you’ve been challenged

Het leuke aan een community zoals Nike+ is dat je er ook kan meedoen aan ‘wedlopen’. Zo doe ik momenteel mee in de 17 Provinciënstrijd der lage landen (voor de naam alleen al zou ik het doen) en de Nederland-België (Belgique) herfstkampioenschap.

Onlangs kreeg ik een nieuwe challenge in mijn inbox. Een uitdaging om mee te doen aan de Europe countries teams: Team with most kilometres over 365 days. Wijs. Tot ik wil deelnemen aan de uitdaging en onder join challenge de volgende landen zie: benelux, Spain, France, Italy, Germany, Scandinavia, Greece, Rest of europe, Eastern europe, UK.

Run for your own country staat er bovendien nog bij. Komaan, voor een wedstrijd die een jaar duurt kunnen we toch wel meer landen opnemen? Als we 17 provinciën in de lage landen kunnen vermelden, kunnen de Belgen toch wel zonder de Nederlanders of de Luxemburgers lopen in een Europese landenmatch? Doen!

herfst

“W of B”, vroeg ik vanochtend toen we opstonden. Twee paar ogen keken vragend terug. “Het zal waarschijnlijk weer heel mooi zijn om rond de Blaarmeersen te lopen, met al die mist’, legde ik uit. “En als we er lang genoeg over doen, zien we hem waarschijnlijk geleidelijk wegtrekken.”

Het eerste rondje, waartijdens Tessa en Henri respectievelijk meeliepen en -fietsten, volstond niet natuurlijk, maar een tweede wel, en tegen de tijd dat ik dat had afgelegd voelde ik me zo goed, dat ik maar aan een derde ben begonnen. De juffrouw met het vuurrode herfsthaar en het van inspanning gelijkgekleurde gezicht, die mij wel drie of vier keer in tegengestelde richting is gepasseerd, glimlachte bij onze laatste ontmoeting voorwaar even breed als ik zelf. (Al wist ze toen niet dat het onze laatste ontmoeting was, dus daaraan kan het niet gelegen hebben –ben ik u even voor.)

De zon die door de takken verstrooid op het looppad werd geworpen, het zeldzame groen dat al vlug in bruin en rood en allerlei tinten daartussen overgaat, de kilte die niet koud is, de mist die voor de warmte plaats maakt, en de rijp die van het schaarse bladerdak in dikke trage droppen op de paddestoelen valt. Het is herfst, een echt seizoen, en ik heb er veertien kilometer van genoten.

ik loop graag met u

“Ik loop graag met u”, klonk het spontaan als een liefdesverklaring, zondagochtend.

Tessa tracht al een tijd met lopen te beginnen via het start to run-programma. Nu ja, beginnen: ondertussen kan ze al dertig minuten voluit lopen. Niet echt vanzelfsprekend als je aan luchtwegaandoeningen lijdt, en eigenlijk maar maximaal twee keer per week (lees: eerder één keer) kan trainen.

Sinds ze die dertig minuten aan kan, lopen we de zondag samen. Goed voor een toertje rond de Blaarmeersen, op een rustig tempo, zodat ik meteen ook mijn onvermijdelijke neiging tot overtrainen een beetje in de hand kan houden. Het is een half uur pure tijd voor ons, om te praten en te puffen en tot spontane uitspraken te komen. Ik kijk altijd uit naar mijn volgende training, maar al helemaal naar die op zondag.

rond de blaarmeersen

Loopt gij eigenlijk nog wel, Bruno? We horen daar de laatste tijd niet veel meer over, en we lezen alleen maar dat ge het druk hebt.

Ewel, ik volg nog steeds mijn zelfde schema: vier keer per week ga ik lopen, op ma, wo, vr, en zo. Minstens twee keer per week loop ik een afstand van 10km, de andere keren is het er 5 of 7. Vooruitgang is traag, al merk ik dat mijn pols een paar tikjes durft te zakken als ik mijzelfde snelheid aanhoud.

Het 10km parcours vind ik eigenlijk het leukste. Na een korte opwarming van een kilometer of twee, ga ik twee keer de Blaarmeersen rond. De eerste keer redelijk kalm (hartslag onder 160bpm), de tweede keer op een hoger tempo. En, dat wil lukken, vandaag heb ik net mijn record gebroken. Rond de Blaarmeersen in net geen kwartier (14’58”) met een hartslag –tijdens die ronde– van gemiddeld 170bpm.

De volledige 10km heb ik afgelegd in 52’28”, dat is inclusief warming up en cool down, met een gemiddelde hartslag van 162bpm. (Bij een rustiger training zit het gemiddelde rond de 155bpm.)

