geen tijd (iii)

Het is helemaal onze (i.c. mijn) schuld geweest dat Henri (bijna) geen tijd heeft gehad om op zijn trompet te oefenen. Net nu hij een kleiner formaat te leen heeft gekregen en drie noten weet liggen (do: alle ventielen los; re: eerste en derde ventiel ingedrukt; mi: eerste en tweede ventiel ingedrukt).

Al durf ik erom te wedden dat hij stiekem zelf zijn ademhalingsoefeningen heeft gedaan.

geen tijd (ii)

Terwijl de madam gisteren thuis is gebleven om (o.a.) alle cadeautjes uit te pakken die ze de avond ervoor had gekregen –ik mocht overigens te voet naar huis van ’t Pand want er was geen plaats meer voor mij in de wagen van de schoonfamile naast al die cadeaus– nam Henri –onder het supporterend oog van zijn moeder– deel aan een interscolaire veldloop, aan het eind waarvan hij mocht plaatsnemen op het schavot om de bronzen medaille in ontvangst te nemen.

(Ik ga voor één zin per paragraaf vandaag.)

Naast de muziekles mag ik straks ook nog –letterlijk– meedraven op training met de zoon. En dan mag ik gelijk Steven alvast beginnen oefenen om hem (Henri) nog te kunnen bijhouden.

Simon, een van zijn vrienden, was als eerste over de meet gekomen. “En ik was zo trots op Simon”, vertelde hij. “Ik had nog gezegd bij het begin: mannen, we moeten zien dat we het hier goed doen hé! En kijk, het podium was bijna helemaal van Sint-Pieters.”

geen tijd (i)

“Oh ja,” zei mijn zoon, toen ik hem gisteren van school ging halen, “ik moet nog een gedichtje leren tegen morgen omdat ik het vandaag niet kende.” (Hij blijft wel eerlijk.)

– Ah ja?

“We moesten dat eigenlijk tijdens het weekend leren, maar ik heb gewoon geen tijd gehad.”

– Ah nee?

Natuurlijk niet, papa”, zei hij vol overtuiging. “Zaterdag moesten we zoveel inkopen doen, en zondag moest ik met mama naar toneel en daarna naar het feestje van Simon, en dus was er geen tijd meer voor dat gedichtje.”

– Ah zo. En wat zei de meester daarvan.

“Dat ik het morgen moest kennen, want dat ik het anders zou moeten overschrijven.”

– Wel jongen, het is de eerste en de laatste keer geweest dat ge voor iets geen tijd hebt gehad, denk ik. Ge weet dat ik altijd wil weten –en dat ik het ook vraag– wat je nog allemaal moet doen voor school.

“Ja, maar ik was het vergeten.”

– Uh-huh. Wel, ge kunt nu maar zien dat ge het kunt tegen morgen. Want kijk, anders moogt ge het voor mij ook nog eens overschrijven.

“Maar papa, we moeten nu naar de muziekles, dus ik ga weer geen tijd hebben!” (Wat doe ik die jongen toch aan.)

– Wel, dan neemt ge het mee op de tram, en leer je het onderweg.

“Okee, papa.”

kalm

Kijk, daar kan ik nu zo van genieten. Henri is net thuis gekomen, en nu zit hij hier naast mij op de bureaustoel te lezen, terwijl ik op de computer zit verder te prutsen.

Niet voor lang echter, want straks gaat het (binnen)stadswaarts voor OdeGand –al ben ik niet echt overtuigd; ik pak mijn fototoestel mee (moet dringend een voorraadje Portra BW inslaan) en een boek, en we zien wel. En vanavond gaan we eten in De Foyer.

Het wordt dus kalm op dit gedeelte van het internet vandaag.

de eerste les

Gisteren heeft Henri zijn eerste muziekles gekregen. Hoewel hij het niet helemaal wou toegeven, zag ik dat hij best nerveus was. Op de tram zat hij met de koffer met daarin de trompet op zijn schoot, en keek hij diep in gedachten verzonken voor zich uit.

