weekend in een notendop

Mijn titel was “wij zijn slechte ouders, wij” –ik ben niet te beroerd een mea culpa te slaan, als dat nodig mocht blijken. Edoch, de madam vond dat vanochtend Geen Goed Idee™ want (1) ik had dat blijkbaar al eens gebezigd, als titel en (2) de mensen zouden het nog wel eens kunnen geloven ook als ik het te veel herhaal. Want zo zijn ze wel, de mensen, dacht ze er ongetwijfeld bij (disclaimer –ge kunt niet voorzichtig genoeg zijn– dit is dus geen citaat).

Ze heeft een zeer drukke week voor de boeg, mijn madam. Niet alleen is ze van wacht –mogelijke foutparkeerders zijn gewaarschuwd– ze heeft nog een ton andere verantwoordelijkheden te torsen waarover ik niet ga uitweiden want (1) dat zijn haar zaken, en dus niet aan mij om te wereldkondig te maken (2) ze heeft zelf een weblog voor dergelijke administrativa. Maar goed, niet alleen haar week wordt druk, het weekend was reeds druk (daarover heeft ze al geschreven, dus daar hoef ik niet meer mee in te zitten).

Het begon al vrijdag, met de opening van een tentoonstelling met o.a. werk van meneer fotograaf Hans ‘LKD‘ Dekeyser in de voormalige UCO-spinnerij Jules de Hemptinne aan de Kolveniersgang. Gezien het vakantie was, en we de volgende dag konden uitslapen, hadden we besloten Henri mee te nemen voor de opening. Het begon om 19u, dus ja, als hij dan om 21u in zijn bed ligt, dat is het einde van de wereld nog niet. Achteraf zijn we echter nog een hapje gaan eten met een aantal andere Project medemensen, en voor we het wisten was het toch weer net een ietsje later dan gepland.

(U kan nog overigens nog naar die tentoonstelling gaan kijken tot en met zaterdag 7 april van 14 tot 18 uur –gesloten op maandag evenwel, maar de toegang is gratis. Een aanrader, want dan ziet u al die schitterende foto’s ook eens wat groter.)

Zaterdag stond er een intieme dansvoorstelling op het progamma, in het kader van SUM/SOME of the parts. Vous permettez?, van/met Anabel Schellekens en Thomas Devens vond plaats in de living van vrienden, begon om 20u, en zou maar een uurtje duren. Dus –u hoort mij al aankomen– nemen we Henri toch mee! We eten nog even een snelle hap daarvoor, en tegen ochere 21u30 ligt de arme jongen in zijn bed. ’t Is tenslotte vakantie.

Edoch, direct daaraan voorafgaand –de rest van de drukke zaterdag even negerend– zaten wij ergens voorbij Oudenaarde op een trouwreceptie. We waren pas thuis om 18u45, en dus ging het sito presto richting binnenstad (onze vrienden wonen aan de andere kant van Gent natuurlijk). Het masterplan was snel een sandwich te kopen in de Martino, en al kauwend een paar (lange) straten verder te wandelen. De Martino bleek echter gesloten (‘wegens totale uitputting’), waardoor we pas na de voorstelling zijn gaan eten (pizza in de Pane & Vino). Met een zoontje dat van uitputting bijna in zijn bord in slaap viel.

Zondag beterschap? Helaas niet. We hebben hem eerst afgemat met de paarden bij meter N., en achteraf mocht hij mee naar Opatuur. Geen plaats voor een kind? Dat klopt, maar gisteren speelde Bert Joris (met Nathalie Loriers en Philippe Aerts), en dat wou onze trompettist niet missen. (We hadden het hem al lang beloofd, en ik ben niet meteen de mens om op mijn woord terug te komen.) Hij heeft het overigens aangedurfd een handtekening te vragen aan Bert Joris –een supersympathiek man, mocht daar nog enige twijfel over bestaan.

Het trio speelde extra lang vanzelfsprekend, waardoor ik het tijdstip niet durf te vermelden waarop hij in zijn bed lag. Het laatste nummer is hij een beetje weggedommeld –Henri, bedoel ik dan– maar hoewel we hem een aantal keren hebben voorgesteld om naar huis te gaan, wilde hij van geen wijken weten. Gelukkig hadden we deze keer voor het optreden tijd gevonden voor het avondmaal. Een lekkere gezonde pita in de Overpoort!

Wij zijn slechte ouders, wij.

f-ing summertime

…en als ik al in het Engels begin, kan u ervan op aan dat het mij hoog zit. Sinds de zomertijd ben ik totaal ontregeld. Enfin, laat ik het daar maar op steken.

Gisteren nog beweer ik op de lijst van Het Project: “ik ga even wat eten, een beetje televisie kijken, en dan ben ik weer paraat.” Dat eten is nog net gelukt, maar eenmaal terug thuisgekomen, ben ik met kleren en al voor de televisie in slaap gevallen. Ik ben minstens vijf keer wakker geschoten, terug ingedommeld, en een dik kwartier geleden is deze nieuwe dag voor mij begonnen. Alle lichten waren nog aan, de muziek stond nog op, en op de televisie was Het Journaal aan de zoveelste loop bezig. En waren er 48 nieuwe berichten op de Projectlijst.

