de flierige fluiter

De madam gaat het niet graag horen, maar die muzikaliteit, die heeft de zoon van mij. (De zin voor rust en stilte nog niet, maar dat komt nog wel.) Ze gaan geen van beiden ooit verloren lopen, overigens. Dat heeft niks te maken met hun –betwistbare– zin voor oriëntatie, maar de madam laat een spoor van papieren zakdoekjes na, en de zoon fluit zich een weg door het leven.

Serieus, ik hoor hem van vijf straten ver aankomen. Er zit altijd wel iets in zijn kop. Buiten valt dat nog mee, maar binnenshuis is dat vaak om de muren (een beetje) van op te lopen. Het enige wat hem stil krijgt is de televisie, een goed boek of stripverhaal, of de onmiskenbaar dreigende toon van mijn stem als ik er echt genoeg van heb.

Ook op school heeft hij het één keer geprobeerd (in de klas). “Wie is hier zo vrolijk”, vroeg de meester zich luidop af terwijl hij op bord stond te schrijven en Henri zijn zoveelste tune de wereld in floot. Ik heb dat achteraf thuis ook al eens geprobeerd, maar er moet toch ergens iets mis zijn met mijn sérieux, want de zoon stopte heel even om te glimlachen, en ging toen onverdroten verder.

doppen

erwten (i)(Geen paniek! Ik treed de deur van het stempellokaal nog niet plat.)

Gisteren hebben Henri en ikzelf evenwel verse erwten klaargemaakt.

“Whoa! Zo wijs. Mag ik helpen papa? Dat zijn erwten of zo?”

(Henri spreekt ‘erwt’ uit als ‘ervft’, en zowel de madam als ikzelf horen het hem bijzonder graag zeggen. Al heeft hij ons onderhand door, en begint hij meer en meer op de uitspraak te letten.)

Erwten komen dus niet uit een bokaal, maar groeien in kruip- of hanggrage planten. De erwt is een peulvrucht, waarvan wordt gezegd dat ze de oudste groente ter wereld is. Erwten zijn nog beroemder geworden dan ze al waren, toen Gregor Mendel ze gebruikte voor zijn proeven ivm met de overdraagbaarheid van bepaalde (genetische) kenmerken. Enfin, toch toen Mendels werk herontdekt werd in de 20e eeuw. Of misschien ook niet, maar dan heb ik u nu mogelijks aan uw lessen biologie onderworpen van het middelbaar herinnerd.

erwten (i)

Die boontjes moeten eerst worden gedopt, voor de kleine bolletjes de pan in kunnen met een wortel of twee, een versnipperde ajuin, en een laurierblad.

Let wel, de ertwen moeten er iets eerder in dan de wortels, als is dat ook een beetje afhankelijk van hoe je de wortels snijdt. Omdat ik maar drie wortels heb gebruikt, heb ik ze in rondjes gesneden, en dan moet je toch een vijf tot tien minuten wachten voor je ze aan de ertwen en ajuin toevoegt.

Ertwen stoof je, dat wil zeggen dat ze op een laag vuur laat gaar worden. Dat duurt even, maar het resultaat is de moeite waard.

erwten (i)

Henri met vlindernet

Dr. Livingstone

(Yashica-Mat, 80mm f/3.5, Fuji Pro400H, 400ISO)

Mijn eerste 120 kleurenfilm. Morgen mag ik de volgende twee ingescand en geproofdrukt afhalen. Gisteren heb ik meteen ook vier nieuwe gekocht, twee Fuji PRO160C (contrastfilm) en twee Fuji PRO160S (saturatie). 160 ISO film, wat handig is voor fellichte dagen zoals deze, en met een fototoestel met maximale sluitertijd van 1/500s.

Bovendien is 12 foto’s per film echt wel ideaal (gewone kleinbeeldfilm koop ik ook altijd in 24 exemplaren ipv 36).

vakantiedag

Om een of andere reden was het werk vandaag gesloten. Gelukkig wist ik dat op voorhand (lees: gisteren) zodat ik vanochtend niet om zes uur uit mijn nest werd weggebiept, maar ik tot negen uur kon blijven soezen. “Papa,” kwam Henri op dat uur de kamer binnen, “ik weet dat ik een uurtje te vroeg ben, maar negen uur is toch wel lang genoeg hé, om uit te slapen?” (Ik was helemaal vergeten dat ik hem bezworen had niet voor tien uur naar beneden te komen.)

Ontbeten, een voormiddag voor Het Project gewerkt (en een addendum voor een eigen project), en de stad in getrokken.

Begonnen met lunch (het was onderhand na enen) op het terras van de Backstage (Henri had zin in Italiaan, terwijl ik eerder voor een steak te vinden was, maar goed), de fnac binnengesprongen (niks gekocht vanzelfsprekend), naar Fotoshop gertokken om vier negatieven te laten inscannen (mag ze morgen afhalen), een ijsje gehaald in de Korte Dagsteeg, voor de Minard in de zon gezeten terwijl Henri zijn ijsje opat (op het terras zelf van de Marimain was geen plaats meer), in Betty Boop twee strips gekocht, en in de Bilbo twee cds (stukken goedkoper dan in de fnac), en langs het Citadelpark naar huis. Totale duur van het parcours: iets meer dan vier uur.

