ontbijt

“Hoe laat gaat de eerste?” vroeg ik aan de vijf goths die in de Veldstraat aan de paal van Lijn 1 zaten te wachten.

“5u23, nog een kwartierke.”

Dan kan ik beter te voet gaan, dacht ik bij mezelf. We wisselden nog gauw goedemorgens uit, en in minder dan de wachttijd stond ik aan de voordeur. Te vroeg, want mijn Grote Plan was om net op tijd thuis te komen om maar meteen de ontbijtkoeken te kunnen halen. Ach, dan leg ik me gewoon even op bed, en binnen een uurtje of zo ga ik er wel om.

“Gij zijt met uw kleren in bed gekropen of wat?” vroeg Tessa verbaasd toen ze een uur later opstond (ze moest naar Brugge) en ik wakker schrok van haar wekker. Ik murmelde nog iets over ontbijt en koeken en viel opnieuw als een blok in slaap.

(En binnen vijf minuten wordt Henri thuis gebracht, maar ik slaap nog steeds, denk ik. Misschien sla ik dat ontbijt maar beter over.)