We gaan Beter trainen met de hartslagmeter (Paul Van Den Bosch) eens goed doornemen, en stilletjesaan eens een wat gefundeerder trainingsschema opstellen.

vanalles wat

Er werd eerst half afgesproken tijdens Jazz in ’t Park (dat morgen overigens herbegint), en vanochtend werd het bevestigd: vanmiddag hebben we (Henri en ikzelf) gelunched met Opa T. In de Progrès vanzelfsprekend, en in het verder charmante gezelschap van A. en B. Vier stoverijtjes, en een steak voor de jongeheer.

Een lekkere stoverij-met-frieten, én een heerlijk malse steak voor Henri –ik heb zijn vlees voorgesneden en daarbij vanzelfsprekend ook voorgeproefd! De mayonaise heb ik overgeslaan, maar ik heb wel van de pickles geproefd die onder zachte dwang van Opa T. alsnog op tafel werden gebracht –anders gelooft hij (onderwijl druk naar mij wijzend) weer niet dat er wel degelijk pickles op het menu stonden.

harry potter overdoseAchteraf ging elk zijn weg, wat wil zeggen dat wij nog gauw even de mokabon binnenstapten voor koffie en een gróót glas melk (en een ijsje en nog een koffie –ssst). En om onze buit te overlopen. Henri heeft gisteren namelijk boek twee van Harry Potter zowat in één ruk uitgelezen Ik heb hem gezegd dat hij eerst vijftig bladzijden in een leesboek moet lezen voor hij aan een Donald Duck of een Jommeke mag beginnen, en sindsdien heeft hij al drie leesboeken verslonden. Gisteren was evenwel overdaad –“ik zou willen stoppen, maar ik kan niet want het is zo spannend”. Hij heeft er dan ook de ganse nacht over gedroomd, en ons twee keer uit bed gehaald (telkens hij er zelf wakker van werd).

Maar goed, vandaag zijn we dus deel drie gaan halen, in de Standaard Boekhandel (ge denkt toch niet dat ik de Fnac nog binnenstap), en daar begint hij dan morgen in te lezen (op Jazz in ’t Park inderdaad). Binnenstappen in die Standaard Boekhandel is een kleine ramp voor mij, want strategisch vlakbij de kassa’s geplaatst, bevinden zich de sportboeken. Wij hebben dus meegebracht: Harry Potter III, Marathonloper (Abdelkader Benali), Beter trainen met de hartslagmeter (Paul Van Den Bosch), en Groot handboek lopen (Herbert Steffny). We gaan weer bijleren.

En dan zou ik nog niet iets over fotografie (en mijn motor) ook willen vertellen, maar ik moet nog een aankondiging schrijven voor Het Project, en straks komt mijn boekhouder. ’t Zal voor een volgende keer zijn.

‘grmbl’ en ‘juij’

Toen ik vanochtend om 7u30 de deur wou uitstuiven, weigerde mijn iPod deel uit te maken van mijn tweedagelijkse looptraining. Verwoede pogingen om het ding –dat even daarvoor nog mooi werkte– leven in te blazen, haalden niets uit. Dus heb ik mijn Suunto GPSpod opgediept, en ben ik dik twintig minuten later dan voorzien vertrokken.

Amper acht minuten later trachtte een fietser mij van de baan te rijden –vraag mij niet waarom, ik heb het mij ook niet afgevraagd– wat mij een adrenalineshot bezorgde waardoor ik onverwacht in een iets hoger tempo terecht kwam. Resultaat: mijn tocht ronde de Watersportbaan en de Blaarmeersen (goed voor 12 kilometer) heb ik in minder dan een uur afgelegd –59’50” om precies te zijn. Een persoonlijk record, want ik had er tot dan toe telkens minstens vijf tot tien minuten langer over gedaan (met een iets lagere hartslag, dat wel).

(De iPod heb ik ondertussen opnieuw aan de praat gekregen, maar de statistieken staan dus niet bij de rest op Nike+)

relatief

Een bijwerking van mijn loopavontuur, is dat ik nu voorwaar durf stil te staan bij het sportgedeelte in de krant. Al moet ik mijn schoonvader ontgoochelen, ik ben er nog steeds van overtuigd dat Joop Zoetemelk meespurt in de Tour, en dat Jan Ceulemans spits is bij Brugge –Club, niet Cercle.

Maar zo weet ik nu wel dat (volgens Hans Vandeweghe in DM) een honderdste seconde gelijk staat met negen centimeter –op de 100 meter althans. En dat de afstand tussen Kim Gevaert (vijfde) en Torri Edwards (vierde) minder dan dat bedroeg. En dat Veerle Dejaeghere naar eigen zeggen niet te hard van start is gegaan op de 3.000 meter steeple. “3.10 per kilometer of zo.”

Mijn hartslag schiet mooi voorbij de 160 als ik sneller dan 4.59 per kilometer loop. Of zo.

over *biep* lopen *biep*

Vrijdag was het zalig om te lopen, ondanks het slechte weer. Vóór het begin van de BNRF-periode was ik een beetje bezorgd of het wel zo lukken om te lopen, met die late uurtjes tijdens het festival. Maar gisteren heb ik gewoon mijn afstand een beetje teruggeschoefd. Waar ik vrijdag bijna acht kilometer heb gelopen, heb ik mij vandaag beperkt tot een rustig toertje rond de watersportbaan (iets meer dan vijf kilometer), en dan werk ik wel weer aan de afstand in augustus.

