Tag: henri
slechte ouders
Wij zijn slechte ouders, wij. Gisteren lag Henri pas om 23u in zijn bed. Voorwaar een goed begin van zijn vakantie. Het is allemaal de schuld van Roy Hargrove. De man wist gewoon niet van ophouden; het goed geoliede kwintet schudde de ene song na de andere uit de mouw (als was dat gezongen stukje er net iets te veel aan, Roy), en voor we het wisten was het way past bedtime. Nog een geluk dat we een lift naar huis kregen (en dus niet meer op de trein hoefden te wachten).
Gisteren zat hij (Henri) op de eerste rij tijdens dat laatste concert, mee te drummen met twee rietjes, en met open mond naar de trompetsolo’s van Hargrove te luisteren. Het eerste wat hij deed, vanochtend, was dan ook zijn trompet uit de koffer halen. “En in september mag ik naar de muziekschool hé!” (Die drang zal niet meteen veranderen denk ik, met Jong Jazztalent in Gent, Blue Note, en Jazz in ’t Park in ’t verschiet.)
(’t Is te hopen dat het hier rap de 30 graden overschrijdt. Ik wil naar huis, foto’s gaan bewerken en mijn drie filmpkes binnendragen.)
equus (photo)graphicus
Een tijdje geleden mocht Henri paardrijden bij (meter) N. Ik had toen vermeld dat de foto’s waarschijnlijk nog zouden volgen, dus bij deze.
(Fuji Superia, ISO 200, 50mm lens –klikken voor de grotere versies op flickr.)
(Binnen een paar dagen volgen er nog een twee-, drietal foto’s, maar die pasten niet meteen in deze ‘reeks’.)
boekenwurm
Kijk, dit vind ik lichtelijk fantastisch. Des avonds (en des weekends) nestel ik mij samen met Henri –in afwachting van T.– knus in de zetel of het bed, met een boekje. Voorlopig leest hij Jommekes, in opperste ontspanning, en doof en blind voor wat er buiten het verhaal rond hem gebeurt. Soms ontsnapt een schaterlach of wordt om een kort woordje uitleg verzocht, maar dan verdwijnt hij weer, met zijn neus in het boek, de gedachten in het verhaal.
Ach, de herkenning.
schoolgaande jeugd
Vooraanzicht:
Zijaanzicht:
Zo ging hij naar school, ons ventje, met een boekentas vijf maten te groot (“maar ik krijg er zelfs mijn zwemzak in, papa”). Hoewel we hem ondertussen al lang een iets minder ‘belastend’ exemplaar bezorgd hebben, blijft hij dit onding (zijn eigen keuze) graag meezeulen als het zwemles is. De schoolgaande jeugd van tegenwoordig…
equus publicus
Wij hebben het grootste deel van de dag doorgebracht in Hamme/Zogge, 8 kilometer voorbij afrit 13 van de autostrade Gent-Antwerpen, over de Durme, in het platteland. Daar wonen D. en N. (Henri’s meter), en die hebben een paard. Twee paarden, César en Lolita.
Het wordt onderhand een klassiek scenario, met Henri. Schichtig als van de pest, het eerste uur of zo als een van beide paarden hem ook maar binnen een afstand van twee meter durfden te naderen. En tegen het einde van de dag ging het zonder handen, en flirtte hij reeds met draf. Meter N. was verbazingwekkend goed (niet dat we haar van iets anders verdachtten) om Henri van welke angst dan ook af te helpen, zodat we hem op de duur eerder moesten intomen dan aanmoedigen.
(Ik heb foto’s, maar ze zijn analoog, dus u moet er minstens een weekje op wachten.)
Papa mocht zelf ook nog eens, terwijl zoon de teugel vasthield, en meteen liet hij me over een (gekantelde) ton springen, en zette hij Lolita tot galopperen aan. Papa heeft vroeger nog paardenkamp gevolgd, als zal het nu toch wel tien jaar geleden zijn dat ik nog eens op een paard had gezeten. Heerlijk. Alleen blijken mijn knieën door het motorrijden in een bepaalde hoek geconditioneerd, zodat het bij draf toch pijn begon te doen. Ik heb me toch nog aan een korte galop gewaagd, maar daarna kon ik het niet meer uithouden.
Na de escapade gisteren (daarover leest u morgen) val ik bijna om van de slaap, maar I’ll be damned als ik Opatuur zou moeten missen. Morgen is het toch vakantie (en dan loopt Henri mee met de Kid’s Run in de Stadsloop).
terug thuis
En zo is Henri terug thuisgekomen. Drie dagen is hij weggeweest, waarvan hij het grootste deel aan zee heeft doorgebracht (Bredene). Na een klein beetje aandringen heeft hij verteld dat hij een garnaalvisser gezien heeft, maar dat die zijn tocht heeft moeten afbreken omdat hij anders het risico liep door de wind in de zee te worden gewaaid. (Hm. Henri leest mee terwijl ik dit tik. ondertussen heeft hij mij al twee keer verbeterd. Zo had ik eerste geschreven dat de garnaalvisser op een paard zat –“maar nee, hij was te voet!”– en dat hij door de stroming in de zee worden meegesleurd –“jamaar hij stond wel niet in de zee hé!”)
