand is geïnteresseerd in de berekeningen die de weerman tot zijn voorspellingen brengt. Het grote publiek wil alleen weten of ze dit weekend aan zee kunnen doorbrengen of beter in hun bed blijven liggen.

Maar publiceren ze […] het nijvere denkwerk van de mensen wier berekeningen de aankondiging […] mogelijk hebben gemaakt? De consument interesseert het geen zier. Het interesseert slechts de criticus zelf. Het verschil? Dat is er niet. Met dien verstande dat iemand die zich meteorologisch expert durft te noemen er zich wel voor zal hoeden om te beweren dat hij expert in jazz of iets anders is. Hij realiseert zich niet welke rol hij speelt: bemiddelaar die nieuws of geruchten ventileert [..]. Hij wil uitleggen waarom de cycloon is zoals hij is. Hij wil altijd uitleggen. Een kijkje in de keuken. Hij ziet niet dat verklaringen totaal niets uithalen: een illusie zijn. De meest geniale critici ontkomen niet aan dit mechanisme.
Het bewijs hiervan is dat ik nu al een uur lang etter zit te zweten in een poging u uit te leggen wat kritiek nu eigenlijk is en dat je niet kan zeggen dat kritiek veel zin heeft.

Het zijn dingen waar ik ook mee worstel natuurlijk. Een criticus heeft minstens twee taken: hij moet aankondigen en bespreken. En terwijl dat laatste gemakkelijk vanuit een buikgevoel en onderbouwd door de eigen ervaringen kan worden verwezenlijkt, blijft aankondigen vaak zoals weer voorspellen. Ook bewezen artiesten kunnen wel eens een minder moment hebben (McCoy Tyner op Gent Jazz bijvoorbeeld). Gaat het dan meer om het (h)erkennen en duiden van een trend?

Die [muzikant] doet aardige dingen. Dat maakt men bekend (dit heet altijd reclame). Dan komt het stadium van de statistiek: onderzocht wordt in welke mate de reacties waartoe [de muzikant] aanleiding geeft heviger zijn dan die waartoe [een andere muzikant] aanleiding geeft. Eerst op plaatselijk niveau, dan vergeleken met de meest verre [muzikanten]. Men tracht de lijnen van de isobaren vast te stellen. […] Dit alles heeft voor de jazzliefhebber nut; en dit alles kan belangstelling voor de jazz wekken bij de niet-liefhebber […]

Dat zou de taak van de jazzcriticus kunnen zijn. Alleen stelt Vian dat de uitdrager van de boodschap –zoals beschreven hierboven– het publiek is, en niet de criticus. Wat zijn tekst helemaal relevant maakt voor de huidige situatie, waarin bijvoorbeeld bloggers deel van dat publiek uitmaken. Wat ons dan weer voor andere problemen stelt, zoals het ontdekken van die bloggers met een interessante en gefundeerde opinie.

Citaten uit: Boris Vian, Over jazz: teksten 1946-1958, vertaald door Paul Syrier, Van Gennep Amsterdam, 1984, ISBN 90-6012-570-3