Grmpf. Ik ben een beetje zenuwachtig ook, daar niet van. Om een ganse waslijst redenen waar ik u niet te veel mee ga vervelen. Over minstens één ervan heb ik u al gesproken, en dan heb ik het nog niet over de backlog aan werk waar ik momenteel mee worstel. Het wordt tijd dat het geheim uit mijn publiek geheim mag.

(Hey, het is half vijf ’s ochtends. U verwacht toch geen coherentie op dit ontiegelijke uur?)

als de kat van huis is

… (de madam zit ergens in Frankrijk voor een congres) slaapt de muis een gat in de dag. En gaat hij daarna met zijn zoon de hoogstnodige zaken halen in het stadscentrum (twee DVDs van Lucky Luke bijvoorbeeld voor de zoon –voor geen geld– en vijf andere voor zichzelf –voor nog minder geld, echt waar). En bezoeken ze iemand anders’ huis, in gezelschap van de familie V.. En gaan ze uiteindelijk ergens eten in de buurt van station omdat ze vergeten zijn inkopen te doen, en dus niks eetbaars in huis hebben.

Een ontbijt konden we nog net bijeen scharrelen –geen van beiden had zin om naar de bakker te stappen– over het middagmaal moeten we nog nadenken. Maar daarna gaat het alvast kermiswaarts (“ik zou graag zo ne keer schieten, en dan in het spookkasteel, en dan naar het spiegelpaleis, maar oliebollen moet ik niet hebben deze keer” dixit de zoon). En om 16u is hij alweer weg. Naar de grootouders. En dan op boerderijklas. Ik overleef dat overigens amper, dergelijke uitstappen, dus stamp ik de komende dagen zo vol mogelijk zodat ik mijn gedachten kan verzetten. Ik heb toch ’t kot voor mij alleen.

Zoef

’t Is een rare dag vandaag. Het gaf de indruk van heel vrijblijvend te zijn, maar binnen de kortste keren zat alles vol. Uitgeslapen (tot half negen!), laat ontbijt (koeken), een begrafenis, een late lunch (coquilles Saint-Jacques, gevolgd door kabeljauw met bleekselderij en gestampte patatjes), vanalles geregeld en gepland, straks spoedvergadering, en dan naar Tuur. En gedaan. Geen tijd voor de kermis bijvoorbeeld.

Zoef. Daar trok het weekend weer aan ons voorbij.

(non info)

Om 6u40 maakt de juffrouw die naast me ligt mij wakker. “Moest gij niet om vijf voor zeven een trein halen?”, vraagt ze, amper zelf bij haar positieven.

“Mijn wekker is nog niet afgelopen,” mompel ik, “laat mij nog wat slapen.”

Ze geeft niet op. “Om hoe laat loopt uw wekker dan niet af? Hebt ge minder dan een kwartier nodig om u klaar te maken en aan het station te staan misschien?”

(Waarom moeten vrouwen altijd gelijk hebben?)

Enfin. Gelukkig had ik onlangs van Michel nog gehoord dat er op de 7u30 voldoende plaats is. En over de duivel gesproken, wie kwam ik tegen op het perron denkt ge?

routineus

Oh kijk, er begint een zekere routine in te komen. (Gisteren was het opnieuw feest (!) tot in de vroege uurtjes –nogmaals een gelukkige verjaardag mevrouw het gemeenteraadslid.) Terwijl de madam hier nog de nodige nachtrust bijeen ligt te zoeken, heb ik ondertussen de afwas gedaan, geregeld wanneer Henri moet thuisgebracht worden, en ga ik straks een FVDD online plaatsen voor Het Project (alvorens aan het echte werk te beginnen). Nothing out of the ordinary, en dat is nu net wat ik bedoel.

Goedemorgen, overigens, en een opperbeste zondag gewenst.

dusver (slapen)

(ter afsluiting)

Gisteren ben ik met Henri gaan slapen, hij boven op zijn kamer weliswaar en ik naast Tessa die insisteerde punten toe te kennen aan de koppels in Sterren op de Dansvloer. Niet slecht, voor iemand die koppig knikkebollend met zijn vrienden de nacht probeert te overwinnen op café, vermag u te denken. Juist, beaam ik, ware het niet dat die (andere) jongeman waarvan sprake herhaaldelijke keren met betraande ogen terug naar beneden kwam omdat hij te kampen had met “nachtmerries, en keelpijn, en ik moet zo zweten”. En kwam hij niet naar beneden, dan lag hij luidkeels te schreien in bed.

