fietsvitessen

Die fiets, zo dacht ik tijdens mijn eerste training reeds, die trekt in bijna niets meer op de fiets die ik vroeger mocht berijden. En dan heb ik het niet over het gewicht of het materiaal van het frame. Mijn trouwe Ludo (nu Granville) was vermoedelijk nog een echt stalen ros. Er zaten enkel achterversnellingen (vier of vijf of zes) op, die ik kon verleggen door zo’n hendeltje aan de zijkant van mijn frame naar boven of onder te bewegen. Daarbij mocht ge niet trappen, of toch niet te bruusk, want dat garandeerde een afgevallen ketting.

Tegenwoordig is de gemiddelde fiets als vanzelf uitgerust met zowel achter- als voorversnellingen, van tien tot meer dan dertig, die worden bediend via hendeltjes aan het stuur. Op de sportfiets zitten die hendeltjes in de remmen ingebouwd: klik met het kleine hendeltje naar binnen om een versnelling hoger te gaan; klik met de remhendel (!) naar binnen om een versnelling lager te gaan. Klik ver genoeg door, en men gaat meteen meerdere versnelling naar beneden, handig aan de stoplichten. En tegenwoordig experimenteert men reeds door electronica bestuurde versnellingswisselaars (nen derailleur heet zoiets in het jargon), zoals de Shimano Dura-ace Di2.

Maar welk een gemak. Er is veel veranderd sinds mijn Ludo.

lucht

Na zowat tien dagen op muffe cinemazaallucht te hebben geleefd, laat ik mijn longen stilletjesaan weer aan de gewone, van fijn stof doordrongen, buitenlucht gewennen. Vandaag stond er maar één film op het programma (morgen twee, en daarna gaat het richting Brussel voor een hands on met de nieuwe 5D), dus ging ik lopen. Gisteren had ik een voorraad gaas en sterilux en isobetadine en jelonet en flamigel ingeslagen en aangebracht –op voorschrift van mijn doktertje— en vanochtend was mijn been al veel minder verkrampt.

De eerste kilometer viel niet echt mee, maar nadien waren mijn spieren het lopen precies opnieuw gewoon, en ben ik maar meteen voor de volle woensdaagse 15 kilometer gegaan. Om tegelijk –hoewel het niet zo was bedoeld– een PB neer te zetten; dat stond op 1u11, maar daar heb ik vandaag 3 minuten af gesnoept tot 1u08. Ik weet het: sommige lopers leggen in die tijd een halve marathon af, maar ik vond dit toch al niet onaardig. Al ben ik nu benieuwd geworden hoe snel ik deze tijd onder het uur kan krijgen.

En als het weer een beetje mee wil, dan hoop ik vrijdag of zaterdag of zondag (hopelijk verandert toch één ‘of’ in ‘en’) te kunnen fietsen. Vanaf morgen is het overigens weer een paar dagen mannen onder elkaar, want daar vliegt Tessa alweer naar het buitenland voor een paar dagen. Ik denk dat ik Henri maar meeneem naar Brussel, morgenavond.

weetegij wat dat kost?

Gisteren gingen we fietsen. Eerst samen richting UZ voorbij het Koophandelsplein tot aan het water, waar ik me even losfietste, om dan terug te keren tot de olijke gezinsgenoten en tenslotte afscheid te nemen aan de Dupuislaan. Tessa en Henri gingen van daar naar huis, ik fietste nog even door langs de R4 tot de Brugsevaart, dan richting Gent, de fietsbrug aan de Willemotlaan over, via de Trekweg en de Vinderhoutsedam terug naar de R4 en de Dupuislaan, om uiteindelijk langs dezelfde weg als Tessa en Henri naar huis te keren.

Mijn huissleutel zat samen met mijn gsm bij de reparatiekit die onder het fietszadel hangt, maar ik besloot gewoon aan te bellen. Toen Tessa de deur opende duurde het even voor het doordrong. “Maar enfin,” uitte ze verwonderd, “dat is allemaal nieuw!” Ze doelde daarbij op mijn witte sporttrui waarvan de rechtermouw in flarden rond mijn arm hing, en de ladders in de rechterpijp van mijn bib shorts. “Weetegij wat dat kost?”

