“Stop daarmee, M.!”
Dat was de derde of vierde keer dat ik wakker werd vannacht. Het was 00u48 op de digicorder. Normaal gezien word ik tussen 23u en 00u30 wakker gemaakt door hevig gehakketak van de buurman, die te ‘cheap‘ was om zijn (vijf jaar geleden) nieuwgelegd parket zwevend te laten leggen én insisteert op hoge haken door het leven te gaan –of is dat zijn vrouw; het is ook allemaal zo verwarrend.
Vannacht was het Henri. Tessa bevindt zich, zoals vermeld, in de VS, vanwaar ze mij via gmail bericht dat ze veilig is toegekomen. Het hotel is echt triestig. Ze zijn er aan het werken, triestige inkom, grote kamers maar superongezellig. Het enige voordeel is een 44 inch flatscreen en een goed bed, ik heb gisteren naar een nieuwe Greys Anatomy gekeken…
Juist, nu heb ik pas medelijden. *kuch*
Maar goed, de helft van mijn bed was leeg, al had zich daar al gauw een zoontje in genesteld tegen slaaptijd (ik had hem beloofd dat hij in het Grote Bed™ mocht slapen als zijn mama op congres was). Geen enkel probleem, ik zat in de kamer ernaast op de computer te werken, en hij was al snel in slaap gevallen –waarschijnlijk zit het feit dat hij vrijdagavond gaat zwemmen daar iets voor tussen.
Henri slaapt evenwel heel onrustig. Hij wriemelt van de ene kant naar het andere, draait zich keer op keer om en –zo heb ik vannacht ontdekt– babbelt in zijn slaap. Iets voor middernacht werd ik voor de eerste keer ‘wakkergebabbeld’. Het was een ganse litanie, die zo lang aanhield dat ze tot in mijn eerste, diepe slaap is doorgedrongen. Ik had er niks van begrepen, en dacht eerst dat ik een nachtmerrie had (ik had net Silent Hill uitgekeken), maar nee. Het daarop volgende anderhalf uur heeft hij me –telkens net voor ik terug in slaap viel– nog een aantal keer wakker gepraat of geroepen. Ik was dermate radeloos dat ik er niets beters op heb gevonden dan een slaappil te nemen. En net toen hij opnieuw begon, en ik dacht dat zelfs die pil niet ging helpen, werd ik vijf uur later opnieuw wakker door een schijnbaar ononderbroken woordenstroom.