Dat heeft geduurd tot ergens 22u, toen de tegels mogelijks al van de vloer waren gedansd, de punten bedeeld, en een koppel naar huis gestuurd (u leest het allemaal ongetwijfeld in de Story). Vanochtend pas werd het probleem ten volle verklaard. Vlak vóór het slapengaan, had Henri een glimps opgevangen van het voorfilmpje voor Eight Legged Freaks, een uiterst matige film vol flauwe woordspelingen, die vanavond op KA2 wordt vertoond, en waarin computergeanimeerde spinnen –de freaks in kwestie– een mijnstadje terroriseren. Ik had het te laat gezien, dacht bovendien dat hij het gemist had, maar nee dus. *zucht*

“Ik zal maar om half twee in slaap gevallen zijn”, zei hij daarnet. “Ik heb eerst geteld tot 199, dan tot 102, tot 72, tot 99, en tot 88. Maar wel verschrikkelijk traag. En telkens ik bij de 71 kwam, zei die tegen mij: ‘joepie, daar is Henri’tje weer’.” (Wat? Wat?! Klinkt het soms als iets dat ik zou kúnnen verzinnen?)

In elk geval, ik ben uitgerust. Bijna het wijzertje rond, dat is van mijn kindertijd geleden. Of nee wacht, van zaterdag, na Het Feest. En vanavond vliegen we er opnieuw in, als ik mij niet vergis.

Goed, ik ga ontbijten, en dan trekken we nogmaals de binnenstad in. Naar ’t schijnt wordt daar op een bepaalde plek nogal wat afgekust, vandaag.

weekends

Dat zijn eigenlijk voor een deel wel de weekends zoals ze horen te zijn: leeg en lui.

Vooreerst was er het Feest: uitermate geslaagd, en deze keer reed de tram reeds. Dus heb ik er gisteren meteen van geprofiteerd om een (klein) beetje uit te slapen:

“Papa, ’t is tijd om op te staan jong, binnen tien minuutjes zijn ze hier.”

We hadden om 17u ’s avonds afgesproken met onze goede vrienden E. & M. (& dochtertje M.), voor een etentje bij ons.

“Sorry, jongen, ’t was een beetje laat, gisteren.”

“Ja, mama heeft het mij verteld. Zeven uur! En dan zegt ge tegen mij dat ik niet te laat mag gaan slapen.”

Henri was de ganse dag met Tessa op stap geweest, en ik zou dan wel zien wat ze terug meebrachten voor ’s avonds. Een witloofquiche van Françoise bijvoorbeeld, en een poulet jaune van bij Swaenepoel. Had ik het geweten, ik was toch iets vroeger opgestaan, en dat had ik het beestje in mijn doufeu klaargemaakt ipv in de oven. Soit, ik heb het maar uitgehouden tot 23u, en dan ben ik gaan slapen –maar niet alvorens nog een stukje van de heerlijke ricotta-chocoladetaart (door E. klaargemaakt) te hebben geproefd.

En dan kijk, nu is het zondag.

moe

Miljaar ik zou gerust nog een week kunnen (moeten) thuisblijven. Maar er begint onderhand zoveel op de agenda te staan dat ik zieker zou worden van de stress over alles wat ik zou kunnen missen dat ik nu al besloten heb morgen opnieuw naar Brussel te trekken (als verantwoording om diezelfde avond naar de vergadering van Het Project te kunnen trekken). Hoe het verder zit voor vanavond (Opatuur!) ben ik nog niet zeker. Aan goesting ontbreekt het in elk geval niet: drie gitaristen! (Ik denk dat ik toch nog maar eventjes een uiltje ga vangen.)

met vertraging

Met een uur vertraging ben ik vandaag op het werk aangekomen. Er was iets met een of ander onderdeel van een of andere trein richting Brussel, waardoor ze zowat allemaal ietwat vertraging hebben opgelopen.

Mijn trein van 6u53 was er pas rond 7u30. Die naar Tongeren van 7u01 was vijf minuten daarvoor gepasseerd, maar die zat eivol. Die van 7u15 naar Schaarbeek was er tegelijkertijd, maar kreeg voorrang bij het vertrek. In Zuid bleef de trein naar Maastricht –die ik elke dag neem, en vandaag dus zo’n 37 minuten vertraging had– langer dan normaal stilstaan. Het duurt daar altijd eventjes, want er dient vanalles te worden gewisseld. Zuid is het eindstation voor die trein, maar eigenlijk verandert hij daar gewoon van nummer, en rijdt dezelfde trein door naar Centraal, Noord, en verder naar Maastricht (reizigers opgelet: deze trein stopt niet in Leuven).

Na een ruime vijf minuten klinkt de stem van de conducteur door het PA systeem: beste reizigers, ons werd zopas door Station Brussel Zuid meegedeeld dat deze trein geen toestemming heeft om te vertrekken. De eerstvolgende… Maar wat de eerstvolgende was, werd overstemd door het gemonkel van mijn medereizigers, die als één man rechtstonden om alleen zo snel mogelijk de uitgang te bereiken.

Om 8u49 was ik op het werk ingelogged. Exact één uur later dan gewoon. Ik ben gewoon één uur van mijn dag kwijt. En hoewel ik mij langs geen kanten heb druk gemaakt tijdens de reis zelf (dat heeft toch geen enkel nut), sta ik nu met alles minstens één uur achter.

Dan had ik dat uur toch liever slapend doorgebracht (ik ben pas gaan slapen om 2u15).