De hoek om van onder de brug aan de Dupuislaan op de Snepkaai te komen, had ik iets te scherp (dat kon ik niets aan doen natuurlijk) en iets te snel (daar kon ik wel iets aan doen) genomen. Er lag een steen verkeerd, dat ook, en daardoor gleed mijn fiets –voorzien van die zo goed als profielloze tubekes– met zichtbaar genoegen van onder mij weg. De fiets heeft eigenlijk niks, op een paar kleine schavingskes aan de remhendels na. Mijn ellenboog is ook geschaafd, en mijn onderbeen was redelijk zwaar geschaafd, en vol grit en zo. Toen ik kleren uittrok om een douche te nemen, toonde ook mijn rechterbovendij ons vol trots een nogal grote schaafwonde. Maar dat wisten we nog niet, daar beneden aan de deur.

Het doet allemaal een beetje pijn en zo, niks om over naar huis te schrijven. Mijn doktertje heeft mij proper ontsmet, en het grootste deel van het grit is uit mijn onderbeen geschrobd (ze vindt dat cool ondertussen, die schaafwonden). En ik sta te popelen om terug te gaan fietsen.

plezierig-plezant in de regen

Er is weinig zo plezant als lopen in de regen. Ik denk dat ik al (een paar keer) heb vermeld. Let wel, zoals de meeste mensen heb ik onder normale omstandigheden een rothekel aan regen, tenzij ik binnen in een knus warm huis de regendruppels op het vensterglas kan gadeslagen. Ik wens niet te wandelen in de regen, en evenmin te fietsen in de regen. Maar lopen…

Het is het equivalent van wat ge u romantischgewijs voorstelt van de knoestige zeeman die, eens met de grillen der elementen, met golvende baard de netten uit een ruwe zee in zijn rollende en stampende schip heist. De loper die de regen trotseert, is meer dan anders één met zijn baan en het weer en zijn lijf, dat tot op het vel doorwaterd is. (En al zeker als ge daarbij een plets maakt –wat mij gelukkig nog niet overkomen is.) Een heerlijk bad of een stomende douche achteraf lijkt de grootste luxe denkbaar.

Veel minder volk op de weg ook. Weinig lopers lijken mijn sentiment te delen, wandelaars blijven liever thuis, fietsers worden terug binnenshuis geblazen, en automobilisten rijden niet –of amper– waar ik loop. Veel tijd om te denken, en veel tijd om uw hoofd leeg te maken (zeker als ge 21 km loopt), en alleen maar warmte om naar uit te kijken. Zélfs als de chauffage nog steeds niet aan staat in uw huis.

documenteerfase

U kent mij al een beetje. Of misschien helemaal niet. Peu importe, ik vermeld het nog maar even, dan bent u meteen mee. Ik ben een liefhebber. U mag dat op velerlei manieren interpreteren, ik ben gemakkelijk op dat vlak (lees: ik trek het mij toch niet aan). Mijn liefhebberijen strekken zich uit van mijn doktertje (tada, hebben we dit meteen uit de weg, want u zat er toch op te wachten) en onze zoon, via boeken, muziek (voornamelijk jazz, maar ook klassiek, in een proportie die de laatste jaren verhoudingsgewijs is gewisseld), film, fotografie, lopen –ik denk dat deze opsomming min of meer chronologisch verloopt– en binnenkort ook fietsen. Hopen sites heb ik afgespeurd, advies verzocht en gewonnen, en iedereen in huis gek gemaakt niet alleen met websites, maar ook brochures, prijslijsten en magazines. De kogel is nog net niet door de kerk, maar we zijn al een hele stap dichterbij.

Ik was esthetisch het meest ‘gepakt’ door de Celeste gekleurde Bianchi (de Via Nirone 7 Alu Carbon), maar reviews waarschuwden om beter weg te blijven van de *kuch* goedkopere exemplaren van het merk. Gezien de (nog) duurdere exemplaren ver buiten mijn budget liggen, valt Bianchi uit de boot.

De meeste fabrikanten hebben twee soorten racefietsen overigens. Een pure racer waar u snelle wedstrijden mee pakt, en een comfortabler versie waarmee u kilometers maalt. Dan zijn er nog de aluminium versies, de carbon versies, en de hybride mengeling waarbij de voorvork in carbon is, en vaak ook de achterste ophanging, maar de rest van het frame in aluminium. En dan zijn er nog de versnelingen, die meestal van Shimano zijn, gaande van Tiagra, via 105 naar Ultegra (al dan niet SL) tot Dura-Ace.

