tradonal

Tradonal is eigenlijk wel fun. Pijngewijs helpt het mij niet bijzonder vooruit (laten we zeggen op een schaal van 1 tot 10 helpt het mij anderhalf punt), maar het heeft wel een aantal neveneffecten. Volgens de bijsluiter:

Tradonal® kan misselijkheid en duizeligheid veroorzaken.

Nee, ja. Van die misselijkheid had ik gisteren wel last, maar nu niet meer. Duizeligheid daarentegen: I feel the earth move under my feet!

Af en toe werden volgende effecten gemeld: braken, constipatie, hoofdpijn, transpiratie, droge mond, verwarring, slapeloosheid en sufheid.

Nee, nee, ja, nee, ja, ja, ja, ja. Hoofdpijn, jongens toch, al is ook dat al veel beter dan gisteren. Droge mond, jawel, maar ik hoop een beetje dat dat die aften gunstig beïnvloed. Verwarring en sufheid, al zou men durven zeggen dat het niet erger is dan anders. Slapeloosheid: helaas. Geen oog dichtgedaan vannacht. Ik dacht nog gauw een pilleke of twee te pakken gisterenavond om makkelijker in slaap te geraken (wegens iets minder pijn), maar dat had averechts effect. Dus zit ik hier nu duizelig, suf en verward, maar niet in het minst vermoeid.

Zeer zelden werden gemeld: een gevoel van zwakte bij bepaalde bewegingen, eetluststoornissen, gezichtsstoornissen, problemen bij het urineren, evenals gedragswijzigingen en humeursveranderingen.

Ja, ja, nee, nee, nee, ja. Geen honger, absoluut niet. Humeursverandering: normaal gezien krijgen aftes mij serieus down, maar dit maakt mij absoluut hyper. Vanochtend stond ik te zingen onder de douche, en met meer dan gezwinde tred ging ik naar het perron ongeduldig mijn trein opwachten.

Conclusie: ondanks het geringe pijnstillende effect, voel ik mij wel beter. En dat is een meer dan welgekomen bijwerking.

f-ing aften

Jawel, ik blijf (voorlopig) gespaard van snotvallingen en andere verkoudheden –onlangs aanhoudende stroom besmette mensen waarmee ik voortdurend in aanraking blijf komen. Maar niet getreurd, die andere ziekte is alweer mijn deel: aften.

De ondingen hebben er al voor gezorgd dat ik op het werk plots weer een onverstaanbaar Engels loop te wauwelen waarbij collega Martini alle vijf voeten moet vragen om mijn woordgroepen te herhalen (“that’s not really Queens English, innit?“); ze hebben ons vrijdagnacht noodgewongen laten wegvluchten van een anders heel aangenaam feestje; ze hebben ervoor gezorgd dat ik gisteren niet echt kon genieten van het diner in de Mechelse Koekoek, maar ineenzakte als een pudding naarmate de gangen mijn neus voorbij kwamen; en dat ik vanmiddag maar al te blij was dat ik terug in mijn bed kon kruipen na een anders heel gezellige brunch in de Foyer. Met mijn verontschuldigingen aan al die leuke mensen die tot mijn gezelschap verplicht waren.

Wat fijn dat er pijnstillers zijn, denkt een mens dan. Tot ik mij weer in de Tradonal smijt (100mg, maximum dosis per inname), wat niks doet aan de pijn, maar mij wel weer misselijk maakt, en draaierig, en zelfs hoofdpijn geeft. Leuk.

Johan

Na afwisselend gezelschap, deel ik mijn kantoorruimte opnieuw met collega Martini. Eerst zou het duren tot zijn bureau –mijn oud bureau– heringericht werd, maar de laatste tijd vernemen we dat hij tot januari hier zou blijven. Wat niet noodzakelijk betekent dat hij in januari terug naar boven verhuist.

Ondertussen krijg ik ook nog steeds allerlei stagiaires in mijn bureau geduwd, al is de meest recente tot mijn –en Martini’s– teleurstelling een man: Johan. Een van de eerste taken die hij van het management moet ontvangen hebben, was ongetwijfeld Martini en mijzelf naar huis sturen. Johan is ziek.

Niet geestelijk ziek natuurlijk, hoewel sommigen het zouden aandurven dat in twijfel te trekken. Johan houdt immers van Metal, niet alleen als luisteraar, maar hij speelt in minstens één zelf opgerichte Metal band. Een beetje zoals Martini –ik heb toch al verteld dat Martini gitaar speelt in een of andere underground Britpop rockband? Zelf heb ik noch met het een noch met het ander genre een probleem, maar ik heb hier al mensen zuinigjes één wenkbrauw zien optrekken (meestal de linker) toen ze van de extracurriculaire activiteiten vernamen.

Maar goed, Johan is ziek. Een amechtige verkoudheid, die verder gepaard gaat met gesnotter, gekuch en een keelpijn die hij ondertussen reeds aan collega Martini heeft doorgegeven. Ik zweer ondertussen nog steeds bij mijn clementijnen om mij van de nodige vitaminen te voorzien. Voorlopig helpt het, want in een door Calvinisme ingegeven hardnekkigheid weigert Johan ziekenverlof op te nemen.