En dan zijn ze de duinen ingetrokken (“zeg dat we daar een schat gevonden hebben –dat was de laatste dag, dinsdag– allez, dinsdag was niet de laatste, maar ’t is goed, want dinsdag was de laatste volle dag dat we er waren”), hebben spelletjes gespeeld op het strand, kortom alles wat je zou verwachten dat ze aan zee uithalen, behalve zwemmen. Maar dat doe je eigenlijk toch niet aan de Belgische kust?
Bovendien heb ik –bij hoge uitzondering– een volledige beschrijving van zijn ontbijt, middag- en avondmaal gekregen. Muesli, chocopasta, yoghurt, worst met appelmoes, boterhammen, meer muesli, eitjes zelfs, peperkoek met noten, frietjes en dan zo die grijze saus met balletjes en stukjes kip in (vol-au-vent), en meer boterhammen, en gewone peperkoek (zonder noten).
Adequate compensatie voor het gebrek aan informatie (hé, het rijmt) op de 0,45 EUR per minuut telefoonlijn, waar tot ergens dinsdagmiddag enkel een bericht van de vorige school op te beluisteren viel.
Maar hé, hij is terug thuis! Heelhuids zelfs!
naar zee
Vanochtend hebben we Henri uitgezwaaid. Hij vertrok voor drie dagen naar zee (Bredene), op schoolklas. ’t Is de eerste keer, zowel voor hem als voor ons, en hoewel we allemaal heel erg ons best deden om er cool over te doen, zit ik hier toch maar met een serieus klein hartje te proberen mijn aandacht op iets anders te vestigen. Zonder succes vanzelfsprekend.
(Als verdere verwoede poging ter verstrooiing gaan we vanavond twee keer naar de film, kwestie dat ik u binnenkort meteen ook twee keer kan lastig vallen met een filmbespreking.)
De school heeft ons een telefoonnummer meegedeeld, met een code, waarnaar de ouders verwoed kunnen bellen om te vernemen hoe het met de kinderen gaat (0,45 EUR per minuut). Geen weblog (of podcast of vcast) helaas.
Is het al woensdagavond?
onstopbaar
Een van de verschrikkelijk aangename dingen aan Henri, is zijn enthousiasme. Het cadeau voor moederdag had hij op zijn kamer verstopt, en vanochtend om 7u30 kwam hij stilletjes de trap af om mij te vertellen dat we er nu toch wel dringend werk van moesten maken.
Kleren werden aangedaan, het cadeau werd in de keuken verstopt, en vader en zoon trokken naar de bakker, waar er op deze heugelijke dag een file stond die wel zelden hadden meegemaakt. Hij stond erop dat we een witchocoladen roos zouden kopen, waarvan hij achteraf aan Tessa vertelde dat het mijn idee was om die mee te brengen. Dan weet mama dat jij ook aan haar hebt gedacht, fluisterde hij me toe. Tessa schaterde.
Na de lunch –we waren van de late ochtend op stap, met onze moeders erbij: eerst naar de bloemenmarkt, en achteraf een lange late Chez Leontine— had het voor papa lang genoeg geduurd (ik ben net opnieuw wakker), maar Henri sleurde Tessa en de grootouders mee naar de Wilde Plantenbeurs en Wilde Floraliën in de Bourgoyen. Benieuwd met wat voor verhalen hij nu weer gaat thuiskomen.
boud
Er zijn zevenentwintig invalshoeken om dit stukje te schrijven.
(1) Mijn madam is weg (girls night out), en dan maak ik altijd van de gelegenheid gebruik om een aantal boude dingen te doen.
(2) Hoewel ons huis (en onze tuin) ruim genoeg is (zijn), leven wij voor een groot deel in onze slaapkamer. Het is zelfs zover gekomen dat des zondagavonds –tot grote vreugde van Henri– wij wel eens het avondmaal in bed durven nuttigen. Alles moet dan immers toch rap gaan, want tegen acht uur word ik verwacht bij Tuur voor het jazz-optreden van de week.
(3) In afwachting dat (a) de zolder of (b) het ‘kot’ vanachter in de tuin geprepareerd wordt tot mediakamer, staat de meeste multimedia gegroepeerd in de slaapkamer en het aangrenzende bureau.
Euh. Goed. Genoeg getalmd. Dit is het tweede cadeau van Henri dat naar onze slaapkamer verhuist. Zelf ziet hij daar geen graten in –hij doet niets liever dan tijd in het ‘grote bed’ te spenderen– dus dacht ik: what the heck; er is toch niemand om mij tegen te houden.
Naast de lava-lamp, die hij elke dag met grote zorg en veel plezier ontsteekt, kan hij nu vanuit het ‘grote bed’ ook met de Xbox (360) spelen (Amped). Geluidsgewijs is dat overigens een grote stap vooruit, van de hooftelefoon op het piepkleine Loewe tvtje, naar de Beocenter met de twee Beolabs 8000. Een verbetering waar ook papa kan van meegenieten (Call of Duty 2). Als hij mag (of als Henri slaapt).
Als ik nu nog Media Center zou hebben, of de mac (iTunes) met de Xbox zou kunnen connecteren…