Maar goed, we hebben onze keuze reeds beperkt tot 4 ranges: Specialized Roubaix (uithouding), Specialized Tarmac (race), Cannondale Synapse (uithouding) en Cannondale Six (race). Niet getreurd, ik sla er u nog wel mee om de oren. Tips en ervaringen blijven welkom!

uit uw huis!

Op donderdag word ik altijd mijn huis uitgestuurd. Allez ja, ik word elke dag mijn huis uitgestuurd, al was het maar door mijzelf om te gaan lopen, maar dinsdag en donderdag word ik maar liefst twee keer buiten gezet. Dinsdag doe ik mijn ronde, een beetje gelijk een dokter, maar dan geheel anders. Die dag doe ik boodschappen bij de lokale middenstand, die –tegen betaling weliswaar– heerlijke hoeveelheiden fruit, groenten, vlees en boeken mijn trekkar inladen. Donderdag komt hier iemand het huis proper houden. Nee, we kunnen dat zelf niet, en nee ik heb daar geen tijd voor. Om de hulp niet voor de voeten te lopen –en geloof mij, ik kan voor de voeten lopen als de beste– sluip ik tijdig het huis uit.

Vanochtend heb ik alzo kattenbakvulling gehaald, vier zakken klontvormige kleikorrels die tesamen net iets te zwaar wegen om een dikke twee kilometer van huis te voet te gaan halen. (Vorige week was er een uitstapje naar de Colruyt.) Maar het doel van vandaag was eindelijk eens in de moving store te geraken, die vorige week nog met vakantie was. Vol goede moed zakte ik naar de winkel af, maar ik was -een paar luttele minuten– te vroeg. Niet getreurd, de parkeermeter loopt, en ondertussen stapte ik maar even het Runners Service Lab binnen. Een dik kwartier later stond ik met kousen en een broek terug buiten, en voila: de moving store was open. Twee vliegen in één klap.

Met een vriendelijke mens een klapke gedaan, voorbeelden te zien gekregen, prijzen vergeleken, en ik mocht meteen al met een voorstel-met-korting terug huiswaarts keren. Benieuwd wat mijn doktertje daarvan gaat vinden.

fietsen (op de heide)

Het begint met een ontbijt, en dan staat ge plots thuis met twee fietsen. Ik bedoel: een pak fietsbrochures.

Tessa fietst naar het werk. Eigenlijk een onverantwoorde manier van transportatie, gezien ze slechts met grote moeite haar hoofd tien graden in gelijk welke richting kan draaien –dat is helaas geen overdrijving. Even achterom kijken voor aankomend verkeer is er dus niet bij, daarvoor moet ze stoppen en haar lichaam draaien. Een overblijfsel van de aanrijding met de MUG, waar zij 4 jaar geleden als arts meereed. De verzekering en de door de verzekering aangestelde expert beweren dat haar conditie een natuurlijke evolutie is van het computerwerk dat ze verricht. Dat ik meer computerwerk verricht op een week dan zij in die voorbije 4 jaar, en dat al mijn gewrichten foutloos werken en ik mijn hoofd nog steeds als een kerkuil rond kan draaien, wordt als irrelevant beschouwd. Dat er een direct aantoonbaar verband is tussen het ongeval en haar conditie ook. En dan heb ik het nog niet over belangenvermenging gehad. Maar laat ons vooral geen complot vermoeden.

Edoch, daar het ging het hier niet over. Tessa gaat met de fiets naar het werk, en die fiets begint zo stilletjesaan zijn leeftijd te verraden. Tijd voor een nieuwe dus. En gezien Henri een rekker (snelbinder in ’t schoon Nederlands) nodig had, en we toch aan ’t ontbijten waren in Brasserie Nero, en die fietsenwinkel vlakbij is, gingen we maar eens langs. En omdat ik in september zelf met fietsen wil beginnen, was ook ik daartoe makkelijk te overtuigen.

Maar mensen, wat kost dat geld. Voor twee fietsen kan ik bijna een nieuwe motor kopen (hij is te koop overigens, ik moet er eens deftig werk van maken om hem verkocht te krijgen –een zwarte Daytona 955i, gekocht in augustus 2004). Tessa heeft haar oog laten vallen op een Koga Miyata, en die hebben ook een racefiets die ik wel zie zitten. Al had ik ook een mooie van Giant gezien.