Johan is tevens een verstokt roker. Niet dat hij zich op het werk bezondigt aan zijn kankerkwekende gewoonte, dat is immers niet toegestaan, noch door de werkgever, noch door de Belgische wet. Maar elke ochtend als hij hier buiten adem toekomt, en elke middag, na zijn lunch die hij steevast buitenshuis neemt, brengt hij een walm met zich mee, waarvoor een astmapatiënt ettelijke dagen recuperatie zou nodig hebben. Toen wij er hem over aanspraken, beloofde hij zonder meer beterschap, maar dat bleken tot nog toe holle woorden.

Gelukkig is ook collega Martini fan van frisse lucht, en werken wij met het raam op een ruime kier geopend. Dat helpt niet alleen om de sigarettenwalm zo snel mogelijk te verluchten, maar tevens hopen wij daarmee de ziektekiemen zo weinig mogelijk kans te geven. En terwijl wij beiden vrolijk kwinkslagen uitwisselen, zit Johan onder twee pulls koppig te bibberen. Het lijkt me niet makkelijk, dat calvinisme op je schouders te torsen.

bij bosjes

Ze vallen hier bij bosjes, de collega’s. Of liever, ze vallen niet, maar gaan gekreund en krakensklaar als een boom met meer sneeuw op zijn takken dan hij eigenlijk kan dragen. Het ganse gebouw moet hier één grote incubator voor bacteriën en virussen zijn. Voorlopig blijf ik eraan ontsnappen –zelfs ondanks een ontmoeting met de aanrichter van ravages op maandag voor Het Project.

Mijn antidote is nog steeds de dagelijkse (over)dosis aan clementijnen/mandarijnen die ik uit mijn Express GB op het werk binnenbreng (ook bij Sandra blijkt dat te werken).

Maar hoe ontwijkt u het besmettingsgevaar?

marathon

Eigenlijk heb ik een beetje medelijden met Koen Fillet. Op zondag 27 november 2005 verkondigt de man op een weblog dat hij over een jaar mee zal lopen in de marathon van New York. Hij werd gevraagd om, als niet-bewegende medemens, deel te namen in het kader van het wetenschapsprogramma Overleven. Canvas maakt een zesdelige documentaire waarin ze willen laten zien wat er gebeurt met een mens die intensief aan sport begint te doen.

De website die hij daarvoor in het leven heeft geroepen, van 0 naar 42 kilometer, heb ik nooit echt gevolgd, maar ik ken een aantal mensen die dat wel hebben gedaan. Wat ik ervan gelezen heb, was zeer de moeite waard, en een weblog was bovendien het medium bij uitstek om zoiets op te volgen.

Fillet was niet de enige die door Canvas was gevraagd, maar wel de enige met een dergelijk high profile. Zijn opgave –om medische redenen– was voor velen een verrassing, gezien niks op zijn weblog daarover iets had weggegeven. Fillet had evenwel al veel vroeger dan aangekondigd opgegeven. En die wetenschap, dat hij eigenlijk al bijna twee maand geleden had opgegeven, maar dat doelbewust had verzwegen, leek voor velen een stap te ver.

Plots wordt de man dan ook uitgemaakt voor leugenaar, en wordt hij beschuldigd van volksverlakkerij. In één trek wordt daarmee –zo lijkt het wel– alle inspanning die hij gedurende bijna een jaar heeft geleverd, teniet gedaan. Hij heeft zijn ziel verkocht aan Canvas, zo vindt een groot deel van dezelfde mensen die zijn wedervaren geboeid hebben gevolgd.

Helaas gaat men hier voorbij aan de oorspronkelijke opzet van de deelname aan de marathon. De bedoeling was niet om (in eerste instantie) een weblog bij te houden, maar om aan het einde van de rit een TV programma af te leveren. En hier is niet alleen Koen Fillet, maar ook Canvas (een beetje) in de fout gegaan. Een kleine fout, weliswaar, die meer heeft te maken met een communicatieprobleem dan met kwaad opzet.

Canvas houdt zich in dit spelletje overigens van den domme. Canvas vindt handelwijze Koen Fillet niet erg, lezen wij vandaag in Het Nieuwsblad. Het zou nog jammer zijn ook, wil ik daarbij opmerken. Het is immers Canvas zelf dat heeft aangedrongen op een zwijgplicht, waaraan Fillet contractueel was verbonden. En dat is geen uitzondering. Denkt u maar aan de vele reality shows, die ook maanden op voorhand worden ingeblikt, aan waar de deelnemers ook contractueel tot zwijgen zijn verplicht. Maar ik hoor niemand die mensen voor leugenaar uitmaken.

“We hebben inderdaad alle deelnemers aan het programma doen beloven dat ze over de inhoud niets wereldkundig zouden maken voor het programma zou worden uitgezonden”, zegt Jan Van der Straeten, producer van het televisieprogramma Marathon. “Dat is de logica zelf. Als je de plot te snel prijs geeft, speel je een stuk van je kracht kwijt.”

