Niet dat ik u jaloers wil maken, maar vandaag is al een fantastische dag geweest. Zelfs al is er (alweer) een kl*te slapeloze nacht aan vooraf gegaan. Het slaappilleke heeft niet geholpen, vannacht, in tegenstelling tot de voorafgaande twee nachten. Tegenwoordig houd ik zelfs Tessa wakker, want ze beweert dat ik lig te babbelen in mijn chemische slaap. Ik mompel of schreeuw zaken zoals “ge weet er juist niets van” en ook “f*ckers allemaal”. Ofwel heb ik een diepliggend probleem, ofwel heeft Tessa een iets te levendige fantasie. (U hoeft niet te raden.)
Edoch: we hadden het over mijn fantastische dag. Al is de ochtend ook na de slapeloze nacht niet zo schitterend begonnen. Aan die steunzolen ben ik ondertussen min of meer gewoon graakt, maar tijdens mijn korte 6-kmloop begonnen mijn knieën (alletwee, jawel) pijn te doen. De f*ckers.
Fantastisch dus. Een koffie in de Coffee Lounge, een persvoorstelling in het stadhuis, foto’s afgehaald bij Dirk, gegeten in Vooruit, een koffie bij Or. In Vooruit, hoe sympathiek ze daar ook zijn, is de koffie overigens niet te drinken, zo kwam ik overeen met iemand die ik achteraf ontmoette maar liever niet wil vermeld worden op deze pagina’s. Plots stond ik trouwens met een pak koffie in mijn handen, vervolgens met een pak cd’s, en ten slotte met een pak LP’s. De koffie kwam uit Londen (Progresso Huila van Square Mile –dankuwel S.); de cd’s waren persexemplaren (vooruitblikken op concerten –dankuwel C.); de LP’s heb ik bij Music Man[ia] gevonden. Allemaal jazz goodies (zowel cd’s als LP’s); John Coltrane ligt op mijn platendraaier te kraken.
Als er nog mensen zijn die jazz LP’s liggen hebben: ik ben altijd geïnteresseerd. (En vanzelfsprekend bereid een redelijke prijs te betalen. De conditie van de hoes maakt niet veel uit.)
Een stapel interessante post lag thuis op mij te wachten –kwestie van het verhaal boeiend te houden. De VDAB nodigt mij bijvoorbeeld uit op een (verplichte) oriëntatiecursus van 3 halve dagen (ik ga een paar zaken moeten herschikken op de kalender). Maar ook The New Yorker zat in de bus, net zoals een kortingsbon van vijf euro voor één of andere parfumeriezaak. Per schijf van vijfhonderd punten op mijn klantenkaart krijg ik een nieuwe bon. Mijn actueel puntensaldo bedraagt 18, zo vermeldde de brief nog. Boeiend, ik zei het al.
Eenmaal de festivalperiode (jazztoestanden) voorbij, had ik gedacht, wordt het weer wat rustiger. Maar nauwelijks heb ik mijn bureau geruimd, of het werkblad ligt er opnieuw bij alsof Tessa er haar (hoofd)kwartier heeft. Mijn planning is weerom chaotischer dan ooit; (Opa)Tuur zou in bulderlachen uitbarsten. Drie belangrijke gebeurtenissen werden overigens in gang gezet, een vierde wordt overwogen. Maar ik kan er u voorlopig nog niets over vertellen —een volume12 uithalen, zo werd dat in 2005 genoemd. Berenvellen en schietgeweren, nietwaar.
Ondertussen kraakt niet langer Soultrane, maar tracht Sonny Rollins mijn tweeters kapot te blazen. Zo krijg ik nog wat lichaamsbeweging ook, met die korte LP-kanten. Hoort, het is reeds tijd voor Miles In The Sky zelfs.