Al heb ik vandaag opnieuw iets meer dan 7 km gelopen (in 40 min). Mijn hartslag heb ik redelijk onder controle, met een gemiddelde van 150-152 op de langere afstanden. Behalve vandaag, waar de Suunto maar bleef piepen omdat ik boven de 155 ging (er zaten nogal wat heuvels in mijn parcours vandaag), zodat ik het alarm afgezet heb, en –na het eerste kwartier– op 160 bpm heb doorgedaan.

Geheel terzijde, maar mijn doel is om volgend jaar de stadsloop (10 km) in minder dan 50 minuten te kunnen afleggen. Sommigen hadden al beweerd dat te kunnen, maar zijn daar dit jaar niet in geslaagd –ik ga geen namen noemen natuurlijk.

Eigenlijk ben ik nu meer benieuwd ben naar hoe het zal vergaan met het lopen in de USA, waarvan men mij voorspelt dat ik er met temperaturen van 30 tot 40 graden zal moeten afrekenen. En waar ik mijn weg niet zal kennen. Maar misschien hebben ze wel fitnessruimtes in de hotels waar we verblijven. We zien wel.

take it easy

Nog even over sport, ja. En ik ben er mij bewust van dat ik dingen schrijf die door (ervaren) sporters mogelijks hoofdschuddend worden gelezen. Lopen is nieuw voor mij, en ik wil niet doen alsof ik het warm water heb uitgevonden. Maar ondanks alle hype die er momenteel –nog steeds– over lopen bestaat, vond ik het niet evident om aan informatie over looptrainingen te geraken. Schema’s van beginner tot 5k of 10k zijn er met hopen op het internet of in de informatiebrochures te vinden, maar waar je nu precies op moet letten tijdens het trainen, en hoe lang je jezelf maar beter als beginner beschouwt, wordt er niet bij vermeld.

Luister naar je lichaam, lees je overal, maar hoe kan je in godsnaam naar iets luisteren dat je niet kent. Of anders gezegd, gesteld dat je hoort dat er iets wordt gezegd, hoe kan je het interpreteren? Ik heb een paar weken getraind met een hartslag die veel te hoog lag, en het enige wat mijn lichaam me vertelde, was dat het aan het einde van de training vermoeid was. De recuperatie kwam –volgens mijn interpretatie– snel genoeg, maar kennelijk was ik toch verkeerd bezig. Train als beginner niet te hevig, wordt je vanop de zijlijn toegeschreeuwd. Maar wat is te hevig?

Hele hopen internetsites heb ik erop nageslaan, en twee boeken –die alom werden aangeprezen– heb ik uitgelezen. Maar zowel Loop! van Mieke Boeckx als het gelijknamige boek van Gerard Nijboer en Kees Koman handelen over het belang van voeding en kledij en hartslagmeters en zones en stretchen en krachttraining, maar er is –op die standaard trainingsschema’s na– niks in terug te vinden over hoe je nu best aan zo’n loopcarrière begint. Langzaam aan (hier zijn we weer), maar wat betekent dat in godsnaam.

Gisteren vond ik dan in De Slegte het boek Ren je fit, een vertaling van Jamie Bairds Running Fit. Ondertussen heb ik het uitgelezen, en ik kan het aan iedereen aanraden (te koop in de kelderverdieping van De Slegte voor iets meer dan 5 €). Het bevat de standaard uitleg over voeding en stretchen en krachttraining (deze keer met duidelijke foto’s, en oefeningen waarvoor je niet naar de gym hoeft), maar tevens de broodnodige uitleg over hoe je je conditie –en daarmee gelijktijdig je training– opbouwt.

Vandaag heb ik dus de raad van Mike, Bru, Gryzo, en Jamie Baird opgevolgd. De Suunto t3 is daarbij een fantastisch werkinstrument (ongetwijfeld net zoals hartslagmeters van andere merken met dezelfde functies). Ik heb de HR limits ingesteld tussen 140 en 155 bpm, wat mij in het aerobe gedeelte van de training moet houden. Het toestel piept wanneer de onder- of bovengrens wordt overschreden, zodat je meteen weet of je sneller dan wel trager moet lopen. En kijk, mijn gemiddelde hartslag is plots maar 151 bpm meer (met een piek van 156). Ik heb in 32 minuten 5,66 km gelopen aan een gemiddelde snelheid van 10,5 km/u. Aan het einde voelde mijn lichaam alsof ik nog een hele tijd kon doorgaan, maar ook de duur van je runs bouw je beter geleidelijk op.

In elk geval ben ik al een stuk verder op weg. Bedankt voor tips, en als u er meer hebt, laat ze gerust komen.