Om 6u40 maakt de juffrouw die naast me ligt mij wakker. “Moest gij niet om vijf voor zeven een trein halen?”, vraagt ze, amper zelf bij haar positieven.
“Mijn wekker is nog niet afgelopen,” mompel ik, “laat mij nog wat slapen.”
Ze geeft niet op. “Om hoe laat loopt uw wekker dan niet af? Hebt ge minder dan een kwartier nodig om u klaar te maken en aan het station te staan misschien?”
(Waarom moeten vrouwen altijd gelijk hebben?)
Enfin. Gelukkig had ik onlangs van Michel nog gehoord dat er op de 7u30 voldoende plaats is. En over de duivel gesproken, wie kwam ik tegen op het perron denkt ge?
Brrr…alles wat vóór 9:00u ’s morgens is, lijkt onmenselijk vroeg.
De duivel.