“Wat moet ik doen als ik dat niet kan, papa?” klonk het wanhopig.

– Je moet ervan uitgaan dat je het niet kunt, jongen. We gaan naar de muziekschool omdat je het daar gaat leren. En soms leer je iets snel, soms doe je daar wat langer over. Een beetje zoals de lessen op school.

“Maar op school is zo ‘makkie’.” (Onlangs waren er leestesten, en hij bleek niveau AVI-5 te hebben; in het tweede leerjaar worden ze geacht bij het begin net boven AVI-2 te zitten, en pas op het einde van dat schooljaar AVI-5.)

– Wel, wordt het dan niet tijd dat je eens aan iets minder ‘makkie’ begint?

Tijdens de les zelf was ik zenuwachtiger dan hij. Henri pakt de meeste zaken met een soort je-m’en-foutisme aan –hoewel hij initieel zeer bedeesd is. Het nadeel daaraan is dat hij er nogal snel van uitgaat dat hij iets kan, maar het groot voordeel is dat hij dan ook durft verder te gaan.

De trompet kwam er nog niet echt aan te pas. Op het einde heeft hij twee noten mogen blazen, maar daarvoor waren het vooral oefeningen op ademhalingstechnieken. Inademen vanuit de buik, uitblazen zonder de wangen te bollen, dan hetzelfde met een ballon, met het mondstuk, en dan langzaam en lang blazen tegen een lint. En ‘zoemen’: de lippen laten trillen alsof hij trompet speelt; met en zonder mondstuk. En dat mag hij nu oefenen tot volgende week.

nazomer

De nazomer wordt ingezet zoals het hoort: ziek.

Hoewel gisteren een spectaculair goede en interessante dag was, ging het een beetje verkeerd met Henri. Opstaan ging nog, en ook het relaxed en langzaam ontbijt verliep net zoals de omschrijving, en zelfs de boodschappen –blij dat hij eindelijk nog eens kon fietsen– werden gedaan vol energie: Origino, ’t Vitamientje, Limerick, AST, en dan alles afzetten thuis.

Aan de Marimain liep het mis. De schaduw op het plein was er teveel aan, en Henri besliste als een zielig hoopje op de trappen in de zon te blijven zitten, terwijl wij gezellig –als eerste klanten– aan een tafeltje plaatsnamen. Toen al hadden we moeten weten dat er iets niet pluis was, want Henri zit liever niet lange tijd in volle zon. Toen hij na lang aandringen toch bij ons (op schoot) kwam gekopen, voelde hij verschrikkelijk warm aan. Een inderhaast gehaalde pijnstiller bleek te goed werken, en het probleem werd uitgesteld. Een zalige zonnige dag in vrolijk Gent.

Van de bibliotheek ging het vervolgens naar de Vooruit —uitzonderlijk gesloten– en naar het terras van de Backstage: de perfecte lunchplaats voor zo’n dag. Tessa ging verder inkopen doen, en Henri ging met mij terug naar huis (evenwel niet zonder eerst langs De Poort te passeren) waar we konden ‘genieten’ van een volledig in de schaduw verdoken tuin (‘dank zij’ de bomen van de buurman). Op het balkon op de tweede verdieping hadden we nog net wat zon –dus verhuisden we ras naar boven– maar, niet getreurd, beste buurman: als uw bomen nog even groeien, kunnen we het ook daar vergeten.

Toen ging het echt niet meer voor Henri. Bibberend kroop hij in ons bed, en de thermometer toonde ruim 38 graden. Eten ging hem niet goed meer af, en slapen evenmin: hij is minstens vier keer wakker geworden, vannacht. Daarjuist had hij nog 38,7 dus hebben we hem algauw opnieuw iets tegen de koorts gegeven.

Het wordt een gezellig dagje thuis, vandaag.

de andere kant

De laatste tijd veel mensen over de vloer gekregen –straks denk ik nog dat ik populair word ook. Gisteren kwam Frederik langs om zijn vers gekochte tweedehands Nikkor DX Fisheye 10.5mm f/2.8G fisheye lens af te halen.

