(om verder te gaan)
Item 2: zelfgemaakte spaghetti. Hij heeft de pasta (bijna) helemaal zelf gemaakt. De bloem afgemeten, de eieren erbij, nog wat bloem erbij omdat het te vochtig was, en laten rusten. Na een half uurtje hebben we dan het deeg uitgerold, maar dat vergde nog net iets meer kracht dan waarover hij beschikte. Dus heb ik daar maar even een handje toegestoken.
Hij heeft de pastastroken evenwel zelf door de pastamachine gehaald om de tagliatelle te verkrijgen, alle voorbereidingen voor de saus gemaakt (met lamsgehakt, niet meteen mijn favoriet, maar goed), en dan met veel smaak een groot bord naar binnen gesmikkeld.
Geen tijd voor dessert, want we hadden een lijstje af te werken (zijn keuze, overigens). (En dat dessert kwam er later wel bij –zie verder.)
Item 1 (revisited): de metronoom. Blazers en Blazers is een winkel om in uw hart te sluiten. Een vriendelijke jongeman (want jonger dan ikzelf, dacht ik) helpt ons met plezier verder. Hoewel hij doorheeft dat mijn technische kennis van muziek eerder beperkt is, zucht hij niet, betuttelt hij niet, en probeert hij mij niet het duurste op te solferen. Wel integendeel. Hij leidt ons door een kleine collectie metronomen, van mechanische tic-tac tot elektronisch gebliep. Geeft gericht advies, suggereert maar dwingt niet, en klinkt instemmend bij onze keuze, een digitale Wittner (MT40). Ja! Ja, ik weet het. Het heeft de charme niet van zo’n houten mechanische metronoom waar ikzelf ook zeer voor gewonnen ben, maar praktisch gezien was dit de beste oplossing (ook de maat kan ingesteld worden, waarbij het begin van elke maatcyclus een ander biepje heeft).
Op de vraag wat het probleem kan zijn met het vastzittend ventiel volgt de wedervraag: “Bent u er al mee in bad geweest?” Dat bleek –tot ons beider verbazing– geen grap te zijn. “Gewoon het ventiel eruit halen, onderaan ook losschroeven, een badje geven, en met een oude tandenborstel of zo goed reinigen.” Nog gauw een kleine flacon ventielolie gekocht, en morgen kunnen we experimenteren.
Item 3: een bezoekje aan de chocoladebar. We hadden blijkbaar het drukste moment uitgekozen, maar de bediening was vlot en vriendelijk. Hoewel de bruisende studenten mij reeds opzij hadden geschoven, was de ‘barman’ mij allesbehalve uit het oog verloren. “Nu is het aan meneer, geloof ik,” zei hij met een knipoog. Een donkere-chocolademilkshake voor Henri, en een ijskoffie voor mijzelf, en die werden een kwartiertje later aangevuld met een chocolademousse en een cola light (u mag raden hoe die verdeeld werden). Heel druk, maar de studenten bleken toch beleefd, want een juffrouw die Henri de loef wou afsteken bij het vinden van een plaats, werd gauw op de vingers getikt. Geslaagde ervaring dus, al zijn de caloriebommen die men daar serveert niet meteen mijn ding.
Item 4: de wandeling naar huis bracht ons eerst naar het Sint-Pietersplein, dan binnen in de nieuwe gebouwen van de Economie (waarvoor Henri’s crèche is moeten wijken), in de Onze-Lieve-Vrouw-Sint-Pieterskerk (“maar hoe hoog is die kerk nu, papa?”), en vervolgens naar de Bilbo (Betty Boop is gesloten voor verbouwingen). Die laatste stop was (surprise!) voor mij, zodat ik eindelijk de platen kon kopen die de very hip kids mij nu al geruime tijd aanraden. Laatste stop was –nee, niet Opatuur— het Citadelpark, waar het zonnenbloemveld nog steeds niets meer is dan een drassige hoop onkruid, maar waar we wel al te vaak op gevulde en soms ongeknoopte latex stootten. Al lieten we dat ons plezier niet vergallen.
Ik heb zo het gevoel dat hij er best van genoten heeft. En ik ook.
Hé vriendschap! Mij “hip” noemen? Mij niet beledigen hé zeg! Neen, serieus, welke schijven heb ik je aangeraden?
Ha! The Kooks, en Bloc Party (en eindelijk de CD van Campbell en Lanegan die ik al ik weet niet hoe lang in virtuele bruikleen had).