Is er iemand die mij wat wegwijs kan maken in die cyclosport? Ik zoek iets met het oog op eventuele deelname aan een triathlon binnen een jaar of twee. Maar wel recreatief; ik heb geen enkele intentie om zelfs maar semi-pro te worden –laat staan om er de hoeveelheid geld tegenaan te gooien die daarvoor nodig is. Bij die racefietsen spreken ze trouwens ook van carbon en demping en aerodynamica alsof het een motor was –ik hoef niet eens mijn vocabularium aan te passen. Behalve dan dat er pakweg 27 versnellingen op zitten ipv zes.

de rek is eruit

Op school was het moment L.O. (lichamelijke opvoeding, ingevallend dat nu anders heet) het onderdeel waar ik het minste naar uitkeek. Niet zozeer voor de fysieke inspanning –al stak mij dat, zoals het een goede puber betaamt, ook behoorlijk tegen– maar vooral wegens de inefficiëntie van de les. Het duurde bijna langer om ons om te kleden dan dat we les kregen, en daarna mochten we de rest van de dag in de geur en het kleffe gevoel van ons opdrogende zweet doorbrengen. Douches waren er immers niet (hopelijk is dat nu veranderd). Naarmate we ouder werden en de interesse in het andere geslacht toenam, werd die geur een steeds grotere hinderpaal, en de oefeningen veranderden voor ons steeds meer in een zoektocht naar onopvallende inertie om het risico op zweet –en bijhorende geur– zoveel mogelijk te beperken.

Lenig ben ik nooit geweest. Ik heb altijd wel enige interesse gehad in sport, maar die bleef steeds grotendeels passief –ook al heb ik nooit echt aan toeschouwersport gedaan. Ik ging nooit naar voetbalmatchen kijken, langs de kant van de wielerwestrijden staan, en motoren bekijk ik bijna uitsluitend in boekjes en websites of als ik zelf ook op het parcours kan rijden (ik moet daar deze zomer toch nog eens een keer zien te geraken).

Onlangs las ik dat het voor lopers interessant is om hun lenigheid te vergroten: soepele spieren verminderen het risico op letsels. Bij Runner’s World vond ik een artikel over de voordelen van yoga: Strike a Pose.

“Yoga improves strength and balance, but one of the best things it can do for runners is increase flexibility,” says Bruce Dick, M.D […] “If you don’t have the flexibility in your hip flexors and hamstrings to create an adequate range of motion, your body will ask that motion to come from other joints –joints not meant to produce that motion. So you get early fatigue, early breakdown, and you expose yourself to injury.”

Aldus, is er iemand in het publiek die ervaring heeft met yoga? En waar kunt ge dat volgen in Gent? Google verwijst mij naar Escape fitness centrum in de Sint-Pietersnieuwstraat en Shambho op de Zuiderlaan. Bent u bekend met één van beide organisaties? Welk is uw wedervaren? Ik hoor het graag, dan kan ik misschien proberen de rek terug in mijn lijf te brengen.

platgelopen

Misschien heb ik dat al eens gezegd (mijn geheugen is een zeef), misschien is het u niet opgevallen, misschien wist ge niet eens dat het er was: ik heb die Nike+ statistieken uit de linkerbalk weggehaald. Dat betekent niet dat ik niet meer loop, dat betekent alleen dat de batterij van de Nike+ iPod transmitter leeg is, en dat ik geen goesting heb om een nieuwe transmitter te kopen (de batterij vervangen zou wat te gemakkelijk zijn, nietwaar Apple/Nike?).

Dat, en mijn iPod Nano is kapot. (En áls –een big if overigens– ik al een nieuwe koop, zal dat toch moeten wachten tot we in Seattle zijn.)

We zijn didactisch materiaal. Nee, niet door de fele fouten die in mijn teksten opduiken, maar het VSKO was gefascineerd door mijn gebruik van het woord achterstevoren.

Euh, maar we hadden het over lopen. Ik loop opnieuw drie-vier keer per week, maar zit nog niet terug aan het niveau van pakweg september. Eén à twee keer rond de Blaarmeersen of één keer rond de Watersportbaan, ergens tussen zeven en tien kilometer per sessie. Binnenkort ga ik opnieuw voor een minimum van twee keer rond de Blaarmeersen; de pols blijft daar redelijk rustig bij (onder de 160bpm gemiddeld), en vooral: ik voel me er goed bij. Natural high, baby. (Oh. My. God. Dit is al vijftien jaar oud!)