Maar dat ziet Van der Straeten verkeerd. Want, rekening houdend met het feit dat er nu eenmaal een weblog bestond, werd het publiek wel degelijk om de tuin geleid. En daar houdt het publiek niet van. Zo belangrijk was die plot nu ook weer niet. Bovendien stelt Van der Straeten met deze bewering dat het in zijn programma alleen maar draait om de uiteindelijke deelname. Alles wat daaraan vooraf gaat is van geen tel, wie niet deelneemt verliest. Niet de reis, maar de bestemming is het doel, en dat is, zeker voor een zender zoals Canvas, een totaal verkeerde instelling.

Proficiat dus, Koen Fillet, met wat je hebt bereikt. Je hebt een fantastische prestatie neergezet.

geradbraakt

Ai. Ik ben geradbraakt. Om maar liefst twee redenen, waarvan ik er één nog even voor u verborgen houd. Maar die andere. Als aanvulling op mijn assisted sit-ups en push-ups, ben ik een tijdje geleden met wat krachttraining begonnen. Eerst in het wilde weg, maar dan heb ik in een lukraak boek even wat oefeningen opgezocht. Mijn training is dus uitgebreid met armbuigen dumbbells, rechtop roeien dumbbells, zijwaarts heffen dumbbells, telkens in 3 sets van 15 (per arm).

Eergisteren had ik het lumineuze idee de oefeningen verder uit te breiden naar crunches, knieheffen met indraaiend crunchen, en ten slotte hurken met dumbells –kwestie van de benen ook wat werk te geven. Nog steeds in 3 sets van 15.

Hoe graag zou ik zeggen dat ik mijn benen niet meer voel. Maar helaas trekken ze bij elke stap tegen, zodat ze mij met veel graagte op hun deficiet wijzen. Nog een geluk dat ik moet zitten om naar de film te kijken, en gratis van het openbaar vervoer gebruik kan maken om mij naar en van de zalen te begeven.

Spierpijn dus. En nu moet ik mijn benen tijd geven om te herstellen. Anders hebben die oefeningen geen zin, zo zegt het boek mij.

ziek

El hombre zit ziek thuis, na vandaag reeds twee keer de inhoud van zijn maag aan de wc-bol te hebben overgegeven (eenmaal op het werk, andermaal thuis). Ik steek het op de doodzieke madam die maandag insisteerde rechtover mij te komen plaatsnemen op de trein. Of gewoon op de tijd van ’t jaar natuurlijk, want het is één hoest- en snuitconcert waar ge u ook begeeft, tegenwoordig. Als het dat maar is.

geen tijd (ii)

Terwijl de madam gisteren thuis is gebleven om (o.a.) alle cadeautjes uit te pakken die ze de avond ervoor had gekregen –ik mocht overigens te voet naar huis van ’t Pand want er was geen plaats meer voor mij in de wagen van de schoonfamile naast al die cadeaus– nam Henri –onder het supporterend oog van zijn moeder– deel aan een interscolaire veldloop, aan het eind waarvan hij mocht plaatsnemen op het schavot om de bronzen medaille in ontvangst te nemen.

(Ik ga voor één zin per paragraaf vandaag.)

Naast de muziekles mag ik straks ook nog –letterlijk– meedraven op training met de zoon. En dan mag ik gelijk Steven alvast beginnen oefenen om hem (Henri) nog te kunnen bijhouden.

Simon, een van zijn vrienden, was als eerste over de meet gekomen. “En ik was zo trots op Simon”, vertelde hij. “Ik had nog gezegd bij het begin: mannen, we moeten zien dat we het hier goed doen hé! En kijk, het podium was bijna helemaal van Sint-Pieters.”

krachttraining

Daarnet kreeg ik mijn inbox een aanbieding voor Pilates-lessen op het werk (80 EUR voor 10 lessen van ongeveer een uur), wat mij ertoe aanzette even bij Wikipedia wat meer info op te snorren.

Sinds september (eigenlijk sinds eind augustus) doe ik een beetje aan krachttraining. Stel u daar vooral niet teveel bij voor, want het beperkt zich tot drie oefeningen (waarvan twee dagelijks): push-ups, assisted sit-ups (we hebben ons ooit eens zo’n wiebelding gekocht in promotie bij Decathlon), en ‘gepruts’ met de dumbbells.

De sit-ups wissel ik af met crunches, telkens in reeksen van 32 (ik heb iets met bepaalde getallen), waarvan ik er normaal gezien twee doe. Voor de push-ups kom ik aan 23, maar ook daar zou ik aan 32 willen geraken. (Hoewel 23 niet slecht is, volgens deze tabel.) Ik wissel af tussen gewone, en met mijn voeten op armhoogte; en ik heb net een derde manier ontdekt (diamond push-up), die ik ook eens wil proberen.

Bij Wikipedia heb ik overigens nog een aantal (standaard) oefeningen gevonden (Weight training exercises), en twee interessante concepten: High intensity training & Training to failure. (Maar nee, ik ben niet geïnteresseerd in bodybuilding; enkel in physical fitness.)