“Negen !” keek hij me triomfantelijk aan. Ik had met moeite de vraag uitgesproken, of ik kreeg de vierkantswortel van 81 al proper gepresenteerd.
Henri is voortdurend met getallen bezig. Op school leren ze momenteel hoe ze moeten optellen over de ‘brug’, d.w.z. waarvan de som groter is dan een tiental. “Makkie”, volgens de zoon, die sinds kort de tafels van 1, 2, 3, 4, 5, en 6 opzegt. En dus ook bekend is met de vierkantswortels van de kwadraten van diezelfde getallen.
Zaterdag tijdens de lunch (alweer in het rookvrije Hof van Herzele) wou hij een verhaaltje. En nog wat appelsiensap. Dus vertelde ik over een jongetje dat dorst had, en de oren van zijn vaders kop zaagde om toch maar iets te mogen drinken. En stelde de vader voor dat de jongen, per stap die hij zette, 1ml water kreeg. Van milliliter naar centiliter, van centiliter naar deciliter, van deciliter naar liter (ik heb er deca- en hectoliter nog maar even uitgelaten).
– Toen de jongen 1000 stappen had gezet, kreeg hij…
“…duizend milliliter!”
– Of?
“…100 centiliter, 10 deciliter, 1 liter! Één liter?”
– En toen kreeg hij van zijn vadere zo’n grote fles water. En weet je wat? Hij nam er gewoon één slokje van, en toen had hij genoeg.
Maar niet Henri. De cijfers blijven maar komen, en ondertussen waagt hij zich ook aan Sudoku. Binnenkort leer ik hem schaken. En dan is het gewoon een kwestie van (korte) tijd eer mijn (beperkte) schaakkunsten niet langer voldoen.