Daarnet stapte ik Animato buiten (Animato is zo’n muziekwinkelding waar ze naast instrumenten en rietjes vooral ook bladmuziek verkopen), omdat ik er één of ander bladmuziekding voor Henri wou kopen. Ik wist niet goed wat, en ik kan ook niet echt muziek lezen –enfin, ik weet waar de noten op de solsleutel liggen (op de fa-sleutel ook denk ik), en ik kan ze benoemen, zowel in solmisatie als alfabetisch, en ik weet ook wel wat een kruis is en een mol is, en herken zelfs een volle en een halve en een vierde noot maar daar houdt het dan ook op– maar ik wou hem ‘iets’ kopen waarmee hij met veel plezier ook buiten de lesboeken kon oefenen. Nee, ik heb niks gevonden.
(Ok. Ok. ’t Is mijn laatste koffie voor vandaag. )
Niettemin, toen ik, na een stevige voettocht doorheen de werf die Gent is, de 21 aan mijn neus zag voorbij rijden, besloot ik even –nu ik er toch was– de *slik* Fnac *slik* binnen te stappen. Gato Barbieri’s Last Tango in Paris (in lp editie gevonden in de Serpentstraat) hield ik amuletsgewijs stevig maar voorzichtig (het is een lp tenslotte) onder de arm gekneld. Het ziet er nog altijd hetzelfde uit. Maar dan nog commerciëler dan… euh… hoeveel jaar is het geleden? De jazzsectie is zwaar ondervertegenwoordigd, weggepropt tussen klassiek (dat in al die tijd ook al niet werd uitgebreid) en wereldmuziek, waaronder ook het Fransche chanson wordt gerekend. Nee, natuurlijk heb ik er niks gekocht.
Via de blog van Nate Chinen, die over jazz schrijft voor o.a. The New York Times, kwam ik terecht bij Jazz Loft Project. De man had er eerder dit jaar al over geschreven in de NYT (Home Life With Mikes: A Jazz History). Jazz Loft Project gaat over W. Eugene Smith, die van 1957 tot 1965 in een loft ging wonen in Manhattan, waar voornamelijk jazz muzikanten woonden; muzikanten zoals Charles Mingus, Zoot Sims, Bill Evans, Roland Kirk, Paul Bley, en Thelonious Monk. Gedurende die 8 jaar maakte hij zo’n 40.000 foto’s (1.447 rollen film) en nam hij 4.000 uren audio op. Van 17 februari (2010) tot 27 mei zal een tentoonstelling te zien zijn in The New York Public Library for the Performing Arts. Daarna reist de tentoonstelling door naar Chicago, South Carolina en Arizona. Misschien moeten we volgend jaar maar een tussenlanding voorzien in New York, als we voor drie maanden naar de VS vertrekken.
Geen jazzmuziek, maar het ziet er wel jazz uit. Via de papieren man terecht gekomen bij Mike Stilkey, de man die boeken beschildert.
I even asked the library up the street from my house if they had any books that they were getting rid of, and they said no. When I explained to them how I use them, they gave me access to a huge dumpster in the back parking lot of the library. The dumpster was filled with thousands and thousands of books. I spent the afternoon fighting with some homeless guy over who got which book from the dumpster.
Lees het interview op Fecal Face.
Ook geen jazzmuziek, maar Hitchcock (het –mits enige welwillendheid– filmische alternatief): Guy van Boleuzia publiceerde vorige week zijn top 10 van Hitchcockfilms (het is een fase waar hij door moet, denk ik). Laat zijn eerste plaats meteen ook die van mij zijn, maar voor de rest ziet het er een ietsje anders uit: (1) Rear Window (2) North by Northwest (3) Spellbound (4) To Catch a Thief (5) Vertigo (6) Psycho (7) Strangers on a Train (8) Dial M for Murder (9) Notorious (10) Rope
Wel jazzmuziek: heb ik het Rat Event in de balzaal al vermeld, nu woensdag? En de Korte Metten in de domzaal volgende week woensdag? Alletwee in de Gentse Vooruit, jawel.