En straks naar Dez Mona, zoals men heeft aangekondigd, met deze meneer. Ik zou beter de batterij van mijn fototoestel opladen.

weekend in een notendop

Mijn titel was “wij zijn slechte ouders, wij” –ik ben niet te beroerd een mea culpa te slaan, als dat nodig mocht blijken. Edoch, de madam vond dat vanochtend Geen Goed Idee™ want (1) ik had dat blijkbaar al eens gebezigd, als titel en (2) de mensen zouden het nog wel eens kunnen geloven ook als ik het te veel herhaal. Want zo zijn ze wel, de mensen, dacht ze er ongetwijfeld bij (disclaimer –ge kunt niet voorzichtig genoeg zijn– dit is dus geen citaat).

Ze heeft een zeer drukke week voor de boeg, mijn madam. Niet alleen is ze van wacht –mogelijke foutparkeerders zijn gewaarschuwd– ze heeft nog een ton andere verantwoordelijkheden te torsen waarover ik niet ga uitweiden want (1) dat zijn haar zaken, en dus niet aan mij om te wereldkondig te maken (2) ze heeft zelf een weblog voor dergelijke administrativa. Maar goed, niet alleen haar week wordt druk, het weekend was reeds druk (daarover heeft ze al geschreven, dus daar hoef ik niet meer mee in te zitten).

Het begon al vrijdag, met de opening van een tentoonstelling met o.a. werk van meneer fotograaf Hans ‘LKD‘ Dekeyser in de voormalige UCO-spinnerij Jules de Hemptinne aan de Kolveniersgang. Gezien het vakantie was, en we de volgende dag konden uitslapen, hadden we besloten Henri mee te nemen voor de opening. Het begon om 19u, dus ja, als hij dan om 21u in zijn bed ligt, dat is het einde van de wereld nog niet. Achteraf zijn we echter nog een hapje gaan eten met een aantal andere Project medemensen, en voor we het wisten was het toch weer net een ietsje later dan gepland.

(U kan nog overigens nog naar die tentoonstelling gaan kijken tot en met zaterdag 7 april van 14 tot 18 uur –gesloten op maandag evenwel, maar de toegang is gratis. Een aanrader, want dan ziet u al die schitterende foto’s ook eens wat groter.)

Zaterdag stond er een intieme dansvoorstelling op het progamma, in het kader van SUM/SOME of the parts. Vous permettez?, van/met Anabel Schellekens en Thomas Devens vond plaats in de living van vrienden, begon om 20u, en zou maar een uurtje duren. Dus –u hoort mij al aankomen– nemen we Henri toch mee! We eten nog even een snelle hap daarvoor, en tegen ochere 21u30 ligt de arme jongen in zijn bed. ’t Is tenslotte vakantie.

Edoch, direct daaraan voorafgaand –de rest van de drukke zaterdag even negerend– zaten wij ergens voorbij Oudenaarde op een trouwreceptie. We waren pas thuis om 18u45, en dus ging het sito presto richting binnenstad (onze vrienden wonen aan de andere kant van Gent natuurlijk). Het masterplan was snel een sandwich te kopen in de Martino, en al kauwend een paar (lange) straten verder te wandelen. De Martino bleek echter gesloten (‘wegens totale uitputting’), waardoor we pas na de voorstelling zijn gaan eten (pizza in de Pane & Vino). Met een zoontje dat van uitputting bijna in zijn bord in slaap viel.

Zondag beterschap? Helaas niet. We hebben hem eerst afgemat met de paarden bij meter N., en achteraf mocht hij mee naar Opatuur. Geen plaats voor een kind? Dat klopt, maar gisteren speelde Bert Joris (met Nathalie Loriers en Philippe Aerts), en dat wou onze trompettist niet missen. (We hadden het hem al lang beloofd, en ik ben niet meteen de mens om op mijn woord terug te komen.) Hij heeft het overigens aangedurfd een handtekening te vragen aan Bert Joris –een supersympathiek man, mocht daar nog enige twijfel over bestaan.

Het trio speelde extra lang vanzelfsprekend, waardoor ik het tijdstip niet durf te vermelden waarop hij in zijn bed lag. Het laatste nummer is hij een beetje weggedommeld –Henri, bedoel ik dan– maar hoewel we hem een aantal keren hebben voorgesteld om naar huis te gaan, wilde hij van geen wijken weten. Gelukkig hadden we deze keer voor het optreden tijd gevonden voor het avondmaal. Een lekkere gezonde pita in de Overpoort!

Wij zijn slechte ouders, wij.

hij

Hij is terug. Mind you, ik heb hem nog niet gezien, maar het eerste wat hij deed –zo hou ik mijzelf voor– was mij opbellen.

“Dag papa. ’t Is uw zoon hier hé.”

– “Dag jongen, zijt ge terug? Hoe was het aan zee?”

“Pa-paaa!”

– “Ewel, ge zat toch aan zee, op boerderijklas?”

“Ja, maar ik heb liever dat ge zegt: boederijklas.”

– “Ok. Hoe was het op boerderijklas?”

“Wel, dat zal ik u allemaal straks thuis wel vertellen. Da-ag.”