M645

Van een collega van Tessa kreeg ik een Mamiya M645 in de schoot geworpen. Laat mij duidelijk zijn, daar zegt ge geen neen tegen. Philip Greenspun, van photo.net zegt over het 6×4,5 formaat:

The 645 format is the smallest, lightest, and cheapest roll-film design. Negatives are a little squatter than the standard 35mm frame (24x36mm) and therefore full-frame printing on standard paper sizes such as 8×10 need not require a cropping decision.

Zelf ben ik nog altijd een grotere fan van de vierkantjes (zoals Greenspun zelf, heb ik op diezelfde pagina gelezen), maar dat mag het plezier niet drukken.

Met de M645 kwam een 80mm lens (de standaard lens in medium format fotografie), met een maximale diafragma-opening van f/2.8, wat volledig open een uiterst geringe hoeveelheid scherpte in de scherpte-diepte geeft. Zoals hier, waar enkel de handen scherp zijn:

hands

(Mag ik onderwijl nog eens beklemtonen hoe verschrikkelijk content ik ben van de Fuji films? In dit geval was het een Pro400H, maar ik gebruik ook graag de 160S. Mij absolute voorkeur blijft evenwel de Superia, maar die bestaat niet in 120 rolfilm.)

De Mamiya heeft één nadeel: de spiegel. Zo’n middenformaat camera blijft een reflextoestel, een SLR, een technologie die nog steeds in de moderne digitale (reflex-)toestellen wordt gebruikt. Dat wil zeggen, als je zo’n toestel gebruikt, kijk je eigenlijk via een spiegel door de lens naar het object dat je wil fotograferen, en als je afdrukt, klapt de spiegel omhoog en wordt de film of de sensor belicht.

In een middenformaat camera is de spiegel al groter dan in een kleinbeeld, en waar de spiegel bij de Hasselblad al een duidelijk herkenbaar dwop-wop geluid maakt, klapt hij bij de Mamiya omhoog en omlaag met trillingen die het toestel in je handen laat bibberen –ok, ok, ik overdrijf een klein beetje. Maar toch, het klappen is duidelijk merkbaar. Op de afdrukken is dat gelukkig niet merkbaar –tegen mijn verwachtingen in– maar ik ben dan ook niet trager dan 1/60s gegaan.

Wel leuk speelgoed, en een fotoformaat dat een beetje aan een scène uit een langspeelfilm laat denken.

tweeduizend tweehonderd

Tweeduizend tweehonderd euro –plus BTW– dat is het bedrag dat ik dien op te hoesten om twee van mijn fototoestellen terug te krijgen.

De Leica M6, waarvan werd verondersteld dat de revisie en herstelling zo’n 300 euro zou kosten, heeft een bestek gekregen van 800 euro. Dat is 800 euro voor een CLA (Clean-Lube-Adjust), de herstelling van de teller, en een nieuw shutter curtain. Nieuw kost zo’n Leica M6 TTL iets van een 2.500 €; de M7 kost ergens rond de 3.300 €.

De Canon 5D, waarvan werd uitgegaan dat herstellingen aan een toestel van (toen) nog vijf maand oud onder garantie vielen, heeft een bestek gekregen van 1.400 euro. Nieuw kost de Canon 5D 2.200 €.

In het geval van de Leica ga ik mijn spaarcenten aanspreken. Mijn dofroze en ondertussen anorectische spaarvarken bibbert reeds op haar broze pootjes. In het geval van de 5D weet ik echt niet wat ik moet doen. Het is een fantastisch toestel, maar ik ga geen 1.400 euro (+ BTW) ophoesten voor een herstelling van een toestel dat ik, mits opleg van 500 euro helemaal nieuw kan kopen (BTW inbegrepen).

> vloekt <

nieuw speelgoed

Ach, hoe lang overwoog ik al niet om studiolicht aan te schaffen. Nu de 5D nog steeds uit mijn arsenaal is verdwenen, en de Hasselblad meer en bij voorkeur gecontroleerd licht nodig heeft, heb ik (een tijdje geleden) de stap dan toch maar gezet. Een beetje aarzelend, want vanzelfsprekend is dat niet, dus voorlopig ben ik er nogal gerust in dat ik niet aan die kunstlichtgemakken gewoon ga raken.

Zoals steeds heb ik het internet afgeschuimd op zoek naar informatie, en uiteindelijk ben ik bij het aanbod van het Zwitserse Elinchrom beland. Schitterende zaken hebben ze daar, waaronder de betaalbare D-Lite 4 To Go set. Twee flitsen van elk 400 wattseconden, telkens met een modelling lamp, softbox, en statief, en kabels.

Bij licht hoort een lichtmeter, maar zo’n Gossen Sixtar kunt ge helaas niet gebruiken om flitslicht te meten. Dus hebben we in een nieuwe, hypermoderne lichtmeter geïnvesteerd. Zo een die ge voor de rest van uw leven kunt blijven gebruiken, en voor zowat elke mogelijke lichtsituatie kunt inzetten (in dit geval de Sekonic L-785D). Ik heb hem al meegesleurd (want hij is groot) naar Jazz in ’t Park, waar hij al uitstekende diensten heeft bewezen.

Gisteren kreeg ik van Henri te horen dat er foto’s moesten gemaakt worden voor zijn verjaardag, en op drie minuten tovert ge dan zo’n dingen tevoorschijn (langer dan drie minuten hield ik het niet vol, met dank aan de migraine):

Henri Henri Henri

(Canon EOS 40D, ISO 200, EF 16-35mm f/2.8 L II USM @ 20mm, 1/250s, f/8)

Er kan nog veel aan verbeterd worden, ik weet het (zowel technisch als creatief). Dringend tijd om eens wat te experimenteren.

langharig tuig

Henri is zijn lang haar beu. Tessa vindt dat hij best eens naar de kapper mag. Het zit in zijn ogen, zo zegt hij, onderwijl omslachtig met beide handen zijn lokken als gordijnen openschuivend. Het zit in zijn ogen, zo zegt zij, met veel misbaar zijn haar opnieuw in model brengend.

We zullen dan maar eens naar de kapper gaan, zeker?

henri henri henri

henri

(Canon EOS 40D, auto ISO, EF 16-35mm f/2.8 L II USM)