De snoodaard heeft er maar meteen een foto van ‘de andere kant’ van mijn bureau mee genomen:

Brussels Jazz Orchestra (iii)

Dan maakt hij mij zot met zijn AFS DX 12-24 f/4G lens (gelukkig niet lichtsterk genoeg voor mij), en —to top it all off— kreeg hij nog een tekening van Henri op de koop toe.

Tsss. Er zijn grenzen aan gastvrijheid. (’t Is gelijk Michel die hier zomaar wireless bandbreedte van de buren kwam afsnoepen.)

kleine chirurgische ingreep

Donderdag onderging Henri een kleine chirurgische ingreep. Niks bijzonders, wel noodzakelijk. De timing kon beter natuurlijk, een dag voor school herbegon. Een fikse jump start om opnieuw op tijd te beginnen opstaan, want we werden om 7u30 op de dagkliniek van het UZ verwacht. De nodige tijd incalculerend voor Murphy en andere vertragingen, stelden we de wekker in op 5u45. Henri diende nuchter te zijn, maar dat bleek voor hem, net zoals voor zijn vader, niet het minste probleem op te leveren. Het zou weer niet het enige vergelijkingspunt blijken, die dag.

Aan de kassa’s van het UZ verliep alles uitermate vlot. Op het werk zijn we sinds 1 juli bij een nieuwe groepsverzekering aangesloten (DKV) en het einige wat we dienden te doen, was de mediCard afgeven opdat de verzekering alle kosten op zich zou nemen. Handig is dat.

Om 7u45 mocht hij naar het OK –vergezeld van zijn moeder, die tenslotte zelf dokter is, al opteerde ze ervoor tijdens de operatie zelf, niet in het OK te blijven. Een goede keuze, dacht ik, want hoewel ook ik tegen heel wat kan, zou ik liever niet mijn eigen kind halfdood van de narcose op de operatietafel zien liggen. Het bloed en gesnij zou veel minder effect hebben dan de wijze waarop hij daar ligt.

Een uurtje later mocht hij al naar de PACU. Helemaal zijn vader: door de effecten van de narcose was alle zelfbeheersing weg. Men waarschuwt ouders daar vaak voor, en vooral voor Tessa was het een grote verrassing. Ik herkende er vooral mijzelf in, in het ongecoördineerde doen, de vertwijfeling, en de woede omdat je de controle kwijt bent. Helaas mocht ik er amper vijf minuten bij blijven –slechts één van de ouders mag het kind begeleiden. Tessa dus, om evidente redenen.

Mijn grootste vergissing was toch op de gang te blijven wachten, en ik kan u verzekeren dat er geen grotere marteling bestaat dan uw kind te horen roepen van pijn en angst (“maar wáár ben ik”), en er niet bij te kunnen gaan om het te troosten. Ik ben dan ook binnen de kortste keren weggevlucht naar de cafetaria, om na een fikse koffie, op de kamer zijn terugkomst af te wachten.

Hij is al verschrikkelijk flink geweest. Amper gejammer, en gisteren is hij naar school getrokken, zoals al zijn vriendjes. Wij bleven de ganse dag op stand by, de nieuwe meester verzekerend dat hij niet moest aarzelen ons te bellen in geval van de minste problemen.

Vandaag houden we het rustig, en morgen mag het verband er reeds af. Verder geen gepruts, want er zitten subcutane hechtingen in, die niet moeten worden verwijderd.

(Hij zou niet te veel pijn mogen hebben, zo vertelde men ons achteraf. We hebben hem product X en Y en Z gegeven, waarbij Tessa een groot koppel ogen opzette, gezien de kracht van de vermelde farmaceutica. Net zoals zijn vader blijkt hij dus weinig gevoelig te zijn voor pijnstillers.)

Vanochtend vonden we een berichtje op ons antwoordapparaat, van het UZ. Of alles in orde was met Henri, en of hij niet te veel pijn had. Wij waren ten zeerste onder de indruk.